Middelburg Dronk

Stationsrestauratie

 

Stationsrestauratie

Kanaalweg 24
4337 PA Middelburg

 

Stationsrestauratie was tussen 1872 en maart 2016 gevestigd aan de Kanaalweg 24 te Middelburg.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Stationsrestauratie/fotos.


Geschiedenis

1872
W.B.F. Boekhout

De stationsrestauratie had in 1872 het adres Station V 89, wat later vernummerd werd tot Segeersweg 8 en tenslotte het definitieve adres Kanaalweg 24 kreeg. De Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen geeft per advertentie in de Middelburgsche Courant van 22 mei 1872 aan "dat de bediening van het Buffet aan het Station te Middelburg bij inschrijving zal worden verpacht, voor den tijd van vijf jaren, ingaande den eersten Juli 1872. W.B.F. Boekhout is de eerste pachter van de stationsrestauratie (zeeuwengezocht [1]).

1876
S.W.A. Compter en A. Buijen van Weelderen

S.W.A. Compter (zeeuwengezocht [2]) - later Buitentuin (2), Café Neuf en De Pauw (2) - pacht de stationsrestauratie per 1 juli 1876, samen met A. Buijen van Weelderen, en hij blijft 20 jaar in de zaak.

1896
H. van Goethem en H.J. Neuteboom

Henri van Goethem en H.J. Neuteboom zijn pachters in 1896 - ze zijn de hoogste inschrijvers met f 1.565,--.

1901
G.C. van Keekem

Gerardus Cornelis van Keekem (zeeuwengezocht [3]) pacht de buffetten in 1901 voor f 800,--.

1903
H. de Vries

H. de Vries pacht in 1903 de buffetten voor f 1.202,-- met en f 650,-- zonder vergunning.

1904
J. Ferwerda

Joris Ferwerda pacht in 1904 de buffetten voor f 800,-- met en f 400,-- zonder vergunning.

1908
J. Ferwerda en J.H. Rippe

Joris Ferwerda en Joseph Hartog Rippe (zeeuwengezocht [4]) zijn pachters vanaf 1908 - Rippe vraagt een vergunning aan voor het stationsgebouw, Ferwerda voor het wachtlokaal van het station.

1943
P.F. van Gemert

In 1943 is P.F. van Gemert de pachter van dienst. Kleinzoon Willem van Gemert schrijft: "Mijn opa P.F. van Gemert was de uitbater. Hij was getrouwd met Anna Meyer.Ook heeft hij diverse schilderijen gemaakt van middelburg ten tijde van de oorlog. In 1948 is hij overleden. Hij heeft twee kinderen gekregen. L van Gemert, mijn vader. En Nel van Gemert. L.van Gemert is vertrokken uit Zeeland en is de horeca in gegaan in Leersum en Nel van Gemert is getrouwd met Frans Leynse, een boer in Vrouwenpolder."

1949
J. van Londen

J. van Londen is m.i.v. 1 april 1949 exploitant van de stationsrestauratie. Middels een advertentie in de PZC van 29 augustus 1956 neemt het echtpaar Van Londen-Olman afscheid als pachters c.q. exploitanten van de stationsrestauratie - ze zijn overgeplaatst naar Breda.

1956
C.S. Elsendoorn

C.S. Elsendoorn is exploitant van 1956 tot 1966

1966
L. Feders

In maart 1966 vraagt L. Feders Verlof A aan voor de beide restauraties van het perceel Kanaalweg 24 (Stationsgebouw).

1968
mevr. Beek

Mevr. Beek is exploitant in 1968.

1970
mevr. Idskes

Mevrouw Idskes zit in 1970 in de stationsrestauratie.

1974
dhr. Beukema

De heer Beukema zit van ca 1974 tot 1984 als exploitant in de Stationsrestauratie.

1984
P. Coumans

De heer Patrick Coumans exploiteert de stationsrestauratie vanaf 18 januari 1984 en is tot op heden nog exploitant van de stationsrestauratie.

Bijzonderheden

De personen die onder eigenaar worden gerangschikt zijn in wezen pachters c.q. exploitanten van respectievelijk Staatsspoorwegen en NS. In eerste instantie waren er meerdere locatie's - zoals bijvoorbeeld de wachtkamers 1e-, 2e- en 3e klasse - en daarom soms ook tegelijkertijd 2 eigenaars.

Mooie verhalen

Kroegpraat: Schuiven in stationsrestauratie (Rob 18 november 2015)

De heer P. Coumans heeft na 32 jaar besloten een punt te zetten achter de stationsrestauratie aan de Kanaalweg in Middelburg. Coumans nam de zaak in 1983 over van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en vindt dat het nu genoeg is geweest en tijd voor zijn pensioen. De NS heeft geen behoefte aan een nieuwe eigenaar, dus er dreigt letterlijk een vacuüm te ontstaan. De spoorbazen willen dat hij op 31 december van dit jaar zijn deuren sluit, maar Coumans hoopt tijd te rekken tot 28 februari. Zo krijgt zijn personeel meer tijd om een andere baas te zoeken.

De geschiedenis van de stationsrestauratie begint bij de opening in 1872. Dirk Dronkers, een Middelburgse aannemer, vraagt al in 1845 een concessie aan voor een spoorlijn op het traject Vlissingen-Middelburg-Bergen op Zoom, maar moet tot 1872 wachten op de realisatie. De heer W.B.F. Boekhout is de eerste pachter van ‘de bediening van het Buffet aan het Station te Middelburg’. Hij wordt in 1876 opgevolgd door Simon Compter, die later zijn sporen in de Middelburgse horeca nalaat. Compter zit achtereenvolgens in de Buitentuin aan het Noordbolwerk, de Pauw aan de Stationsstraat (nu Kanaalzicht of De Reutel) en café Neuf aan de Loskade.

Daarna zijn er nog vele pachters de revue gepasseerd, eigenlijk te veel om op te noemen. Laat maar gaan dus. Wie er echter altijd in de buurt van de stationsrestauratie is geweest, is Herman Sul. Oudere Middelburgers weten van de pet en de rand. Sul onderhoudt van 1944 tot 1969 een bestel- en afhaaldienst. Het station is daarvoor natuurlijk de aangewezen plaats. Hij, altijd getooid met een leren jas en NS-pet, is met zijn motorbakfiets een vaste waarde in het straatbeeld. Sul woont in de Lange Noordstraat waar een bordje met ‘H.D. Sul Kruier N.S. 1 x Bellen’ de gevel siert. Daar kun je niet langs kijken. De stationsrestauratie heeft een zeer diverse clientèle van gaande en komende passanten. Eind jaren ’70 komt er dagelijks een groep autohandelaren om de koffie of wat sterkers. De beroepsgroep kun je schilderen in het Jagertje aan de Rouaansekaai, maar als die in 1976 sluit, zijn ze ontheemd en gaan ze op zoek naar een gezond alternatief.

Ik bewaar prille herinneringen aan de stationsrestauratie, want ik ging er met mijn ouders op 3-jarige leeftijd voor het eerst uit eten. Vergezeld van m’n eigen bestek zat ik aan tafel, nog wat klein voor het tafellaken, maar wel met een servet. Op dat servet legde ik braaf mijn bestek dat bestond uit een lepel en een vork. In plaats van een mes lag daar een zogenaamd schuivertje, een langwerpige, metalen rechthoek die als een vork in de steel zat. Het schuiven was niet van de lucht en hoewel wellicht wat omslachtig, raakte mijn bord toch schoon leeg. Helaas ben ik vergeten wat ik destijds heb gegeten. Een Wienerschnitzel misschien, of een Russisch ei, want ik was al op jonge leeftijd internationaal georiënteerd. Het zal voor altijd een raadsel blijven wat ik heb zitten schuiven in de stationsrestauratie.

Bedankt, meneer Coumans

Team Stationsrestauratie 10-11-2015.jpeg

Van de website Wij zijn De Stad: Het was een beetje een vreemd verhaal in de PZC vorige week. Zou de Stationsrestauratie van Middelburg werkelijk gaan verdwijnen? Zou er echt geen opvolger komen voor de heer Coumans, die al sinds januari 1984 in de zaak zit? We besloten het toch zelf maar eens te gaan vragen vandaag, bij de exploitant zelf.

We waren niet eens verbaasd dat de heer Coumans er vanmiddag was. Hij is er eigenlijk altijd. Hij is misschien niet het type mens waar je na enkele minuten meteen de hele wereldproblematiek mee doorneemt maar we wisten wel: in al die jaren was hij altijd vriendelijk en beleefd en soms had hij ook tijd voor een grapje. Dat was vandaag niet anders. Toen we vroegen of we een paar foto’s van hem mochten nemen was het antwoord aanvankelijk kort en glashelder: “nee” (althans geen foto's van hem zelf), maar toen we vertelden waarom we graag iets meer zouden willen weten over de restauratie, zijn pensioen en de toekomst van het pand, zagen we dat hij het best leuk vond, dat we de moeite namen. Een paar minuten later stonden we in de kamers achter de keuken, waar we met eigen ogen konden zien hoe groot het pand nu eigenlijk is. De heer Coumans legde uit dat er van het artikel in de krant niet veel klopte. Hij gaat binnenkort inderdaad met pensioen, maar de NS gaat het pand ‘na hem’ wel degelijk verhuren. Exploitatie van een horecagelegenheid is dus zeker een mogelijkheid. Het station zal eerst wel voor een bedrag in de zes nullen worden gerenoveerd, maar dan komt het pand vervolgens weer vrij voor de verhuur, waarschijnlijk in vier verschillende eenheden. De gemeente draagt ook een steentje bij, want het pand is dan wel van de Spoorwegen; het is natuurlijk ook een monument, zowel voor de stad als voor het rijk. Ooit was er sprake van een kantoorfunctie voor het gebouw, maar daar wil de gemeente niet aan. Er staat immers nog genoeg kantoorruimte leeg.

Wat het dan wel gaat worden wisten de heer Coumans en zijn medewerkers ook niet. Zij stoppen in ieder geval, na er 8, 9 ,17 of zelfs 31 jaar te hebben gewerkt (we spraken vanmiddag met kokkin Andrea, Maritsa en haar nicht Chalana). Zij wilden in de aanloop naar het pensioen best weten of er kansen op exploitatie liggen, maar tot op heden heeft de NS daar nog geen duidelijkheid over gegeven. En als je niet weet wat je kunt huren kun je natuurlijk ook niet berekenen of exploitatie aantrekkelijk is of niet. Hoort die fantastische woning boven de zaak er bijvoorbeeld ook bij? En die hal, die nu alleen fungeert als standplaats voor een paar betaalautomaten? Maar dat terzijde. Uiteindelijk spraken we vooral over de restauratie zelf. We vonden het fantastisch om allemaal te horen. Ons was opgevallen dat veel mensen beginnen over de Honki Tonki Burger, als zij praten over Stationsrestauratie Middelburg. Daar kon meneer Coumans wel om lachen. Al jaren niet meer in het assortiment, maar hij had nog wel een menukaart waar die kraker op is te vinden. 3 gulden 75 kostte die. Wij wilden ook graag een foto van de klok die al zo lang het ons kan heugen aan die bruine wand hangt. Daar keken we in de jaren dat wel veel met de trein reisden zo vaak op: we kunnen ‘m wel dromen. Of we wel wisten dat die is gekoppeld aan de nationale NS-klok? Dat wisten we dus niet. Maar het is zo: als de klokken op het perron het laten afweten, dan kun je die in de restauratie ook wel vergeten. Techniek van een ander tijdperk misschien, maar wel techniek die werkt. Het mooiste citaat moest echter nog komen. Meneer Coumans (zijn voornaam is Patrick) vertelde ook dat hij al sinds 1984 (en niet sinds 1983 zoals de krant schreef) werkt in Middelburg. Ooit woonde hij zelf boven de zaak, maar al snel zat hij toch weer in Brabant. Al die jaren reisde hij op een neer tussen daar en onze stad. “Met de trein uiteraard?”, vroegen we terloops. Hij keek alsof hij water zag branden. “Nee, met de auto natuurlijk!”. We konden een schaterlach niet onderdrukken.

We kunnen hier nog lang over doorkletsen. Over al die ruimte in het pand. Over het fraaie behang uit de jaren 50 in de kamertjes achterin. Over die mooie ingang ‘op de kopse kant’, of over het succes van het restaurant in de jaren 80 en 90. Er is geen ruimte voor helaas, maar we weten het nu echt zeker: meneer Coumans en zijn restauratie verdienen een waardige opvolger. Dat hij er fijn van moge gaan genieten in Frankrijk, en dat ‘de restauratie van de restauratie’ maar goed moge uitpakken maar ook: laat iets van de geest die het pand nu ademt behouden blijven. Het is iets unieks. Dat mag je best moderniseren, maar moet je gewoon niet kapot maken.

Bedankt voor al die jaren, meneer Coumans én medewerkers!

Sul

De oudere jongeren onder ons zullen zich Herman Sul, evenals Adrie Theune (Adrie Theune) zeker nog herinneren. Waar Theune goederen vervoerde voor Van Gend & Loos, had Sul van 1944 tot 1969 een bestel- en afhaaldienst. Je kon hem schilderen bij het station, eerst in een witte kiel, zoals het een witkiel in die tijd betaamde, en later in zijn onafscheidelijke leren jas en pet. Sul woonde in de Lange Noordstraat, alwaar een bordje op de deurpost was bevestigd met de tekst: H.D. Sul kruier N.S. 1 x Bellen. Daniël Schuilwerve kan smakelijk over de vroege jaren van Sul vertellen: Met zijn buigend verdiende fooien en opgepotte spaarduiten, zou de lang gekoesterde wens van Sul bspoedig in vervulling gaan. Met nauwgezette precisie had Sul zijn felbegeerde aan te kopen voorwerp al verschillende keren gadegeslagen. Tot op een zekere dag hij de kogel dwars door de kerk knalde en hij tot grote verbazing van de stationsgasten kwam aanrijden op een fonkelnieuwe bakfiets. Bij deze feestelijke gebeurtenis had Sul ook aan de medewerkers van van het spoor waarmee hij dagelijks omgang had gedacht. Prompt kwam hij met een veelbelovende papieren zak te voorschijn, waarin zich heerlijke bolussen bleken te bevinden. En bij de eerstkomende trein uit Holland, die stoompuffend en knarsend tot stilstand kwam, na grote asgrauwe stoomwolken over de hoge brug te hebben heengestuwd, was Sul reeds verzekerd van langdurige klandisie voor zijn nieuwe aanwinst en zijn toekomstige onderneming. En Sul...? Hij trapte voort! Ik kan me geen stoomtrein meer herinneren, en ook die nieuwe bakfiets niet - Sul staat in mijn netvlies gegrift met de motorbakfiets op de foto hieronder. Hermanus Dominicus Sul overleed in 1973 op 78-jarige leeftijd (zeeuwengezocht [5]) en gezien zijn spaarzucht had hij er wellicht de voorkeur aan gegeven om zijn laatste rit, van de Lange Noordstraat naar de Nieuwlandseweg, per motorbakfiets af te leggen.

Bronnen

De Bielzenslet

In de jaren '60, '70 van de vorige eeuw had je van die obers die in de ware zin des woords ambulant waren. Chris van Weezel (zie [6]) is daar een mooi voorbeeld van - hij heeft in die periode in zaken gewerkt als Wöhler, De Eendracht en Britannia, Brit voor intimi, in Vlissingen, maar er zijn genoeg andere voorbeelden te noemen. De hoofdpersoon van dit verhaal - laten we hem Abraham noemen, de man die weet waar je de mosterd haalt - heeft ook een schare aan werkgevers in de Middelburgse horeca versleten. In het prille stadium van zijn carrière werkte hij hier, in De Stationsrestauratie, waar de komende- en gaande man hem een wenkend perspectief bood, doch meer hierover later. Hij werkte er zelfs een tijdje met zijn tweelingbroer als collega, wat tot verwarring leidde die ze maar al te graag aangrepen voor een kwinkslag of grap. Zo presteerde een van de broers het eens om een klant letterlijk op zijn wenken te bedienen. De klant werd, met het voor de tweeling karakteristieke nasale stemgeluid, vriendelijk gevraagd of hij alles in de koffie wenste en toen daar bevestigend op werd geantwoord werden suikerzakje en melkkannetje linea recta in zijn koffiekop gedumpt. Abraham verkaste daarna nog herhaaldelijk naar verschillende cafés en restaurants en hij was ook vele zomers te vinden in Oud Hollandsch Poffertjeskraam in de Koorkerkhofstraat waar zijn rijzige gestalte bij geringe klandizie langdurig het deurgat vulde. Dat beeld staat nog steeds in mijn netvlies gegrift, hoewel de korte periode dat hij bij Sjaak Degenaars in Het Zwarte Schaap werkte ook niet uit mijn geheugen is weg te branden, vooral niet zijn spaarzame commentaar bij de voetbalwedstrijden - toenmalig tv-commentator ir. Ad van Emmenes haalde het niet bij Abraham. Veel later, toen ik bij de gemeente Middelburg werkte, kwam Abraham op een andere wijze in beeld, een wijze die meer licht wierp op de komende- en gaande man; vooral de komende dan. Een van mijn collega's ter plekke was de Griekse beginselen toegedaan en hij kon boeiend vertellen over het fenomeen cruisen, de nimmer aflatende queeste naar vluchtige contacten. Hij vertelde dat Middelburg over verschillende banen beschikte - de baan was de naam voor de locaties waar men krols toefde; zo komt de uitdrukking de baan opgaan ook in een ander daglicht te staan. Hij vertelde dat in Middelburg (de Sjada Bar was toen al lang wijlen) de openbare toiletten op het Zusterplein een baan was en de pisbak in het park op het Molenwater. Toen we, niet in het minst geleid door mijn nieuwsgierigheid, over notoire Middelburgse bakkenlopers te spreken kwamen, noemde hij een aantal mannen dat er vaak kwam. Toen ik vroeg of Abraham daar ook weleens zijn gevoeg zocht, zei hij dat hij die naam niet kende en of ik hem niet kon beschrijven. Ik begon met zijn nasale stemgeluid en dat was al meteen raak. "O die", zei hij, "dat is De Bielzenslet - niet direct mijn smaak".

De spoorbomen sluiten met een gulden

De Middelburgse Spoorwegovergangen doen mij altijd denken aan het geintje dat we begin jaren 90 altijd uithaalden na het stappen. Als je het goede plekje wist te vinden kon je met een gulden, of een ander metalen voorwerp, de stoplichten en slagbomen in werking stellen. Levensgevaarlijk natuurlijk, maar oh, wat hadden wij altijd een lol, als er om vier uur in de nacht een kleine file ontstond op de Schroebrug. We hingen de grootste verhalen op in de kroeg, met als gevolg dat er ieder weekend wel iemand meewilde, om het met eigen ogen te zien. Dat ging goed tot de politie er lucht van kreeg. We moesten ons een uur in de bosjes verstoppen om de dans der bestraffing te ontspringen. Daarna deden we het nooooooit meer :-)

Externe links

Bronnen