Middelburg Dronk

De Huifkar

Een Hotel-café-restaurant (tegenwoordig 'Hotel-Brasserie') dat na de wederopbouw van Middelburg, in december 1949, werd geopend aan Markt 19 Middelburg. De zaak is min of meer een opvolger van Lunchroom Hoogesteger en De Nieuwe Landbouw.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op De_Huifkar/fotos.

Geschiedenis

1949
A. Hoogesteger-Fleurbaay

Mevrouw A. Hoogesteeger-Fleurbaay opent op 17 december 1949 café-restaurant De Huifkar op het adres Markt 19 te Middelburg.

1955
A. Doornberg-Fleurbaay

In februari 1955 treedt A. Fleurbaay in het huwelijk met J.P.H. Doornberg.

1956
C.W. Saal

Op 1 februari 1956 doet mevrouw A. Doornberg-Fleurbaay De Huifkar over aan C.W. Saal, en opent in april van datzelfde jaar cafetaria de Delta in het naburige pand op Markt 21 - een ondernemende dame dus. Saal blijft in de zaak tot 1975, het jaar waarin hij pand en inventaris verkoopt aan Skol Brouwerijen N.V. - Skol ging werken met exploitanten, die verder onder eigenaars zullen worden opgevoerd.

1975
W. Steenstra

W. Steenstra is de eerste exploitant onder Skol. Hij blijft vier jaar in de zaak.

1979
A.P.J. Thomas

Simon Thomas betreedt De Huifkar in 1979, hij blijft in de zaak tot 1983.

1983
D. van der Klis

In 1983 wordt De Huifkar overgenomen door Mahoco B.V, van de heer D. van der Klis en de heer v. Tetteroo. Later kocht van der Klis Tetteroo uit. In de jaren 80 was Ton van Oostrom een bekende manager van de zaak. In diverse artikelen wordt hij genoemd als eigenaar.

2006
Arnoud van der Klis en Martijn van der Klis

In 2006 kocht zoon Arnoud zich samen met zijn broer Martijn in, om uiteindelijk alle aandelen van hun vader over te nemen. Sinds 2003 is de bedrijfsleiding in handen van Wanda Brasz-Glasius. Zij heeft een relatie met de chefkok van de zaak, Joan Brasz.

2016
Arnoud van der Klis

In 2006 kocht zoon Arnoud zich samen met zijn broer Martijn in, om uiteindelijk alle aandelen van hun vader over te nemen. Op 1 januari 2016 kocht Arnoud zijn broer uit en bleef hij over als enige eigenaar van de zaak. Arnoud exploiteert ook het restaurant Monsieur Jacques van het Kröller-Müller Museum. Sinds 2003 is de bedrijfsleiding in handen van Wanda Brasz-Glasius. Zij heeft een relatie met de chefkok van de zaak, Joan Brasz.

Naamgeving

Bijzonderheden

Het pand van de De Huifkar werd na de oorlog op een plaats aan de Markt gebouwd ter hoogte van waar Lunchroom Hoogesteger stond. De eerste eigenaar van De Huifkar was mevrouw A. Hoogesteger-Fleurbaay, de ex-vrouw of weduwe van H.M.J. Hoogesteger. Uit de archieven van de KvK van het Zeeuws Archief: KvK 1033: Lunchroom Hoogesteger, gevestigd Houtkaai Noodpand 55. Op 31-1-1950 handelsnaam gewijzigd in ‘de Huifkar’. Op 14-2-1950 is H.M.J. Hoogesteger uitgetreden, doorgegeven door A. Fleurbaaij, rechthebbende bij echtscheiding. KvK 8277 J.Hoogesteger lunchroom, opgericht 1 mei 1926, later de Huifkar: lunchroom, hotel, restaurant En de bouwvergunning voor de Huifkar: GW 3969 Bouwvergunning 1941 voor Markt 19 aan J.Hoogesteger, lunchroom met bovenwoning: begane grond restaurant en biljartzaal, eerste verdieping woonkamer, vergaderkamer, slaapkamer, op zolder drie slaapkamers. Architect P.Groenenberg en Klok b.i.

Mooie verhalen

Henk Stenhuis

Speurend in het verleden – dat altijd in oorlog lijkt met het geheugen – kwam ik zijn naam plotseling tegen. Op zoek naar heel iets anders vond ik in de Beeldbank Zeeland van de Zeeuwse Bibliotheek een klassenfoto van School C aan de Sint Jorisstraat. Het was een staatsieportret van de klassen 4 en 5 uit ca. 1956 – in een bevroren moment blijft iedereen eeuwig jong. De kindergezichten van Gijs van Vlier, Jan Simonse, Pleun van Raan, Jo Scheijbeler, en Bart Koster kon ik vrijwel meteen vertalen naar de huidige, volwassen versie. Toen zag ik de naam Henk Stenhuis, tweede rij van onderen, doch die vertaling bracht me niet naar zijn huidige gezicht, maar naar dat van begin jaren zeventig – daarna heb ik Henk niet meer gezien.

Henk was eind jaren zestig, begin jaren zeventig een wat gereserveerde eenzaat die de Middelburgse horeca frequenteerde. Mijn eerste herinneringen aan hem gaan terug naar de beruchte Zanzibar (2) in het Kerspel, waar ik naast alcohol ook mijn eerste pretsigaret rookte. Er hing een sfeer van: "De revolutie is nog niet begonnen, maar kan ieder moment uitbreken" – Henk zag het allemaal vanaf grote afstand aan en beperkte zich veelal tot consumeren en non-verbale communicatie. Later kwam ik hem eigenlijk overal tegen, zoals bijvoorbeeld in 't Sincken Tooghje, waar hij een avond gratis dronken werd door steels te putten uit flessen die op een stellage, als bij een hemelbed, boven de bar stonden. Telkens wanneer de barkeeper hem de rug toekeerde, reikte Henk in de hemel ter leniging zijner noden.

Midden jaren zeventig gedroeg Henk zich steeds zonderlinger en op een gegeven moment raakt hij in een Heer. Welke Heer dat was, werd niet echt duidelijk, hij was in ieder geval van Oosterse origine want Henk begon zich ritueel te baden in het kanaal. Op enig moment verdween hij totaal uit het Middelburgse straatbeeld. Afgereisd naar de Oriënt? Opgenomen in een inrichting? – ik weet het niet. Wat ik nog wel weet, is dat Henk eens een geniale stunt uithaalde bij De Huifkar. Hij droeg het uniform van een kelner – zwart pak, wit overhemd en stropdas – en stond ogenschijnlijk achteloos een sigaret te roken in de buurt van het terras. Toen de bonafide kelners naar binnen waren, stapte Henk met de pose der natuurlijkheid het terras op met de woorden: "Dames en heren, mijn dienst zit erop; kan ik even afrekenen". Henk rekende het terras, inclusief fooien, af en wandelde vriendelijk groetend de Markt op.

Rinus de Ziener

Dr. M.C. (Rinus of Rien) Verburg was iemand die men in zijn tijd gerust tot de notabelen der stad mocht rekenen – hijzelf zou zeker de laatste zijn om dat te ontkennen. Hij liet zich altijd, enigszins koket, voorstaan op zijn eenvoudige komaf – zijn grootvader was leurder en zijn vader winkelier en grossier. Aan die eenvoudige komaf werd altijd gerefereerd in relatie tot zijn latere Mount Everestexpeditie op de maatschappelijke ladder. Verburg was 25 jaar lang directeur van het Economisch Technologisch Instituut voor Zeeland (ETI) en daarna achtereenvolgens 8 jaar lid van de Eerste Kamer en 13 jaar lid van de Raad van State voor de PvdA - een beetje van krantenjongen tot miljonair dus.

In zijn jonge jaren was Verburg een begenadigd voetballer bij voetbalvereniging Middelburg en in 1948 werd hij schaakkampioen van Zeeland – hij was tevens 15 jaar lang schaakredacteur van de PZC. Kortom, hij was een universele man die van meer dan 1 markt thuis was. De Markt was ook zijn zomerhabitat – wanneer de zon maar enigszins scheen was hij, pijp en glas in de hand, als het ware versmolten met zijn vaste stek op het terras van De Huifkar. Maar aan die veelzijdigheid kleefde ook een schaduwzijde, een kleine ondeugd die ijdelheid heet. Het was een ijdelheid die vooral werd gevoed door zijn maatschappelijke status die wellicht in zijn ogen gaandeweg was uitgegroeid tot het geweten van Zeeland.

Een bevriend journalist van De PZC vertelde eens over een belastingaffaire, i.v.m. declaraties, waar Verburg in beland was. Hij vertelde dat Verburg hem hierover op straat had aangesproken met het verzoek om toch niet te hard over die zaak te schrijven – wat moesten de Middelburgers er wel niet van denken; hij zou dan niet meer met goed fatsoen over straat kunnen. Diezelfde journalist muntte ook de fantastische regel: "Ik kwam Rinus de Ziener pas nog tegen met zijn Heugafelttegel". Die Heugafelttegel – Heugafelt was een fabriek die o.a. vloerbedekking fabriceerde – refereerde aan een ander symptoom van ijdelheid; de goede man droeg namelijk een pruik. De bijnaam de Ziener was in wezen een compliment, doch met een satirisch randje, want de verdiensten van Verburg stonden voor velen buiten kijf. Het was een bijzondere man die op 75-jarige leeftijd promoveerde in de economische wetenschappen – hij overleed in 2009 op 88-jarige leeftijd.

Uw aanwezigheid op dit terras is niet gewenst

Een dame herinnert zich dat De Huifkar in de jaren '60 niet voor iedereen gastvrij was. Zo kreeg Ronnie 'de neger' Vasseur in 1968 een voorgedrukt kaartje in zijn handen geduwd kreeg met daarop de mededeling 'Uw Aanwezigheid op dit terras is niet gewenst....'

Externe links

Bronnen