De Gouden Mortier
Seisdam 22-24
4331 NT Middelburg
Een bordeel aan de Seisdam 22-24 in Middelburg. In het pand zat in de 19e eeuw Het Nederlandsche Koffiehuis van Geljon.
Geschiedenis
1944
|
In 1944 vordert de bezetter twee panden aan de Seisdam in Middelburg - nummer 22, De Gouden Mortier, en nummer 24, De Grote Mortier - en opent een bordeel voor de Duitse soldaten. Aangezien er zich zaken voordeden die het daglicht niet konden verdragen, werden de ramen wit gekalkt - het bordeel heeft maar een jaar bestaan. |
Foto's
Meer afbeeldingen zijn te vinden op De_Gouden_Mortier/fotos
Mr. J.H.F. Bloemers verhuist tijdelijk van Seisdam 22 naar Dam 31 PZC februari 1944
Bijzonderheden
- Van de website Oud Zandvoort, door Maarten Weber:
"Zandvoort behoorde tot één van de 12 plaatsen waar in 1943 door de Duitse bezetter een bordeel, Puff, werd ingericht. Deze plaatsen waren Den Burg, Den Helder, Stolpen (bij Schagen), IJmuiden, Zandvoort, Hoek van Holland, Doorn, Oostvoorne, Middelburg, Veere, 's Heerenhoek en Goes.
De legereenheden in die plaatsen bestonden in hoofdzaak uit soldaten gerekruteerd uit krijgsgevangen gemaakte Russische soldaten. Eind 1944 werd ook in Wassenaar en Scheveningen een Puff gevestigd. Aanleiding tot de stichting, onder toezicht van de SD, was de geïsoleerde situatie waarin de soldaten zich in deze plaatsen bevonden, het grootste deel van de bevolking geëvacueerd en daardoor weinig vertier. Een verkrachtingszaak in de omgeving van Schagen door een aantal militairen - de schuldigen werden op bevel van de SD geëxecuteerd - versnelde de uitvoering. Een bijkomend voordeel van de Puff's was het terugdringen van het aantal gevallen van geslachtsziekte onder de troepen. In Zandvoort werd het Weermachtbordeel gevestigd in twee huizen aan de Parallelweg, achter het leegstaande kindertehuis "Groot Kijkduin".
C. Kuijper Sr schreef hierover in zijn reeks "Zandvoort in Bezettingstijd" het volgende: " De Puff was uitsluitend bestemd voor de Georgiërs. Er was geen toegang voor de Duitse Weermacht, uitsluitend de Russen mochten naar binnen. Er waren een twintigtal meisjes, allen chique in de kleren en het ontbrak hen aan niets. Aan het hoofd stond een vervaarlijk uitziende dikke matrone, die "Mutti" werd genoemd. Bij haar inkopen in het dorp werd zij altijd vergezeld van een venijnig uitziende hond, een Pekinees van groot formaat, die Churchill heette, waarschijnlijk omdat hij altijd de tanden liet zien". "