Middelburg Dronk

De Jager

 

De Jager

Rouaansekaai 53
4331 HC Middelburg

 

Een café gelegen aan de Rouaansekaai 115 (vanaf 1952 Rouaansekaai 53) te Middelburg - een opvolger van De Florentijnsche Lelie, De Drie Indianen, De Drie Morianen, Het Schippershuis (2), Het Rotterdammer Veerhuis, Het Rotterdamsch en Goesch Veerhuis, hotel Bal, hotel Hamel en Het Zeeuws Koffiehuis.

Geschiedenis

1929
J.A. de Jager

Jozias Adriaan de Jager zit in 1929 in café De Jager, toen nog gevestigd op het adres Rouaansekaai G 115. Het was toen nog Het Zeeuws Koffiehuis. De familie de Jager was oorspronkelijk afkomstig uit Kloetingen, waar de familie een bakkerijtje had.

1952
F.A. de Jager

In 1952 verhuist het café naar het adres Rouaansekaai 53, naar het pand waar voorheen Kreymborg was gevestigd. De Jager deed dat omdat het oude pand gehuurd werd, en de kans zich voordeed om het pand op nummer 53 te kopen. In datzelfde jaar overlijdt Jozias Adriaan de Jager op 71-jarige leeftijd (zeeuwengezocht [1]) en neemt zijn zoon Frans Adriaan de Jager de zaak over. De echtgenote van Jozias en moeder van Frans, Huberdina de Jager-Cornelisse, overlijdt in 1973 op 91-jarige leeftijd en sinds die tijd gaat het bergafwaarts met Frans die steeds depressiever wordt tot hij tenslotte in 1976 een eind aan zijn leven maakt - hij werd 61 jaar.

Foto's

Meer foto's zijn te vinden op De_Jager/fotos.



Naamgeving

Genoemd naar de eigenaar - zie ook naam op de afbeelding. Het café stond bij velen bekend als 'Het Jagertje'. Tot diep in de jaren 40 werd het café ook nog Het Zeeuws Koffiehuis genoemd.

Bijzonderheden

  • Tot ca. 1950 stond het café bekend als Het Zeeuws Koffiehuis. Het Zeeuws Koffiehuis zat ook al op de Rouaansekaai rond 1900. In die tijd zat J. Gabrielse in de zaak.
  • De Jager was 'een café met de bijbel', maar was wel regelmatig op zondag open, zodat er gebiljart kon worden. Adri, de broer van Frans, werkte op de Kinderdijk bij Wemco. Als Frans moest eten viel hij wel eens in. Het eerstvolgende rondje was dan steevast van de zaak.

Mooie verhalen

Loonzakjes van de Vitrite

Jan-Willem Antheunisse herinnert zich dat in café De Jager ook altijd veel medewerkers van de Vitrite kwamen, zeker op de dagen dat de lonen werden uitbetaald. Door een deel van hun salaris te verzuipen kwamen sommige arbeiders thuis echter wel in de problemen. Als moeder de vrouw zag dat de bekende Vitrite-enveloppe al was aangebroken wist ze hoe laat het was. De Jager bedacht gelukkig een oplossing voor dit probleem. Onder de toog bewaarde hij een voorraad enveloppen die niet van de originelen van de fabriek te onderscheiden waren. Na het afrekenen van de slemppartij werd het resterende bedrag gewoon in zo'n nieuwe enveloppe gedaan, zodat vader zijn echtgenote kon wijsmaken dat hij niet bijster veel verdiend had, die week. Dat was nog eens service.


Niet vloeken

Rob van Hese vertelt: In deze zaak was het ten strengste verboden te vloeken. Als je al een paar consumpties had genuttigd was het de kunst om dat dan toch te doen, zodat je de deur werd gewezen. Betalen was dan niet meer aan de orde. Perfect.

Hij ging onder zijn pet zitten

Over de laatste eigenaar gaat het verhaal dat hij het op een gegeven moment niet meer zag zitten, en daarom een einde aan zijn leven maakte. Of zoals een Middelburger het vertelde: "Die gooide zijn pet in het water en ging eronder zitten". Bert Gerestein vult aan: " In café 't Jagertje aan de Rouaansekaai mocht niet gevloekt worden. Er stond geen biertap; er werden uitsluitend flesjes verkocht. Maximaal twee, want de kroegbaas had ook een hekel aan dronkenschap. Het café fungeerde tot begin jaren zestig als waladres voor beurtschippers. Sleper Koppejan uit 't Bijltje leverde er nogal eens pakketten af. Diens zoon Adrie (Andries) is auteur van twee boeken over de Zeeuwse beurtvaart die ik uitgaf, 'Sturen en turen' (2002) en 'De Blikken Motor' (2008). De kroegbaas van 't Jagertje was een zwaarmoedige man. Hij heeft zich begin jaren zeventig verdronken in het water van het Kanaal door Walcheren, ter hoogte van Kleverskerke. Hij kwam weer boven bij de fabriek van Timmerman, in Middeburg. Mijn latere zwager Klaas-Jan de Vries was op de fiets op weg naar school toen hij het lichaam in het water zag drijven. Hij peddelde totaal ontredderd terug naar huis, waar zijn moeder de politie belde. Mijn herinneringen aan 't Jagertje dateren uit begin jaren zeventig. Maar men zal begrijpen dat ik er niet zo vaak kwam."

Kees van Tol en Pietje Puk

Kees van Tol en Pietje Puk waren in de jaren '30-'40 geregelde klanten van het vooroorlogse café De Jager. Daniël Jac. Schuilwerve haalt in zijn Verhalen rond de Lange Jan 1936-1940 op een smakelijke manier jeugdherinneringen op. Hij heeft het ook over de in de Bellinkstraat wonende Kees van Tol, een opkoper van allerlei rommel die vervolgens per handkar werd uitgevent. Schuilwerve vertelt: "Passeerde Kees van Tol echter een kroeg dan was het wel gebeurd met de koopman. Hij liet zijn handkar met handel voor wat het was en stapte met dorstige keel op de tapkast af, want als Kees ook maar even dacht dat hij dorst had dan zou en moest die gelest worden. In het dorstlessen was hij een specialist en kon daar echt even voor gaan zitten en nam dan de koppige dranken uit Schiedam tot zich. Als toevallig Krelis binnen kwam laveren, Krelis Pietje Puk die als muzikant met een klein draaiorgeltje in zijn dagelijks onderhoud voorzag dan was de boot pas goed aan. Die twee lieten de kastelein handen te tekort komen om het inschenken bij te benen en Krelis bespeelde het orgeltje. Kees van Tol vond dat prachtig en hoe gezelliger het in de kroeg werd des te meer dorst begon hij te krijgen. de mensen die Kees met de straffe drankjes, die hij moeiteloos achterover naar binnen keilde alsof het karnemelkse pap was gadesloegen, dachten soms weleens dat Kees een loden pijp in zijn slokdarm had zitten. Een kwade dronk had Kees niet, hij had veel weg van een hossende carnavalsvierder. Als tegen sluitingstijd de alcohol hem zover bedwelmd had dat hij de de Bellinkstraat niet meer kon vinden dan kwam het weleens voor dat hij luid snurkend op zijn handkar tussen zakken en vodden zijn roes uitsliep."

Zie ook het verhaal "Voddenboer op de Gordel", op de Middelburgse Grachtengordel.

Afbeeldingen Kees van Tol en Pietje Puk


Externe links

Bronnen

Collectie Zeeuws Archief

  • Foto Kees van Tol en Pietje Puk: Kent u ze nog... de Middelburgers (Europese Bibliotheek - Zaltbommel 1972)
  • Tekening Kees van Tol: Verhalen rond de Lange Jan 1936-1940 "Van Zeeuwse komaf" van Daniël Jac. Schuilwerve, uitgave: Den Boer Middelburg.