Middelburg Dronk

Nederlands Koffiehuis

 

Nederlands Koffiehuis

Markt 49
Middelburg

 

Het Nederlands (toen nog Nederlandsch) Koffiehuis was een café-restaurant op de (Groote) Markt I 8, later vernummerd tot Markt 49, tussen 1860 en 1975. Na het bombardement in 1940 verhuisde de zaak tijdelijk naar de Dam, om na de oorlog weer terug te keren in het pand op de hoek van de Markt en de Gravenstraat. In 1978 kreeg de zaak een nieuwe naam. In 1981 werd 't Oude Coffijhuijs verkocht aan Ke Chi ao Hu, die in het pand Chinees Restaurant Tah-Xin begon. Dat restaurant sloot rond 2008 omdat de gehele schaduwzijde van de Markt werd opgekocht door een project ontwikkelaar die alle horecabestemming omruilde voor winkels. In het pand op de hoek van de markt verscheen modeketen The Sting. De moderne inrichting (met roltrap) doen in niets meer denken aan de rijke horecaverleden van dit gebouw.

Foto's

meer foto's zijn te vinden op Nederlands_Koffiehuis/fotos

Geschiedenis

1884
J.M. van der Harst

Het Nederlandsch koffiehuis bestond al in de 19e eeuw. Een jaar nadat Franciscus Bulterijs, zoon van P.A. Bulterijs van Het Nederlandsch Logement en De Abdij aan het Abdijplein, trouwt met Balbina van der Zee komt hij in de zaak - de zaak heette toen Het Nederlandsch Logement; de naam Nederlandsch Koffiehuis wordt pas in 1878 gebruikt. Het Nederlandsch Koffiehuis werd in 1884 geveild en de heer Jacob Marinus van der Harst kocht het pand. Hij overlijdt in 1912 waarna zijn weduwe M.E. van der Harst-Groenewegen de zaak overneemt en de drankvergunning meteen over laat schrijven op naam van haar zoon, Anton Frederik van der Harst, die tevens de vergunning van de weduwe Touburg krijgt.

1912
A.F. van der Harst

Het Nederlandsch koffiehuis bestond al in de 19e eeuw. Een jaar nadat Franciscus Bulterijs, zoon van P.A. Bulterijs van Het Nederlandsch Logement en De Abdij aan het Abdijplein, trouwt met Balbina van der Zee komt hij in de zaak - de zaak heette toen Het Nederlandsch Logement; de naam Nederlandsch Koffiehuis wordt pas in 1878 gebruikt. Het Nederlandsch Koffiehuis werd in 1884 geveild en de heer Jacob Marinus van der Harst kocht het pand. Hij overlijdt in 1912 waarna zijn weduwe M.E. van der Harst-Groenewegen de zaak overneemt en de drankvergunning meteen over laat schrijven op naam van haar zoon, Anton Frederik van der Harst, die tevens de vergunning van de weduwe Touburg krijgt.

1954
P. J. van Overbeeke

In 1944 zat de zaak tijdelijk op de Dam om na de oorlog, in 1952, op de Markt terug te keren. In 1954 werd P.J. (Piet) van Overbeeke eigenaar (zoon A.I.P. van Overbeeke van Du Commerce en Le Baron Chassé ) tot hij werd opgevolgd door zijn schoonzoon J. Goossen.

1978
J. Goossen

In 1944 zat de zaak tijdelijk op de Dam om na de oorlog, in 1952, op de Markt terug te keren. In 1954 werd P.J. van Overbeeke eigenaar (zoon A.I.P. van Overbeeke van Du Commerce en Le Baron Chassé ) tot hij werd opgevolgd door zijn schoonzoon J. Goossen. Hij veranderde de naam van de zaak in 1978 in 't Oude Coffijhuijs. De nadruk kwam toen meer te liggen op de restaurantfunctie van de zaak. Het Koffiehuis sloot in juni 1981. Zie het verhaal van ober Marinus Caljé op de extra pagina met afbeeldingen en krantenartikelen. Hij deed zijn verhaal in de krant, in 1984. - zie ook Ko-bus, Conny's en Zenc.

Naamgeving

Het café werd ook lange tijd koffiehuis of café van der Harst genoemd. Nog later ook 't Oude Coffyhuys. In de tijd van Overbeeke werd het café vaak vernoemd naar die eigenaar.

Bijzonderheden

  • Jacob Marinus van der Harst trouwde in 1867 met Maatje Elizabeth Groenewegen (zeeuwengezocht [1]) - Maatje Groenewegen was een dochter van Jacobus Groenewegen van de Vriendschap. Zoon Abraham zat later in café Van der Harst, toen hij stopte nam broer Jacob de zaak over en doopte die Cafetaria.in 1938
  • Deze zaak was aanvankelijk niet opgenomen in de database omdat het vermoeden bestond dat dit een echt restaurant was. Uit verhalen komt echter naar voren dat er aanvankelijk een echte caféfunctie bestond (met biljart) en dat de drinkende klandizie pas eind jaren '60 verdreven werd, en de restaurantfunctie de overhand kreeg.
  • In de jaren '60 tapte hier het illustere duo Ko Goosse (midvoor van vv Middelburg) en Overbeeke.

Mooie verhalen

De Herenclub

Wie dacht dat De Herenclub - met illustere leden als o.a. Harry Mulisch en Hans van Mierlo - een Amsterdamse uitvinding was, komt bedrogen uit. Tussen 1960 en 1980 was er al een Middelburgse voorloper die voornamelijk bijeenkwam in het Nederlands Koffiehuis. Voornamelijk, want men ging ook weleens op nachtexcursie naar Jacky in Chez verre d'or of Tante Sjaan in De Lange Jan (2). De club bestond uit een divers gezelschap van vrijgezellen waarvan sommige dat permanent waren en anderen zich die status voor een avond aanmaten. De harde kern bestond uit Piet van den Ameele, Jan Boone, Kootje Heere, Cor Heijstek en Bram Rijnberg. Kootje Heere - een lilliputter die Middelburg op zijn Solex onveilig maakte - was het vrolijke middelpunt en tevens factotum van de club. Het verhaal gaat dat de vrienden hem op enig moment meenamen naar een huis van plezier, misschien wel De Lange Jan (2), en dat één van hen Kootje een kontje gaf om zo het lichamelijk contact met de dame in kwestie mogelijk te maken. In het Nederlands Koffiehuis werd door de heren gebiljart, gekaart en natuurlijk werd de toestand van de wereld in het algemeen en Middelburg in het bijzonder besproken. Cor Heijstek legde ook weleens een kaartje in het Clubhuis E.M.M., want hij, Piet van den Ameele en Jan Boone maakten in hun jonge jaren deel uit van de Elf Magere Mannen. Bram Rijnberg was wat dat betreft een enigszins atypisch- ,en als enige niet in Middelburg geboren, clublid. Drs. A.C. Rijnberg was een erudiet man die naast het doctorandusschap in de Duitse taal ook M.O.-A Engels op zak had. Ik leerde hem kennen als leraar Duits op de R.H.B.S. in de Sint Pieterstraat. In die tijd rookten de leraren nog volop in de klas en hij rookte, in de overtreffende trap, het merk Bastos waarvan zo'n mooie affiche in Het Podium hing. Aangezien ik pal voor zijn tafel zat, ratste ik zo af en toe een Bastos voor de mazzel ter afwisseling van de Javaanse Jongens die ik toen rookte. Meneer Rijnberg stuurde me vaak naar de koffieautomaat naast het kantoortje van conciërge Dekker, maar nog vaker naar de herentoiletten om een glas water te halen - hij had soms zwaar getafeld en last van een niet aflatende nadorst. Het was een man van weinig woorden die, verscholen achter de hoog opgetaste mappen en boeken op zijn tafel, steels een boek las, terwijl wij ons bezig hielden met naamvallen of het vermaledijde Wortschatz c.q. Schwere Wörter. In 1970 overleed meneer Rijnberg plotseling en zijn overlijden luidde ook het langzaam maar zeker uiteenvallen van De Herenclub in. De leden raakten successievelijk - zoals Willem Wilmink dat zo mooi formuleerde - uit de tijd en een club moet nu eenmaal over meer dan één lid beschikken. Soms, wanneer het vertrouwde geluid van een Solex me als muziek in de oren klinkt, denk ik nog weleens aan Kootje Heere en het kontje dat hem als vriendendienst gegeven werd.

Foto's


De Bult

Over de foto van de biljarters in café-restaurant Het Nederlands Koffiehuis. De man rechts op de foto is Gabrielse, bijgenaamd de Bult en hij was ook de uitbater van café De Koophandel op de Markt in Middelburg. Ik zelf ging daar vaak met vrienden biljarten en hij was altijd zeer zuinig op zijn biljartlaken, vooral als er jonge gasten kwamen biljarten. Henkjozias 26 feb 2011 15:13 (CET)

Jantje van den IJssel

Het Nederlands Koffiehuis was lang een plaats van samenkomst voor vele Middelburgers - men kwam er, hoe kan het ook anders, koffie drinken, eten of en groupe voor een verkoping of andere evenement in een van de bovenzalen. Het Koffiehuis, zoals het in de volksmond heette, was ook de thuishaven van MAC Scheldegouwen, een vereniging die allerlei ritten organiseerde voor auto's en motoren Scheldegouwen zorgde ook goed voor de kinderen, want er was voor hen altijd vertier in een van de bovenzalen, waar notoire Middelburgse goochelaars als Ali Ben Lux en Mystic Marco optraden - wie kent ze nog?. Er waren ook notoire Middelburgers lid van Scheldegouwen, zoals Adrie de Pree, de horecabaron van Alassio , Palladium-bar , San Remo Bar etc. Een ander Middelburgs icoon dat ik daar leerde kennen was Jantje van den IJssel - ik heb nooit iemand over Jan horen spreken. Hij handelde in auto's en haalde daarmee nog eens de krant toen hij, bij gebrek aan de benodigde ruimte, zijn wagenpark her en der op de openbare weg een parkeerplaats gaf. Hoewel klein van stuk was hij van de duivel niet bang en enige assertiviteit kon hem ook niet ontzegd worden. Jantje's zoon Rudy ging later ook de autohandel in, maar zat eerst met broer Robbie in Don Quichotte en later Het Koper Galjoen en dochter Vera (de moeder van Danny) had jaren een bloemenstal op de Koningsbrug. In zijn latere jaren, rond 1985, woonde Jantje op de Herengracht en had hij wat bijgoochems om zich heen die boodschappen voor hem deden. Het verhaal gaat dat hij op een gegeven moment trek had in een paar haringen, Hollandse nieuwe. Degene die ze ging halen ontdekte bij terug tot zijn ontsteltenis (nou ja) dat zijn opdrachtgever was overleden. Hij spoedde zich naar het bloemenkraam van Vera en zei: 'Ik krijg nog geld van je, want ik heb net haringen naar je vader gebracht'. Om, toe de buit binnen was, te vervolgen met: 'O ja, nog eens wat, je vader is dood'. Natuurlijk is de monoloog niet verbatim en lijkt het verhaal apocrief, maar ik heb het wel uit betrouwbare bron...

Mystic Marco

Gust Marquinie was de man die optrad onder de naam Mystic Marco, een goochelaar en mentalist die in de jaren 50 en 60 zeer populair in Zeeland was. Ik kan me nog een optreden van hem herinneren, eind jaren 50, in het Nederlands Koffiehuis waar hij vaker optrad en ook klant was. MAC Scheldegouwen had een feestje en voor de kinderen was Mystic Marco geëngageerd. Ik kan me de gedenkwaardige voorstelling nog zo goed herinneren, omdat deze van korte duur was. Mystic Marco beschikte namelijk niet direct over een bariton of bas, maar hij was eerder toegerust met een falset oftewel piepstem. Zo'n stem dwingt van nature al geen respect af, in in dit geval begonnen de aanwezige kinderen al na de eerste uitgesproken zinnen van Mystic Marco te lachen. Hij vatte dat wellicht op als uitlachen, want al na enige minuten - van bedaren was geen sprake, wat hij ook probeerde - deed hij met vliegende vaandels de grote verdwijntruc en keerde niet weer. Mijn pad en dat van Gust Marquinie zouden elkaar nog meerdere malen kruisen in het Middelburgse. De eerste keer was begin jaren 70 op het arbeidsbureau, toen nog in de Sint Jorisdoelen aan de Balans, waar hij, 40 jaar lang, werkzaam was als regionaal bemiddelaar van de sector horeca, artiesten en musici. Ik was net gestopt met m'n studie Nederlands en liet me bij Gust inschrijven als tekstschrijver- zijn zwarte cape en hoge hoed hingen toen al aan de wilgen. Hij kwam ook vaak bij de Bruna - eerst Nieuwe Burg, later Lange Delft - waar Astrid, mijn vriendin, werkte. Astrid vertelde een keer dat het, na een operatie, weer goed ging met Gust, aangezien hij haar had medegedeeld dat de nietjes er uit waren gehaald en alles verder in orde was. Toen ik als voorlichter bij de gemeente werkte was Gust jarenlang voorzitter van de jury van het Standwerkersconcours, waarin ik ambtshalve - mijn toenmalige baas had me die taak akelig lachend overgedragen - zitting had. Gust had, als zoon van de voormalige bioscoopeigenaar in Sas van Gent, een passie voor film. Ik ben weleens bij hem en vrouw Annie thuis geweest aan de Wilsonlaan, hij was gepensioneerd en had een kleine thuisbioscoop ingericht. "Ja", zei hij met zijn piepstem, "Bioscoopje spelen heb ik altijd al gewild, dat is het leukste wat er is". De mystiek van Marco was uitgewerkt en toen Gust begin deze eeuw overleed deed hij zijn laatste, permanente verdwijntruc.


Externe links

Bronnen