Middelburg Dronk

Kroegpraat

(Op merote in Middelburg (Rob 17 februari 2016))
(December2016)
 
(64 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 2: Regel 2:
 
==Kroegpraat: columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de Middelburgse en Veerse Bode==
 
==Kroegpraat: columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de Middelburgse en Veerse Bode==
 
Vanaf juni 2015 schrijven redacteurs Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen columns over de Walcherse horeca in de [http://www.internetbode.nl De Middelburgse & Veerse Bode], onder de naam Kroegpraat. Deze columns zijn ook terug te vinden op [http://internetbode.nl/middelburg/categorie/columns de columnpagina van De Bode]. Columns die Rob en Edwin eerder onder de naam 'Barcodes' schreven voor de PZC (tussen 6 december 2013 en 20 mei 2015) zijn terug te vinden op [http://www.middelburgdronk.nl/wiki/Barcodes de gelijknamige pagina op Middelburg Dronk]. Oudere columns voor Kroegpraat zijn te vinden op [http://middelburgdronk.nl/wiki/Kroegpraat_Archief de archiefpagina van Kroegpraat].
 
Vanaf juni 2015 schrijven redacteurs Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen columns over de Walcherse horeca in de [http://www.internetbode.nl De Middelburgse & Veerse Bode], onder de naam Kroegpraat. Deze columns zijn ook terug te vinden op [http://internetbode.nl/middelburg/categorie/columns de columnpagina van De Bode]. Columns die Rob en Edwin eerder onder de naam 'Barcodes' schreven voor de PZC (tussen 6 december 2013 en 20 mei 2015) zijn terug te vinden op [http://www.middelburgdronk.nl/wiki/Barcodes de gelijknamige pagina op Middelburg Dronk]. Oudere columns voor Kroegpraat zijn te vinden op [http://middelburgdronk.nl/wiki/Kroegpraat_Archief de archiefpagina van Kroegpraat].
==Februari 2016==
+
==December2016==
===Op merote in Middelburg (Rob 17 februari 2016)===
+
===Bieren bij van Aartsen (Rob, 14 december 2016)===
[[Bestand:Cafe_Gulden_Schot_Middelburg_1969.PNG|miniatuur|rechts|280px|]]
+
[[Bestand:Bierhal_A._van_Aartsen,_ca._1900.JPG|miniatuur|rechts|280px|]]
Vroeger deed ik samen met mijn makker Edwin Mijnsbergen af en toe een rondje langs Middelburgse kroegen. Er waren zaken bij waar ik zelden kwam, maar me toch altijd welkom voelde. We hebben eens zo’n rondje gedaan en speelden op alle éénarmige bandieten, die de kroegen rijk waren. Het werd een ongemene ‘winstreak’, want in elk café dat we aandeden wonnen we. Zwaar met winst beladen togen we tenslotte naar de hut, alias Seventy Seven, waar het potverteren tot sluitingstijd duurde.
+
In 1909 opent Anthonie van Aartsen zijn tweede bierhal aan de Korte Giststraat 4 in Middelburg. De eerste was St. Jacob aan de Nieuwstraat, ook in Middelburg. De zaak is niet alleen een bierhal, maar ook een bottelarij. Hij bottelt onder meer Heineken waar de mensen ook van kunnen genieten in de bierhal. Je kunt als rechtgeaarde arbeider zo’n gele rakker meteen aan de lippen zetten.
In de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw, Edwin moest nog geboren worden, ging ik ook al ‘op merote’ in Middelburg. Zo ging ik weleens buurten bij het Gulden Schot in de Sint Janstraat. Wellicht refereerde de naam van het café aan het gelijknamige tv-programma waarmee ome Lou van Burg in die tijd furore maakte. Toen ome Lou zijn assistente bezwangerde was het uit met de pret en werd hij opgevolgd door Kees Schilperoort, doch dit terzijde.
 
  
Leo Plugge werd in 1971 eigenaar van [[Het Gulden Schot]], Eric van den Berge ging er als 13-jarige in 1973 werken als schoonmaker. Een jaar later namen Thérèse Heindl en vriendin Annemie Pleumeekers de zaak over. Thérèse en Annemie maakten er een disco van en Eric werd DJ From the Mountain. Hij had altijd al een internationale invalshoek. De zaak kreeg in 1977 de naam Jowi’s Place en was eigendom van Willem Groeneveld, maar amper twee jaar later werd Greet van der Wees de nieuwe eigenaar. Eric zwaaide na vijf jaar als DJ te hebben gefungeerd af.
+
Van Aartsen wordt in de jaren ’20 een merk. Hij adverteert als AVA. Bokbier kost 21 cent per halve flesch en je kan er ook Münchener donker en licht lager drinken. Witte port kost 90 cent de liter en kinawijn 1 gulden 50 de liter. Er zijn echter ook Bordeaux en andere wijnen voorradig. Kortom, bij Van Aartsen kun je drinken wat je wilt. De bierhal loopt op rolletjes en het is vaak kassa voor Anthonie.
  
Greet veranderde al snel de naam Jowi’s Place in [[Company]] en draaide deze disco samen met haar vriend Rob. Ik kwam weleens in Company waar ze een machine hadden die de dansvloer bij tijd en wijle van forse rookwolken voorzag. Greet draaide vaak reggae, om op die manier ook Zuid-Molukse klanten aan te trekken. Of die er ook kwamen, weet ik niet, wel dat Nico Telepary een tijdje portier was. Karel Brandes was stamgast die in het voetbalteam van Company speelde. Karel had echter meer noten op zijn zang, zo zong hij in de hardrock band September’80, die op 1 mei 1981 optrad in Company. Voor wat hoort wat.
+
Hij stopt in 1935 en draagt de zaak over aan zoon Willem Pieter, maar hij stopt met de bierhal, dus bieren bij Van Aartsen is er niet meer bij. Willem Pieter van Aartsen publiceert in 1939 de brochure ‘Aardstralen, wichelroede, en onze gezondheid.’ Hij is wat men nu een zwever zou noemen.
In 1980 vertrok Greet naar andere oorden. Marja volgde haar in naam op, aangezien Rob niet over de vereiste horecapapieren beschikte. Op 21 april 1981 sloot Company haar deuren en was het over en uit. Eind jaren ’80 werd het pand, evenals het belendende bedrijf van Wiegel, gesloopt om plaats te maken voor appartementen.
 
  
Binnenkort wil ik toch maar weer eens een rondje met Edwin doen. Het is alleen jammer dat er zoveel horecazaken, zoals de Schuur, de Reünie, Underground, Rock Desert en Mambo’s al zolang leeg staan en verpieteren. Het doet me zeer zeer en ik vraag me af wat een grote brouwerij als InBev bezielt. Pure kapitaalvernietiging zou je denken, maar ik ben natuurlijk maar een eenvoudig boerengeslacht. Ik hoop echter op beterschap, zodat ik in de toekomst weer ouderwets ‘op merote’ in Middelburg kan gaan.
+
In het fantastische boek ‘Hop en gerst veredeld’ van Toon Franken en Eric Hageman staat een mooie anekdote over Willem Pieter van Aartsen. Cees de Vlieger vertelt dat Willem Pieter over paranormale gaven beschikte. “Een keer lag mijn vader ziek op bed en toen heeft hij van Aartsen laten komen. Die zei aan het eind van zijn bezoek dat het bed een paar meter verplaatst moest worden. Dat hebben we toen maar gedaan. Na een paar dagen was mijn vader weer beter.
  
===Horecabloed kruipt waar het niet gaan kan (Rob 10 februari 2016)===
 
Sommige families lijken voor eeuwig verbonden met de horeca op Walcheren. Daan Hengst uit Westkapelle maakte een prachtige stamboom van de familie Minderhoud die de lijnen verbindt. Hendrik Minderhoud zat in het Kasteel van Batavia, Willem in de Oranjeboom, Johannes in de Valk en Jacob in Tramzicht, allemaal horecazaken in Westkapelle. Noach Minderhoud zat in café Centrum, Willem in [['t Sincken Tooghje]], Joost in [[De Eendracht]], Johanna in het Bredasche Veerhuis en Kobus in een naamloos café aan de Segeerstraat. Al deze zaken stonden in Middelburg en het zou mooi zijn als de naam van Kobus’ café nu eens boven water kwam. Pieternella Minderhoud zat in de Roode Leeuw in Zoutelande en Johanna Willemina in de Schoone Waardin in Ritthem.
 
  
Aangezien het aantal herbergen en cafés, hoewel talrijk, beperkt was zochten de Minderhoud’s logischerwijs elders op Walcheren emplooi. In een plaats als Veere was er minder horeca, maar de zaken die er waren bleven soms in de familie. Ben Huybrecht zat in D’Ouwe Werf en het Veerse Meer, dat later de naam veranderde in De Peperboom, was tot vorig jaar eigendom van dochter Marion. En dan is er natuurlijk nog de Campveerse Toren waar de familie Van Cranenburgh sinds 1947 de lakens uitdeelt.
+
Het verhaal vertelt helaas niet of Willem Pieter de wichelroede heeft gehanteerd om aardstralen te lokken. Hoewel Van Aartsen de deur van de bierhal in 1935 sluit, heeft het verhaal toch nog een horecastaartje. In februari 1967 opent de hervormde jeugdraad Middelburg namelijk discobar ’t Stuivertje in het pand. Je kunt er bijvoorbeeld voor 1 gulden 50 op zaterdagavond gezellig de foxtrot dansen. Een advertentie uit de provinciale courant van 25 mei 1968 meldt het volgende: ‘Middelburg, vandaag. De hele avond feest! Want als om half tien de zeskamp klaar is, dan opent discobar ’t Stuivertje in Korte Giststraat 4. Voor één gulden nog heerlijk een paar uur gezellig dansen. Tot vanavond’.
Er is echter nog een vaste waarde in Veere, namelijk ’t Waepen van Veere aan de Markt. In 1967 meldde de courant dat de NV Poppe de zaak had geopend. Die NV kreeg al snel gezicht in Bram en Catrien Poppe, de uitbaters van ’t Waepen. In de loop der jaren werd een voormalige paardenstal naast de zaak aangekocht en na een grondige verbouwing heropende t’ Waepen met meer volume. Op enig moment namen zoon Piet en schoondochter Lia de zaak over en ook zij verbouwden de zaak. Nieuwe bezems vegen nu eenmaal schoon.
 
  
In de jaren ’90 kreeg de jonge kok Marc Meeusen in ’t Waepen de kans te tonen wat hij waard is. Ook Marc kreeg de horeca met de paplepel ingegoten, want zijn ouders Ger en Ryan zaten jarenlang in bistro Juliana aan de Middelburgse Markt. In 2005 koos Marc voor een baan in het onderwijs en werd hij opgevolgd door Jeroen Haas, zijn voormalige souschef. Die wist en weet ook wat koken is, want toenmalig culinair recensent Rien van Reems meldde in de courant dat de culinaire continuïteit bij [http://veeredronk.nl/wiki/'t_Waepen_van_Veere ’t Waepen van Veere] veilig was. In die periode vond er opnieuw een wisseling van de wacht in ’t Waepen plaats en kwamen Piet’s zoon Bram-Pieter en schoondochter Barbara aan het roer. En opnieuw, hoe kon het ook anders, timmerden de verse Poppe’s aan de weg. Ze gaven de zaak een facelift en een strak karakter dat aansloot bij de moderne tijd. Natuurlijk is het zaak dat je meegaat met je tijd, ‘go with the flow’, anders mis je onherroepelijk de boot.
+
De zeskamp waaraan wordt gerefereerd is een spel van de NCRV en BRT waarin steden om de overwinning strijden. De zeskamp heeft op vrijdag en zaterdag plaats op de Middelburgse Markt. Op zaterdag 27 september organiseert de vereniging ‘Uit het volk voor het volk’ een feestavond voor de Middelburgse deelnemers. Op die avond wordt ook een 70 minuten durende film vertoond die Dick van Bommel voor de NCRV heeft gemaakt. Bieren is na 1935 in de bierhal van Van Aartsen niet meer mogelijk. Maar met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan dat wel in ’t Stuivertje. Zeker na de zeskamp op zaterdag 25 mei 1968.  
  
De culinaire continuïteit is nog steeds als vanouds en de liefhebbers van kreeft blijven duimen en vingers aflikken. Dat hoop ik in het hart van de lente ook eens te doen.
+
===De schaduwkant van Carmen Silva (Rob, 7 december 2016)===
 +
Domburg was aan het einde van de 19e eeuw wat je noemt ‘booming’. Nogal wat gekroonde hoofden schreden er plechtig over straat. Dit kon voor een groot deel op het conto worden geschreven van de gouden duimen van dokter Johann Georg Mezger. Hij had niet voor niets de bijnaam ‘vorstenwrijver’. Later kreeg hij zeer terecht een borstbeeld op ’t Groentje. Het borstbeeld is nog een tijdje gestald in de schuur van de ‘overoba’ – overopa in ABN – van Cees Maas: Leunis Maas, die ook aanwezig was bij de onthulling van het borstbeeld.
 +
De mindere goden hielden séjour in het Badhotel, Badpaviljoen of Schuttershof. Degenen die nog lager op de maatschappelijke ladder stonden hadden genoeg keuze. Ze konden bijvoorbeeld logeren in herberg de Roode Leeuw of in één van de talrijke pensionnetjes die destijds als paddenstoelen uit de grond schoten. De positie op de maatschappelijke ladder was doorslaggevend voor het te kiezen logeeradres.
  
===Gierende hormonen in Café Colours (Edwin 3 februari 2016)===
+
De ‘upper ten’ hield hof in Pension Duinoord. In 1889 logeerde Pauline Elisabeth Ottilie Luise zu Wied er. Ze was gehuwd met koning Carol I van Roemenië. Pauline schreef gedichten onder het pseudoniem Carmen Silva, maar over haar later meer. De locatie van Pension Duinoord is jarenlang een raadsel voor mij geweest. Ik heb het er vaak genoeg met Cees Maas over gehad. Op een gegeven moment las ik dat het pension in het vroon stond. Het vroon van Domburg situeerde zich in de buurt van wat nu de Nehalenniaweg heet. Ongeveer ter hoogte van pension Bosch en Zee dat de opa van Cees in 1930 bouwde en uitbaatte. Zoals zo vaak blijken sommige zaken met elkaar verbonden.
[[Bestand:Angelique_Riemens.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
“Als je als kroegeigenaar een volle bar wilt, moet je twee vrouwenfietsen voor je zaak zetten. Dan stroomt het zo vol met mannen.” Toen ik dat vorige week een gast aan de bar hoorde zeggen moest ik erg lachen. De opmerking was uiteraard over de top, maar ik begreep meteen wat hij bedoelde. Er zijn ontelbaar veel cafés waar het uiterlijk of het karakter van de medewerkers nauwelijks invloed heeft op de omzet, maar iedereen weet dat het aannemen van mooie of leuke mensen wel kan bijdragen aan het succes van een horecagelegenheid. Ik heb mensen, zeker mannen, maar al te vaak nog eens een extra rondje bier zien bestellen, omdat ze zichtbaar genoten van hun uitzicht.
 
Bij mij en mijn maatjes uit de pubertijd was dat uitzicht ook een factor, herinner ik me. Voor onze 15e verjaardag waren we ’s avonds voornamelijk te vinden in Middelburgse jeugdsozen als Double D (in Dauwendaele), Hofplein (Centrum) en Trefpunt (Nassaulaan) en overdag in cafetaria’s, zoals Martin’s Automatiek op de Markt, maar vanaf 1986 pakten we het serieuzer aan. Toen kwamen zaken als Meccano, La Folie en Cavern in beeld. We waren er weliswaar nog net iets te jong voor, maar meestal kwamen we wel binnen. Het deurbeleid was toen minder streng dan nu.
 
  
Onze eerste ‘echte’ kroegbezoekjes vonden plaats in een Middelburgse café dat niet zo lang bestaan heeft: café [[Colours]] aan Vlasmarkt 39. Die zaak, van Harmen van Loon en Angelique Riemens, was een opvolger van de wat beruchtere zaak (In) de Verkeerde Wereld en een voorloper van Café Dangeroe van Ben Vriesman. Tegenwoordig is Café Bardot gevestigd in het pand.
+
Men kon binnen baden in Pension Duinoord. Stalhouder Hendrikse reed per koets dagelijks, behalve op zondag, naar Middelburg in de maanden juli, augustus en september. De prijs Domburg-Middelburg vice versa bedroeg één gulden. Eigenaar Cornelis Hendrik Elout legde zijn klanten voortdurend in de watten. Die watten dienden erg zacht te zijn, aangezien de clientèle gewend was met zijden handschoenen te worden aangepakt.
Je kunt er lang en kort over praten, maar uiteindelijk komt het er toch op neer dat Colours niet zo lang heeft bestaan omdat het geen groot succes was. Voor broekjes als wij, ‘die net kwamen kijken’, was het echter de perfecte tent. We kregen veel aandacht en ruimte van Harmen en Angelique. Dat was precies wat we nodig hadden. In die kroeg leerden we onder meer hoe je poolbiljart speelt en hoe je óók drankjes kunt bestellen als je met een groep op stap bent. We bestelden in het begin al die bessenjenevertjes, Pisang Ambons en andere zoete rommel een voor een, totdat Angelique er ons fijntjes op wees dat we ook een potje konden maken. Daar waren we zelf nog niet opgekomen.
 
  
Natuurlijk werden we ook door dat soort aardigheidjes vaste klantjes van de zaak, maar de belangrijkste reden was de aanwezigheid van Angelique op zich. Stiekem waren we allemaal – we waren met een man of tien – een beetje verliefd op haar. Door het leeftijdsverschil hoefden we ons natuurlijk geen illusies te maken, maar daar maalden we niet om. Dat heb je nu eenmaal, als de hormonen door je lijf gieren. We konden onze ogen niet van haar afhouden.
+
Met ingang van 1 april 1902 werd Dorothea Anna van Dixhoorn eigenaar van het pension. Ze bleef er tot aan haar overlijden in 1906. ‘Zeeuwen Gezocht’ van het Zeeuws Archief meldt dat ze bij haar overlijden te boek stond als pensionhoudster. Van Dixhoorn werd datzelfde jaar nog opgevolgd door mejuffrouw Rutgers. De mejuffrouw vertrok in 1918 naar het vlakbij gelegen pension Klein Duinoord.
Dat was in de gelegenheden, die in de jaren daarop zouden volgen niet anders. Overal hadden we wel een favoriet. Nu, 30 jaar later is dat eigenlijk nog steeds zo. We kunnen prima zonder, maar als er een aardige barvrouw aan het werk is, bestellen we er vaak toch nog eentje extra. ‘Boys will be boys’.
 
  
==Januari 2016==
+
Na 1918 heb ik niets meer kunnen vinden over Pension Duinoord. Het lijkt wel of het toen van de aardbodem is verdwenen. Vanzelfsprekend houd ik me aanbevolen voor aanvullende informatie.
===Who is who in Domburg (Rob 27 januari 2016)===
 
Veel mensen dromen weg bij de gedachte aan het Zeeuwse licht vanaf de Hoge Hill op Domburg. Ze dromen van de tijd dat kunstschilders als Mondriaan en Toorop zich aan het begin van de 20e eeuw thuis voelden in de Domburgse parel. Natuurlijk is het mooi dat er zoveel schoonheid door het stadje waarde. Dokter Mezger, wiens vrouw uit Middelburg kwam, beklopte, kneep en wreef de ledematen van zijn meer dan goed bedeelde klanten. Zijn gouden duimen legden hem overigens geen windeieren. Domburg floreerde in die periode als nooit tevoren.
 
Het medisch toerisme verdween toen Mezger uit Domburg vertrok, maar het bleef een komen en gaan van mooi-weer-toeristen. Vogels van diverse pluimage landden aan en brachten jarenlang kleur in de stad, die Domburg al 793 jaar is. Natuurlijk voerden en voeren de oosterburen de boventoon met zo links en rechts Europeanen allerhande.
 
  
Zo vertelde mijn oude middelbare schoolmakker en vrije Domburger Cees Maas dat de Engelse band The Who in het begin van de jaren ’70 een bungalow huurde in het Prinsenpark. Getooid in Afghaanse jassen kuierden ze op zomerdagen door de Oost- en Weststraat. De ‘patchouli’ was niet van de lucht, evenals die van een welriekend pretsigaretje. Er logeerden vaak gasten bij The Who en dat waren op muzikaal gebied niet de minsten.
+
In de loop der tijd raakte ik overigens steeds meer gefascineerd door Carmen Silva. Het ging zelfs zo ver dat ik een gedicht over haar schreef met als titel ‘De schaduw van Carmen Silva’. De schaduwkant van Carmen Silva hangt tot op de dag van vandaag aan de Boulevard Van Schagen boven Domburg en zo hoort dat.
Afijn, in die tijd werd er in de zomer weleens een bescheiden popfestival georganiseerd bij kasteel Westhove. Op het grote grasveld stond een podium voor de rododendrons en er was een bar bij het bruggetje. Er werd niets aan het toeval en de dorst overgelaten. Op enig moment trad Earth & Fire op met Jerney Kaagman als ‘leading lady’. In de pauze stapte een aantal muzikanten op het podium en er ontstond een jamsessie.
 
Er stonden een solo- en basgitarist, wellicht Zeeuwen, op het toneel en een langharige, bebaarde man begon het nummer ‘Room to move’ op zijn mondharmonica te spelen. Dat was geen Zeeuw, maar John Mayall die over de hele wereld furore maakte met zijn Bluesbreakers. Even later stapte er een beer van een vent het podium op en dat was Bob ‘The Bear’ Hite, de zanger van Canned Heat. The Bear was een maatje van John Mayall. Ze deelden samen een huis in Laurel Canyon in Californië. Mayall heeft er nog een liedje over geschreven, The Bear, dat op de lp ‘Blues from Laurel Canyon’, maar dit terzijde.
 
  
Earth & Fire was not amused dat er op hun instrumenten was gespeeld, maar ja, wat wil je met ‘die boertjes en dat boerinnetje van buten’. De bandleden hadden wellicht niet eens in de gaten wie dat langharig en dikbuikig tuig waren. Er zijn foto’s van de legendarische jamsessie gemaakt en de mare gaat zelfs een super 8-filmpje. Het zou prachtig zijn als dat nog eens boven water komt. Zo zouden we kunnen verifiëren wie ‘who is who’ in de jaren ’70 in Domburg was. Dat zou nog eens cool zijn.
+
==November 2016==
===Van Boven naar Beneden (Rob 20 januari 2016)===
+
===De afwezigen hebben altijd ongelijk (Edwin, 30 november 2016)===
[[Bestand:Cafe_De_Vriendschap_Nieuwstraat_19_Arnemuiden,_ca._1950.JPG|miniatuur|rechts|280px|]]
+
[[Bestand:Vliegende_Hollander_2.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
De inwonerslijst van Arnemuiden uit 1860 meldt dat herbergier Jacobus Bliek en echtgenote Adriana Koets op het adres Nieuwstraat 19 verblijven. De herberg waarin ze wonen en werken – zeg maar woon-werkverkeer – heet de Vriendschap. Zowat iedere stad en ieder dorp op Walcheren had of heeft wel een herberg of café met die naam, maar vandaag ligt de focus op Arnemuiden.
+
Twee weken geleden interviewde ik in de Graanbeurs, op het Damplein in Middelburg, ondernemer Koen Funk, van Biercafe De Vliegende Hollander. Hij organiseert in samenwerking met brouwerijen en andere ondernemers op het plein een Winterbierfestival op 16 en 17 december. Het Damplein maakt daardoor dit jaar voor de eerste keer deel uit van het programma van Middelburg Winterstad. Het evenement begon ooit met alleen de ijsbaan op de Markt, maar lijkt ieder jaar een beetje groter en succesvoller te worden. Steeds meer cafés bouwen blokhutten op hun terras, de kerstmarkten worden uitgebreid en de grote tent voor het winterterras op het zogenoemde Tympaanplein werd dit jaar een maand eerder ingericht, omdat die veel extra bezoekers trekt.
Afijn, wanneer Adriana in 1877 overlijdt, laat Jacobus er geen gras over groeien. Hij hertrouwt een jaar later met Neeltje Valkier. Aan alles komt een einde en in 1882 verwisselt Jacobus dan ook het tijdelijke voor het eeuwige en wordt Leendert Maartense de verse herbergier. Rond 1900 komt Andries Servaas in de Vriendschap. Hij is geen vreemde eend in de bijt. Servaas heeft eerder namelijk in de Eendracht aan de Noordstraat gezeten. Als hij in 1925 naar de herberg Bloemendaal in Brigdamme vertrekt, breekt er een nieuw tijdperk aan, namelijk dat van Hameling.
 
  
Hendrik Hameling en echtgenote Catharina Maat bijten in 1925 het spits in de Vriendschap af en de familie Hameling zal het nooit meer afgeven. Ze laven de dorstige Arnemuidenaren en toevallige passanten voor een periode van 25 jaar, voorwaar geen kattenurine. In 1950 wordt de fakkel overgedragen aan Pieter Hameling en echtgenote Leu Sturm. We tasten vooralsnog in het duister over de familierelatie tussen Hendrik en Pieter, maar waar het duister is, volgt soms het licht.
+
Dat Koen de aansluiting zoekt bij dit winterfeest vind ik om verschillende redenen geweldig. Er gaat sowieso veel positiefs uit van eigen initiatieven en van lokale samenwerkingsverbanden (in dit geval met restaurant La Piccola Italia en Eetcafé De Zwarte Ruiter op ’t Witte Paart) maar wat ik veel mooier vind is het gegeven dat de organisatie hiermee het signaal afgeeft bereid te zijn om het Damplein nieuw leven in te blazen.
Pieter en Leu worden een jaar later opgezadeld met een akelig akkefietje. De courant meldt dat kapper Z. het op 13 februari 1951 op een zuipen zet in de Vriendschap en vervolgens vervaarlijk met een schietijzer zwaait. Pieter zet de verknipte kapper buiten, die vervolgens naar huis gaat. Daar wil hij zijn vrouw naar de andere wereld helpen, maar zij weet naar de buren te vluchten. Uiteindelijk weten twee politieagenten Z. te ontwapenen en wordt hij naar de Blauwedijk gebracht. Daar wordt hem twee maanden water en brood geserveerd, want zolang duurt zijn voorarrest. De officier eist zes maanden gevangenisstraf, waarvan vier voorwaardelijk, dus Z. kan per kerende post terug naar huis.
 
Wanneer Pieter Hameling op 12 april 1969 overlijdt, zet Leu de zaak geknakt, maar niet gebroken voort. Ze vervrouwt zich, zet de schouders eronder en geeft het beste wat ze in zich heeft. En dat is veel, want Leu staat tot op de dag van vandaag, 87 jaar oud, in de Vriendschap.
 
  
Aanmerkelijk meer dan een stief kwartiertje geleden ging bovengetekende samen met kompanen Edwin Mijnsbergen en Kees Petiet een verfrissing halen bij café Spoorzicht aan de Molenweg in Arnemuiden. We werden gastvrij ontvangen door Marjan en Willem Allaart. De mooie en sterke verhalen vloeiden even rijkelijk als het bier. Zo kwam ik er achter dat Spoorzicht in de Arnemuidse volksmond ‘Boven’ heet. En, het wordt nog mooier, dat de Vriendschap ‘Beneden’ wordt genoemd. Zo kun je dus een bescheiden kroegentocht ‘van Boven naar Beneden’ maken.
+
Want daar moet je eerlijk over zijn: dat plein is, als uitgaansgebied, natuurlijk niet meer wat het ooit geweest is. De terugloop begon toen buurtbewoner Akkerman het na een jarenlange juridische strijd met de eigenaars van de toenmalige discotheek Meccano het begin jaren ‘90 voor elkaar kreeg dat de openingstijden op het plein werden beperkt. Mede door zijn toedoen besloot de gemeente de nachtvergunningen voor de horeca op het Damplein in te trekken, met de bedoeling die te concentreren in het gebied op en rondom de Markt en Vlasmarkt. Ernstige vernielingen tijdens Oud en Nieuw waren daarvoor de directe aanleiding.
Ik hoop dat binnenkort eens te doen om na een biertje ‘boven’ te horen wat Leu ‘beneden’ te vertellen heeft.
 
  
===Oranje boven in de Oranjeboom (Rob 13 januari 2016)===
+
Toen de rechter in Akkermans voordeel besliste liet een grote groep cafébezoekers een paginagrote ‘rouwadvertentie’ in de krant plaatsen met de tekst: ‘Rust in vrede, uitgaansleven Middelburg’. Die tekst was een beetje overdreven, maar voor het Damplein bleek van die woorden een voorspellende werking uit te gaan. Discotheek Meccano verdween, net zoals het bijbehorende café. Eerder was de nachtclub aan de overzijde van het plein, een opvolger van La Folie, al gesneuveld. In de jaren die daarop volgden kenden diverse cafés nog successen – Rockdesert en Mambo’s bijvoorbeeld – maar nu, 25 jaar na dato, staan die zaken al een paar jaar leeg. Dat ziet er triest uit.
We schrijven 1778, een roerig jaar in Westkapelle waar men vasthield aan het zingen van psalmen op het metrum van Petrus Datheen. Een jaar eerder had de overheid een nieuwe manier van zingen verordonneerd, maar velen gingen voor dat zingen de kerk uit. Men gooide in Wasschappel de kont tegen de krib en belegde menige vergadering in herberg de Oranjeboom. De Oranjeboom stond op de hoek van de Kapelle en de Bartstraat. Jakob Lous en echtgenote Elizabeth Gabriëlse zwaaiden er de scepter.
 
De zaak liep hoog op en Westkappelaar IJsbrand Burggraaf werd gearresteerd. Hij werd op 27 oktober 1778 vrijgelaten en trakteerde zijn stadsgenoten in de Oranjeboom op een ‘drinkpenning’. Het verhaal kreeg nog een onverwacht staartje, want twee weken later verscheen een bende van 80 ruiters en soldaten. Lourens Caland, Willem Lous en Izak Verstraate werden gearresteerd en op water en brood gezet in de Campveerse Toren. In mei 1779 werden Caland en Verstraate gegeseld en vervolgens verbannen. Lous werd met een bord, waar het woord ‘oproermaker ‘op stond geschreven, te pronk gezet en daarna ook verbannen.
 
  
Jakob en Elizabeth zaten in de Franse tijd nog steeds in de Oranjeboom. Ze werden in 1795 gesommeerd de naam van de herberg te veranderen en dat op het uithangbord kenbaar te maken. Jakob liet de oranjeappels die het bord sierden overschilderen en Oranjeboom werd Vrijheidsboom, zo meldde de Middelburgsche Courant. Willem Gabriëlse schreef in zijn prachtige terugblik ‘’t oude Westkappelse leefpatroon’ dat de Oranjeboom de Meiboom werd en ik vaar blind op ‘Willem de Redder’.
+
Het plein, dat nog geen 50 jaar bestaat, verdient een beter lot. Met vrienden praat ik regelmatig met een grote grijns over muziekfestivals als Damrock of over optredens van punkbands in de Graanbeurs, georganiseerd door het voormalige jongerencentrum Midgard. Zulke evenementen, op die plek, behoren definitief tot het verleden, maar dat betekent niet dat er geen alternatieven zijn. Ook daarom hoop ik dat het Winterbierfestival een succes wordt. Toen ik Koen stond te interviewen las ik de teksten op de tegels van de Graanbeurs, die deel uitmaken van het kunstwerk van Marinus Boezem, ook weer eens. ‘Les absents ont toujours tort’ staat er op een daarvan. De afwezigen hebben altijd ongelijk. Een prachtige slogan bij een nieuwe impuls voor het plein.
In 1830 kwamen zoon Pieter Lous en echtgenote Klara Looijse in de zaak, die dan weer gewoon de Oranjeboom heet; oranje boven. Zij werden in 1840 opgevolgd door dochter Elizabeth Lous en echtgenoot Gerrit van Sighem. Lourus den Hollander kocht in 1858 de Oranjeboom van de erven Lous voor de aanzienlijke som van 8100 gulden. Huibregt van Rooijen kocht de herberg in 1889 aan voor de gekelderde prijs van 5120 gulden. Hij ging zelf echter niet in de zaak, maar liet dat over aan zijn zoon Andries ‘Riêsje van Ronneele’ van Rooijen en schoondochter Adriana Minderhoud.
+
=== Van Villa naar hotel (Rob, 23 november 2016)===
 +
In 1894 laat Jan van der Harst, gemeentegeneesheer van Koudekerke, een villa bouwen, die verrijst aan de Brouwerijstraat 21 in Koudekerke. De villa is bestemd voor zijn schoonmoeder Cornelia Brieve-Hollestelle. Als Van der Harst in 1930 met pensioen gaat, trekt hij met zijn echtgenote Jacoba in de villa. Ik heb bovenstaand verhaal niet uit de duim gezogen. Het is te lezen op de prachtige website www.koudekerke.info. Sjoerd de Nooijer heeft daar alles keurig op een rijtje staan.
  
Bovengetekende krijgt vaak ‘oendurvleis’, oftewel kippenvel, wanneer hij bronnenonderzoek naar Westkapelle doet. Niet zo gek natuurlijk, als je weet dat Wasschappel in 1223 stadsrechten kreeg, amper zes jaar later dan Middelburg. Maar goed, terug naar de Oranjeboom dat vanaf het prille begin het honk was van de dijkwerkers. De bende rijswerkers en de ‘elfde bende’ waren honkvast en verkasten niet naar een andere herberg. In de Oranjeboom werden de lonen uitbetaald en dan nam men weleens een mokje jenever op de goede afloop.
+
Als Van der Harst in 1948 overlijdt is Cornelis Flipse er als de kippen bij. Hij koopt het pand en begint er café-restaurant Hotel Walcheren. Het is het eerste hotel in het hart van Koudekerke. Men kan tot die tijd wel een kamertje nemen in café Centraal aan het Dorpsplein, maar dat is toch anders. Eigenaar Adriaan Simpelaar is meer cafébaas en geen hotelier, laat staan in spé. Arnold Rijckborst neemt Centraal in 1958 over van Simpelaar. Hij hernoemt de zaak Dorpszicht en dat staat ook wel bekend als ‘Hotel Rijckborst’.
In 1923 maakte Andries van Rooijen bekend dat hij met ingang van 1 mei de deuren van ‘Café, Logement en Stalling, genaamd: Oranjeboom’ zou sluiten. Hij bedankte ‘voor het genoten vertrouwen, gedurende 34 jaren ondervonden.Het vreemde is dat Gabriëlse in ‘’t oude Westkappelse leefpatroon’ schrijft dat de Oranjeboom aan het eind van de mobilisatiejaren 1914-1918 in vlammen op gaat. Wie het weet mag het zeggen.
 
==December 2015==
 
===Het kloppend Hart van Middelburg (Rob 23 december 2015)===
 
[[Bestand:Jimmy_Saya.jpeg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Ik kom eigenlijk al sinds mijn kinderjaren in Middelburgse kroegen. Niet zo gek natuurlijk wanneer je boven café Juliana aan de Markt bent geboren – de kat op het spek en dorst in de genen. Bij bar Alassio in de Zusterstraat was ik wellicht de jongste stamgast ooit. De zaak was van mijn vaders vriend Adrie de Pree en op onze zomervakanties naar de Italiaanse bloemenrivièra werden altijd parafernalia van Alassio en San Remo meegetorst. Die vaantjes en affiches brachten sfeer in Alassio en de San Remo Bar op de Pottenmarkt; nu de Herberg van Bob en Maite.
 
  
Als kind was ik kind aan huis bij de familie De Pree; ik was bevriend met zoon Ad en we hebben vele verjaardagen samen gevierd. Aan de Markt bij ons of bij oom Adrie en tante Fien in de Zusterstraat. Natuurlijk waren oudere zoon Ronnie en dochter Jeannette ook altijd van de partij. Jeannette stond later nog een periode in Old Dutch aan de Pottenmarkt – nu zit daar De Zaak van Cap en Grace.
+
Cornelis Flipse zit inmiddels met een probleem. Tijdens de overstroming van 1944 is de tuin rond de villa volledig vernield. Flipse talmt niet en laat de tuin asfalteren. Een vreemde zet misschien, maar zo krijgt Hotel Walcheren wel de beschikking over een terras annex parkeerterrein. Het hotel geeft Koudekerke als het ware een kontje. Ik ben er eind jaren ’50 weleens geweest. M.A.C. Scheldegouwen, waar mijn ouders lid van waren, organiseerde toen een zogenaamde knobbelrit. In iedere horecazaak die werd aangedaan, moest de teerling worden geworpen. De uitkomt bepaalde de volgende bestemming. Daar kreeg je soms het heen en weer van.
Eind jaren ’60 neemt Ronnie de Pree de zaak over van zijn vader en een jaar geleden interviewde ik hem voor Middelburg Dronk. Onze gedeelde jeugd passeerde de revue en er werd een baaierd aan herinneringen opgehaald. Ronnie vertelde dat hij in 1998 door iemand werd benaderd die kopers voor Alassio had. Er werd een afspraak gemaakt en hij verkocht zijn zaak aan Rene van Hilst en Jimmy Saya, beide werknemers van het Trefcentrum aan de Pottenbakkerssingel.
 
  
Rene en Jimmy verbouwen de zaak grondig en dopen hem het Hart van Middelburg. Drie jaar later opent Rene de Groene Papagaay aan de Langeviele en staat Jimmy er alleen voor. Niet voor lang echter, want korte tijd later pacht Eric van den Berge de zaak. Eric kun je in de zomermaanden schilderen op het terras van de Heeren van Holland aan de Vlasmarkt dat uitgebaat wordt door zijn zoon Thijs.
+
De heer M. Joosse neemt Hotel Walcheren in 1956 over van Flipse. Ik heb internet afgestruind naar meer informatie over M. Joosse, maar heb weinig over hem kunnen vinden. Het enige dat ik heb gevonden is een suikerzakje met de tekst ‘hotel café restaurant ‘Walcheren’ M. Joosse – Tel. 01185-210 – Koudekerke (Wal.)’ Niet echt iets om over naar huis te schrijven, maar het moet maar. Misschien komt de heer M. Joosse door deze Kroegpraat wel aan het licht. Ik hoop het van ganser harte. Hij brengt zijn zaak tot grote bloei. Het pand wordt diverse keren uitgebreid met serres aan de zijgevel, die helaas later worden geofferd aan de vooruitgang. Het gaat goed vooruit met Hotel Walcheren. De tamelijk centrale ligging op Walcheren is daar mede debet aan. In de jaren ’60 en ’70 worden er rijexamens afgenomen in de zaak. Uiteraard de theoretische kant, de praktijk heeft plaats op de weg.
Rond 2006 neemt Jimmy het heft weer in handen en klopt het Hart van Middelburg als nooit tevoren. Er wordt gebiljart, gekaart, gefeest en gezongen dat het een oordeel heeft. Periodiek zingt men tijdens de zogenaamde Liederentafel en dan kun je over de koppen lopen. Uit volle borst komen het meisje uit de polder en het kleine café aan de haven voorbij. Gelukkig is het Hart wat ruimer bemeten en schallen de evergreens van weleer unisono en a capella door de Zusterstraat. Ik ben er ook weleens geweest, en mijn hart sprong ruimhartig open op de tonen van Een beetje verliefd. In 2012 wordt Niels Ribbers de rechterhand van Jimmy en dat is hij tot op de dag van vandaag – Niels was eerder mede-eigenaar van de Heeren van Holland.
 
  
Op 4 december vierde Jimmy zijn 60-jarige verjaardag en was het groot feest in het Hart. De foto’s van Ricardo Kievit op de Facebook-pagina van het Hart van Middelburg laten zien dat Jimmy veel vrienden en vriendinnen heeft opgedaan in zijn horecacarrière. Het Hart klopt volop, verbroedert en verzustert – zo zal het altijd zijn.
+
Hotel Walcheren gaat in 1994 failliet. Ik vraag me af of M. Joosse op dat moment nog in de zaak zit. Er vindt iets later een doorstart plaats en de zaak gaat verder onder de naam ‘Hof van Walcheren’. Dat duurt echter maar even. Het pand staat een aantal jaren leeg als het op 18 juli 1999 in vlammen opgaat. Van villa tot hotel en van hotel tot schuim en as. Het kan verkeren. heeft Bredero gezegd en dat onderschrijf ik, zij het niet van harte. F
===De discotheken van toen waren cafés (Edwin 16 december 2015)===
+
===Naar de Beurs gaan (Rob 16 november 2016)===
[[Bestand:Bar-Discotheek_Seventy_2015.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
+
[[Bestand:Cafe_De_Beurs_tussen_1911_en_1915.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
Dat de overdekte winterterrassen in Middelburg ook dit jaar een succes zijn, heeft veel te maken met de inrichting van de tent op de Markt. Veel mensen zijn dol op het blokhutgevoel dat is gecreëerd en de sfeer past gewoon goed bij de feestmaand december. In de tent wemelt het van de curiosa, waarover veel gesproken wordt. Het zijn meubels en accessoires met een verhaal. Zo staat er tafel met een blad dat in de jaren ‘60 van de vorige eeuw al in gebruik was in ‘café-billard’ Het Wapen van Zeeland, in de Gravenstraat. Daarboven hangt een lichtbak met het opschrift ‘Seventy Seven Bar-Discotheek’. Die lichtbak roept bij jongeren soms vragen op. Zij denken bij discotheken aan de grote danshallen die vanaf eind jaren ‘70 overal opdoken (en inmiddels weer op hun retour zijn) en bij dj’s aan de sterren van nu, die furore maken met trance, techno en andere subgenres van de dance-muziek.
+
Een advertentie in de Middelburgsche Courant van 16 juni 1863 meldt dat er muziek is in bierhuis de Beurs op de Dam bij Bouwman. Het gaat om Yvo Pieter Bouwman, die helaas een jaar later overlijdt. Jan Vreke komt in 1892 in deze zaak en wanneer hij in 1909 komt te overlijden zet weduwe Johanna Giffard de Beurs voort. Zij doet in 1911 op haar beurt afstand van haar vergunning ten faveure van Pieter Krijger die de Elf Provinciën aan de Blauwedijk opent. Jan Heuker heeft inmiddels de zaak van Johanna Giffard overgenomen. Jan, hij heeft eerder in Tramhalte aan de Blauwedijk gezeten, begint ook een limonadefabriek in het pand. Dries Poelman volgt Heuker op in 1919. Poelman is een echte horecaffer. Hij zit later in Zeelandia aan de Winterstraat, Belge en Poelman aan de Stationsstraat.
  
Begin jaren ‘70 bestond dat allemaal nog niet. Het woord discotheek werd toen gebruikt om cafés aan te duiden die niet alleen beschikten over een aanzienlijke collectie vinyl, maar ook over mensen die de avonden vulden met plaatjes draaien en het aan elkaar praten van die plaatjes, net als op de radio. In Middelburg had je rond 1971 behalve Seventy-Seven onder meer de Palladiumbar aan het Kerspel, dat zichzelf presenteerde als de eerste echte dancing van de stad, het Gulden Schot in de Sint Janstraat (een voorloper van de latere discobar Jowi’s Place) en ook rockcafé Bar American adverteerde toen nog als ‘Bar-Dancing-Discotheek American’, voor feestelijke avondjes met de dj van toen, wijlen ‘Jos van Suus’.
+
Jan van der Noll komt in 1936 in de Beurs. Pauw Koole van de toenmalige drankenhandel Déko aan de Langeviele komt vaak bij Van der Noll. Hij levert daar namelijk Rum Punch. Rum Punch blijkt een grote hit op de Annetje-Lijsjesdagen. Dit zijn de eerste donderdagen van mei en oktober. De ‘joengers en meissen van Walcheren’ zoeken dan een baantje in het boerenbedrijf.
  
Zelf werkte ik in de jaren ‘90 in Bar American en Seventy. Onvergelijkbaar, maar het draaien van muziek, toen inmiddels vanaf cd’s, speelde nog steeds een centrale rol. Het was eigenlijk ook wat ik het liefste deed. Terrasbediening was niet mijn sterkste punt, maar de combinatie plaatjes draaien en bier tappen ging me best goed af. Het uitgangspunt was dat je gewoon die muziek kon draaien waar je zelf ook enthousiast van werd, maar dat je altijd wel in de gaten moest houden welke klanten je in de zaak had. In American wist je dat je niet te veel hoefde te experimenteren met muziek zonder gitaren. Deed je dat wel, dan kon je er donder op zeggen dat er meteen werd geroepen om ‘een taxi voor de dj’ of dat er bierviltjes naar je kop werden gesmeten.
+
De Beurs heeft een zee aan eigenaren gehad, die ik niet allemaal kan behandelen. We haken pas weer aan in 1954. In dat jaar komen Bram en Lootje van der Weele in de zaak. Ze verhuizen vier jaar later naar het Melkboerinnetje aan de Vlissingsestraat. Anna Vermeule zit in 1958 even in de zaak. Zij komt later echter aan de orde. Henk Buijs wordt in 1961 eigenaar, maar vertrekt na drie jaar en start Buijs Bewaking aan de Molenberg.
  
In Seventy was het publiek iets breder, en kon je ook best soul, hip-hop of Nederlandstalige muziek opzetten. Uiteindelijk ging het erom hoe het publiek reageerde op de muziek als er ‘eenmaal een beetje drank in zat’. Er was weinig mooiers dan zien hoe het ene moment slechts een enkeling een voorzichtig danspasje waagde, en een uur later heel de tent stond te springen en swingen. Op de tafels! In de lampen! Dat gaf je, als dj, een bevredigend gevoel.
+
Jan van der Hooft en echtgenote Anna Vermeule, daar is ze weer, komen in 1967 (weer) in de Beurs. Anna heeft Jan leren kennen in Vlissingen. Hij werkt dan bij de marine en de kazerne staat naast het Havendorp. Ze zijn in 1957 getrouwd en gaan wonen op het Havendorp. Jan heeft als oud-marineman een nieuwe toog van de Beurs gebouwd in de vorm van een schip.
Is het anno 2015 weer anders? Dat valt mee. Muziek wordt nu meestal gedraaid vanaf een computer, en met bronnen als Spotify en YouTube zijn de collecties oneindig groot geworden, maar het basisconcept is nog steeds hetzelfde. Het café als bar-discotheek bestaat nog steeds. Zo gedateerd is de lichtbak dus ook weer niet.
 
===De Garnaal had het helemaal (Rob 9 december 2015)===
 
‘In deze donkere dagen voor kerstmis heeft iedereen weleens last van weemoedigheid. ‘Weemoedigheid die niemand kan verklaren en des avonds komt, wanneer men slapen gaat’. Die regel uit het gedicht ‘Het huwelijk’ van Willem Elsschot bracht me naar de stad Veere. Lang kleefden er praktische bezwaren aan pension De Garnaal, toenmaals gevestigd aan de Markt A 162, want er was geen foto van het pand te vinden. Daar kwam pas een aantal maanden geleden verandering in toen ik een foto vond, met uithangbord nog wel, op de onvolprezen beeldbank van het Zeeuws Archief.
 
  
Visserman Hein Verlinde en mutsenstrijkster Jo Geschiere begonnen hun pension in de jaren ’20 van de vorige eeuw en hadden al snel een hechte klantenkring. De clientèle bestond voornamelijk uit beeldend kunstenaars die Veere veelvuldig aan deden. Het Veerse licht was bijzonder en lokte nogal wat schilders en schilderessen. Er waren de zelf verklaarde ‘Veeristen’ en ook de Veerse Joffers lieten zich niet onbetuigd. De Garnaal had het helemaal voor bijvoorbeeld de Brusselse schilder en etser Rudolf Schönberg. Hij was er kind aan huis. Hij maakte als wederdienst een prachtige kerstkaart met de tekst: ‘Beste Wenschen voor Kerstmis en welkom te Veere in 1936 Hein en Jo Verlinde’.
+
Ik zat in die tijd op de RHBS in de Sint Pieterstraat, als het ware om de hoek. Jan was goedlachs en als Zeeuws-Vlaming altijd in voor een gebbetje. Samen met mijn oude makker Sjaak Louws kwam ik ’s avonds laat wel eens in de Beurs. De broodjeszaken waren in die tijd dun gezaaid in Middelburg. Jan had heerlijke broodjes kipkerrie, die nog beter smaakten als je al wat biertjes had gedronken. Wij brachten onze offers aan Bacchus voornamelijk in Seventy Seven aan de Markt. ‘The place to be’ toen en eigenlijk nog steeds. In 1970 kwam er een abrupt einde aan de naam de Beurs. Ik vond het bijna heiligschennis. Het was een naam die klonk als een scheepsbel en deze werd geofferd aan de waan van de dag. Jan en Anna besloten hun zaak om te dopen in Porthole, voor mij een patrijspoort te ver.
  
Het wemelde in die dagen van de kunstenaars in Veere, maar in het huis De Houttuyn aan de Kaai 77 woonde levenskunstenaar Hendrik Willem van Loon met echtgenote Jimmy. Hij kocht het pand in 1927 voor 3500 gulden. Hij had bijzondere vrienden zoals prins Hendrik die hem eens, incognito, een bezoek bracht. Van Loon was ook dikke vrienden met Hein en Jo Verlinde. Jo fungeerde vaak als een soort huishoudster, ‘une femme de ménage’, als er volk over de vloer kwam dat van een natje en droogje moest worden voorzien.
+
===Westkapelle herrijst altijd (Rob, 31 oktober 2016)===
  
In zijn boek ‘Pioniers der Vrijheid’ beschreef Van Loon Hein als de ‘dorpsphilosoof’ en Jo als ‘ondernemend’. Ook Frits Philips en Lucie van Dam van Isselt, die bijna 25 jaar in Veere schilderde, passeerden de revue. In 1932 remigreerde Van Loon naar de Verenigde Staten, want hij zag de bui van de Tweede Wereldoorlog al hangen. Hij vestigde zich in Riverside, Connecticut en doopte zijn huis Nieuw Veere. Van Loon overleed in 1944, kort voor de publicatie van ‘Pioniers der Vrijheid’. Rudolf Schönberg was hem in mei 1943 voorgegaan. Hij werd in Brussel door de Gestapo gearresteerd en gefusilleerd.
+
Drie oktober 1944 is een zwarte dag voor Westkapelle. Bij het bombardement op de Zeedijk vallen vele doden. In molen De Roos van Bram Theune zitten mensen als ratten in de val en sterven op afschuwelijke wijze. De littekens van die noodlottige dag zijn nooit geheeld en zullen dat waarschijnlijk nooit doen ook. Veel Westkappelse families zijn door het noodlot getroffen, dus het verdriet is altijd aanwezig. Oktober is voor Westkapelle de meest wrede maand.
Al in de Tweede Wereldoorlog raakte de schwung uit het pension. Ik weet niet hoelang de illustere Garnaal nog bestaan heeft, maar ik vermoed niet lang meer. Het huwelijk van Hein en Jo Verlinde raakte zo langzamerhand aan de leeftijd der sterken, en sterk waren ze, dus het hoefde ook niet meer zo nodig. Ze zullen zeker vaak van de Markt naar de Kaai zijn gekuierd zijn en onderwijl aan Rudolf Schönberg en Hendrik Willem van Loon hebben gedacht. Maar ja, de dagen van weleer keren nimmer weer. Hein overleed op 14 maart 1970 op 85-jarige leeftijd en Jo op 13 augustus 1972. Ze was 86.
 
===Een luis aan de ketting (Rob 2 december 2015)===
 
[[Bestand:Hoekje_Winterstraat_Middelburg_1959.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Men kan er niet omheen dat er na de Tweede Wereldoorlog meer is verwoest in Middelburg dan in de oorlog zelf. Zo werd begin jaren ’70 een hele buurt met de grond gelijk gemaakt. Ten faveure van de Schroebrug en zwembad Poelendaele verdween in één klap de warme driehoek, die bestond uit het Vlissings Wagenplein, de Teerpakhuizenstraat en de Winterstraat. De driehoek was warm, maar vooral ook ros, omdat de heren zich er met lichte meisje konden vermeien.
 
  
Eind 19e eeuw kon men terecht bij Tannetje Groenhof in herberg Nooit Gedacht aan het Vlissings Wagenplein. Haar buurtgenote Maatje Florisse had Tannetje en plein public eens toegevoegd: ‘Gij houdt een publiek h… met je dochter, gij zijt een h…’. Het bierhuis van Carl Trappmann aan het Vlissings Wagenplein was ook een optie en dan was daar natuurlijk nog Madame Anna Stossberg. Zij verkaste haar bordeel in 1885 van de Winterstraat naar de Molenberg.
+
De latere wethouder Willem ‘de Redder’ Gabriëlse meldt in het boek ‘Doelwit Dijk’ dat hij eerst in Serooskerke terecht komt. Later worden hij en andere Westkappelaars door de gemeentepolitie verplicht de boot naar Zuid-Beveland te nemen. Via Katseveer belandt hij in een kerk in Wemeldinge. Daar wordt hij ‘uitgeleurd’, omdat niemand op de vluchtelingen zit te wachten. Hij krijgt tenslotte onderdak in Wilhelminadorp. Daar hebben de mensen het hart wel op de juiste plaats.
Ik zou over ieder willekeurig etablissement in de warme driehoek wel een verhaal willen schrijven, maar beperk me nu tot het adres Vlissings Wagenplein Q 113 op de hoek van de Winterstraat. Begin 19e eeuw was daar herberg Het Scheepje Petri gevestigd. Helaas valt daar weinig over te vertellen. Opvolger De Verwachting hield open huis van ongeveer 1860 tot 1928. Het was er een komen en gaan van eigenaren. De laatste, Jan Schuit, vertrok in 1928. In dat jaar veranderde De Verwachting in ’t Hoekje.
 
  
Op zaterdag 2 februari opende Krijn Wielemaker café ’t Hoekje, maar twee jaar later verkocht hij de tent aan Marinus Cozijn. Cozijn zette meteen zijn naam op de gevel, die daar tot het bittere einde is blijven staan. Marinus’ broer Frans zat ook in de Middelburgse horeca, maar hij hield het niet, zoals Marinus, bij één café.
+
Westkapelle verrijst langzaam uit de as van de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk heeft het dorp door de eeuwen heen altijd de kracht gehad om te herrijzen. Op een donderdag in januari 1954, ik weet niet exact welke, opent locoburgemeester Willem Gabriëlse het dorpshuis aan Markt 79 door eenvoudigweg de deur te openen. Het krijgt de naam Westkapelle Herrijst. Ook commissaris der koningin Guus de Casembroot is aanwezig bij de opening. Als oud-burgemeester van Westkapelle mag hij natuurlijk niet ontbreken.
Hij zat in de Reizende Koopman aan de Hoogstraat, de Stad Goes aan de Varkensmarkt, Zeelandia aan de Winterstraat en het Melkboerinnetje in de Vlissingsestraat. Hij besloot zijn carrière in de Zwarte Ster, ook aan de Vlissingsestraat, schuin tegenover ’t Hoekje van broer Marinus.
 
Marinus deed ’t Hoekje in 1940 over aan Johan van der Weij, die met frisse moed zijn logement deed. Vier jaar later deed zich echter een drama voor in de familie Van der Weij dat pas in januari 1946 aan het licht kwam.
 
  
Verzetsheld Johan van de Weij jr. werd in september 1944 gefusilleerd in de duinen bij Valkenisse. Wellicht greep dat drama Johan sr. zodanig aan dat hij de zaak daarna danig liet versloffen. In de volksmond werd ’t Hoekje ‘luis aan de ketting’ genoemd, een staande uitdrukking die stond voor een vuil en slecht logement.
+
De foto (circa 1960) die ik op de onvolprezen beeldbank van Stichting Cultuurbehoud Westkapelle vond is prachtig. Het buffetpersoneel kijkt enigszins afwachtend naar het vogeltje. Ze moeten die avond wellicht werken en dat gaat voor alles. Ik zie geen bekende gezichten. Ik was toen zeven of acht jaar oud, maar Westkappelaars zullen ongetwijfeld in één oogopslag weten wie er zijn te zien.
Ik ken ’t Hoekje vanaf eind jaren ’50. Het had op mij een vreemde, ietwat macabere bekoring. Een logement, dacht ik, waarin geesten logeren, geesten die echter al eeuwen de geest hadden gegeven. Uiteindelijk gaf ’t Hoekje zelf de geest en werd het geslachtofferd voor de vooruitgang die, met de kennis van nu in de binnenzak, alleen maar achteruitgang bracht. Het kan verkeren.
 
  
==November 2015==
+
In augustus 1989 gaat Westkapelle Herrijst op de schop. Een deel van het pand wordt gesloopt, evenals de belendende timmermanswerkplaats. Wethouder Jan Bostelaar heeft het over upgrading en ziet een rooskleurige toekomst. Hij hoopt dat plaatselijke kunstenaars in het nieuwe gebouw gaan exposeren. Westkapelle Herrijst groter uit de as van de verbouwing. Het dorpshuis kan er weer een tijdje tegen.  
===De mosselman van Vrouwenpolder (Rob 25 november 2015)===
 
Een dikke maand geleden vond er in [[Seventy Seven]] aan de Middelburgse Markt een memorabele, culinaire reünie plaats. Twintig jaar geleden kookte een kwartet jonge koks in hun stamkroeg onder de noemer ‘Seventy Culinair’ de sterren van de hemel. Die koks aan het begin van hun carrière waren Marco Adriaanse, Edwin Joosse, Michel Louws en Remco van Schijndel. Marco werkte toen in de Bourgondiër in Vlissingen, Edwin in Duinoord in Vrouwenpolder, Michel in Visûûs de Bakkêête in Middelburg en Remco in de Boekanier in Vrouwenpolder.
 
  
Nu hebben ze allemaal hun sporen achter de kachel ruim verdiend. Ze zouden zo langzamerhand al een beetje kunnen uitbuiken. Niets is minder waar, want Michel heeft de Timmerfabriek in Vlissingen naar een hoger niveau getild, terwijl Marco in het pand naast zijn restaurant Peper en Zout in Middelburg furore maakt in het Zeeuws Ministerie van Chocolade en Culinaire zaken. Remco en Edwin hebben nog steeds een band met Vrouwenpolder. Remco, chef in het restaurant van Ter Reede in Vlissingen, stond er in september nog mosselen op te schudden tijdens het jaarlijkse Mosselfeest.
+
Bij de gemeentelijke herindeling, die op 1 januari 1997 ingaat, verliest de gemeente Westkapelle zijn onafhankelijkheid. Dat is een hard gelag, want Wasschappel was altijd Wasschappel en niets anders. Nu is Westkapelle verworden tot een deel van de gemeente Veere. Daar zit eigenlijk niemand op te wachten. Maar ja, zo gaan die dingen in de niets en niemand ontziende bestuurscultuur.
  
Edwin is altijd in Vrouwenpolder blijven hangen. Hij wordt rond 2010 met echtgenote Annetien eigenaar van de Heksenketel aan de Elzenoordlaan. Ze nemen de zaak over van Pieter en Monique Duvekot-Klootwijk en Huibert en Janet Watel-Duvekot. Nu zijn de Duvekot’s natuurlijk al sinds jaar en dag met de Vrouwenpolderse horeca getrouwd. Pieter zit, met zwager Huibert Wattel, in Duinoord, maar de meest tot de verbeelding sprekende Duvekot was Willem, die tot op 93-jarige leeftijd café de Koophandel aan de Dorpsdijk bestierde. Hij is gestorven in het harnas. Zijn kleinzoon Wim koopt de zaak voor 10.600 gulden, maar verkast in 1977 naar de Elzenoordlaan. Het splinternieuwe café verandert van naam, de Koophandel wordt de Polder. Rond 1997 maakt de Polder plaats voor een kapsalon dat in 2003 is geknipt en geschoren als pannenkoekenhuis de Heksenketel in het pand wordt geopend. De horecacirkel is weer rond, zoals dat ook al het geval in de Boekanier is. Daar nemen Anthon van de Giessen en zus Joyce in 2009 de zaak over van hun ouders Leen en Addy. Hoe kan het ook anders, Addy is een Duvekot.
+
De laatste keer dat ik in Westkapelle Herrijst ben geweest was op 1 september van dit jaar. Ik woonde daar de herdenkingsplechtigheid voor Daan Hengst bij. Ik besef nog steeds niet dat hij er niet meer is en nooit meer zal zijn. De droefheid die ik voel, blijft aanhouden. Ik had Daan nog zoveel willen vragen over de horecageschiedenis van Westkapelle. Had nog zoveel vragen over wie, wat, waar, waarom en wanneer. Westkapelle herrijst altijd, maar Daan helaas niet.
  
Edwin en Annetien zullen best nog weleens pannenkoeken bakken, maar het culinaire bloed van Edwin kruipt waar het niet gaan kan. Het avontuurlijke bloed dat hij, evenals Marco, Michel en Remco, in het begin van zijn carrière had, is altijd blijven kloppen. Dat heb ik gemerkt tijdens de reünie in Seventy Seven. Alles smaakte avontuurlijk en voortreffelijk, maar ik had toch wel een zwak voor de ‘Hulde aan de al dan niet gerookte zalm’. Een vis behoort te zwemmen, want anders komt hij om van de dorst. Die dorst werd en wordt in Seventy Seven ruim en veelvuldig gelest. Niet alleen door de gasten, want ook de koks zullen tussen de gangen door wel een biertje in de keuken hebben gedaan. Het was een onvergetelijke avond en nog lang onrustig in de stad.
+
===Bestond er maar een tijdmachine (Rob, 24 oktober 2016)===
===Schuiven in stationsrestauratie (Rob 18 november 2015)===
 
[[Bestand:Team_Stationsrestauratie_10-11-2015.jpeg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
De heer P. Coumans heeft na 32 jaar besloten een punt te zetten achter de [[Stationsrestauratie]] aan de Kanaalweg in Middelburg. Coumans nam de zaak in 1983 over van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en vindt dat het nu genoeg is geweest en tijd voor zijn pensioen. De NS heeft geen behoefte aan een nieuwe eigenaar, dus er dreigt letterlijk een vacuüm te ontstaan. De spoorbazen willen dat hij op 31 december van dit jaar zijn deuren sluit, maar Coumans hoopt tijd te rekken tot 28 februari. Zo krijgt zijn personeel meer tijd om een andere baas te zoeken.
 
  
De geschiedenis van de stationsrestauratie begint bij de opening in 1872. Dirk Dronkers, een Middelburgse aannemer, vraagt al in 1845 een concessie aan voor een spoorlijn op het traject Vlissingen-Middelburg-Bergen op Zoom, maar moet tot 1872 wachten op de realisatie. De heer W.B.F. Boekhout is de eerste pachter van ‘de bediening van het Buffet aan het Station te Middelburg’. Hij wordt in 1876 opgevolgd door Simon Compter, die later zijn sporen in de Middelburgse horeca nalaat. Compter zit achtereenvolgens in de Buitentuin aan het Noordbolwerk, de Pauw aan de Stationsstraat (nu Kanaalzicht of De Reutel) en café Neuf aan de Loskade.
+
Het zou weinig mensen verbazen als er een nieuw koffiehuis wordt geopend aan de Vlasmarkt in Middelburg. Dit straatje van verlangen herbergt nogal wat horecazaken. Maar u heeft buiten de waard gerekend als u denkt aan een nieuw koffiehuis.
  
Daarna zijn er nog vele pachters de revue gepasseerd, eigenlijk te veel om op te noemen. Laat maar gaan dus. Wie er echter altijd in de buurt van de stationsrestauratie is geweest, is Herman Sul. Oudere Middelburgers weten van de pet en de rand. Sul onderhoudt van 1944 tot 1969 een bestel- en afhaaldienst. Het station is daarvoor natuurlijk de aangewezen plaats. Hij, altijd getooid met een leren jas en NS-pet, is met zijn motorbakfiets een vaste waarde in het straatbeeld. Sul woont in de Lange Noordstraat waar een bordje met ‘H.D. Sul Kruier N.S. 1 x Bellen’ de gevel siert. Daar kun je niet langs kijken.
+
In 1861 werd het pand Vlasmarkt L22, nu nr. 48-50, openbaar verkocht. Steven Dodenhuis kocht het en opende op 8 mei 1862 het Nieuw Koffiehuis in het pand. Steven Dodenhuis was geen nieuwkomer in de horeca. Hij zat eerder in herberg de Bremerton op de hoek van de Langevielesingel en Oude Koudekerkseweg. Dodenhuis liet de Bremerton in 1851 tot op de grond afbreken. In het nieuwe pand opende hij in 1855 bondscafé Pax Intrantibus. Pax Intrantibus betekent letterlijk ‘vrede aan hen die hier binnentreden’, de drank volgt later vanzelf.
De stationsrestauratie heeft een zeer diverse clientèle van gaande en komende passanten. Eind jaren ’70 komt er dagelijks een groep autohandelaren om de koffie of wat sterkers. De beroepsgroep kun je schilderen in het Jagertje aan de Rouaansekaai, maar als die in 1976 sluit, zijn ze ontheemd en gaan ze op zoek naar een gezond alternatief.
 
  
Ik bewaar prille herinneringen aan de stationsrestauratie, want ik ging er met mijn ouders op 3-jarige leeftijd voor het eerst uit eten. Vergezeld van m’n eigen bestek zat ik aan tafel, nog wat klein voor het tafellaken, maar wel met een servet. Op dat servet legde ik braaf mijn bestek dat bestond uit een lepel en een vork. In plaats van een mes lag daar een zogenaamd schuivertje, een langwerpige, metalen rechthoek die als een vork in de steel zat.
+
Dodenhuis deelde middels een advertentie op 6 augustus 1866 in de Middelburgsche Courant mede dat hij ‘tengevolge zijner hooge jaren’ de pijp aan Maarten gaf. Eigenlijk niet aan Maarten, maar aan Jan Tjalling de Haan. De Haan organiseerde op 19 februari 1870 een bal ‘ter gelegenheid van ’s Konings jaardag’ in het Nieuw Koffiehuis.
Het schuiven was niet van de lucht en hoewel wellicht wat omslachtig, raakte mijn bord toch schoon leeg. Helaas ben ik vergeten wat ik destijds heb gegeten. Een Wienerschnitzel misschien, of een Russisch ei, want ik was al op jonge leeftijd internationaal georiënteerd. Het zal voor altijd een raadsel blijven wat ik heb zitten schuiven in de stationsrestauratie.
 
  
===Drinken en swingen in Dishoek (Rob 11 november 2015)===
+
De Haan verkocht zijn koffiehuis in 1876 aan Zegert Jacobus van Dijk. Hij verbouwde het grondig en opende in november van dat jaar café Du Lion D’Or in het pand. Er was altijd wel wat te doen in het café van Van Dijk. Hij meldde in de Middelburgsche Courant op 25 juli 1878 het volgende: ‘Gedurende de Kermis zal het Buffet van alle ververschingen voorzien en de Tuin des avonds verlicht zijn’.
Als ik een half rondje Walcheren op de fiets doe beland ik negen van de tien keer op het terras van eetcafé Duinlust. Het is goed toeven bij Yuri en Suzan Hendrikse. En een biertje gaat er bij een dorstige fietser als bovengetekende altijd wel in. Ik kwam vroeger ook al in Duinlust, eerst bij Joop en Koosje van Leeuwen en later bij Jurben en Inge Ubbink waar vaak levende muziek was en men soms met schwung swingde of het leven er vanaf hing. Het is de uitgelezen plaats om, als ik ooit nog eens een boek over Veere Dronk ga schrijven, in pension te gaan. Met de neus op de geschiedenis, dus wat wil je nog meer?
 
  
De geschiedenis leert dat er links van Duinlust, als je met je rug naar de duinen staat, nog een zaak was. Cornelis Wisse en echtgenote Jacomina Marijs openden daar, op Hemelvaartsdag 1930 Paviljoen Dishoek. Het was een cafeetje waar je naast ‘goede consumpties tegen matige prijzen’ ansichtkaarten, sigaretten en sigaren ook strandartikelen kunt kopen. Er zal vast wel een jukebox hebben gestaan en op die Wurlitzer of Rock Ola kon je toen vast, na inworp van een dubbeltje of kwartje, het nummer ‘Swing me to sleep drummerman’ van The Ramblers laten horen.
+
Cornelis van Roggen volgde op enig moment Van Dijk op. Hij meldde op 24 juni 1881 in gemelde courant dat hij zijn café zou sluiten. De tuin, het tuinlokaal en de gelegenheid tot het houden van vergaderingen bleven wel van kracht. W. Horton nam de zaak in november van dat jaar over van Cornelis van Roggen. Horton noemde zijn zaak Eldorado, een café van paradijselijke allure. De persoon W. Horton, wellicht een Engelsman, blijft een raadsel. Misschien was zijn voornaam William, misschien niet.
  
Mijn vader, die nog gedrumd heeft in The Orpheans uit Goes en later bij het Middelburgse Overschotje, was een groot fan van The Ramblers, die onder leiding van Theo Uden Masman in ‘gansch’ Nederland furore maakte. Ik draai de platen van The Ramblers nog regelmatig en herhaal vaak het nummer ‘Het proces van Pietertje Swing’, de drummer van de band die ‘snoesje Loesje’ sloeg, en denk dan terug aan mijn vader Piet. ‘Iit don’t mean a thing if it ain’t got that swing’.
+
Horton timmerde in ieder geval behoorlijk aan de weg. Op zondag 23 juli 1882, tijdens de kermis, organiseerde hij een groot matinee in Eldorado. Hij meldde als directeur het debuut van zeven artiesten en dat waren niet de minste. Het Tiroolse echtpaar Herr rund Frau Linke gaf acte de présence, naast Fraulein Lewinska, mademoiselle Virginie, mejuffrouw Kock en mejuffrouw Emilie. De concerten hadden op donderdag en zaterdag plaats in de tuin die natuurlijk verlicht was.
  
Afijn, in 1948 heropenden Cornelis en Jacomina hun zaak die vanaf dan Café Dishoek heette en waar je ook in pension kon. Begin jaren ’60 kocht de firma Loontjes de zaak. Zij bouwden een annex die fungeerde als automatenhal waar op onder meer eenarmige bandieten en flipperkasten kon worden gespeeld. Dave Borstlap vertelde me dat zijn moeder Cocky Engelman vanaf 1965 het café uitbaatte en de pensionkamers weer in ere herstelde. Dave kan er prachtige verhalen over vertellen, ook over de lagere school in Koudekerke waar hij dagelijks naar toe fietste. We leerden elkaar kennen op de RHBS aan de Middelburgse Sint Pieterstraat. Hij was toen nog een broekje en ik al een hele Piet.
+
Cornelis van der Plank nam het café in november 1882 over van Horton. Café Eldorado was echter geen lang leven meer beschoren. Op 26 april 1883 werd het voormalige Nieuw Koffiehuis verkocht in sociëteit De Vergenoeging die toen nog aan de Markt stond.
  
In 1978 openden Thijs Vierling, ons kent ons, en echtgenote Riet van der Walle het Pannekoekenhuisje Dishoek. De rest is geschiedenis met een triest randje. Het Pannekoekenhuisje Dishoek wordt namelijk in 2015 geslecht door een projectontwikkelaar met enigszins monomane plannen. Zo zal het altijd zijn, het verleden dat wordt ingehaald door de tijd die niet maalt om schoonheid, laat staan geschiedenis. Gelukkig is eetcafé Duinlust niet ten prooi gevallen aan de slopershamer en kan ik altijd nog drinken en swingen in Dishoek bij Yuri en Suzan.
+
Het pand Vlasmarkt 48-50 verliest jammer genoeg zijn horecabestemming. Wat had ik graag een biertje gedronken in Du Lion D’Or of Eldorado. Bestond er maar een tijdmachine.
===Geen dag zonder de Lange Jan (Edwin 4 november 2015)===
+
===Van Zapata tot Desafinado (Rob, 17 oktober 2016)===
[[Bestand:Cap_Grace_Zaak_oktober_2015.jpeg| miniatuur|rechts|320px|]]  
+
[[Bestand:Desaf.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
Cap en Grace van Dalen zijn dol op Middelburg en zijn geschiedenis. Toen bijna twee jaar geleden de kans zich voordeed om een café te beginnen, hoefde het stel dan ook niet lang na te denken. Het voelde bijna als de hoofdprijs in een loterij, zeker voor Cap. Hij werkte vele jaren voor een Middelburgse drankenhandel, maar riep al van jongs af aan dat hij ooit zijn eigen zaak wilde beginnen. Op 1 april 2014 werd zijn droom werkelijkheid. Op die dag opende het stel na een grootscheepse verbouwing café [[De Zaak (1)]], in het monumentenpand Groot Hollandt aan Pottenmarkt 24.
+
In 1992 kocht Leo van Liere het pakhuis van Het Huis met de Roode Pilaren in Middelburg. Drogisterij Het Huis met de Roode Pilaren was gevestigd aan de Lange Delft. Het pakhuis aan de Koorkerkstraat 1 lag als het ware om de hoek. Leo verbouwde het pand en voorzag het van een aardse tint. Dat was tegen het altijd zere been van de welstandscommissie, zeg maar de plannenpolitie van de gemeente Middelburg. Een bedaagd clubje dames en heren dat niets liever deed dan plannen de grond in boren. De zaak zeurde jarenlang en ik weet niet of zich ooit een oplossing voor de onzin heeft aangediend.
  
Dat het pand een rijke historie heeft merkte het stel goed tijdens de verbouwing. Ik wipte in die periode regelmatig binnen om de vorderingen te bekijken. Bij ieder bezoek vertelde Cap dan lachend wat ze nu weer allemaal hadden aangetroffen bij het afbikken van een muur of het uitgraven van een kelder. De ene keer kwam er een oude muur tevoorschijn, de andere keer stuitten de bouwvakkers op een oude bakkersoven. Prachtig. Het was alsof de geschiedenis, waarin wij eerder al namens Middelburg Dronk hadden zitten graven, opeens tot leven kwam. Op een kaart van Middelburg uit 1575 had ik gezien dat er toen al bebouwing was op die locatie. De vondst van de oven kon ik ook wel verklaren. Op de website staat een advertentie uit de Middelburgsche Courant van 1849, waarin J.W. Veraart aankondigt dat hij zijn ‘Bakkers-affaire’ heeft geopend op Pottenmarkt K 192, het oude adres.
+
Genoeg echter over dat ambetante clubje en terug naar Leo van Liere. Leo had wellicht van meet af aan een horecabestemming voor zijn pakhuis in gedachten. Het was dus niet zo vreemd dat Fia de Pree en Riny Steenbakkers in januari 1993 een restaurant in het pand openden. Het was een Mexicaans restaurant dat de naam Zapata droeg. Wellicht was het een verwijzing naar Emiliano Zapata, een Mexicaanse revolutionaire boerenleider. Zapata kwam slecht aan zijn eind, want hij werd in 1918 vermoord.
  
De bewoners van Groot Hollandt zijn sinds Veraart bijna niet te tellen. Je had bakker Snoek, begin 20e eeuw en in de jaren ‘30 kapper Verelst. Adriaan Burger opende er halverwege de jaren ‘60 een tweede vestiging van zijn chocolaterie. Het caféleven begon er in 1971, toen rijwielhandelaar De Pree er café Old Dutch opende, een zaak die ook bij veel vrouwen nog in het geheugen staat gegrift, omdat de knappe muzikant en charmeur Turry Thurnim er achter de toog stond. Daarna volgden nog café De Kreukel, van de altijd zingende Aart van de Gruiter, en de cafés ’t Hoekje en ’t Geintje.
+
Ik heb er met Astrid, Connie en Kees en Chantalle en Erik in de zomer van 1993 heerlijk gegeten. We kwamen terug van vakantie en vierden dat met een etentje. Het etentje hebben we een jaar later herhaald. We reisden in een limousine af naar Hoogerheide om daar te dineren in La Castelière. Als de vrienden die we zijn, werden we hartelijk ontvangen door Marianne en Patrick Castelijns. Patrick is één van de beste en avontuurlijkste koks die ik ken en die me iedere keer weer verraste. Ik spreek Marianne en Patrick nog wel eens. Ze wonen nu in Goes.
 +
 
 +
Helaas was Mexicaans restaurant Zapata geen lang leven beschoren. De zaak ging in 1994 failliet. Leo moest op zoek naar nieuwe huurders. Hij vond die in Gré en Renny Minnaert. Zij noemden hun zaak Desafinado, de titel van een bossa nova gecomponeerd door Antonio Carlos Jobim (muziek) en Newton Mendonça (tekst). Gré en Renny waren niet aan hun proefstuk in de horeca toe. Ze hadden een paar jaren de kantine gepacht van camping Oranjezon aan de Koningin Emmaweg. Renny had meer ervaring dan Gré, want hij stond een periode achter de toog van de Reutel en het Hof van Zeeland. Baas boven bazin zou je kunnen zeggen.
 +
 
 +
Twee jaar na de opening van Desafinado openden Gré en Renny minihotel c.q. Bed and Breakfast De Kaepstander om de hoek aan het Koorkerkhof. In de 21e eeuw kwamen zoon Prospêr Minnaert en later zijn echtgenote Betiana Meza in de zaak. Per 1 juli 2016 stopte Gré er mee, omdat ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Schoondochter Betiana volgde haar op en werd compagnon van Renny en Prospêr.
 +
 
 +
Desafinado klinkt als een klok en schalt soms vanuit de beiaard van de Lange Jan. Van Zapata naar Desafinado is een sentimentele reis van verleden naar heden, zeker voor ondergetekende.   
 +
===Joy forever! (Rob, 12 oktober 2016)===
 +
Op de Facebook-pagina van Veere Dronk las ik onlangs dat er een reünie aanstaande was van de legendarische bar-dancing Joy. De reünie had op vrijdag 23 september plaats in café Bardot aan de Vlasmarkt in Middelburg. Daar wilde ik natuurlijk bij zijn. Het was een avond om nooit te vergeten. Ik raakte al snel aan de praat met Kees Verhoeff. Over hem later meer.
 +
 
 +
Mark en Lenie de Pagter openden Joy in december 1986. Joy was gevestigd aan de Noordweg 117 in Serooskerke. Ze waren ook eigenaar van In de Gouwe Geit in Grijpskerke, maar deden die zaak een jaar later van de hand. Vanaf 1987 konden ze zich volledig richten op Joy. Dat wierp zijn vruchten af. De zaak ging steeds beter lopen, als een tierelier, zoals dat heet.
 +
 
 +
Kees Verhoeff was dj in Joy van 1986 tot 1992, maar had al een lange carrière van plaatjes draaien achter zich. Hij draaide onder meer in Long John, Goofy, Discotheek 2001 en Twenty One in Vlissingen en in de Hooizolder in Westkapelle. Hij vertelde prachtige verhalen uit de oude doos. Wellicht moet ik eens een apart verhaal aan Kees wijden. Dat zou zeker de moeite waard zijn.
 +
 
 +
‘A thing of beauty is a joy forever’, dichtte John Keats lang geleden, maar soms gaat die vlieger niet op. Helaas was er geen sprake van ‘Joy forever’, want het pand Noordweg 117 ging in 2007 tegen de vlakte. Aannemersbedrijf Dekker en Walhout kocht het pand louter voor de sloop. Het wilde er drie woningen voor terugzetten. In 2009 ging de gemeente Veere daarmee akkoord.
 +
 
 +
Er is altijd een Middelburgse connectie geweest met Joy. Nogal wat ‘joengers en meissen’ vonden het daar erg gezellig. Ze togen per fiets, brommer of bus naar Seroos om lekker te feesten en beesten. Geboren Middelburgers als Jack Jobse en Remco van Schijndel waren er kind aan huis. Natuurlijk waren ze ook op de reünie waar heel wat werd bijgepraat.
 +
 
 +
Nu is het niet zo dat de mensen elkaar lang niet hadden gezien. Joy heeft in de loop der jaren al twee keer eerder een reünie gehad. Het blijft een hechte ploeg, die het blijkbaar zo af en toe nodig heeft elkaar weer te zien. Het is mooi om af en toe het collectieve geheugen op te frissen. Wel onder het genot van een biertje, want drinken verleer je nooit.
 +
 
 +
Er was ook een Middelburgse connectie met de even legendarische voorganger van Joy: café Veldzicht. De eerste eigenaar, Anthonius Westdorp, had namelijk bierhal Phoenix aan de Pottenmarkt in Middelburg. Nu zit eetcafé De Vliegenier in dat pand. Westdorp zat trouwens ook nog een tijdje in café De Vriendschap in Veere. Willem Huijse nam Veldzicht in 1949 over van de familie Westdorp. In dat jaar trouwde hij met Jakomina Roda. Haar vader Pieter zat eerder in Het Wapen van Middelburg aan de Middelburgse Markt.
 +
 
 +
Het blijft eeuwig zonde dat Joy niet als een Phoenix uit zijn as heeft kunnen herrijzen.
 +
 
 +
==Oktober 2016==
 +
===40 jaar plaatjes draaien (Edwin 5 oktober 2016)===
 +
[[Bestand:AmericanPeterPeterPetra.jpeg|miniatuur|rechts|280px|]]
 +
Onlangs vierde Kees Petiet, die de meeste Middelburgers vooral zullen kennen als eigenaar van [[Bar American]] op Plein 1940, een muzikaal jubileum. Dat deed hij met een feestje. In de uitnodiging schreef hij: ‘De derde zaterdag van september in 1976 was de eerste keer dat ik een hele avond muziek draaide in een café. Het was de eerste dag van de kermis in Terneuzen en de Image-club had die avond geen dj beschikbaar. Ik bood aan dit wel te willen doen voor een keer. Een keer werd twee keer en vervolgens elke week en uiteindelijk heeft dit ertoe geleid een café te beginnen in mijn eigen Middelburg, met mijn eigen muziek. Nu bijna 40 jaar later draai ik nog steeds met plezier mijn muziekjes’.
 +
 
 +
Omdat ik op vakantie was, moest ik verstek laten gaan, maar ook zonder op het feestje te zijn, kon ik me het beeld van Kees als dj heel goed voor de geest halen. Ik zag en hoorde hem talloze keren bezig achter de draaitafels van zijn zaak, zowel als klant als medewerker. Je moet van goeden huize komen als je een rocknummer aan wilt vragen dat Kees niet kent. Hij kent zijn klassiekers. Het is daarom beter om hem gewoon lekker te laten doen. Dan komen de pareltjes vanzelf. Van Stones en Beatles naar Uriah Heep en Status Quo en weer terug.
 +
 
 +
Kees draait zijn muziekjes inderdaad nog regelmatig, maar wel minder dan vroeger, toen hij zelf altijd achter de bar stond en de meeste van zijn klanten naar dezelfde muziek luisterden. Ik kan me de overgangsperiode nog wel herinneren. Ik begon American rond 1986 te bezoeken voor de vele speed- en thrashmetalbandjes die er toen optraden.
 +
 
 +
Dat was een mooie tijd, maar de muziek van de optredende bands was te heftig om achter de bar te draaien. Bij bands als Iron Maiden en Metallica hield het wel op, omdat de vrees bestond dat nog hardere muziek klanten zou kosten. Het leidde echter tot zo veel discussies dat Kees uiteindelijk een oplossing ging zoeken. Hij vond die in het basaal inrichten van een kleine ruimte naast de zaak, als mini-café voor de liefhebbers van herrie. Die ruimte werd het Thrashhok genoemd. Het was een mooie, tijdelijke oplossing, waar sommige bezoekers van toen nu nóg met een grote grijns over praten.
 +
 
 +
Hoe het precies kwam is lastig te duiden, maar in de jaren ‘90 was er opeens een veel groter publiek voor heftige muziek. Zelfs in nette zaken werd er gesprongen op Rage against the Machine en Nirvana. Herrie in de tent betekende een volle tent. Kees ging op zoek naar een bedrijfsleider die de werelden van rock en herrie wist te verenigen in American en vond die in de persoon van Erik Louws, die in de jaren daarna het gezicht en het geluid van de zaak zou gaan worden. Maar wel altijd met Kees aan zijn zijde of in de buurt. Want als er weer eens écht ouderwets gerocked moest worden deed Kees het natuurlijk zelf. En dat doet hij nu nog steeds.
 +
 
 +
Juist dat maakt American tot wat het is: een prachtige tent. ‘Keep on rockin’ in the free world!’
  
Maar nu dus De Zaak. Het mooie is dat Cap en Grace het historische karakter van het pand hebben teruggehaald, maar tegelijkertijd ook hebben gebroken met de wat donkere uitstraling die de kroeg in de 35 jaar daarvoor had. Het café is nu licht en open, maar voelt nog steeds als een zaak die er al jaren zit. Dat heeft alles te maken met de inrichting en alle Middelburgse voorwerpen en symbolen aan de muur. 
 
  
Dat voelt vertrouwd. Het maakt dat het echtpaar tevreden kan terugkijken op de eerste 1,5 jaar. Er zijn inmiddels veel vaste klanten, maar ook toeristen en andere passanten weten het café weer te vinden. Ze moeten er best hard voor werken, maar je voelt gewoon dat Cap en Grace gelukkig zijn met het feit dat ze juist daar kunnen wonen en werken. Bijna iedere ochtend wenst Cap zijn vrienden op Facebook een goedemorgen met een foto van zijn uitzicht op de Lange Jan. Dat zegt genoeg. Dan weet je dat iemand op zijn plaats is, in het hart van zijn stad.
 
 
==Archief Kroegpraat==
 
==Archief Kroegpraat==
 
Oudere columns zijn te vinden op [http://middelburgdronk.nl/wiki/Kroegpraat_Archief de archiefpagina van Kroegpraat]
 
Oudere columns zijn te vinden op [http://middelburgdronk.nl/wiki/Kroegpraat_Archief de archiefpagina van Kroegpraat]
 
==Bronnen==
 
==Bronnen==
 
* Foto's: [http://beeldbank.zeeuwsebibliotheek.nl Beeldbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek], [http://www.zeeuwsarchief.nl/onderzoek-doen/beeldmateriaal Zeeland in Beeld Zeeuws Archief], diverse particuliere bronnen op Middelburg dronk
 
* Foto's: [http://beeldbank.zeeuwsebibliotheek.nl Beeldbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek], [http://www.zeeuwsarchief.nl/onderzoek-doen/beeldmateriaal Zeeland in Beeld Zeeuws Archief], diverse particuliere bronnen op Middelburg dronk

Huidige versie van 1 jan 2017 om 17:45

Kroegpraat cover.PNG

Kroegpraat: columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de Middelburgse en Veerse Bode

Vanaf juni 2015 schrijven redacteurs Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen columns over de Walcherse horeca in de De Middelburgse & Veerse Bode, onder de naam Kroegpraat. Deze columns zijn ook terug te vinden op de columnpagina van De Bode. Columns die Rob en Edwin eerder onder de naam 'Barcodes' schreven voor de PZC (tussen 6 december 2013 en 20 mei 2015) zijn terug te vinden op de gelijknamige pagina op Middelburg Dronk. Oudere columns voor Kroegpraat zijn te vinden op de archiefpagina van Kroegpraat.

December2016

Bieren bij van Aartsen (Rob, 14 december 2016)

Bierhal A. van Aartsen, ca. 1900.JPG

In 1909 opent Anthonie van Aartsen zijn tweede bierhal aan de Korte Giststraat 4 in Middelburg. De eerste was St. Jacob aan de Nieuwstraat, ook in Middelburg. De zaak is niet alleen een bierhal, maar ook een bottelarij. Hij bottelt onder meer Heineken waar de mensen ook van kunnen genieten in de bierhal. Je kunt als rechtgeaarde arbeider zo’n gele rakker meteen aan de lippen zetten.

Van Aartsen wordt in de jaren ’20 een merk. Hij adverteert als AVA. Bokbier kost 21 cent per halve flesch en je kan er ook Münchener donker en licht lager drinken. Witte port kost 90 cent de liter en kinawijn 1 gulden 50 de liter. Er zijn echter ook Bordeaux en andere wijnen voorradig. Kortom, bij Van Aartsen kun je drinken wat je wilt. De bierhal loopt op rolletjes en het is vaak kassa voor Anthonie.

Hij stopt in 1935 en draagt de zaak over aan zoon Willem Pieter, maar hij stopt met de bierhal, dus bieren bij Van Aartsen is er niet meer bij. Willem Pieter van Aartsen publiceert in 1939 de brochure ‘Aardstralen, wichelroede, en onze gezondheid.’ Hij is wat men nu een zwever zou noemen.

In het fantastische boek ‘Hop en gerst veredeld’ van Toon Franken en Eric Hageman staat een mooie anekdote over Willem Pieter van Aartsen. Cees de Vlieger vertelt dat Willem Pieter over paranormale gaven beschikte. “Een keer lag mijn vader ziek op bed en toen heeft hij van Aartsen laten komen. Die zei aan het eind van zijn bezoek dat het bed een paar meter verplaatst moest worden. Dat hebben we toen maar gedaan. Na een paar dagen was mijn vader weer beter.”


Het verhaal vertelt helaas niet of Willem Pieter de wichelroede heeft gehanteerd om aardstralen te lokken. Hoewel Van Aartsen de deur van de bierhal in 1935 sluit, heeft het verhaal toch nog een horecastaartje. In februari 1967 opent de hervormde jeugdraad Middelburg namelijk discobar ’t Stuivertje in het pand. Je kunt er bijvoorbeeld voor 1 gulden 50 op zaterdagavond gezellig de foxtrot dansen. Een advertentie uit de provinciale courant van 25 mei 1968 meldt het volgende: ‘Middelburg, vandaag. De hele avond feest! Want als om half tien de zeskamp klaar is, dan opent discobar ’t Stuivertje in Korte Giststraat 4. Voor één gulden nog heerlijk een paar uur gezellig dansen. Tot vanavond’.

De zeskamp waaraan wordt gerefereerd is een spel van de NCRV en BRT waarin steden om de overwinning strijden. De zeskamp heeft op vrijdag en zaterdag plaats op de Middelburgse Markt. Op zaterdag 27 september organiseert de vereniging ‘Uit het volk voor het volk’ een feestavond voor de Middelburgse deelnemers. Op die avond wordt ook een 70 minuten durende film vertoond die Dick van Bommel voor de NCRV heeft gemaakt. Bieren is na 1935 in de bierhal van Van Aartsen niet meer mogelijk. Maar met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan dat wel in ’t Stuivertje. Zeker na de zeskamp op zaterdag 25 mei 1968.

De schaduwkant van Carmen Silva (Rob, 7 december 2016)

Domburg was aan het einde van de 19e eeuw wat je noemt ‘booming’. Nogal wat gekroonde hoofden schreden er plechtig over straat. Dit kon voor een groot deel op het conto worden geschreven van de gouden duimen van dokter Johann Georg Mezger. Hij had niet voor niets de bijnaam ‘vorstenwrijver’. Later kreeg hij zeer terecht een borstbeeld op ’t Groentje. Het borstbeeld is nog een tijdje gestald in de schuur van de ‘overoba’ – overopa in ABN – van Cees Maas: Leunis Maas, die ook aanwezig was bij de onthulling van het borstbeeld. De mindere goden hielden séjour in het Badhotel, Badpaviljoen of Schuttershof. Degenen die nog lager op de maatschappelijke ladder stonden hadden genoeg keuze. Ze konden bijvoorbeeld logeren in herberg de Roode Leeuw of in één van de talrijke pensionnetjes die destijds als paddenstoelen uit de grond schoten. De positie op de maatschappelijke ladder was doorslaggevend voor het te kiezen logeeradres.

De ‘upper ten’ hield hof in Pension Duinoord. In 1889 logeerde Pauline Elisabeth Ottilie Luise zu Wied er. Ze was gehuwd met koning Carol I van Roemenië. Pauline schreef gedichten onder het pseudoniem Carmen Silva, maar over haar later meer. De locatie van Pension Duinoord is jarenlang een raadsel voor mij geweest. Ik heb het er vaak genoeg met Cees Maas over gehad. Op een gegeven moment las ik dat het pension in het vroon stond. Het vroon van Domburg situeerde zich in de buurt van wat nu de Nehalenniaweg heet. Ongeveer ter hoogte van pension Bosch en Zee dat de opa van Cees in 1930 bouwde en uitbaatte. Zoals zo vaak blijken sommige zaken met elkaar verbonden.

Men kon binnen baden in Pension Duinoord. Stalhouder Hendrikse reed per koets dagelijks, behalve op zondag, naar Middelburg in de maanden juli, augustus en september. De prijs Domburg-Middelburg vice versa bedroeg één gulden. Eigenaar Cornelis Hendrik Elout legde zijn klanten voortdurend in de watten. Die watten dienden erg zacht te zijn, aangezien de clientèle gewend was met zijden handschoenen te worden aangepakt.

Met ingang van 1 april 1902 werd Dorothea Anna van Dixhoorn eigenaar van het pension. Ze bleef er tot aan haar overlijden in 1906. ‘Zeeuwen Gezocht’ van het Zeeuws Archief meldt dat ze bij haar overlijden te boek stond als pensionhoudster. Van Dixhoorn werd datzelfde jaar nog opgevolgd door mejuffrouw Rutgers. De mejuffrouw vertrok in 1918 naar het vlakbij gelegen pension Klein Duinoord.

Na 1918 heb ik niets meer kunnen vinden over Pension Duinoord. Het lijkt wel of het toen van de aardbodem is verdwenen. Vanzelfsprekend houd ik me aanbevolen voor aanvullende informatie.

In de loop der tijd raakte ik overigens steeds meer gefascineerd door Carmen Silva. Het ging zelfs zo ver dat ik een gedicht over haar schreef met als titel ‘De schaduw van Carmen Silva’. De schaduwkant van Carmen Silva hangt tot op de dag van vandaag aan de Boulevard Van Schagen boven Domburg en zo hoort dat.

November 2016

De afwezigen hebben altijd ongelijk (Edwin, 30 november 2016)

Vliegende Hollander 2.jpg

Twee weken geleden interviewde ik in de Graanbeurs, op het Damplein in Middelburg, ondernemer Koen Funk, van Biercafe De Vliegende Hollander. Hij organiseert in samenwerking met brouwerijen en andere ondernemers op het plein een Winterbierfestival op 16 en 17 december. Het Damplein maakt daardoor dit jaar voor de eerste keer deel uit van het programma van Middelburg Winterstad. Het evenement begon ooit met alleen de ijsbaan op de Markt, maar lijkt ieder jaar een beetje groter en succesvoller te worden. Steeds meer cafés bouwen blokhutten op hun terras, de kerstmarkten worden uitgebreid en de grote tent voor het winterterras op het zogenoemde Tympaanplein werd dit jaar een maand eerder ingericht, omdat die veel extra bezoekers trekt.

Dat Koen de aansluiting zoekt bij dit winterfeest vind ik om verschillende redenen geweldig. Er gaat sowieso veel positiefs uit van eigen initiatieven en van lokale samenwerkingsverbanden (in dit geval met restaurant La Piccola Italia en Eetcafé De Zwarte Ruiter op ’t Witte Paart) maar wat ik veel mooier vind is het gegeven dat de organisatie hiermee het signaal afgeeft bereid te zijn om het Damplein nieuw leven in te blazen.

Want daar moet je eerlijk over zijn: dat plein is, als uitgaansgebied, natuurlijk niet meer wat het ooit geweest is. De terugloop begon toen buurtbewoner Akkerman het na een jarenlange juridische strijd met de eigenaars van de toenmalige discotheek Meccano het begin jaren ‘90 voor elkaar kreeg dat de openingstijden op het plein werden beperkt. Mede door zijn toedoen besloot de gemeente de nachtvergunningen voor de horeca op het Damplein in te trekken, met de bedoeling die te concentreren in het gebied op en rondom de Markt en Vlasmarkt. Ernstige vernielingen tijdens Oud en Nieuw waren daarvoor de directe aanleiding.

Toen de rechter in Akkermans voordeel besliste liet een grote groep cafébezoekers een paginagrote ‘rouwadvertentie’ in de krant plaatsen met de tekst: ‘Rust in vrede, uitgaansleven Middelburg’. Die tekst was een beetje overdreven, maar voor het Damplein bleek van die woorden een voorspellende werking uit te gaan. Discotheek Meccano verdween, net zoals het bijbehorende café. Eerder was de nachtclub aan de overzijde van het plein, een opvolger van La Folie, al gesneuveld. In de jaren die daarop volgden kenden diverse cafés nog successen – Rockdesert en Mambo’s bijvoorbeeld – maar nu, 25 jaar na dato, staan die zaken al een paar jaar leeg. Dat ziet er triest uit.

Het plein, dat nog geen 50 jaar bestaat, verdient een beter lot. Met vrienden praat ik regelmatig met een grote grijns over muziekfestivals als Damrock of over optredens van punkbands in de Graanbeurs, georganiseerd door het voormalige jongerencentrum Midgard. Zulke evenementen, op die plek, behoren definitief tot het verleden, maar dat betekent niet dat er geen alternatieven zijn. Ook daarom hoop ik dat het Winterbierfestival een succes wordt. Toen ik Koen stond te interviewen las ik de teksten op de tegels van de Graanbeurs, die deel uitmaken van het kunstwerk van Marinus Boezem, ook weer eens. ‘Les absents ont toujours tort’ staat er op een daarvan. De afwezigen hebben altijd ongelijk. Een prachtige slogan bij een nieuwe impuls voor het plein.

Van Villa naar hotel (Rob, 23 november 2016)

In 1894 laat Jan van der Harst, gemeentegeneesheer van Koudekerke, een villa bouwen, die verrijst aan de Brouwerijstraat 21 in Koudekerke. De villa is bestemd voor zijn schoonmoeder Cornelia Brieve-Hollestelle. Als Van der Harst in 1930 met pensioen gaat, trekt hij met zijn echtgenote Jacoba in de villa. Ik heb bovenstaand verhaal niet uit de duim gezogen. Het is te lezen op de prachtige website www.koudekerke.info. Sjoerd de Nooijer heeft daar alles keurig op een rijtje staan.

Als Van der Harst in 1948 overlijdt is Cornelis Flipse er als de kippen bij. Hij koopt het pand en begint er café-restaurant Hotel Walcheren. Het is het eerste hotel in het hart van Koudekerke. Men kan tot die tijd wel een kamertje nemen in café Centraal aan het Dorpsplein, maar dat is toch anders. Eigenaar Adriaan Simpelaar is meer cafébaas en geen hotelier, laat staan in spé. Arnold Rijckborst neemt Centraal in 1958 over van Simpelaar. Hij hernoemt de zaak Dorpszicht en dat staat ook wel bekend als ‘Hotel Rijckborst’.

Cornelis Flipse zit inmiddels met een probleem. Tijdens de overstroming van 1944 is de tuin rond de villa volledig vernield. Flipse talmt niet en laat de tuin asfalteren. Een vreemde zet misschien, maar zo krijgt Hotel Walcheren wel de beschikking over een terras annex parkeerterrein. Het hotel geeft Koudekerke als het ware een kontje. Ik ben er eind jaren ’50 weleens geweest. M.A.C. Scheldegouwen, waar mijn ouders lid van waren, organiseerde toen een zogenaamde knobbelrit. In iedere horecazaak die werd aangedaan, moest de teerling worden geworpen. De uitkomt bepaalde de volgende bestemming. Daar kreeg je soms het heen en weer van.

De heer M. Joosse neemt Hotel Walcheren in 1956 over van Flipse. Ik heb internet afgestruind naar meer informatie over M. Joosse, maar heb weinig over hem kunnen vinden. Het enige dat ik heb gevonden is een suikerzakje met de tekst ‘hotel café restaurant ‘Walcheren’ M. Joosse – Tel. 01185-210 – Koudekerke (Wal.)’ Niet echt iets om over naar huis te schrijven, maar het moet maar. Misschien komt de heer M. Joosse door deze Kroegpraat wel aan het licht. Ik hoop het van ganser harte. Hij brengt zijn zaak tot grote bloei. Het pand wordt diverse keren uitgebreid met serres aan de zijgevel, die helaas later worden geofferd aan de vooruitgang. Het gaat goed vooruit met Hotel Walcheren. De tamelijk centrale ligging op Walcheren is daar mede debet aan. In de jaren ’60 en ’70 worden er rijexamens afgenomen in de zaak. Uiteraard de theoretische kant, de praktijk heeft plaats op de weg.

Hotel Walcheren gaat in 1994 failliet. Ik vraag me af of M. Joosse op dat moment nog in de zaak zit. Er vindt iets later een doorstart plaats en de zaak gaat verder onder de naam ‘Hof van Walcheren’. Dat duurt echter maar even. Het pand staat een aantal jaren leeg als het op 18 juli 1999 in vlammen opgaat. Van villa tot hotel en van hotel tot schuim en as. Het kan verkeren. heeft Bredero gezegd en dat onderschrijf ik, zij het niet van harte. F

Naar de Beurs gaan (Rob 16 november 2016)

Cafe De Beurs tussen 1911 en 1915.jpg

Een advertentie in de Middelburgsche Courant van 16 juni 1863 meldt dat er muziek is in bierhuis de Beurs op de Dam bij Bouwman. Het gaat om Yvo Pieter Bouwman, die helaas een jaar later overlijdt. Jan Vreke komt in 1892 in deze zaak en wanneer hij in 1909 komt te overlijden zet weduwe Johanna Giffard de Beurs voort. Zij doet in 1911 op haar beurt afstand van haar vergunning ten faveure van Pieter Krijger die de Elf Provinciën aan de Blauwedijk opent. Jan Heuker heeft inmiddels de zaak van Johanna Giffard overgenomen. Jan, hij heeft eerder in Tramhalte aan de Blauwedijk gezeten, begint ook een limonadefabriek in het pand. Dries Poelman volgt Heuker op in 1919. Poelman is een echte horecaffer. Hij zit later in Zeelandia aan de Winterstraat, Belge en Poelman aan de Stationsstraat.

Jan van der Noll komt in 1936 in de Beurs. Pauw Koole van de toenmalige drankenhandel Déko aan de Langeviele komt vaak bij Van der Noll. Hij levert daar namelijk Rum Punch. Rum Punch blijkt een grote hit op de Annetje-Lijsjesdagen. Dit zijn de eerste donderdagen van mei en oktober. De ‘joengers en meissen van Walcheren’ zoeken dan een baantje in het boerenbedrijf.

De Beurs heeft een zee aan eigenaren gehad, die ik niet allemaal kan behandelen. We haken pas weer aan in 1954. In dat jaar komen Bram en Lootje van der Weele in de zaak. Ze verhuizen vier jaar later naar het Melkboerinnetje aan de Vlissingsestraat. Anna Vermeule zit in 1958 even in de zaak. Zij komt later echter aan de orde. Henk Buijs wordt in 1961 eigenaar, maar vertrekt na drie jaar en start Buijs Bewaking aan de Molenberg.

Jan van der Hooft en echtgenote Anna Vermeule, daar is ze weer, komen in 1967 (weer) in de Beurs. Anna heeft Jan leren kennen in Vlissingen. Hij werkt dan bij de marine en de kazerne staat naast het Havendorp. Ze zijn in 1957 getrouwd en gaan wonen op het Havendorp. Jan heeft als oud-marineman een nieuwe toog van de Beurs gebouwd in de vorm van een schip.

Ik zat in die tijd op de RHBS in de Sint Pieterstraat, als het ware om de hoek. Jan was goedlachs en als Zeeuws-Vlaming altijd in voor een gebbetje. Samen met mijn oude makker Sjaak Louws kwam ik ’s avonds laat wel eens in de Beurs. De broodjeszaken waren in die tijd dun gezaaid in Middelburg. Jan had heerlijke broodjes kipkerrie, die nog beter smaakten als je al wat biertjes had gedronken. Wij brachten onze offers aan Bacchus voornamelijk in Seventy Seven aan de Markt. ‘The place to be’ toen en eigenlijk nog steeds. In 1970 kwam er een abrupt einde aan de naam de Beurs. Ik vond het bijna heiligschennis. Het was een naam die klonk als een scheepsbel en deze werd geofferd aan de waan van de dag. Jan en Anna besloten hun zaak om te dopen in Porthole, voor mij een patrijspoort te ver.

Westkapelle herrijst altijd (Rob, 31 oktober 2016)

Drie oktober 1944 is een zwarte dag voor Westkapelle. Bij het bombardement op de Zeedijk vallen vele doden. In molen De Roos van Bram Theune zitten mensen als ratten in de val en sterven op afschuwelijke wijze. De littekens van die noodlottige dag zijn nooit geheeld en zullen dat waarschijnlijk nooit doen ook. Veel Westkappelse families zijn door het noodlot getroffen, dus het verdriet is altijd aanwezig. Oktober is voor Westkapelle de meest wrede maand.

De latere wethouder Willem ‘de Redder’ Gabriëlse meldt in het boek ‘Doelwit Dijk’ dat hij eerst in Serooskerke terecht komt. Later worden hij en andere Westkappelaars door de gemeentepolitie verplicht de boot naar Zuid-Beveland te nemen. Via Katseveer belandt hij in een kerk in Wemeldinge. Daar wordt hij ‘uitgeleurd’, omdat niemand op de vluchtelingen zit te wachten. Hij krijgt tenslotte onderdak in Wilhelminadorp. Daar hebben de mensen het hart wel op de juiste plaats.

Westkapelle verrijst langzaam uit de as van de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk heeft het dorp door de eeuwen heen altijd de kracht gehad om te herrijzen. Op een donderdag in januari 1954, ik weet niet exact welke, opent locoburgemeester Willem Gabriëlse het dorpshuis aan Markt 79 door eenvoudigweg de deur te openen. Het krijgt de naam Westkapelle Herrijst. Ook commissaris der koningin Guus de Casembroot is aanwezig bij de opening. Als oud-burgemeester van Westkapelle mag hij natuurlijk niet ontbreken.

De foto (circa 1960) die ik op de onvolprezen beeldbank van Stichting Cultuurbehoud Westkapelle vond is prachtig. Het buffetpersoneel kijkt enigszins afwachtend naar het vogeltje. Ze moeten die avond wellicht werken en dat gaat voor alles. Ik zie geen bekende gezichten. Ik was toen zeven of acht jaar oud, maar Westkappelaars zullen ongetwijfeld in één oogopslag weten wie er zijn te zien.

In augustus 1989 gaat Westkapelle Herrijst op de schop. Een deel van het pand wordt gesloopt, evenals de belendende timmermanswerkplaats. Wethouder Jan Bostelaar heeft het over upgrading en ziet een rooskleurige toekomst. Hij hoopt dat plaatselijke kunstenaars in het nieuwe gebouw gaan exposeren. Westkapelle Herrijst groter uit de as van de verbouwing. Het dorpshuis kan er weer een tijdje tegen.

Bij de gemeentelijke herindeling, die op 1 januari 1997 ingaat, verliest de gemeente Westkapelle zijn onafhankelijkheid. Dat is een hard gelag, want Wasschappel was altijd Wasschappel en niets anders. Nu is Westkapelle verworden tot een deel van de gemeente Veere. Daar zit eigenlijk niemand op te wachten. Maar ja, zo gaan die dingen in de niets en niemand ontziende bestuurscultuur.

De laatste keer dat ik in Westkapelle Herrijst ben geweest was op 1 september van dit jaar. Ik woonde daar de herdenkingsplechtigheid voor Daan Hengst bij. Ik besef nog steeds niet dat hij er niet meer is en nooit meer zal zijn. De droefheid die ik voel, blijft aanhouden. Ik had Daan nog zoveel willen vragen over de horecageschiedenis van Westkapelle. Had nog zoveel vragen over wie, wat, waar, waarom en wanneer. Westkapelle herrijst altijd, maar Daan helaas niet.

Bestond er maar een tijdmachine (Rob, 24 oktober 2016)

Het zou weinig mensen verbazen als er een nieuw koffiehuis wordt geopend aan de Vlasmarkt in Middelburg. Dit straatje van verlangen herbergt nogal wat horecazaken. Maar u heeft buiten de waard gerekend als u denkt aan een nieuw koffiehuis.

In 1861 werd het pand Vlasmarkt L22, nu nr. 48-50, openbaar verkocht. Steven Dodenhuis kocht het en opende op 8 mei 1862 het Nieuw Koffiehuis in het pand. Steven Dodenhuis was geen nieuwkomer in de horeca. Hij zat eerder in herberg de Bremerton op de hoek van de Langevielesingel en Oude Koudekerkseweg. Dodenhuis liet de Bremerton in 1851 tot op de grond afbreken. In het nieuwe pand opende hij in 1855 bondscafé Pax Intrantibus. Pax Intrantibus betekent letterlijk ‘vrede aan hen die hier binnentreden’, de drank volgt later vanzelf.

Dodenhuis deelde middels een advertentie op 6 augustus 1866 in de Middelburgsche Courant mede dat hij ‘tengevolge zijner hooge jaren’ de pijp aan Maarten gaf. Eigenlijk niet aan Maarten, maar aan Jan Tjalling de Haan. De Haan organiseerde op 19 februari 1870 een bal ‘ter gelegenheid van ’s Konings jaardag’ in het Nieuw Koffiehuis.

De Haan verkocht zijn koffiehuis in 1876 aan Zegert Jacobus van Dijk. Hij verbouwde het grondig en opende in november van dat jaar café Du Lion D’Or in het pand. Er was altijd wel wat te doen in het café van Van Dijk. Hij meldde in de Middelburgsche Courant op 25 juli 1878 het volgende: ‘Gedurende de Kermis zal het Buffet van alle ververschingen voorzien en de Tuin des avonds verlicht zijn’.

Cornelis van Roggen volgde op enig moment Van Dijk op. Hij meldde op 24 juni 1881 in gemelde courant dat hij zijn café zou sluiten. De tuin, het tuinlokaal en de gelegenheid tot het houden van vergaderingen bleven wel van kracht. W. Horton nam de zaak in november van dat jaar over van Cornelis van Roggen. Horton noemde zijn zaak Eldorado, een café van paradijselijke allure. De persoon W. Horton, wellicht een Engelsman, blijft een raadsel. Misschien was zijn voornaam William, misschien niet.

Horton timmerde in ieder geval behoorlijk aan de weg. Op zondag 23 juli 1882, tijdens de kermis, organiseerde hij een groot matinee in Eldorado. Hij meldde als directeur het debuut van zeven artiesten en dat waren niet de minste. Het Tiroolse echtpaar Herr rund Frau Linke gaf acte de présence, naast Fraulein Lewinska, mademoiselle Virginie, mejuffrouw Kock en mejuffrouw Emilie. De concerten hadden op donderdag en zaterdag plaats in de tuin die natuurlijk verlicht was.

Cornelis van der Plank nam het café in november 1882 over van Horton. Café Eldorado was echter geen lang leven meer beschoren. Op 26 april 1883 werd het voormalige Nieuw Koffiehuis verkocht in sociëteit De Vergenoeging die toen nog aan de Markt stond.

Het pand Vlasmarkt 48-50 verliest jammer genoeg zijn horecabestemming. Wat had ik graag een biertje gedronken in Du Lion D’Or of Eldorado. Bestond er maar een tijdmachine.

Van Zapata tot Desafinado (Rob, 17 oktober 2016)

Desaf.jpg

In 1992 kocht Leo van Liere het pakhuis van Het Huis met de Roode Pilaren in Middelburg. Drogisterij Het Huis met de Roode Pilaren was gevestigd aan de Lange Delft. Het pakhuis aan de Koorkerkstraat 1 lag als het ware om de hoek. Leo verbouwde het pand en voorzag het van een aardse tint. Dat was tegen het altijd zere been van de welstandscommissie, zeg maar de plannenpolitie van de gemeente Middelburg. Een bedaagd clubje dames en heren dat niets liever deed dan plannen de grond in boren. De zaak zeurde jarenlang en ik weet niet of zich ooit een oplossing voor de onzin heeft aangediend.

Genoeg echter over dat ambetante clubje en terug naar Leo van Liere. Leo had wellicht van meet af aan een horecabestemming voor zijn pakhuis in gedachten. Het was dus niet zo vreemd dat Fia de Pree en Riny Steenbakkers in januari 1993 een restaurant in het pand openden. Het was een Mexicaans restaurant dat de naam Zapata droeg. Wellicht was het een verwijzing naar Emiliano Zapata, een Mexicaanse revolutionaire boerenleider. Zapata kwam slecht aan zijn eind, want hij werd in 1918 vermoord.

Ik heb er met Astrid, Connie en Kees en Chantalle en Erik in de zomer van 1993 heerlijk gegeten. We kwamen terug van vakantie en vierden dat met een etentje. Het etentje hebben we een jaar later herhaald. We reisden in een limousine af naar Hoogerheide om daar te dineren in La Castelière. Als de vrienden die we zijn, werden we hartelijk ontvangen door Marianne en Patrick Castelijns. Patrick is één van de beste en avontuurlijkste koks die ik ken en die me iedere keer weer verraste. Ik spreek Marianne en Patrick nog wel eens. Ze wonen nu in Goes.

Helaas was Mexicaans restaurant Zapata geen lang leven beschoren. De zaak ging in 1994 failliet. Leo moest op zoek naar nieuwe huurders. Hij vond die in Gré en Renny Minnaert. Zij noemden hun zaak Desafinado, de titel van een bossa nova gecomponeerd door Antonio Carlos Jobim (muziek) en Newton Mendonça (tekst). Gré en Renny waren niet aan hun proefstuk in de horeca toe. Ze hadden een paar jaren de kantine gepacht van camping Oranjezon aan de Koningin Emmaweg. Renny had meer ervaring dan Gré, want hij stond een periode achter de toog van de Reutel en het Hof van Zeeland. Baas boven bazin zou je kunnen zeggen.

Twee jaar na de opening van Desafinado openden Gré en Renny minihotel c.q. Bed and Breakfast De Kaepstander om de hoek aan het Koorkerkhof. In de 21e eeuw kwamen zoon Prospêr Minnaert en later zijn echtgenote Betiana Meza in de zaak. Per 1 juli 2016 stopte Gré er mee, omdat ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Schoondochter Betiana volgde haar op en werd compagnon van Renny en Prospêr.

Desafinado klinkt als een klok en schalt soms vanuit de beiaard van de Lange Jan. Van Zapata naar Desafinado is een sentimentele reis van verleden naar heden, zeker voor ondergetekende.

Joy forever! (Rob, 12 oktober 2016)

Op de Facebook-pagina van Veere Dronk las ik onlangs dat er een reünie aanstaande was van de legendarische bar-dancing Joy. De reünie had op vrijdag 23 september plaats in café Bardot aan de Vlasmarkt in Middelburg. Daar wilde ik natuurlijk bij zijn. Het was een avond om nooit te vergeten. Ik raakte al snel aan de praat met Kees Verhoeff. Over hem later meer.

Mark en Lenie de Pagter openden Joy in december 1986. Joy was gevestigd aan de Noordweg 117 in Serooskerke. Ze waren ook eigenaar van In de Gouwe Geit in Grijpskerke, maar deden die zaak een jaar later van de hand. Vanaf 1987 konden ze zich volledig richten op Joy. Dat wierp zijn vruchten af. De zaak ging steeds beter lopen, als een tierelier, zoals dat heet.

Kees Verhoeff was dj in Joy van 1986 tot 1992, maar had al een lange carrière van plaatjes draaien achter zich. Hij draaide onder meer in Long John, Goofy, Discotheek 2001 en Twenty One in Vlissingen en in de Hooizolder in Westkapelle. Hij vertelde prachtige verhalen uit de oude doos. Wellicht moet ik eens een apart verhaal aan Kees wijden. Dat zou zeker de moeite waard zijn.

‘A thing of beauty is a joy forever’, dichtte John Keats lang geleden, maar soms gaat die vlieger niet op. Helaas was er geen sprake van ‘Joy forever’, want het pand Noordweg 117 ging in 2007 tegen de vlakte. Aannemersbedrijf Dekker en Walhout kocht het pand louter voor de sloop. Het wilde er drie woningen voor terugzetten. In 2009 ging de gemeente Veere daarmee akkoord.

Er is altijd een Middelburgse connectie geweest met Joy. Nogal wat ‘joengers en meissen’ vonden het daar erg gezellig. Ze togen per fiets, brommer of bus naar Seroos om lekker te feesten en beesten. Geboren Middelburgers als Jack Jobse en Remco van Schijndel waren er kind aan huis. Natuurlijk waren ze ook op de reünie waar heel wat werd bijgepraat.

Nu is het niet zo dat de mensen elkaar lang niet hadden gezien. Joy heeft in de loop der jaren al twee keer eerder een reünie gehad. Het blijft een hechte ploeg, die het blijkbaar zo af en toe nodig heeft elkaar weer te zien. Het is mooi om af en toe het collectieve geheugen op te frissen. Wel onder het genot van een biertje, want drinken verleer je nooit.

Er was ook een Middelburgse connectie met de even legendarische voorganger van Joy: café Veldzicht. De eerste eigenaar, Anthonius Westdorp, had namelijk bierhal Phoenix aan de Pottenmarkt in Middelburg. Nu zit eetcafé De Vliegenier in dat pand. Westdorp zat trouwens ook nog een tijdje in café De Vriendschap in Veere. Willem Huijse nam Veldzicht in 1949 over van de familie Westdorp. In dat jaar trouwde hij met Jakomina Roda. Haar vader Pieter zat eerder in Het Wapen van Middelburg aan de Middelburgse Markt.

Het blijft eeuwig zonde dat Joy niet als een Phoenix uit zijn as heeft kunnen herrijzen.

Oktober 2016

40 jaar plaatjes draaien (Edwin 5 oktober 2016)

AmericanPeterPeterPetra.jpeg

Onlangs vierde Kees Petiet, die de meeste Middelburgers vooral zullen kennen als eigenaar van Bar American op Plein 1940, een muzikaal jubileum. Dat deed hij met een feestje. In de uitnodiging schreef hij: ‘De derde zaterdag van september in 1976 was de eerste keer dat ik een hele avond muziek draaide in een café. Het was de eerste dag van de kermis in Terneuzen en de Image-club had die avond geen dj beschikbaar. Ik bood aan dit wel te willen doen voor een keer. Een keer werd twee keer en vervolgens elke week en uiteindelijk heeft dit ertoe geleid een café te beginnen in mijn eigen Middelburg, met mijn eigen muziek. Nu bijna 40 jaar later draai ik nog steeds met plezier mijn muziekjes’.

Omdat ik op vakantie was, moest ik verstek laten gaan, maar ook zonder op het feestje te zijn, kon ik me het beeld van Kees als dj heel goed voor de geest halen. Ik zag en hoorde hem talloze keren bezig achter de draaitafels van zijn zaak, zowel als klant als medewerker. Je moet van goeden huize komen als je een rocknummer aan wilt vragen dat Kees niet kent. Hij kent zijn klassiekers. Het is daarom beter om hem gewoon lekker te laten doen. Dan komen de pareltjes vanzelf. Van Stones en Beatles naar Uriah Heep en Status Quo en weer terug.

Kees draait zijn muziekjes inderdaad nog regelmatig, maar wel minder dan vroeger, toen hij zelf altijd achter de bar stond en de meeste van zijn klanten naar dezelfde muziek luisterden. Ik kan me de overgangsperiode nog wel herinneren. Ik begon American rond 1986 te bezoeken voor de vele speed- en thrashmetalbandjes die er toen optraden.

Dat was een mooie tijd, maar de muziek van de optredende bands was te heftig om achter de bar te draaien. Bij bands als Iron Maiden en Metallica hield het wel op, omdat de vrees bestond dat nog hardere muziek klanten zou kosten. Het leidde echter tot zo veel discussies dat Kees uiteindelijk een oplossing ging zoeken. Hij vond die in het basaal inrichten van een kleine ruimte naast de zaak, als mini-café voor de liefhebbers van herrie. Die ruimte werd het Thrashhok genoemd. Het was een mooie, tijdelijke oplossing, waar sommige bezoekers van toen nu nóg met een grote grijns over praten.

Hoe het precies kwam is lastig te duiden, maar in de jaren ‘90 was er opeens een veel groter publiek voor heftige muziek. Zelfs in nette zaken werd er gesprongen op Rage against the Machine en Nirvana. Herrie in de tent betekende een volle tent. Kees ging op zoek naar een bedrijfsleider die de werelden van rock en herrie wist te verenigen in American en vond die in de persoon van Erik Louws, die in de jaren daarna het gezicht en het geluid van de zaak zou gaan worden. Maar wel altijd met Kees aan zijn zijde of in de buurt. Want als er weer eens écht ouderwets gerocked moest worden deed Kees het natuurlijk zelf. En dat doet hij nu nog steeds.

Juist dat maakt American tot wat het is: een prachtige tent. ‘Keep on rockin’ in the free world!’


Archief Kroegpraat

Oudere columns zijn te vinden op de archiefpagina van Kroegpraat

Bronnen