Middelburg Dronk

Middelburgse politieverhalen

(Bronnen)
Regel 2: Regel 2:
 
==Verhalen van de Middelburgse Gemeentepolitie==
 
==Verhalen van de Middelburgse Gemeentepolitie==
 
Het wemelt op Middelburg Dronk van de mooie verhalen, die meestal worden verteld vanuit het perspectief van de klant, de kastelein of de redactie van de website. Maar ook Middelburgse politieagenten zitten vol met mooie verhalen, al dan niet horecagerelateerd. Op deze pagina verzamelen we er een aantal van.
 
Het wemelt op Middelburg Dronk van de mooie verhalen, die meestal worden verteld vanuit het perspectief van de klant, de kastelein of de redactie van de website. Maar ook Middelburgse politieagenten zitten vol met mooie verhalen, al dan niet horecagerelateerd. Op deze pagina verzamelen we er een aantal van.
 +
===De kat===
 +
Het was een regenachtige zaterdagavond. Plotseling stond er een vrouw voor me aan de balie. Opvallend accent. Een Française, gokte ik. Ze bleek aangifte te willen doen van de diefstal van haar kat. Het duurde vanwege haar tongval dan ook even voor ik begreep dat het om de poes ging. Haar huisdier dus. Fietsen, tassen en ook auto’s zijn dagelijkse kost, maar de vermeende ontvreemding van een kat had ik nog niet vaak opgetekend. Een niet alledaagse aangifte dus en wat volgde was ook nog eens niet alledaagse beschrijving van de diefstal. Haar ex-man was haar woning binnengedrongen en had de kat meegenomen. Ten tijde van hun scheiding was de rechter er aan te pas gekomen om te bepalen wie het dier mocht houden. De kat, hij bleek Felix te heten, was toegewezen aan de vrouw en haar kinderen. Samen hadden ze twee dochters.
 +
 +
De hele zaterdag waren de twee kinderen – vanwege de bezoekregeling – bij hun vader geweest. Aan het einde van de middag hadden de meiden, in opdracht van hun moeder, Felix opgepakt en in één van hun rugzakjes meegenomen. Nu moet u weten dat Felix tijdens zijn ontvoering onder niet al te comfortabele omstandigheden is vervoerd. De zwart-witte kater weegt, schoon aan de haak, een slordige zeven kilo en de rugzak was volgens de beschrijving niet van brugklasformaat.
 +
 +
Ik heb de aangifte van de vrouw opgenomen, maar we hadden zeker geen prettig gesprek. Ze was zeer onredelijk en zag eruit alsof ze de laatste tien dagen op bivak was geweest bij het Korps Commandotroepen. Al klagend en mokkend verliet de Française het bureau. Toen ze weg was heb ik maar meteen contact opgenomen met de vermeende dader. Haar man deed – in tegenstelling tot zijn ex – totaal niet moeilijk en beloofde diezelfde avond langs te komen zodat ik zijn verklaring op kon nemen. Niet veel later stond er opeens een man voor mijn neus van wie ik in eerste instantie vermoedde dat hij aangifte kwam doen van mishandeling. Zijn hele gezicht lag open en er drupte continu bloed uit verschillende wonden. Tot mijn grote verbazing vertelde de man dat hij een afspraak met mij had. De zwaar gehavende kerel aan de andere kant van de balie bleek de ex-man van de onvriendelijke Française. De ontvoerder van kater Felix dus.
 +
 +
Ik heb de man eerst voorzien van koffie en een letterlijk doekje tegen het bloeden en vervolgens was ik uiteraard zeer benieuwd naar zijn kant van het diefstalverhaal. Maar misschien was ik nog wel nieuwsgieriger naar hoe hij in hemelsnaam aan dat lelijk gehavende gezicht kwam. Meteen maakte ik duidelijk dat hij aangifte kon doen van de verwondingen. Ik was namelijk in de veronderstelling dat zijn heetgebakerde ex-vrouw hem tijdens de diefstal van Felix flink te grazen had genomen. Zijn antwoord was opvallend. ‘’Nee hoor. Mijn kat is verantwoordelijk voor deze bloederige ravage’’, legde de man uit. Tijdens de ontvoering was Felix namelijk – in de ietwat kleine rugzak – gestrest geraakt. ‘’Ik pakte hem uit de gordijnen bij mijn ex en vervolgens sprong hij meteen in mijn gezicht. Daarna plantte hij zijn voorpoten in mijn haar en begon daar te doorheen wroeten. Dit is het gevolg.’’ Felix had duidelijk zijn handtekening bij het baasje achtergelaten. Vervolgens legde de man uit dat hij erg gehecht was aan het huisdier en hem daarom had teruggehaald.
 +
 +
Niet begrijpend en mijn lachen inhoudend heb ik zijn verklaring aan het papier toevertrouwd
 
===Molecuultjes===
 
===Molecuultjes===
 
[[Bestand:Agent_Kermis_Middelburg_1974_Jan_Simonse.jpg|miniatuur|rechts|320px|]]  
 
[[Bestand:Agent_Kermis_Middelburg_1974_Jan_Simonse.jpg|miniatuur|rechts|320px|]]  

Versie van 11 mrt 2015 om 09:59

Politie Huis van Bewaring Middelburg 1980.jpg

Verhalen van de Middelburgse Gemeentepolitie

Het wemelt op Middelburg Dronk van de mooie verhalen, die meestal worden verteld vanuit het perspectief van de klant, de kastelein of de redactie van de website. Maar ook Middelburgse politieagenten zitten vol met mooie verhalen, al dan niet horecagerelateerd. Op deze pagina verzamelen we er een aantal van.

De kat

Het was een regenachtige zaterdagavond. Plotseling stond er een vrouw voor me aan de balie. Opvallend accent. Een Française, gokte ik. Ze bleek aangifte te willen doen van de diefstal van haar kat. Het duurde vanwege haar tongval dan ook even voor ik begreep dat het om de poes ging. Haar huisdier dus. Fietsen, tassen en ook auto’s zijn dagelijkse kost, maar de vermeende ontvreemding van een kat had ik nog niet vaak opgetekend. Een niet alledaagse aangifte dus en wat volgde was ook nog eens niet alledaagse beschrijving van de diefstal. Haar ex-man was haar woning binnengedrongen en had de kat meegenomen. Ten tijde van hun scheiding was de rechter er aan te pas gekomen om te bepalen wie het dier mocht houden. De kat, hij bleek Felix te heten, was toegewezen aan de vrouw en haar kinderen. Samen hadden ze twee dochters.

De hele zaterdag waren de twee kinderen – vanwege de bezoekregeling – bij hun vader geweest. Aan het einde van de middag hadden de meiden, in opdracht van hun moeder, Felix opgepakt en in één van hun rugzakjes meegenomen. Nu moet u weten dat Felix tijdens zijn ontvoering onder niet al te comfortabele omstandigheden is vervoerd. De zwart-witte kater weegt, schoon aan de haak, een slordige zeven kilo en de rugzak was volgens de beschrijving niet van brugklasformaat.

Ik heb de aangifte van de vrouw opgenomen, maar we hadden zeker geen prettig gesprek. Ze was zeer onredelijk en zag eruit alsof ze de laatste tien dagen op bivak was geweest bij het Korps Commandotroepen. Al klagend en mokkend verliet de Française het bureau. Toen ze weg was heb ik maar meteen contact opgenomen met de vermeende dader. Haar man deed – in tegenstelling tot zijn ex – totaal niet moeilijk en beloofde diezelfde avond langs te komen zodat ik zijn verklaring op kon nemen. Niet veel later stond er opeens een man voor mijn neus van wie ik in eerste instantie vermoedde dat hij aangifte kwam doen van mishandeling. Zijn hele gezicht lag open en er drupte continu bloed uit verschillende wonden. Tot mijn grote verbazing vertelde de man dat hij een afspraak met mij had. De zwaar gehavende kerel aan de andere kant van de balie bleek de ex-man van de onvriendelijke Française. De ontvoerder van kater Felix dus.

Ik heb de man eerst voorzien van koffie en een letterlijk doekje tegen het bloeden en vervolgens was ik uiteraard zeer benieuwd naar zijn kant van het diefstalverhaal. Maar misschien was ik nog wel nieuwsgieriger naar hoe hij in hemelsnaam aan dat lelijk gehavende gezicht kwam. Meteen maakte ik duidelijk dat hij aangifte kon doen van de verwondingen. Ik was namelijk in de veronderstelling dat zijn heetgebakerde ex-vrouw hem tijdens de diefstal van Felix flink te grazen had genomen. Zijn antwoord was opvallend. ‘’Nee hoor. Mijn kat is verantwoordelijk voor deze bloederige ravage’’, legde de man uit. Tijdens de ontvoering was Felix namelijk – in de ietwat kleine rugzak – gestrest geraakt. ‘’Ik pakte hem uit de gordijnen bij mijn ex en vervolgens sprong hij meteen in mijn gezicht. Daarna plantte hij zijn voorpoten in mijn haar en begon daar te doorheen wroeten. Dit is het gevolg.’’ Felix had duidelijk zijn handtekening bij het baasje achtergelaten. Vervolgens legde de man uit dat hij erg gehecht was aan het huisdier en hem daarom had teruggehaald.

Niet begrijpend en mijn lachen inhoudend heb ik zijn verklaring aan het papier toevertrouwd

Molecuultjes

Agent Kermis Middelburg 1974 Jan Simonse.jpg

Ooit kwam er een melding binnen van een man, ‘die zijn eigen glazen aan het inslaan was.’ Gevraagd of het letterlijk of figuurlijk was, bleek al snel dat het letterlijk was. ‘Een man is met een hamer zijn eigen ramen aan het inslaan.’ Dit was het antwoord van de meldkamer. Ter plaatse stond er een man met een hamer voor een woning. Een kleine ladder stond voor de woning en op de grond lag een boel glas. De man stond hyperend te zwaaien met zijn hamer. Hij had geen kwaad in de zin, dit ondanks zijn schuimkraag rond zijn mond. Ik herkende hem gelijk als de mij bekende ‘chinezenjager’. Ik pakte veiligheidshalve wel meteen de hamer uit zijn handen.

Een stortvloed van woorden overviel ons vervolgens. In het kort kwam het er op neer dat hij zijn huissleutels kwijt was. Hierdoor was hij genoodzaakt met een geleend trapje de bovenruit eruit te slaan, teneinde toch in zijn woning te komen. Op onze vraag waar zijn sleutels dan waren en hoe hij deze was kwijtgeraakt, vertelde hij ons, dat hij met een klein katje aan het spelen was in de brandgang achter zijn woning. Op den duur was het katje tegen hem gaan praten en toen was hij even afgeleid. Tijdens het afleiden zag het katje kans zijn huissleutels te pikken en was het katje hard weggerend. Begripvol keken wij de man aan en draaide wij zijn handen op zijn rug. Nadat wij hem geboeid hadden zijn we naar het bureau gereden. Niet nadat we de geleende trap hadden teruggegeven aan de buurtjes.

Op het bureau sloten wij de man in. Dit in afwachting van de GGD en Emergis. Gezien zijn geschiedenis was dit op zijn plaats. Na enige tijd verscheen de GGD arts. Na hem enige uitleg te hebben gegeven, bleek dat de GGD arts hem niet kende uit eerdere bezoeken. Toen we celdeur geopend hadden stond de man in zijn onderbroek te zwaaien en was zwaar in gesprek. Hij sprak ons gelijk aan met een grote glimlach. Hij vond het geweldig hier. Er kwamen allerlei beestjes uit de muur en dansten leuk rond hem heen. Hij vond het geweldig en je kon zien dat hij gelukkig was. Hij had echter geen verdere aandacht voor ons. Hij draaide naar de muur en liet zijn armen langs zijn lichaam hangen. Hij sprak vervolgens tegen de muur. "Molecuultjes, willen jullie met de politie praten???" Enige tijd keek hij strak in dezelfde houding naar de muur. Toen draaide hij zich om, ‘nee, ze willen niet met de politie praten.’ De dokter draaide zich om zonder een woord te hebben gewisseld met de man. ‘Ik weet genoeg.’

Chinezenjager

Agent Middelburg 1929.jpg

‘Er vindt een inbraak plaats in een bekende straat te Middelburg.’ Die gortdroge melding van de meldkamer doorbrak een saaie dinsdagnacht. Wij reden vervolgens naar het opgegeven adres. Ter plaatse gekomen stond de flatdeur open en konden we meteen doorlopen. Op naar de derde verdieping. Lekker met de trap. Goed voor de conditie. Op de galerij liepen we naar de flatwoning. Onderweg er naar toe zagen we vreemd ‘ding’ voor de deur staan. Dichterbij gekomen zagen we dat het een rode stofzuiger was. Verder zagen we dat de slang van de stofzuiger door de onderruit van de voordeur was gestoken. De stekker van de stofzuiger bungelde enkele meters van de stofzuiger doelloos op de galerij. Wat nu te doen? Geen dader in zicht. Mogelijk zat hij binnen. Maar wat deed de stofzuiger voor de deur?

Terwijl we daar zo stonden stak een hoofd om de deur van enkele woningen verderop. Een bejaarde man vertelde ons dat ‘die gek van boven’ een ruit insloeg en hard ‘brrrrrrrrrrrrrrrrr’ riep. Op onze vraag of ‘die gek van boven’ nog binnen in de woning was, wist de man geen antwoord te geven. Via de ingeslagen ruit de deur geopend en naar binnen gegaan. Voorzichtig, want je weet het nooit. Ik moet nog vertellen dat ik met een vrouwelijke collega was. Dit terzijde, maar het komt zo van pas. Langzaam liepen we door de woning. Halverwege stond er een tas in de woning. Zo’n bruine ‘weekendtas’. In de tas een mixer, een wekker, een lepel en een koffiefilter. Verder lag er naast de tas een bos met sleutels. Niet begrijpend liepen we door. Nadat we een slaapkamer hadden herkend, gingen we naar binnen. In het bed lag een ‘hoopje’ mens. We riepen deze persoon aan en schudden een beetje ‘heen-en-weer’. Er kwam beweging in het lichaam. Het bleek een ‘zij’ te zijn. Een vrouw op leeftijd. Het zag er alleen wat vreemd uit. Ze had haar gebit niet in. Dat bleek in een glas op het nachtkastje te verblijven. Ze rechtte zich en het werd alleen maar vreemder. Ze miste haar linker arm en sprak de woorden: ‘O, wat leuk. Herman en Diana. Ik ga gelijk koffie zetten.’ We probeerden haar vervolgens te vertellen dat we niet ‘Herman en Diana’ waren, maar twee politieagenten op weg naar een inbreker. Het kwam maar half door. Ze besefte het pas echt, toen ze haar koffiefilter niet kon vinden. Toen was ze een en al oor. We vertelde haar dat het beter was dat ze terug naar bed ging en dat wij later terug zouden komen.

Met de sleutelbos gingen wij op onderzoek uit. De vierde verdieping was ons doel. ‘Die gek van boven’ kon namelijk alleen op de vierde verdieping wonen. Er was geen vijfde. Na een paar deuren te hebben geprobeerd, paste de sleutel op de vierde deur. Omdat Nederland Nederland is, moet er een ‘bevel tot binnentreden’ komen. Via de ether hebben we zo’n papiertje besteld. Na een half uurtje met een geopende deur in onze handen te hebben gestaan, verscheen het ‘bevel.’ Wij naar binnen. Voorzichtig, want je weet het nooit bij een ‘gek’. Langzaam liepen we door. Een opening rechts. Dat was de keuken. Naar binnen. Achter de hoge koelkast zat een lichaam ineen gekropen. Direct erop afgesprongen en recht gezet. Wat een vreemde kreten kwamen uit dat rechtgezette lichaam! Boeien en afvoeren. Vreemd persoon. Smal, slungelachtig manspersoon. Aan het bureau werd hij ingesloten. Hij sloeg daarbij kreten uit van een afgelegen melkwegstelsel. Nadat we de mevrouw zonder arm en gebit gerust hadden gesteld zijn we teruggegaan naar het bureau.

Na enige tijd gingen we naar de aangehouden verdachte om een verklaring af te nemen. We maakten de celdeur open. "Hebben je ze?" Grote vraagtekens stonden boven onze hoofden. "Wie moeten we hebben", was ons antwoord. "Nou de vijf ontsnapte Chinezen." Hij raasde in een keer door. "De ijskappen van de Noordpool zijn gesmolten. Heel China is ondergelopen. Alle Chinezen zijn naar Middelburg gevlucht. Ze zaten in de woning onder me. Ik heb ze bijna allemaal gevangen met mijn stofzuiger. Ik zag ze zo gaan over de galerij. Brrrrrrrrrrrrrrrr, ik heb ze bijna allemaal gevangen. Er ontsnapten er maar 5. Je hebben ze toch wel?"

Bronnen