Middelburg Dronk

Tuchthuis

(Foto's)
(Foto's)
Regel 47: Regel 47:
 
<gallery perrow="6">
 
<gallery perrow="6">
 
Bestand:Gezicht_op_het_Tuchthuis,_Kousteensedijk_Middelburg.jpg| Kopie naar J.F. Schutz, 1875 door J.J. Hollestelle
 
Bestand:Gezicht_op_het_Tuchthuis,_Kousteensedijk_Middelburg.jpg| Kopie naar J.F. Schutz, 1875 door J.J. Hollestelle
Bestand:Het_Huis_van_Bewaring,_foto_Eduard_Engel_1993.JPG| Huis van Bewaring Kousteensedijk, 1993
 
 
Bestand:Huis_van_bewaring_1900.PNG| Het huis van bewaring in Middelburg omstreeks 1900, met op de voorgrond de sluizen en op de achtergrond de Nieuwe Haven met het Badhuis van de stad.
 
Bestand:Huis_van_bewaring_1900.PNG| Het huis van bewaring in Middelburg omstreeks 1900, met op de voorgrond de sluizen en op de achtergrond de Nieuwe Haven met het Badhuis van de stad.
 
Bestand:Abraham_Maggaris.PNG| Abraham Magaris (1721-1792), alias Cato Kamerling, heelmeester en falsaris, sinds 1765 gedetineerd in het tuchthuis te Middelburg, achter tralies, met een spotwapen.
 
Bestand:Abraham_Maggaris.PNG| Abraham Magaris (1721-1792), alias Cato Kamerling, heelmeester en falsaris, sinds 1765 gedetineerd in het tuchthuis te Middelburg, achter tralies, met een spotwapen.

Versie van 29 mrt 2015 om 14:03

 

Tuchthuis

Kousteensedijk
Middelburg

 

Een bijzonder soort herberg aan de Kousteensedijk in Middelburg.

Geschiedenis

1643
Gemeente Middelburg

In 1643 wordt het Tuchthuis aan de Kousteensedijk in gebruik genomen. Een vreemde eend in de bijt, maar deze horecazaak voldoet net als het Onze Lieve Vrouwegasthuis aan het belangrijkste criterium van deze site: er werden alcoholische dranken verkocht en gedronken. In het Tuchthuis heette de kastelein treffend binnenvader en hij was verantwoordelijk voor het natje en droogje van zijn gasten - net een gezinsvervangend tehuis. Zijn plichten waren omschreven in een in 1684 opgestelde ordonnantie, “Van den Binnenvader”. Artikel 2 daarvan luidde: “Denselven zal voor tractement genieten de somma van vier hondert Caroli guldens jaarlijks, acht steen kaarsen, ses ende een half last turff, drij vademen brandhout, drij achtste zeepe ende traan tot de lampen voor de gevangenis, na behooren; dessal hij gehouden wesen aan de tuchtelingen te geven van den eersten November tot den laatsten Februarij, ijder vier turven daags ende acht maanden ieder twee turven dagelijks, ijder schaffdag uijt te deelen, sonder iets daar vooren te genieten, gelijk hij mede gehouden sal weesen, soo wanneer eenige van de Heeren van de Regeeringe ofte de Regenten vant huijs, ofte derselver huijsvrouwen, ten dienst van het selve vaceerende, deselve behoorlijk te voorsien van vuur ende licht en bij avonden met lantaarns thuijs te brengen ofte laten brengen, alles sonder iets daar vooren te declaren.”

Volgens artikel 7 genoot de binnenvader vrijstelling van accijns voor “zeven oxhoofden wijn en acht tonnen goederen”, alsmede voor zoveel bier als er nodig was, mits hij de gevangenen voor de wijn niet meer liet betalen dan drie stuivers per pint en voor het bier niet meer dan vier gulden “de blanke kanne”. Uit een rapport van 1806 blijkt dat de binnenvader in dat jaar nog steeds vrijstelling van accijns genoot. Welke caféhouder zou hier niet voor tekenen

Er werden ook feestmalen aangericht. Over een diner in het tuchthuis op 14 april 1758 werd het volgende geschreven: “In Tugthuijs gegeten, Ik soon en dogter Radermacher en juff. Nieuwveld. Burgemeester van der Beke d’hr Cocquelle en vr. en Anth. van Citters, Ferni en vr. met Monjé en vrouw. 2 schotels platen en tongen, een ham gekookt in ’t midd., een kalkoen en lamsquart, een amandel en appeltaart, latoe sla, suur, spenagie en gestoofde hoppe. Voorts dessert.” De zaak had dus eigenlijk ook een retaurantfunctie.

In 1747 werd van binnenvader Cornelis van Loysen een half jaar traktement ingehouden wegens “zorgeloosheid in het bewaren der gevangenen”. In 1757 moest Van Loysen weer op het matje komen naar aanleiding van het ontsnappen van vijf gevangenen en het zetten van drinkgelagen. Een commissie vanuit het stadsbestuur deed onderzoek en een van de resultaten uit dit onderzoek was dat er tussen 1 september 1753 en ultimo oktober 1754 15 okshoofden en 5 stopen wijn waren verconsumeerd. De inhoud van een okshoofd was ruim 230 liter en van een stoop 2 liter - er was in een jaar tijd dus ruim 3.460 liter wijn naar binnen geslagen; het jaar daarop was dat 3.120 liter. Op hoogtijdagen zoals kermissen en “wanneer aldaar eenige executie geschiedde”, werd aan de gevangenen een extra hoeveelheid wijn verstrekt. De binnenvader moest er ook op toezien dat de vrouwen zich kleedden “zonder eenige ligtveerdig- of wulpsheid te verbeelden”.

Op de plaats van het Tuchthuis werd later het Huis van Bewaring gebouwd, maar toen was de lol er al een eind af. Het Huis van Bewaring werd in 1995 afgebroken en nu staat De Rechtbank Middelburg, adres Kousteensedijk 2, ongeveer op die plek.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Tuchthuis/fotos


Naamgeving

Bijzonderheden

Mooie verhalen

Externe links

Bronnen