Middelburg Dronk

't Raedthuys

k (Mooie verhalen)
k (Mooie verhalen)
Regel 30: Regel 30:
  
 
==Mooie verhalen==
 
==Mooie verhalen==
 +
* Merijn Heestermans
 +
In wezen zou iedereen zich een vijand moeten aanmeten – al was het maar om scherp te blijven – doch tegelijkertijd tevens een schutspatroon, iemand die je leert dat je, om een of andere reden, leeft en niet alleen leeft. In sommige culturen is degene die je schut je vader en ik had de mazzel dat men in het betreffende geval over een bisnummer zou kunnen spreken. Natuurlijk was het Piet, mijn biologische vader, die me leerde dat ieder mens zijn of haar eigen mens was, en dat je altijd langzaam moest spreken; de anderen – volgens Sartre de hel, en dat was, en is, niet echt bezijden de waarheid – beschikken nu eenmaal niet over snelheid van begrip.
 +
Mijn tweede vader heette Merijn Heestermans, een levendige jongen uit Oude Tonge die de wereld bestormde met een vrije geest waar ik nog steeds jaloers op ben. Hij had het vak van banketbakker geleerd, werd kok, en moest, in het voetspoor van de vaderlandse geschiedenis, naar de Oost. Hij kon er prachtig over vertellen, dagen die zich als een feest aaneen regen, die van de heuvels rolden als knikkers uit een broekzak. Later begreep ik dat het niet zo eenvoudig lag, dat de dagen wat harder in zijn schouder beten dan vermeend, wat dieper in zijn geest post vatten dan verwacht.
 +
Kende hem al van mijn kinderjaren, vriendelijke, op het oog, lijdzame man die een fantastische ‘Steak Zingara’ op het bord legde in Het Raedthuys. Ik at er als kind de sterren (beetje flauw) van de hemel en verdiende er als jongetje ook mijn eerste centen als bordenwasser. Maar er was meer, veel meer, zo was Merijn degene die mij, als broekje in de taal, ‘On the road’ van Jack Kerouac te lezen gaf – een boek waar ik gelukkig nog steeds niet van genezen ben. Het klinkt als Old Skool, maar ‘’so be it’’; tegenwoordig twittert men – de grote ogen bij het kleine feest – over woorden die zich wanhopig een verhaal trachten te vormen.
 +
Enfin, niet gedraald, Merijn ging na de Oost als kok varen bij de koopvaardij en was zichzelf een Columbus. Ik hoor zijn verhalen nog: Sinatra live in New York, Astrud Gilberto in Inpanima en de wereld werd, verhaal na verhaal, even tactiel als een postzegel. Hij vertelde ook, dat hij nog eens een keer was achtergevaren in Montevideo – de ogen van een dame geboden hem als het ware nog een aantal maanden de spiegel van zijn ziel te zijn. En ach, wat wil je dan, iedere jongen in de ban van een verhaal versmelt met hetgeen hij zijn evenbeeld wenst – althans ik wel.
 +
En er was meer, veel meer, die  levenskunstenaar uit Oude Tonge gaf me ook  muziek van Miles Davis en Eric Dolphy – allebei to de eeuwigheid bevorderde trompettisten, alleen de laatste, stierf als diabeticus aan een overdosis aan honing - it’s just too good too be true; doch dit terzijde. Eenmaal in Middelburg raakte Merijn al snel bevriend met mijn vader, wat resulteerde in verhalen waarover mijn moeder nog steeds aanstekelijk kan lachen. Zo kende Het Raedthuys een kaartclub (men speelde bieden of plat ‘biejen’) waar zowel Merijn als mijn vader lid van waren, en het kon weleens zijn dat er na sluitingstijd nog gespeeld werd en de politie kwam controleren. Wanneer dat geval was ging heel de kaartclub looppas richting achteruitgang (Lombardstraat); eigenaar Merijn voorop.
 +
Soms word je als schrijver meegenomen - nee, bijna betoverd – door je eigen verhaal en dat is bij mij nu het geval, maar ach, het zij zo. Nog eentje dan , nog een keer een kleine onhebbelijkheid van degene die ik wellicht veronachtzaamd heb – en dat spijt me nog altijd – toen de moed me ontbrak. Mijn vader ging ieder jaar met een select gezelschap naar de Zesdaagse van Antwerpen en Merijn behoorde  natuurlijk tot die intimi. In die jaren was spaarzaamheid een deugd, dus Merijn schuimde de kas, vanzelfsprekend tot het nut van het algemeen, slechts periodiek een beetje af. Het mooie was dat hij die steelse bankbiljetten altijd bewaarde in platenhoezen van Miles Davis etc. – de uitdrukking ‘met de muziek mee’ komt daar wellicht vandaan.
 
* '''De Spanjool'''
 
* '''De Spanjool'''
 
Aangezien mijn vader bevriend was met eigenaar Merijn Heestermans kwam ik in mijn kinderjaren vaak in 't Raedthuys. De zaak was ruim beklant met hotelgasten zoals handelsreizigers en vertegenwoordigers die er periodiek verbleven wanneer Zeeland werd aangedaan. In de zomer was het een komen en gaan van toeristen, zowel in het hotel alsook in het restaurant, maar het restaurant, waar ook veel Middelburgers aten, had ook een belangrijke caféfunctie. Er was een kaartclub en ook een biljartvereniging die zelfs de naam van het hotel droeg.
 
Aangezien mijn vader bevriend was met eigenaar Merijn Heestermans kwam ik in mijn kinderjaren vaak in 't Raedthuys. De zaak was ruim beklant met hotelgasten zoals handelsreizigers en vertegenwoordigers die er periodiek verbleven wanneer Zeeland werd aangedaan. In de zomer was het een komen en gaan van toeristen, zowel in het hotel alsook in het restaurant, maar het restaurant, waar ook veel Middelburgers aten, had ook een belangrijke caféfunctie. Er was een kaartclub en ook een biljartvereniging die zelfs de naam van het hotel droeg.

Versie van 8 aug 2011 om 21:34


't Raedthuys
Locatie Lange Noordstraat
Periode 1970-1980
Eigenaar D. Verkerk
L. Kösters


Taveerne t Raedthuis Noordstraat 1974.PNG

Beschrijving

Hotel ´t Raedthuys bestond al gedurende de jaren ´40 - verschillende advertenties en artikelen in de PZC getuigen daarvan. Van 1938 tot 1941 zat A. van der Weele in de zaak en heette het hotel Terminus. In 1961 werd de heer M.C. Heestermans eigenaar; hij bleef dat tot 1970. Taveerne 't Raedthuys was begin jaren '70 gevestigd aan de Lange Noordstraat 34, behorend bij Hotel 't Raedthuys. In januari 1974 opende ene D. Verkerk de bar, maar later dat jaar (oktober) kwam de zaak alweer in het nieuws toen de nieuwe eigenaars, het echtpaar Kosters-Maas, het restaurantgedeelte van het hotel lieten vervallen. Zij legden meer nadruk op de cafefunctie. Zij plaatsten ook een wedstrijdbiljart in de zaak. Eenvoudige snacks en uitsmijters waren nog wel verkrijgbaar. Op de plaats waar 't Raedthuys zich bevond is nu bejaardencentrum Bachtesteene te vinden. 't Raedthuys was een opvolger van Zeelandia, National en Het Wapen van Middelburg (3).

Geschiedenis

Foto's


Naamgeving

Eigenaars

  • A. van der Weele
  • M.A. Heestermans
  • D.Verkerk
  • Het echtpaar Kösters-Maas (Netty en Ludo)

Mooie verhalen

  • Merijn Heestermans

In wezen zou iedereen zich een vijand moeten aanmeten – al was het maar om scherp te blijven – doch tegelijkertijd tevens een schutspatroon, iemand die je leert dat je, om een of andere reden, leeft en niet alleen leeft. In sommige culturen is degene die je schut je vader en ik had de mazzel dat men in het betreffende geval over een bisnummer zou kunnen spreken. Natuurlijk was het Piet, mijn biologische vader, die me leerde dat ieder mens zijn of haar eigen mens was, en dat je altijd langzaam moest spreken; de anderen – volgens Sartre de hel, en dat was, en is, niet echt bezijden de waarheid – beschikken nu eenmaal niet over snelheid van begrip. Mijn tweede vader heette Merijn Heestermans, een levendige jongen uit Oude Tonge die de wereld bestormde met een vrije geest waar ik nog steeds jaloers op ben. Hij had het vak van banketbakker geleerd, werd kok, en moest, in het voetspoor van de vaderlandse geschiedenis, naar de Oost. Hij kon er prachtig over vertellen, dagen die zich als een feest aaneen regen, die van de heuvels rolden als knikkers uit een broekzak. Later begreep ik dat het niet zo eenvoudig lag, dat de dagen wat harder in zijn schouder beten dan vermeend, wat dieper in zijn geest post vatten dan verwacht. Kende hem al van mijn kinderjaren, vriendelijke, op het oog, lijdzame man die een fantastische ‘Steak Zingara’ op het bord legde in Het Raedthuys. Ik at er als kind de sterren (beetje flauw) van de hemel en verdiende er als jongetje ook mijn eerste centen als bordenwasser. Maar er was meer, veel meer, zo was Merijn degene die mij, als broekje in de taal, ‘On the road’ van Jack Kerouac te lezen gaf – een boek waar ik gelukkig nog steeds niet van genezen ben. Het klinkt als Old Skool, maar ‘’so be it’’; tegenwoordig twittert men – de grote ogen bij het kleine feest – over woorden die zich wanhopig een verhaal trachten te vormen. Enfin, niet gedraald, Merijn ging na de Oost als kok varen bij de koopvaardij en was zichzelf een Columbus. Ik hoor zijn verhalen nog: Sinatra live in New York, Astrud Gilberto in Inpanima en de wereld werd, verhaal na verhaal, even tactiel als een postzegel. Hij vertelde ook, dat hij nog eens een keer was achtergevaren in Montevideo – de ogen van een dame geboden hem als het ware nog een aantal maanden de spiegel van zijn ziel te zijn. En ach, wat wil je dan, iedere jongen in de ban van een verhaal versmelt met hetgeen hij zijn evenbeeld wenst – althans ik wel. En er was meer, veel meer, die levenskunstenaar uit Oude Tonge gaf me ook muziek van Miles Davis en Eric Dolphy – allebei to de eeuwigheid bevorderde trompettisten, alleen de laatste, stierf als diabeticus aan een overdosis aan honing - it’s just too good too be true; doch dit terzijde. Eenmaal in Middelburg raakte Merijn al snel bevriend met mijn vader, wat resulteerde in verhalen waarover mijn moeder nog steeds aanstekelijk kan lachen. Zo kende Het Raedthuys een kaartclub (men speelde bieden of plat ‘biejen’) waar zowel Merijn als mijn vader lid van waren, en het kon weleens zijn dat er na sluitingstijd nog gespeeld werd en de politie kwam controleren. Wanneer dat geval was ging heel de kaartclub looppas richting achteruitgang (Lombardstraat); eigenaar Merijn voorop. Soms word je als schrijver meegenomen - nee, bijna betoverd – door je eigen verhaal en dat is bij mij nu het geval, maar ach, het zij zo. Nog eentje dan , nog een keer een kleine onhebbelijkheid van degene die ik wellicht veronachtzaamd heb – en dat spijt me nog altijd – toen de moed me ontbrak. Mijn vader ging ieder jaar met een select gezelschap naar de Zesdaagse van Antwerpen en Merijn behoorde natuurlijk tot die intimi. In die jaren was spaarzaamheid een deugd, dus Merijn schuimde de kas, vanzelfsprekend tot het nut van het algemeen, slechts periodiek een beetje af. Het mooie was dat hij die steelse bankbiljetten altijd bewaarde in platenhoezen van Miles Davis etc. – de uitdrukking ‘met de muziek mee’ komt daar wellicht vandaan.

  • De Spanjool

Aangezien mijn vader bevriend was met eigenaar Merijn Heestermans kwam ik in mijn kinderjaren vaak in 't Raedthuys. De zaak was ruim beklant met hotelgasten zoals handelsreizigers en vertegenwoordigers die er periodiek verbleven wanneer Zeeland werd aangedaan. In de zomer was het een komen en gaan van toeristen, zowel in het hotel alsook in het restaurant, maar het restaurant, waar ook veel Middelburgers aten, had ook een belangrijke caféfunctie. Er was een kaartclub en ook een biljartvereniging die zelfs de naam van het hotel droeg.

In het café kwamen vogels van verschillende pluimage, Middelburgse types die met naam en toenaam bekend stonden. Een van hen was Janus Leijnse die half Middelburg beter kende als 'de Spanjool', zoals je ook 'De Rus' had (zie De Harlekeijn ). De Spanjool handelde in oude metalen en daarnaast ook in kerstbomen. Wanneer de kerstdagen naderden toog hij met vrachtwagens en los personeel naar de Ardennen om daar dennenbomen te kappen die vervolgens werden doorverkocht aan, zeg maar, tussenhandelaren in Middelburg. Later werden beide handelsvormen overgenomen door zoon Tonny, die het oude-metalenbedrijf aan de Kleverskerkseweg verder uitbouwde.

Wanneer de Spanjool een bezoek aan 't Raedthuys bracht, kwam hij nooit alleen. Hij werd altijd gereden, want op zo'n avond werden er vaak verschillende zaken bezocht, door een voor de gelegenheid ingehuurde chauffeur. Tevens was hij vergezeld van een lijfwacht, wat voor die tijd toch wel een bijzonderheid was. Ik weet niet waarom die lijfwacht over hem waakte, maar het riekte wel naar iets spannends. Het verhaal gaat dat Janus Leijnse zijn bijnaam kreeg omdat hij nog zou hebben meegevochten in de Spaanse burgeroorlog, doch dat blijft vooralsnog een apocrief verhaal.

Adres en contactgevens

Lange Noordstraat 34
4331 CB Middelburg

Externe links

Bronnen

  • Foto's: Beeldbank Zeeland