Deze verhalen horen bij het artikel De Beuk.
Inhoud
Aantekeningen van Dirkje Abma
- Over de Pletters: "Die band bestond uit: Ad Hoekman sologitaar, Jan Kuipers basgitaar, Harold Overwijk drums en John de Looff slag-sologitaar. Dit waren de oorspronkelijke Pletterleden. Willem Jacobs was er maar een blauwe maandag bij toen de band al op het einde liep, net als Ed van Beinum, die er ook pas laat bij kwam, nadat Jan Kuipers en John de Looff uit loyaliteit met Harald Overwijk de band verlieten omdat hij eruit werd gezet. Beautiful Idaho was nooit de “echte” Beukband, zij traden er niet zo vaak op, wel in Music in the Park, terwijl De Pletters er regelmatig concerten gaven, er oefenden, er hun apparatuur hadden staan en 3 van de 4 bandleden er in vaste dienst waren. "
Popgroep Rebel
Jan JB Kuipers schrijft: "De Pletters was de tweede huisband van De Beuk. Heb ik ook nog in gezeten (1977/78), line-up Sax op sax en zang, Ad Hoekman sologitaar, Johnny de Looff slaggitaar, Harold Overwijk op drums en Jan Kuipers op bas. Harold werd later vervangen door de Bevelandse drummer Piet Snoodijk. De eerste huisband van De Beuk was POPGROEP REBEL (1974/75), waarvan ik het enige nog levende lid ben, althans van de oude bezetting. Line-up: Rudi Corré sologitaar, Kees Neeteson (destijds projectleider van de Beuk) op sax, Harold Overwijk op drums en Jan Kuipers op de bas. De Goese pianist Kees Schipper (niet te verwarren met de gitarist van die naam) kwam er later ook bij. Uiteindelijk waren we een trio (Kees Neeteson, Harold en ik) en brachten we op allerlei podia binnen en buiten de provincie een merkwaardig soort geïmproviseerde jazzrock. In onze eerste periode werkten we ook met bandopnamen en geluidseffecten. De Hagenees Peter van Es, woonachtig in de Baanstraat, zorgde voor passende rekwisieten op het podium: halve etalagepoppen en dergelijke. Veel pret gehad!"
Sir Bob Geldof
Bo Wesdorp herinnert zich bij het zien van de poster van The Boomtown Rats: "ik was weggelopen van huis en kwam die avond in de Beuk terecht. Ik denk dat ik 10 jaar was na veel strubbelingen in het publiek (de band Monroe mocht niet openen van de Boomtown Rats) Bob geldof werd onder het bier gegooid en begon te vechten met de mensen op de eerste rij. Werd ik later plots op het podium gezet en heb ik een duet gedaan met Bob G. Wist ik veel wie dat was. Zie je hem later op de televisie bij Live Aid, sta je toch wel even achter je oren te krabben...."
Strubbelingen
Uit het beleidsplan van de Beuk, uit 1971 (in te zien bij het Zeeuws Archief, fragment onderste afbeelding) blijkt dat er veel strubbelingen waren in de Beuk, rondom drank- en drugsgebruik. Dit was van grote invloed op het latere beleid. De latere teamleider Rinus Roepman bevestigt dit desgevraagd: "Ik volgde Kees Neeteson op die zich na twee slopende jaren De Beuk ging richten op ander jeugdwerk. Als teamleider kreeg je de leiding over een groep van 7 WSW'ers, waar je handen in principer voller aan had dan aan de klanten. De Beuk was een vrijplaats voor vrijzinnigen en non-conformisten; de vrijwilligers waren daar zeker geen uitzondering op."
Dat er alleen op het zoldertje geblowed zou worden is een misverstand. In het hele pand werd veel geblowed...en gedronken. Er kwamen ook regelmatig bezoekers die bekend stonden als gebruiker van harddrugs. De sfeer was doorgaans echter gemoedelijk. Als er al een keer geknokt werd had dat meestal met drank te maken. Muziek speelde een hoofdrol. De voorloper van Stichting Nieuwe Muziek zat ook in het pand (voormalig eigendom van de kerk). Daarom traden er veel avantgarde-bands op in de Beuk, en had de Beuk ook een eigen huisband. Maar zo goed als muziek in het Koorkerkhof van de grond kwam, zo slecht ging dat met de workshops die er georganiseerd werden.
Drugs
De Beuk had voor veel mensen een slechte naam vanwege het drugsgebruik. Het was zo'n zaak waarvan ouders soms zeiden: "je mag overal naartoe, maar niet naar De Beuk." Dan ging je dus juist wel. Maar het is waar dat er ook een groep gebruikers kwam, van Rinus 'de streaker' Schuler (die liep ooit in zijn blootje over de Middelburgse Markt) tot Abje van Schelven. Met een groot deel van die mensen is het niet goed afgelopen. Ze verloren de strijd met de zelfkant helaas. Een enkeling was ook echt crimineel. De Beuk was dan eigenlijk de enige plek waar men terecht kon
Steun
De steun vanuit de politiek in die tijd is opmerkelijk te noemen. Mensen als Gerrit Schoenmakers zaten in het bestuur, maar ook de gedeputeerde Paul Boersma. Die laatste droeg het project zo'n warm hart toe dat hij de medewerkers regelmatig uitnodigde op de abdij, opdat daar in alle rust en luxe vergaderd kon worden. Kom daar anno 2011 nog maar eens om.
Chaos
Roepman herinnert zich nog een mooie filmavond in de Beuk, die vooral bijzonder was omdat alles fout ging. Een volle zaal zat knetterstoned klaar voor de film Junglebook, totdat Harald Overwijk van 'de Beukband' besloot zijn gitaar aan te sluiten op de boxen van de oude 16 mm-projector. Die ging stuk uiteraard: er moest een vervangend onderdeel worden gezocht. Even later begaf ook de projectielamp het, waarna het nog eens een half uur langer zou duren. De avond mondde uit in een gezellige chaos.
Zeepje
Over een van de gewezen teamleiders zingt nog altijd het mooie verhaal rond dat hij op de vloer van zijn badkamer een stuk zeep had vastgespijkerd. Als bezoekende dames hem dan vroegen waar de zeep lag, wees hij naar de grond, die sluwe vos.
Waardoor Middelburg Mekka werd, het verhaal van Oud bestuurslid / voorzitter Gerrit Schoenmakers
De vaart der volkeren kent verschillende snelheden. Althans dat werd beweerd door jongelui die in het begin van de zestiger jaren de jachtige randstad verlieten om zich in het kalme Middelburg onledig te houden met een soort min of meer kunstzinnige activiteiten. Zij bleken vooral afkomstig uit de zône Utrecht, Zeist met uitlopers richting Haarlem. Amsterdammers zaten er niet tussen. Daar werd door Damslapers geslapen op het Nationale Monument en later in het Vondelpark. Politiek liep dat uit op de Kabouterpartij die de Oranje Vrijstaat nastreefde geconstitueerd op anarchistische beginselen.
Het waren roerige tijden aldaar, met de provocatie als strijdmiddel tegen het autoritaire gezag van allerlei slag regenten, en tegen hun handlangers’’de misselijk makende middenstand”. Geliefde provocaties waren de “happenings”rond het standbeeldje “Het Lieverdje”. Rellen met de politie waren het door het provotariaat beoogde resultaat. Gezelligheid kent geen tijd. Een groep mariniers besloot het “langharig werkschuw tuig” te verwijderen van het Nationaal Monument. In een hardhandige actie werd de Dam schoongeveegd, waarna ze ‘Piet Hein” zingend in gesloten colonne afmarcheerden naar de kazerne. Uiteraard was sprake van insubordinatie in zuivere vorm, maar burgelijk en gezagsgetrouw Nederland genoot in het geniep,en fêteerde de manschappen met veel dankbetuigingen op versnaperingen en slagroomtaart.
Nederland werd toen gepolariseerd en dat nog wel met voorbedachten rade. Er moest gebroken worden met de heersende mentaliteit. Weg met de burgerlijkheid en de jacht op voortdurend materiëel gewin. Niet het alsmaar meer en groter is”beautifull”, maar juist het kleine en meditatieve. Ook nostalgie gaf ruimte aan de verlangens naar vroeger. In de damesmode werd de moeder van Ot en Sien trendsetter in het alternatieve circuit. Zelfs het spinnewiel beleefde een come-back en de bijpassende alternatieve heer des huizes stopte weer een kalkenpijpje met tabak als hij even moest uitblazen van zijn blokfluitstudie. Alles werd te baat genomen als het maar voldeed aan de afkeer van de moraal van de gezagstrouwe burger. Ongeknipt lang haar, wilde baard-en snorgroei golden zowel als bewijs van verlangen naar vroeger en betere tijden, alsook van bereidheid tot revolutionaire stellingname in het heden.
Het spijkerpak met het altijd aanwezige pakje shag in de borstzak werd het uitdagende alternatief voor de ordentelijke confectiekleding. Het kappersbedrijf raakte erdoor in malaise. Zo ook de dansschool, waar onderwezen werd in stijldansen. De moderne mens danste vrijelijk rond de partner ongeacht het resultaat, op muziek soorten met veel elektronische versterking. De leden van de band waren niet meer uniform gekleed, maar pluriform uitgedost.
Moderne ouders verontschuldigden zich tegenover hun tienerkinderen voor hun opvoeding. Zij verklaarden met schaamte overladen, dat zij zich nu lieten heropvoeden door hun kinderen. Om te laten zien dat ze het meenden, lieten vaders zich een spijkerbroek aansjorren. Zeker voor de vrije-tijd, iets gewaagder ook naar het werk, ongeacht de pasvorm. Progressieve dominee’s, die in gesprek wilden blijven met hun mondig geworden kerkvolk spraken openlijk over ook hun twijfel aan het bestaan van God. Geheel uitzichtloos werd de toestand als God zelf werd dood verklaard. Later ontstond ook daaraan weer twijfel.
De instroom van nieuwe Middelburgers aktiveerde de maatschappelijke debatten, die via de televisie bekendheid kregen. Het café-bedrijf mocht zich plotseling verheugen in een nieuwe interesse. Wat tot dan een duistere kroeg was met vooral kansen op alcoholische verderfelijkheden, werd ineens gezien als bruincafé met een brede maatschappelijke functie en vele mogelijkheden voor de uitwisseling van creatieve gedachten. Café Kanaalzicht ( de Reutel) verkreeg een zeker chique doordat een selectieve groep uit de betere Middelburgse kringen het kozen als plek voor hun reguliere ontmoetingen. Het Hof van Zeeland was een geheel nieuw bruincafé aan de Vlasmarkt, opgestart door Maarten F., en geheel gemeubileerd met een heftig doorleefde inboedel. Succes verzekerd.
Een geheel nieuw fenomeen was verschenen aan de overzijde van de straat, waar Hans en Gerda J., de eerste koffieshop in Middelburg openden. In dat stadium was een koffieshop echt een handel in kopjes koffie en nog lang geen verstrekkingspunt voor de zogenaamde “stuff”. Door ongelukkige kwesties ging deze succesvolle nering na enkele jaren reeds teloor. Gelukkiger lot was er voor St.John aan de Vischmarkt. Opgestart door Hans en Ria van de E. en in zijn oorspronkelijk concept florerend tot de dag van heden.
Studie in de astrologie werd weer een serieus te nemen activiteit en transcedentemeditatie moest de schellen van de ogen doen vallen en leiden tot dieper inzicht en hogere gedachten. Aandacht voor de dynamiek van het kosmisch gebeuren versterkte de aandacht voor de pedagogie van Rudolf Steiner. De oprichting van de Vrije School was een rechtstreeks gevolg.
Zen-Boeddhisme, een tocht naar India, urenlang luisteren in hurkhouding of in een of andere beenverstrengeling naar raga’s voor avond- en ochtendschemering, en de tussenliggende tijd, zouden de vercommercialiseerde mens bevrijden van materiele begeerte en jachtigheid, en voeren naar hoger geluk.
Geestverruiming was een hoog doel waar bovenal het nieuwe genotmiddel hasjiesj toe bijdroeg. Het zogenaamde stickje met stuff begon in die dagen zijn zegetocht. Met L.S.D. werd geëxpirimenteerd, maar kende een “bad trip”. Dus oppassen. Psychêdelische ervaringen schiepen dieper inzicht, en kansen op gelukzaligheid en creatieve invallen. Illustratief is de schedelboring van de enigzins medisch onderlegde student Bart H. in Utrecht. Zijn theorie was dat zich in de schedelpan te veel spanning ophoopte, die je kon verminderen door een gaatje in je voorhoofd te boren. Hij deed dat bij zichzelf met een min of meer afgeplatte tandartsboor om geen onnodige schade aan te richten. Met minder spanning in de schedel kon de geest zich vrijelijk verruimen. Dat is logisch.
Zover kwam de “scène” in Middelburg niet. Maar geheel onberoerd ging al dit gedoe niet voorbij. Het magisch centrum Provadya in Amsterdam kreeg zijn equivalent in het Open Jongerencentrum ”Open de Beuk” op de hoek van het Koorkerkhof en Korte Giststraat. Een oud schoolgebouw dus geschikt, zoals gebruikelijk, voor de jeugd en de jeugdige ouderen op zoek naar de nieuwe vrijheid. Er was een theehuis in met vele soorten thee, en de stick circuleerde dat het een lieve lust was. Vanuit dit gebouw vertrok de enige “streaker”die Middelburg heeft gekend. Een streaker is een naakt persoon – altijd een man – die hardlopend zijn weg zoekt in de openbare ruimte. Liefst op drukke momenten, dus met optimale mogelijkheden voor schrik en provocatie. Het was winterdag, maar een kniesoor die daarop let, want je kunt je warm lopen. Zo vertrok de streaker via Koorkerkstraat, Lange Delft, Nieuwe Burg, Onder de Toren en zo terug naar “de Beuk”. Die was intussen verlaten en op slot, want iedereen wilde de streaker zien op zijn circuit door het stadscentrum.
Daar stond hij dus onthand voor een gesloten deur te kleumen en had de gealarmeerde politie hem wel in de kraag kunnen vatten. Gelukkig passeerde Titia W., die een kort bontjasje droeg. Dat stond zij meelevend af, zodat de streaker voor even uit de ergste problemen was. Het commentaar van de mensen op straat was wel gedenkwaardig. Want die zeiden vergoelijkend, daar hij niks aan zijn gedrag kon doen, omdat hij een gaatje in zijn hoofd had.
Projectleider in “De Beuk” was Burny B. die er lustig op los organiseerde tot in de muziektent van Jan Morks, en tot in het openluchttheater en park Toorenvliedt. Geld speelde een ambivalente rol wat veel slorigheid opleverde en spanning in de organisatie en ergernis bij notabelen ten stadhuize. Vaak bracht Harold O. de oplossing. Anders wel zijn maatje Appie v S.
In het theaterzaaltje van “De Beuk” vonden allerlei optredens plaats waarvoor in Schouwburg of Concertzaal nog geen ruimte voor kon worden gevonden. Deze bolwerken van de gevestigde orde moesten nog eerst worden geslecht. De Stichting Jeugd en Muziek, geleid door Ad van ’t V., daarbij bestuurlijk en ideologisch gesteund door Nico vd B. en Willem B.- maar die kwamen dan ook van de kanten van Leerdam- vond daar zijn eerste podium voor de geïmproviseerde jazz en nieuwe gecomponeerde muziek.
Een muziekcultuur, die zich vooral thuisvoelde bij de serieus te nemen maatschappelijke provocateurs van toen en ze zich daarmee solidariseerde. “De Beuk” was geen lang leven beschoren, maar het muziekpodium waaierde uit naar de zaaltjes van de Kuiperspoort. ’s Zomers werden pleinen en straten benut voor optredens wat in die dagen tot stevige verkeersopstoppingen leidde in het centrum van de stad. Naast de moderne muziek kregen moderne dans en toneel een belangrijke plek in het repertoire. Evenals de experimentele film. Zo groeide het idee voor het eerste Festival Nieuwe Muziek in de Vleeshal. Dat vond plaats in 1976 rondom de componist en architect Xannis Xenakis.
Dit evenement zette Jeugd en Muziek de komende jaren als uniek cultuur centrum op de nationale en internationale kaart. Hier was een epicentrum ontstaan voor vernieuwing van de muziek en de concertcultuur. De strakke codes die daarbij hoorden werden terzijde gesteld. Zeker ook de autoritaire dirigent. Minutenlang durend applaus was strijdig met het gelijkheidsbeginsel tussen publiek en kunstenaar. Naast het Ot en Sien gedoe van de vrouw, was de zeer nauwsluitende mode van de man vooral wit gekleurd. Toch was het publiek sterk gemêleerd en zeer tolerant en studieus. De achterklap dacht daar anders over en sprak over onbegrijpelijke en elitaire gebeurtenissen. Maar de nationale pers was enthousiast en bombardeerde Middelburg tot het Mekka van de moderne muziek.
Gerrit (S).
Oud bestuurslid / voorzitter
Stichting Jongerencentrum “Open de Beuk”.
Het verhaal van Bert Gerestein
"Ik frequenteerde De Beuk intensief vanaf augustus 1970, toen ik vanuit Zeist in Middelburg kwam wonen, tot medio 1972 toen ik definitief afknapte op het geweld en het toenemende gebruik van harddrugs in die tent. Ik werkte er achter de bar, samen met de veelvuldig aangehaalde streaker Rinus Schuller, maar ook met Yntze Zijlstra en Jaap Gelok, nu burgemeester van Borsele.
Yntze en Jaap waren vertegenwoordigers van een grote groep Pabo-leerlingen die tot de vaste klanten van De Beuk behoorden. Andere bekende personen uit die groep waren Annie Deurloo, Jaap Geesink en Jan-Kees Dommisse.
De ruimte boven in De Beuk was inderdaad lange tijd een blowruimte, maar er was ook een soort theetuin/lunchroom gevestigd. Fred Ambachtsheer (Fred Vlaflip) runde die hoek lange tijd.
De Beuk had een 'huisband', die onder verschillende namen heeft gefungeerd. Nou ja, gefungeerd is een geflatteerde typering. De meest bekende naam is De Pletters. Naast de al genoemde Harold Overwijk, een schat van een ventje maar een drummer van niks, speelden er onder anderen Willem Jacobs, Ad Hoekman en Rini 'Sax' Heijmans in. Maar de echte Beukband was natuurlijk die van assistent-projectleider Niek van Raaij. Beautiful Idaho, heette die band. Maar ze heeft heel veel verschillende namen gehad. Musici die erin speelden, hadden over het algemeen wat meer in hun mars: Dies Leduc, Rob Maaskant, Henk Don.
Na Burney Bos was Hans van Willenswaard een langere periode projectleider bij De Beuk. Hij was degene die ervoor zorgde dat zeven of acht vaste medewerkers een SW-dienstverband kregen. Bij de onderhandelingen daarover met de Sociale Dienst, het Arbeidsbureau en nog een stuk of wat andere instanties (o.a. Bureau voor Alcohol en Drugs, Sociaal-Psychologische Dienst of wat voor namen ze ook hadden) zat ik ook een aantal keren aan tafel, als vervanger van Hans van Willenswaard.
Bij De Piek in Vlissingen speelde hetzelfde. Begin 1973 werden in totaal vijftien Beuk- en Piekmedewerkers in SW-dienst aangenomen. ADZ in Vlissingen was het moederbedrijf. Joop Abma was de personeelsman van ADZ die de Beuk- en Piek-SW'ers begeleidde. De Beuk werd in 1975 of 1976 opgeheven. De meeste medewerkers werden toen tewerkgesteld bij ADZ. Onder hen Bram Geene en Ad Hoekman. In 1980 werd De Piek opgeheven als SW-project. Ook daarvandaan werden de meeste medewerkers bij ADZ ondergebracht, een enkeling bij Werkplaatsen Walcheren.
Er kwamen inderdaad grote groepen 'immigranten' in De Beuk. De groep was groter en diverser dan Gerrit Schoenmakers aangeeft.
Uit Utrecht waren er onder anderen Willem Jacobs, Willem Nell, Eric Kettmann, Jaap en Dick Roskam. Uit Den Haag o.a. Ferry Zeelenberg, Ben van Vliet, Ruurd Hoftijzer. Uit Rotterdam o.a. Fred Ambachtsheer, Roel Kuipers. Uit Amsterdam o.a. Ronny Vasseur
Uit Zeist kwam de grootste groep. Die bestond rond 1972 uit 35 mannen en vrouwen. Een paar namen: George ter Horst, Hans de Gier, Frits Salomons, Peter Blom, Ton Vonk, Lies van Mierlo, Fred van Dregt, Ria van Beek, Ria Brink, Schalk van Dam, Michel Tribouillard, Rudy Schimmel, Martin Simmers, Riet Steijnen, Thorre Wegener, Liesbeth Steijnen, Heleen Polderman, Marja Mulder, Babs Mulder, Karin Wegener, Willem Timmermans, Henk Klabbers, Edo Douma, Simon de Jager.
Een aantal Zeistenaren en Utrechters vertrok later naar Vlissingen. Ook met Groningen was een intensieve uitwisseling.
Jan Kuipers geeft in zijn boek Brommers, gitaren en spandoeken een aardig overzicht van dat Zeister fenomeen. In Zeist was van 1966 tot 1970 een Provadya, eerst met de naam Oidiepoes, later Lambiek. In de zomer van 1970 werd deze koffiebar annex vestzaktheater gesloten na een vechtpartij met kampbewoners. Maar eerder al, in 1968, waren de eerste Zeister 'kwartiermakers' naar Middelburg vertrokken. Dat waren George ter Horst (geb. 1944) en Hans de Gier (geb. 1942). Pas in 1969 werd Provadya Open de Beuk in Middelburg geopend. De alternatievelingen, toen nog gewoon langharig werkschuw tuig genoemd, vonden tot op dat moment onderdak in de Zanzibar_(2) in het Kerspel (eigenaar Paul Scholten, uit Utrecht).
Er waren in de 'toptijd' dertien Provadya's in Nederland. De bekendste waren Doornroosje in Nijmegen, Utopia in Hilversum en De Trapkes in Breda. In Enkhuizen was er een waarvan de naam me ontschoten is. En behoorde Fantasio in Amsterdam er ook niet bij? Nou ja, 't zal wel ergens op te zoeken zijn. De kracht van die Provadya's was dat ze gezamenlijk artiesten contracteerden. Ik herinner me uit Zeist legendarische concerten van Cuby & The Blizzards en de Instant Composers Pool (Willem Breuker, Mischa Mengelberg, Han Bennink). Ook De Beuk deed er in het begin aan mee. Er staan mij helaas geen concerten meer bij. Ik zal er wel te stoned voor zijn geweest."
Harold Overwijk
Toen ik een jaar of 15 was zei mijn moeder dat ik overal naar toe mocht behalve naar De Beuk - dus meteen ongehoorzaam. Het was een prettige anarchie: het wilde café, de grote zaal en het theehuis waar Fred Ambachtsheer thee zette, boterhammen met pindakaas smeerde en vlaflips maakte om het thc-gehalte, waar mogelijk, wat te neutraliseren - er waren daar toen zelfs al sjanghai- of knoflooknootjes. Enfin, de revolutie was uitgeroepen en in De Beuk werd die enthousiast gepraktiseerd. Er was ook een huisband die wisselende namen droeg als 'Rebel', 'Soft Ice' en 'De Pletters' (zie ook het hierboven gememoreerde 'Brommers, gitaren en spandoeken' van Jan Kuipers). Jan Kuipers (bas) hoorde met Harold Overwijk (drums) tot de harde kern van de band, zij waren de vlag die iedere lading dekte. Harold (bijgenaamd Gerritje) was een bekend figuur in Middelburg en als je hem al niet kende uit De Beuk, dan wel van zijn ietwat schokkerige motoriek wanneer hij door de stad stuikte. Zoals Jan ook in zijn boek schrijft circuleerden er altijd prachtige anekdotes over Harold - wellicht zal hij er zelf wel op zijn karakteristieke manier om gegrinnikt hebben. Uit eigen ervaring ken ik een ritueel van Harold dat zich na vrijwel elke repetitie van de band voltrok. Wanneer de repetitie was afgelopen werd er daarna altijd nog wat gedronken in het café en Harold sprak dan bijna steevast dezelfde woorden: "Het was weer klote", waarop hij, vrijwel direct aansluitend, de aanwezigen toegrinnikte. Harold overleed in 1985 op 36-jarige leeftijd aan te veel input. Hij was toen al bijna uit het stadsbeeld verdwenen en vereenzaamde in een non-descripte buitenwijk - dat was pas echt klote.
Bronnen
- Foto's: Wim Riemens, uit de collectie van Rob Maaskant