Middelburg Dronk

De Kleine Karsenboom

 

De Kleine Karsenboom

Bree 24
4331 EC Middelburg

 

Een café dat was gelegen aan Bree E 121 (later vernummerd tot 24) in Middelburg, tussen 1924 en 1941.

Geschiedenis

1924
N.P. Schonis

In september 1924 vroeg Schonis een drankvergunning voor het pand Bree E 121 aan bij de gemeente Middelburg - hij opent café De Kleine Karsenboom op 1 oktober van dat jaar. Drie jaar later was er een grote brand in het pand. Schonis blijft in De Kleine Karsenboom tot 1933

1933
W. den Engelsman

Op 28 augustus 1933 heropent Willem den Engelsman het café De Kleine Karsenboom op het adres Bree E 121 - hij zit maar een jaar in de zaak.

1934
A. Zeeveld

Arie Zeeveld vraagt in oktober 1934 verlof A aan voor het pand - hij staat in 1940 nog geregistreerd als cafehouder op het adres Bree 24 (zeeuwengezocht [1]) maar vertrekt dat jaar.

1940
Cornelis Pluijmers

In april 1940 vraagt Cornelis Pluijmers verlof A aan voor het pand Bree 24 - hij zit maar een jaar in de zaak.

1941
I.F. Hondsmerk-Sadowsky

Mevrouw I.F. Hondsmerk-Sadowsky vraagt op 20 mei 1941 verlof A aan voor het pand Bree 24. Zij is de laatste eigenaar van De Karsenboom, want in oktober van datzelfde jaar opent smid J.C. Bouwens zijn kachelwinkel in het pand

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op De Karsenboom/fotos.


Naamgeving

Bijzonderheden

Mooie verhalen

Bewogen leven

In de jaren '60 gingen journalist William Rothuizen en beeldend kunstenaar Jac. (Ko) Prince regelmatig samen op reportage voor de PZC. In 2006 kwam daar een boek over uit met het prachtig verhaal Bewogen leven over Willem den Engelsman die een jaar in de Kleine Karsenboom zat. Onderstaand het complete verhaal met het portret dat Ko Prince van Willem den Engelsman tekende. Bron: Sporen van het oude Zeeland in de luwte van een nieuwe tijd, William Rothuizen en Jac. Prince (Uitgeverij Aprilis Zaltbommel, 2006).


  • Daniël Jac. Schuilwerve vertelt in zijn boekje Verhalen rond de Lange Jan 1936-1940 (uitgave Den Boer Middelburg 1977) hoe hij voor zijn vader met een stenen kan naar het café van Arie Zeeveld liep om een halve kan bier te halen. Hij vertelt: "We moesten wel vlug doorlopen naar huis, anders was het bier dood. Schuim zat er niet meer op of het moest het schuim zijn dat wij erop aangebracht hadden, omdat wij met de kan bier onderweg heerlijk liepen te schudden. Maar vader keek niet zo nauw, hij dronk het dooie bier maar op. Hij hoefde niet met de rug van zijn hand het schuim weg te vegen, want er was geen schuim. Het leek precies op het ochtendwater uit de nachtpo. Als er een bekende in het café zat kregen we meestal een chocolade mossel. En als onze oom Narre aanwezig was kwamen we ook altijd aan onze trekken. "Zoeken jullie maar wat lekkers uit hoor!", zei hij dan tegen ons. Als wij dan een een mossel of kwattareepje vroegen aan de kroegbaas riep oom Narre ons toe: "Jongens, vraag maar aan je vader of hij straks een partijtje komt biljarten". We gaven de boodschap door en vader keek moeder dan maar eens aan. Als moeder knikte kon vader een biljartje gaan maken. Of het nu kwam omdat er geen klok in de kroeg hing of doordat vader net aan een serie caramboles bezig was en de partij nog even uit moest maken, dat wisten wij nooit, maar het duurde wel lang voordat hij weer thuiskwam.
  • zie ook het mooie verhaal Narre en de Marremot bij Kanaalzicht - de Marremot was de bijnaam van de vader van Daniël Jac. Schuilwerve

Tanne en Kee

Edwin Mijnsbergen vroeg laatst of ik ooit een verhaal over Tanne en Kee had geschreven of dat hij dat gedroomd had. Dat had hij dus gedroomd, maar ik weet wel dat Jac. Schuilwerve een verhaal heeft geschreven over de twee illustere dames in bovengenoemd boekje Verhalen rond de Lange Jan 1936-1940. Wellicht dronken Tanne en Kee weleens een borreltje in De Karsenboom, die stond immers om de hoek, maar zeker is dit niet. Het verhaal van Tanne en Kee staat integraal hieronder - hulde aan Jac. Schuilwerve dus.


Externe links

Bronnen