Een Chinees-Indisch restaurant dat tussen 1972 en begin jaren 90 was gevestigd aan de Pottenmarkt 13-15 te Middelburg.
Inhoud
Geschiedenis
1972
|
Sau Ming Yip en Chan Pui Ching Yip In de jaren 20 van de 20ste eeuw zat de slijterij van A.C. van de Kamer in het pand - later opgevolgd door de slijterij annex drankenhandel van Verdonk. Het echtpaar Yip opent er op zaterdag 20 mei 1972 hun Chinees-Indisch restaurant Au Paradis Chinois. Aangezien het pand zeer diep was en een uitgang aan het Plein 1940, realiseerden ze daar in 1977 een nieuwe ingang met wachtruimte (links naast De Tamboer) waar men maaltijden kon afhalen. In 1990 zat Au Paradis Chinois nog steeds op hetzelfde adres - later werd er een kledingzaak gevestigd. De familie was ook eigenaar van Restaurant China Garden in Vlissingen. |
1982
|
King Long Wu Op zeker moment lijkt het restaurant te zijn overgenomen door de familie Wu. In 1982 adverteert King Long Wu voor het 12,5-jarig bestaan van het restaurant |
Foto's
Meer afbeeldingen zijn te vinden op Au Paradis Chinois/foto's.
Naamgeving
De Nedelandse vertaling van het Franse Au Paradis Chinois luidt: in het Chinese paradijs. Wellicht waren de eigenaren Vietnamees aangezien men - eufemistisch gesproken - in Vietnam een behoorlijk lange periode onvrijwillig met de Franse taal geconfronteerd werd. Het echtpaar had ook enige tijd een zusterrestaurant in Vlissingen, China Garden genaamd - misschien verwijst dit naar de relatie die Vietnam, ook een behoorlijk lange periode, had met de Engelse taal.
Bijzonderheden
- Sau Ming Yip was ook eigenaar van het Chinees-Indisch restaurant China Garden in Vlissingen.
- Dochter Kewa was een bekende verschijning in het Middelburgse. Veel jongemannen waren in de jaren 80 gecharmeerd van haar schoonheid.
Mooie verhalen
In vloeiend Wenzhouhua riep ik ’twee rijstepap en één nasi!’
Een prachtig verhaal van Pete Wu, over de ondernemer Jan Meulenberg, die als enige Nederlander vloeiend Wenzhouhua spreekt, moeilijkste variant op het Chinees. Meulenberg begon de taal te leren in Au Paradis Chinois. Enkele passages:
"Zijn obsessie voor de taal en de cultuur van mijn ouders begon in Middelburg in 1976, in de keuken van het Chinese restaurant Au Paradis Chinois aan de Pottenmarkt, dat gerund werd door een echtpaar uit Wenzhou. Het was puur toeval dat hij juist bij Wenzhou-Chinezen terechtkwam: toen een broer van Jan in dat restaurant stopte als afwasser, werd Jan naar voren geschoven, als 12-jarig jochie. Hij had meteen een goede klik met zijn collega’s uit Wenzhou. Hij vond in de Chinese keuken wat hij thuis miste: zijn ouders hadden het niet breed en hadden weinig aandacht voor hun kinderen. Ze lieten Jan, zijn twee broers en zus hun gang gaan. Ze maakten hun eigen speelgoed, en als Jan jarig was, kreeg hij de oude voetbalschoenen van een oom of zijn oudste broer. Doordeweeks ging Jan naar de mavo en in het weekend stond hij tot zijn 19de, elk weekend, in verschillende Chinese keukens. Jan: ‘Die mensen daar spraken met me en begrepen me, mijn ouders niet.’
Zijn collega’s waren vaak illegalen, koks die hun enige vrije dag in de week besteedden in het casino of in gokhallen. In weekenden bleef Jan met regelmaat logeren bij deze Chinese collega’s. Ze aten samen, keken Kantonese video’s of gingen samen naar Amsterdam, waar destijds nog weleens Chinese films in de bioscoop draaiden. De vriendschappen die Jan als puber sloot met de Wenzhounese koks begonnen ietwat stroef: ze spraken elkaars taal niet. Daar besloot Jan wat aan te doen. ‘In het begin verstond ik de gesprekken niet, maar ik beloofde mezelf: ik ga goed luisteren en dingen opschrijven. Na een tijdje begon ik steeds meer woorden te herkennen. Ik werd helemaal hoteldebotel van de Chinese taal.’ Het leren begon met het in schriftjes opschrijven van de Chinese karakters die hij in het restaurant had geleerd. Dat waren niet eens echte karakters, maar afkortingen voor bestellingen als ‘nasi speciaal’, ‘babi pangang’ en ‘loempia’. Daarna volgden simpele woorden als slapen, eten, lekker, niet lekker en – zoals het gaat met nieuwe talen – scheldwoorden als stommerik. Vervolgens leerde Jan volledige zinnen. ‘Op een gegeven moment sprak ik het zo goed, dat ik bij het luikje in het restaurant mocht staan om de bestellingen door te schreeuwen, in vloeiend Wenzhouhua: Twee rijstepap, één nasi!’
Zo werkte Jan zich op van afwasser tot kok en niet veel later tot ober. Meer en meer leefde hij toe naar het weekend, naar de momenten in de warme keuken waar hij de taal kon oefenen op zijn collega’s. ‘Een normaal kind gaat in het weekend buitenspelen en heeft familiaire verplichtingen, maar ik wilde altijd werken.’ Eigenlijk wilde hij niet meer naar school, waar hij vanwege zijn obsessie voor het Wenzhouhua een vreemde eend in de bijt werd gevonden. Jan: ‘Ik werd wel geaccepteerd op school, ook met sporten en zo, maar ik was anders. Ik was altijd met China en werken bezig en sloeg daarin totaal door. Ik was een buitenbeentje. Mensen vonden het overdreven. Sommige Nederlanders dachten in die tijd dat China nog een land was waar ze achter de koeien aanliepen. Het was geen leuke periode.’ En dus ging hij, na het behalen van zijn mavo-diploma, meteen terug de Chinese restaurants in."
Externe links
Bronnen
- Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek
- Website Pete Wu
- Foto's: Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, collectie Jan Meulenberg