Middelburg Dronk

In de stadsrekening van Middelburg van 1542 staat het volgende vermeld: De Helm, eene herberg, waarin de stadsbode Willem Geleinsz. woonde - in 1562 koopt de gemeente Middelburg het pand.

De stadsrekening van Middelburg van 1576-1577 meldt dat er aan Gommer Klaasz. waard in den Helm 11 pond Vlaams, 4 schellingen en 4 penningen was betaald voor de lijfkoop van de huizen op de nieuwe haven daar men den accijns ontvangt - Klaasz. was dus ook eigenaar van herberg De Gouden Helm.

De volgende herbergier in "D en Helm" was Adriaen de Maar die er samen met zijn 'huisvrouw' Berbera Batailje in 1726 hof hield. Het staat te lezen in een zogenaamd collateraal subject d.d. 2 april 1726 ten name van Johanna Kampe (ook gespeld als Janna Campe) - haar dochter was Berbera Batailje (zeeuwengezocht [1]). Collaterale successie was een belasting betaald door de erfgenamen in de zijlinie. De overledene wordt het collateraal subject genoemd - de relatie is degene die de belasting moet betalen (bron: Zeeuws Archief, Collaterale successie Middelburg 1696-1806). Wanneer Adriaan de Maar op 13 mei 1737 overlijdt, staat hij nog steeds geregistreerd in de Helm.

Het is niet bekend wanneer Lucas van de Steene herbergier wordt, maar wanneer hij op 22 juni 1762 overlijdt, staat hij wel in de Helm geregistreerd (zeeuwengezocht [2]).

In 1785 is Pieter Queborn logementhouder in De Helm - zie ook Het Bijltje.