Middelburg Dronk

Antwerpen (3)

Hoek Langstraat Markstraat ca. 1895.JPG
Algemeen
Soort Herberg
Eigenaar Jan de Leeu
Adres Langstraat
Links
Tijdlijn
Periode 1570-1580
Gebied
Zie ook Langstraat

Herberg in de Langstraat te Arnemuiden.

Geschiedenis

1578
Jan de Leeu

Inventarisnummer 329. 1578/1579 meldt: Jan de Leeu over 3 halve vaten biers bij hem gelevert voor de jongers die aende straete gewrocht. Inventarisnr 337, de periode 1586/1587, geeft aan: Ook Jan de Leeu heeft voor ruim 12 pond aan verteringen ten behoeve van Engelse Heren waaronder de ambassadeur van Hare Majesteit Elisabeth den Admirael Justinus van Nassauwe de huysvrouwe vanden Heere Gouverneur Sidney ende ander Heeren > ruim 12 pond. Inventarisnr 338 1587/1588 meldt: Item betaelt Jan de Leeu weert/waard in Antwerpen over tgundt tzijnen huijse van Stadts weghe bij bevel van de burchmrs inden geheelen jaere 1587 totten laesten Januarij 1587 bij verscheijden Heeren als de Grave van Solms den secretaris de Langhe den Dijckgave mette Staeten van Walcheren den secretaris van den Ambassadeur van Hare Majestteijt van Ingelant ende andere Heeren verteert ende voorts aen verscheijden anderen Heeren als den Gouverneur van Bergen Milort Wilbeij /den admirael van Hollt ende andere zoo Ingelsche als andere Heeren aen Wijn van Stadtswege verschoncken mitsgaders op Stadthuijs op verscheijden daegen aen wijn ende bier gehaelt is > volgens 5 quitancien> 29 pond 13 schellingen 1 groot - Jan de Leeu was de echtgenoot van Lijsken Jans van Rommerswale (zeeuwengezocht [1]).

1586
Antheunis Jans en Paulina Jans

Vanaf 1586 zitten Antheunis en Pau(w)lina Jans in de herberg - zie ook De Drije Haringen en Den Hooren. Inventarisnr 337, de periode 1586/1587 meldt: Antheunis Jansz inde 3 Haringhe ter gelegenheid van de nyeuwe verkoren corporaels tzijnen huize verteert by toelatinghe vand burchnrs > ruim 3 pond 3 schellingen en 4 groten.

1589
Jan Jacobs

Inventarisnr 340 1589/1590 meldt: Item betaelt Jan Jacobsz weert in Antwerpen over verteringen met enige heren ven Raedt Ingelsche Heeren, over het kopen van stadsmaterialen als andersins in tverscheyncken vanden wyn to vereeringhe van eenige Heeren als beter gedaen dan gelaeten ende aen wyn ende bier verscheydelyck opt stadthuys gehaelt > 9 pond 10 schelling 10 groten - Jan Jacobs zat eerder in De Vier Heemskinderen en T Baltse Schilt en later in T Fransche Schilt.

1596
Paulina Jans en Claes Jans

In 1596 zit Paulina nog steeds in de zaak, maar dat jaar wordt ze opgevolgd door Claes Jans, wellicht haar zwager, die dan tegelijkertijd eigenaar is van herberg In De Wildeman op het adres Langstraat 86.

Foto's


Naamgeving

Was de naam van het pand.

Bijzonderheden

Mooie verhalen

Kenau Simonsdochter Hasselaar

Kenau Simonsdochter Hasselaar verbleef enige tijd in Arnemuiden en in die periode had ze o.a. een conflict met herbergier Jan de Leeu - M.E.M. Hermsen vertelt in Arneklanken 2000 de Arnemuidse geschiedenis van Kenau.

Een van de meest bekende vrouwen uit onze vaderlandse geschiedenis is ongetwijfeld Kenau Symonsd. Hasselaer. Zij maakte haar naam onsterfelijk tijdens de belegering van de stad Haarlem door de Spanjaarden tijdens de jaren 1572/1573. Literatuur over haar Haarlemse periode is overvloedig aanwezig, maar wat velen niet weten is dat zij ook enige tijd in Arnemuiden heeft gewoond. In de gedrukte resolutie der Staten Generaal van Holland van 2 september 1574 lezen we dat Kenau Symonsd. Hasselaar begiftigd werd met het waagmeesterschap en het collecteurschap van de import op de turf binnen Arnemuiden. Lange tijd werd dit opgevat als een beloning van overheidswege voor haar verdiensten tijdens het beleg van Haarlem. Nadere bestudering van de archivalia wijst echter uit dat zij gewoon naar dit ambt heeft gesolliciteerd en zelfs een borg heeft moeten storten, wat toch wel eigenaardig is te noemen als men haar met dit ambt heeft willen belonen. Uit de archieven van Arnemuiden is nu enigszins na te gaan hoe het Kenau na het beleg van Haarlem is vergaan. Zij is naar Zeeland getogen en heeft zich in Arnemuiden toegelegd op de handel, waarschijnlijk varend op haar eigen schip. Zij heeft, na het voortijdig overlijden van haar man, zijn scheepswerf overgenomen en daadkrachtig voortgezet. Eenmaal in Arnemuiden ‘steekt zij bier’, niet alleen in Arnemuiden maar ook in andere Zeeuwse plaatsen. Uit de archieven valt op te maken dat zij een rekest indient, zijnde de weduwe van Nannynck Geerbrantsz., waarin zij zich beklaagt dat Simon Rombouts., baljuw van Arnemuiden, haar niet wil toestaan haar betrekking waar te nemen. Als antwoord op dit rekest verkrijgt zij een apostille, gedateerd 6 augustus 1574, waarin de baljuw wordt gelast haar tot haar ambt toe te laten, hetgeen aantoont dat de aanvaarding van het ambt aldaar niet zo vlot is gegaan. Eerst op 2 september, na een inschrijving in het poortersboek van Arnemuiden op 7 augustus en een ambtelijke eedsaflegging op 10 augustus, volgt de aanstelling door de Staten van Holland. Hubregt Willemsz backer, die zich op 28 augustus 1574 borg voor haar stelt bij burgemeester Cornelis Jacobs in de Herpe, was vermoedelijk een van haar klanten die tarwe en rogge van haar kocht. Van het verblijf van Kenau in Arnemuiden zijn ook weer sporen te vinden in het gerechtelijk archief van de gemeente. Niet minder dan 16 maal wordt haar naam genoemd in de Schepenaktenregisters van de jaren 1574/1576. Het gaat hier hoofdzakelijk om drie procedures. Het ene betreft de betaling van twee tonnen bier, die zij geleverd zou hebben aan ene Jacob Willemsz. en waarvoor zij op 27 oktober beslag liet leggen op de som van twee Vlaamse ponden, berustende onder Wonne Claysdr., die hem toekwamen. Een maand later wordt genoemde Jacob Willemsz veroordeeld tot de betaling van dit bier en weer een maand later wordt het haar geoorloofd daarvoor de penningen, onder Wonne Claysdr. berustende, aan te spreken. Een andere procedure gaat over een vordering die zij heeft op het schip van Jan Claysz. Kelder aan waren als boter, kaas en dergelijke ter somme van 22 gld., gelijk zij op 10 januari 1576 bij ede verklaart (‘zoe moeste haer God helpen’), gehaald tot ‘des scheeps behoeff’ waarvoor zij op zekere touwen en ander scheepsgereedschap beslag heeft laten leggen op 12 november 1575. Het laatste betreft de eigendom van zekere ‘bouwen’ (overkleed), welke, volgens Kenau’s verklaringen, aan haar verkocht waren door Hans Lievensz. van Middelburg en die zij ook betaald had. Op 2 juni 1576 luidt de uitspraak van Schepenen dat het kledingstuk aan Hans Lievensz. gerestitueerd moest worden, mits hij haar de koopsom van 19 gld. terugbetaalde met de 2 ponden Vlaams, die Kenau als cautie (borg) had gestort. Tenslotte lezen we in het Schepenactenboek op 26 juni 1575 dat Kenau Symons, ter instantie van Jan de Leeu als rotmeester van de wacht, veroordeeld is tot betaling binnen 24 uur van de som van 12 stuivers, te weten 6 voor de armen en 6 voor de wacht, ‘op pene dat pant buyten huyse gehaelt zal worden’, omdat zij vorige week verzuimd had een man ter wacht te stellen.

Bovenstaande gegevens werden hoofdzakelijk gehaald uit: G.H. Kurtz, Kenau Symonsdochter van Haerlem, Assen 1956 en C. Ekama, Beleg en verdediging van Haarlem in 1572 en 1573, Haarlem 1872.

Adres en contactgevens

Langstraat Arnemuiden

Externe links

Bronnen