Middelburg Dronk

De Vriendschap (1)

 

De Vriendschap (1)

Markt 75
4331 LL Middelburg

 

Een Café-restaurant dat tussen 1816 en 1997 was gevestigd op de hoek van de Markt en de Pottenmarkt in Middelburg. De zaak werd ook lange tijd 'Groenewegen' genoemd, naar de oude eigenaars. De zaak was een opvolger van De Gouden Stoel en een voorloper van de huidige Vriendschap.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op De_Vriendschap_(1)/fotos.


Geschiedenis

1816
J.F.W. Isensee

Een advertentie uit de Middelburgsche Courant van 30 maart 1816 dat door F. Isensee zowel 's middags als 's avonds een Ordinaris of Open Tafel wordt gehouden met Wijn en Bier en verdere Dranken op de hoek van de Markt en de Pottenmarkt - in 1818 vertrekt Jan Frederik Wilhelm Isensee naar 't Logement van Middelburg aan de Lange Noordstraat.

1827
J. Buteyn

Job Buteyn koopt in 1827 het te koop staande koffiehuis de Vriendschap, aangezien een advertentie uit de Middelburgsche Courant van 17 mei 1828 aangeeft dat J. Buteyn in de Vriendschap zit. Twee jaar later staat hij tevens geregistreerd als herbergier van De Drije Engelen aan de Kromme Weele K 107. In 1838 staat hij geregistreerd op het adres Markt K 170 (zeeuwengezocht [1]) - Buteyn zat 21 jaar in de Vriendschap, zo meldt een advertentie uit de PZC van 1948 - hij overleed in 1853.

1848
J. Groenewegen

De familie Groenewegen speelde een belangrijke rol in de Middelburgse horeca, de dochter van Jan Groenewegen, Leijntje trouwde met Pieter Geuze van St. Joris en Jacobus, een broer van Jan, trouwt in 1848 met de dochter van Willem van den Abeele van De Kersenboom (zeeuwengezocht [2])- waarna Jacobus ook wordt aangemerkt als kastelein of logementhouder. De Zierikzeesche Bode bericht dat jaar op 6 januari: "In de Vriendschap te Middelburg is het met de Nieuwe Jaar zoo vriendschappelijk toegegaan, dat er een 26-jarig meisje van Ritthem dood is gebleven". Een jaar later staat hij ook als zodanig op het adres geregistreerd (zeeuwengezocht [3]). Wanneer hij in 1868 op 43-jarige leeftijd overlijdt (zeeuwengezocht [4]) neemt zijn weduwe Margaretha van den Abeele

1868
M. van den Abeele

Margaretha Groenewegen-van den Abeele blijft tot aan haar overlijden op 21 december 1894 koffiehuishoudester in de Vriendschap (zeeuwengezocht [5]).

1895
W.M. Groenewegen

Na de dood van zijn moeder zet Willem Marinus Groenewegen de zaak voort tot hij op 22 april 1897 plotseling overlijdt - op 23 november van hetzelfde jaar wordt zijn dochter geboren (zeeuwengezocht [6]).

1897
S.M. de Raadt

Sara Maria Groenewegen-de Raadt zet de zaak van haar man voort (zeeuwengezocht [7]), maar hertrouwt een jaar later met Hendrik de Munck (zeeuwengezocht [8]) - zij vertrekken in 1900 naar het ook aan de Markt gelegen Suisse.

1899
Jacobus Groenewegen

Jacobus Groenewegen, neef van W.M. Groenewegen, is in 1899 de nieuwe eigenaar van de Vriendschap (zeeuwengezocht [9]) en tevens vader van Willem Marinus Groenewegen (zeeuwengezocht [10]).

1929
Willem Marinus Groenewegen

Wanneer Willem Marinus Groenewegen in 1929 trouwt met Cornelia Josiena Janse (zeeuwengezocht [11]) zit hij al bij zijn vader in de zaak die hij kort daarna over zal nemen - hij staat in 1940 nog steeds als cafehouder op het adres geregistreerd (zeeuwengezocht [12]). Op 30 mei 1948, meldt een advertentie in de PZC, viert Willem Marinus Groenewegen het feit dat zijn familie op die datum exact 100 jaar in de Vriendschap zit - hij zal tot 1959 in de zaak blijven.

1959
Jaap van den Berge

Op 18 februari 1959 heropent Jaap van den Berge (zie ook De Schuur en De Schuur (2)) de Vriendschap - hij vertrekt in 1964.

1964
F. Spel en Fransisca Spel-Eikemans

Frans Spel zit in de periode 1964-1972 samen met zijn vrouw Fransisca in de zaak - ze beginnen in 1969 een tweede zaak, namelijk pension Fransisca in de Gortstraat en later is Frans Spel ook nog pachter in Sociteit Jachtclub Veere in Veere.

1972
Mientje Meeusen

Mientje Meeusen en Willem van Sorgen. Mientje kan ademloos vertellen over het reilen en zeilen in De Vriendschap. Ook over de andere cafeetjes weet zij zich nog veel te herinneren. Haar ouders hadden een danszaal in Terneuzen en haar oom een café in Middelburg. Door haar huwelijk kwam ze in Middelburg terecht en kocht ze De Vriendschap. Haar oom Hector Meeusen exploiteerde in Middelburg De Eendracht al; Ad Meeusen was een neef van haar. Mientje werkte af en toe in De Eendracht en vond het geweldig. Veel leuker dan in de danszaal van haar ouders in Terneuzen. Zij kon deze danszaal overnemen, maar had daar geen zin in en koos voor De Vriendschap in Middelburg. "We staken ons diep in de schulden!" Mientje en Wim gingen na de verkoop van de Vriendschap in Westkapelle wonen. Bij goed waren ze vaak op het bankje aan de zeedijk te vinden. Helaas zijn Wim en Mientje in 2013-2014 kort na elkaar overleden.

Naamgeving

Tussen 1850 en 1920 werd het café ook vaak 'Groenewegen' genoemd. Een bord met deze naam sierde ook lange tijd de gevel.

Bijzonderheden

  • Er hebben ook nog twee andere cafés met deze naam bestaan: PZC
  • Van 1965 tot 1981 waren er Chinees-Indisch restaurants gevestigd op de bovenverdieping van de Vriendschap. Tot begin jaren '70 Hong Kong, daarna Man-Hong.

Mooie verhalen

Groenewegen

De Tweede Wereldoorlog had voor Middelburg, zeker op 17 mei 1940, verwoestende gevolgen. Ook de horeca leed gevoelige verliezen, want tijdens het bombardement of de beschietingen - de geleerden zijn het er nog steeds niet over eens wat het nu precies was - van 17 mei 1940 werden 20 café's en 5 hotels verwoest. Zaken zoals b.v. Juliana en Suisse verhuisden naar een vervangend adres terwijl b.v. Castenmiller zijn café voortzette in een barak aan de Houtkaai; een noodzaak derhalve. Middelburg dronk en at dus tijdens de oorlogsjaren gewoon door - de inwendige mens diende versterkt en liet zich niet kisten door een horde, toen al, Duitse toeristen. Men zou kunnen zeggen dat de horecasituatie min of meer normaliseerde, maar bestuurlijk was dit niet het geval. Onder het Duitse bewind was de stad opgezadeld met een N.S.B.-burgemeester, mr. A. Meerkamp van Emden, en er werden ook andere foute sujetten op sleutelfuncties geposteerd. Waarnemend gemeentesecretaris J. Ph. Koene is en blijft echter de integere rots in de branding en, zoals het een secretaris betaamt, hij notuleert de geschiedenis van de stad. Zijn, in februari 1945 bij Altorffer gedrukte, relaas Middelburg onmiddellijk vόόr en na de bevrijding (6 November 1944) doet nauwkeurig verslag van de hectische laatste maanden van de oorlog. Zo signaleert hij op 1 september 1944 het vertrek van enige N.S.B.-ambtenaren - de eerste ratten die het zinkende schip verlaten en een aantal dagen later doet ook burgemeester Meerkamp van Embden aan vaandelvlucht. De dreiging van een geallieerd bombardement teneinde Walcheren onder water te zetten wordt steeds groter en er worden dan ook maatregelen genomen om mensen te evacueren en deze te herhuisvesten binnen de vesten. Koene schrijft het volgende: Ik richt ingaande Zaterdag 7 October 1944 een geheel afzonderlijken evacuatiepost - ook wel genoemd "Gemeentelijk bureau voor vluchtelingenregistratie" - in op de Markt - in het daartoe gevorderde café Groenewegen. De dynastie Groenewegen, die een dikke 100 jaar de Vriendschap bestierde, was zo'n begrip in de stad dat het café dan ook vaak als zodanig werd aangeduid. Toen Walcheren daadwerkelijk onder water kwam te staan, stroomden de evacués toe. Ze werden ondergebracht in leegstaande woningen en in groote gebouwen als scholen en kerken - ook de bovenverdiepingen van sociëteit De Vergenoeging boden asiel. Enfin, goed gastheerschap is natuurlijk een eerste vereiste voor een horecaondernemer - de Vriendschap voert dat oudergewoonte nog steeds hoog in het vaandel - en de rest is geschiedenis.

Adrie Theune

Oude Middelburgers herinneren zich Adrie Theune ongetwijfeld als bode die met paard en wagen allerhande zaken over Walcheren vervoerde voor Van Gend & Loos. In het begin, jaren '50, gebeurde dat nog vanaf het Bodenplein waar, hoe kan het ook anders, het bodenhuis was gevestigd – later verhuisde Van Gend & Loos naar een pand aan de Kanaalweg. In dat pand zat dansschool Janvier nog een tijd tot het werd afgebroken. Adrie was zo op het oog een wat norse beer van een vent, maar dat was eigenlijk meer een houding die zijn verlegenheid moest markeren. Adrie was in de jaren '80-'90 – zeg maar het tijdperk Mientje – vaste klant in de Vriendschap en hij stoorde zich al een tijdje aan het gemis van een afscheiding tussen de terrassen van de Vriendschap en Seventy Seven. Na een broedpauze voerde hij zijn idee uit en kwam op de proppen met een zelf getimmerd karretje waarop een bloembak was gevestigd; eigenlijk een soort van zeepkist maar dan anders. Enigszins verlegen en met de potsierlijkheid van een reus die een dwergpoedeltje uitlaat, presenteerde hij zijn enigszins krakkemikkige creatie aan een wat lacherig publiek. Mientje zette geraniums in de bloembak en zo was de afbakening van de terrassen jarenlang een fleurig feit. Ik kan me uit mijn kinderjaren ook nog een gebeurtenis herinneren waarin Adrie, zeker in de ogen van het morrende volk, een heldenrol vertolkte. Het feit wil dat de drumband van Juliana in de jaren '60 altijd vooraf werd gegaan door een zogenaamde tambour-maître, iemand die voor de troepen uit marcheerde gewapend met een staf die hij af en toe zwierig hoog de lucht inwierp en hem, meestal, weer even zwierig opving. Maar voor die tambour-maître liep, trots als een pauw, Kees Suurland, een jongen met een geestelijke beperking die idolaat van de muziek was. Iedereen kende Kees en gunde hem zijn hobby van harte, tot op een bepaald moment, ik denk op een Koninginnedag, de Hermandad vond dat het zo niet meer kon. Het was druk op de Markt en het volk morde om zoveel onrechtvaardigheid. Onder hen was ook Adrie Theune die niet alleen morde, maar ook zijn handen liet spreken om Kees te ontzetten. Vervolgens concentreerde de kit zich op Adrie en lukte het uiteindelijk 4 dienders om hem in een volkswagentje te vouwen. Kees liep vervolgens toch weer voor de muziek uit en Adrie was, hoewel burgerlijk ongehoorzaam, even de held van Middelburg.


Don Leo

Leo zag er altijd uit om door een ringetje te halen – strak in het zwart, wit overhemd waarover vaak een rode gilet, en het haar even strak, van de brylcreem, achterover gekamd met een kippenkontje als puntje op de i. Hij deed me altijd een beetje denken aan de gouden dagen van de rock and roll, de tijden van Bill Hailey and his Comets, Gene Vincent en Elvis de Pelvis. Leo kleedde zich een statement en zou daarom alleen al het voorvoegsel Don verdienen, ware het niet dat hij ook wel een beetje weg had van de jonge Leo Beenhakker. Hij werkte al in de Vriendschap onder Frans Spel en was er jaren het soms wat nukkige ankerpunt van de jaren ’70. Lies van Seventy Seven kende hem goed, eigenlijk al vanaf de tijd dat ze nog in De Eendracht werkte. Wellicht weet zij nog smeuïge anekdotes uit die periode om het beeld te vervolmaken – daar zie ik zeer naar uit. Ik ken een mooi verhaal dat me enigszins besmuikt maakt, aangezien het nu niet direct uit de eerste dan wel schoonste hand komt. Enfin, de mare gaat dat het lijdend voorwerp, hoewel al enige jaren in de echt versmolten, maar niet de metamorfose naar het vaderschap kon maken. Iets of iemand bracht op een of andere manier soelaas – onze lieve heer heeft soms rare kostgangers. Wellicht wat cryptisch geformuleerd, maar de goede verstaander heeft aan een half woord genoeg en zo blijven de woorden tenminste boven de dekens. Vele jaren later zag ik Leo terug in de toenmalige SSGM aan de Churchilllaan waar hij in de avonduren het interieur verzorgde. Ik viel daar in voor drummer en ex-deejay Hans Walrave die er toen een kleine sportkantine in De Straat dreef. Het was een weerzien van ouwe jongens krentenbrood, veel verhalen en vooral veel halve liters Heineken waardoor ik die ongetwijfeld fantastische verhalen even snel rijk als kwijt was. Don Leo is al een poosje voorgoed kwijt, uit de tijd, maar, evenals Elvis de Pelvis, nog niet vergeten - zal binnenkort met Hans nog maar eens een paar halve liters open trekken, dan vloeien de woorden vanzelf.

Frans Spel

Frans Spel dreef de zaak samen met Fransisca, bijgenaamd tante Frans, eind jaren 60 eind jaren 70. De handballers van E.M.M. kwamen daar weleens aanwaaien, want bij uitwedstrijden vertrok men vaak vanaf de Vriendschap. Als er bij terugkomst nog wat werd gedronken (in de periode voor 77 dus) speelde Tante Frans altijd een uitgenast spel: ze schoof onder tafel wat geld aan iemand die dan zogenaamd het eerste rondje gaf - de anderen volgden dan vanzelf.

Over Ome Frans en tante Franske

Van alle oud-eigenaars van De Vriendschap weten we van Frans en Fransisca Spel, die tussen 1964 en 1972 in de zaak zaten, misschien wel het minste. Des te mooier om dit ingezonden verhaal van Kees Wesdorp te lezen.

Over Ome Frans en tante Franske. - koetsiersglaasje - Solex - Pension Franciska- Zanzibar

Ome Frans was telg uit een Rotterdamse schippersfamilie. Omdat het familieschip in de oorlogsjaren tijdens een bombardement op de Bovenrijn definitief verloren was gegaan, is Frans toen aan de Rotterdamse Maashaven een café begonnen, alwaar hij sterk onder de indruk kwam van de charmes van Franske - een dame van lichte zeden - oorspronkelijk afkomstig van een gehucht uit de buurt van Eindhoven die aldaar op Katendrecht haar metier uitoefende.

Frans wist zijn nieuwe geliefde over te halen uit 'het leven' te stappen, en verruilde zijn havencafé voor de anonimiteit van Café de Vriendschap te Middelburg. Ook een riant onderkomen in de Gortstraat ( het latere Pension Francisca) completeerde de frisse start, en hoop op de toekomst. Doordat die toekomst met Francisca voor Ome Frans steeds minder op rolletjes liep zocht hij steeds meer troost bij zijn koetsiersglaasje dat een prominente plaats had naast de jeneverfles. Quote Ome Frans: "Eens een hoer. Altijd een hoer!" Op het moment dat hij het met Franske helemaal had gehad, heeft ie het roer radicaal omgegooid. En, om na De Vriendschap verkocht te hebben, zijn laatste dagen als geheelonthouder te slijten achter de bar van de Jachtclub in Veere.

Franske heeft nog jarenlang haar pension uitgebaat in de Gortstraat. Ook was zij de huisbazin van de Zanzibar ('Moeilijk te vinden') aan Het Kerspel, dat met het huis aan Gortstraat één perceel vormde. Nadat de oorspronkelijke opzet van die instelling - een stiekeme rendezvous bar voor vreemdgaande welgestelden - geen overdadig succes bleek, werd de boel verhuurd aan het illuster Utrechtse duo Paul Scholten en Max Tosseram die de deftige clubfauteuils en salontafels er uitgooiden en een platenspeler met voor die tijd veel vermogen achter de bar installeerden.

Bron: ‘Ome’ Frans Spel (Vriendschap) Kees Wesdorp (Oud werknemer Zanzibar). Over ‘Paul’s Huisje’ in de Beddewijkstraat en de Zanzibar is ook veel boeiends uit een kleurrijke periode van de Middelburgse horeca geschiedenis te verhalen. Misschien een andere keer.

Externe links

Bronnen