Middelburg Dronk

Kroegpraat

(Horeca-inzicht in Oostkapelle (Rob 22 juni 2016))
(December2016)
 
(24 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 2: Regel 2:
 
==Kroegpraat: columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de Middelburgse en Veerse Bode==
 
==Kroegpraat: columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de Middelburgse en Veerse Bode==
 
Vanaf juni 2015 schrijven redacteurs Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen columns over de Walcherse horeca in de [http://www.internetbode.nl De Middelburgse & Veerse Bode], onder de naam Kroegpraat. Deze columns zijn ook terug te vinden op [http://internetbode.nl/middelburg/categorie/columns de columnpagina van De Bode]. Columns die Rob en Edwin eerder onder de naam 'Barcodes' schreven voor de PZC (tussen 6 december 2013 en 20 mei 2015) zijn terug te vinden op [http://www.middelburgdronk.nl/wiki/Barcodes de gelijknamige pagina op Middelburg Dronk]. Oudere columns voor Kroegpraat zijn te vinden op [http://middelburgdronk.nl/wiki/Kroegpraat_Archief de archiefpagina van Kroegpraat].
 
Vanaf juni 2015 schrijven redacteurs Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen columns over de Walcherse horeca in de [http://www.internetbode.nl De Middelburgse & Veerse Bode], onder de naam Kroegpraat. Deze columns zijn ook terug te vinden op [http://internetbode.nl/middelburg/categorie/columns de columnpagina van De Bode]. Columns die Rob en Edwin eerder onder de naam 'Barcodes' schreven voor de PZC (tussen 6 december 2013 en 20 mei 2015) zijn terug te vinden op [http://www.middelburgdronk.nl/wiki/Barcodes de gelijknamige pagina op Middelburg Dronk]. Oudere columns voor Kroegpraat zijn te vinden op [http://middelburgdronk.nl/wiki/Kroegpraat_Archief de archiefpagina van Kroegpraat].
==Juni 2016==
+
==December2016==
===Schuilen bij Schuilwerve (Rob 29 juni 2016)===
+
===Bieren bij van Aartsen (Rob, 14 december 2016)===
[[Bestand:Jaap_Willem_en_Narre.PNG|miniatuur|rechts|280px|]]
+
[[Bestand:Bierhal_A._van_Aartsen,_ca._1900.JPG|miniatuur|rechts|280px|]]
Café Dampoort aan de Nederstraat 24 in Middelburg was een café waar het door de jaren heen goed toeven was. Men kon er vanaf begin ’50 terecht voor een versnapering en in die tijd was het er vaak feest. De foto’s op www.middelburgdronk.nl getuigen van het feestelijke verleden van Dampoort. Het café ontleent zijn naam aan de gelijknamige poort. De resten hiervan zijn nog steeds zichtbaar wanneer je de Dampoorstraat in gaat. Er hebben diverse eigenaren in de zaak gezeten, maar ik wil me richten op één eigenaar, namelijk Jaap Schuilwerve. Jaap zat samen met echtgenote Lies in de jaren ’80 in Dampoort waar ik weleens schuilde en een pilsje nam.
+
In 1909 opent Anthonie van Aartsen zijn tweede bierhal aan de Korte Giststraat 4 in Middelburg. De eerste was St. Jacob aan de Nieuwstraat, ook in Middelburg. De zaak is niet alleen een bierhal, maar ook een bottelarij. Hij bottelt onder meer Heineken waar de mensen ook van kunnen genieten in de bierhal. Je kunt als rechtgeaarde arbeider zo’n gele rakker meteen aan de lippen zetten.
  
In die zelfde jaren ’80 leerde ik in de Reutel de gebroeders Adrie en Willem Schuilwerve kennen. Ze keken eerst een beetje de kat uit de boom, want wat moest zo’n langharige, opgeschoten jongen in hun stamkroeg. Toen de nieren waren geproefd en mijn stamboom gelicht, lag er niets meer in de weg. Adrie, bijgenaamd Narre, had vaak een grap of een sterk verhaal paraat. Willem, bijgenaamd de Marremot, droeg altijd een pet; ’s zomers een witte.
+
Van Aartsen wordt in de jaren ’20 een merk. Hij adverteert als AVA. Bokbier kost 21 cent per halve flesch en je kan er ook Münchener donker en licht lager drinken. Witte port kost 90 cent de liter en kinawijn 1 gulden 50 de liter. Er zijn echter ook Bordeaux en andere wijnen voorradig. Kortom, bij Van Aartsen kun je drinken wat je wilt. De bierhal loopt op rolletjes en het is vaak kassa voor Anthonie.
  
De interactie tussen de twee broers was prachtig om naar te luisteren. Willem was de aangever en Adrie maakt het af. Beelden van Narre en de Marremot blijven voor altijd in mijn netvlies geëtst. Ik zie ze staand aan de toog voor me, biljartend of een kaartje leggend aan de stamtafel. Aan de muur achter de stamtafel hing het prachtige portret dat Guido Metsers schilderde van ome Jan ‘de Bootsman’ Blom – dit terzijde of beter gezegd erachter.
+
Hij stopt in 1935 en draagt de zaak over aan zoon Willem Pieter, maar hij stopt met de bierhal, dus bieren bij Van Aartsen is er niet meer bij. Willem Pieter van Aartsen publiceert in 1939 de brochure ‘Aardstralen, wichelroede, en onze gezondheid.’ Hij is wat men nu een zwever zou noemen.
  
Willem’s zoon Daniël schreef het fantastische boekje ‘Verhalen rond de Lange Jan 1936-1940”. Er staat een mooi verhaal over zijn vader en oom Adrie in. De gebroeders kwamen vaak in café de Kleine Karsenboom van Arie Zegveld aan de Bree en bleven daar nogal eens hangen. Narre en de Marremot zijn al kroeglopend serieus oud geworden – Adrie werd 89 en Willem 90. Waaruit blijkt dat het helemaal niet ongezond is, om af en toe eens een biertje of borreltje te nemen.  Jaap is ook een zoon van Willem en dochter Riet had tevens de horecagenen van haar vader meegekregen. Riet en echtgenoot Puck Brandes zaten eind jaren ’60 in cafetaria Brandes aan de Korte Noordstraat. Op 3 februari 1972 sloeg echter het noodlot toe en overleed Puck op 35-jarige leeftijd. Horecagenen vinden soms hun weg, want Karel’s dochter Kim Brandes werkte een periode bij mijn stamhut Seventy Seven.
+
In het fantastische boek ‘Hop en gerst veredeld’ van Toon Franken en Eric Hageman staat een mooie anekdote over Willem Pieter van Aartsen. Cees de Vlieger vertelt dat Willem Pieter over paranormale gaven beschikte. “Een keer lag mijn vader ziek op bed en toen heeft hij van Aartsen laten komen. Die zei aan het eind van zijn bezoek dat het bed een paar meter verplaatst moest worden. Dat hebben we toen maar gedaan. Na een paar dagen was mijn vader weer beter.
  
Terug naar Jaap en Lies Schuilwerve. Zij vertrekken in 1999 uit Dampoort dat wordt overgenomen door Rene van Hilst. Rene zat eerder in het Hart van Middelburg in de Zusterstraat en later in de Groene Papagaay aan de Lange Viele. In 2001 nemen Davy en José de Gast-Tienpond de zaak over – zij zitten nu in (eet)café de Koning aan de Turfkaai. In 2006 komt pension ’t Zonnetje in het pand, gevolgd door Port de Plaisance en nu is eetcafé Lale er gevestigd. Je kunt er wel schuilen, maar niet meer bij Schuilwerve.
 
  
===Horeca-inzicht in Oostkapelle (Rob 22 juni 2016)===
+
Het verhaal vertelt helaas niet of Willem Pieter de wichelroede heeft gehanteerd om aardstralen te lokken. Hoewel Van Aartsen de deur van de bierhal in 1935 sluit, heeft het verhaal toch nog een horecastaartje. In februari 1967 opent de hervormde jeugdraad Middelburg namelijk discobar ’t Stuivertje in het pand. Je kunt er bijvoorbeeld voor 1 gulden 50 op zaterdagavond gezellig de foxtrot dansen. Een advertentie uit de provinciale courant van 25 mei 1968 meldt het volgende: ‘Middelburg, vandaag. De hele avond feest! Want als om half tien de zeskamp klaar is, dan opent discobar ’t Stuivertje in Korte Giststraat 4. Voor één gulden nog heerlijk een paar uur gezellig dansen. Tot vanavond’.
In 1963 koopt Bram Rotte een pandje aan de Vroonweg 1 in Oostkapelle. Hij wil er een horecagelegenheid beginnen, maar de gemeente ligt dwars over de benodigde vergunningen. Daarom kunnen Bram en Suus Rotte-de Kam pas op 5 mei 1970 café-restaurant Boschhoek openen. De zaak, met een midgetgolfbaan, loopt vanaf het begin goed. Dat komt niet in de laatste plaats door Bram’s ‘flux de bouche’. Hij is namelijk tamelijk goed van de tongriem gesneden. Hij hecht enorm veel waarde aan zijn vak en probeert daar meerwaarde aan te geven door zijn gasten met alle egards te behandelen.
 
  
Bram heeft een bijzonder oog voor kansen die zich voordoen. Zo koopt hij in 1976 strandpaviljoen Lage Duintjes in Oostkapelle. Het is een fantastisch jaar, want de mussen vallen van het dak. Een jaar later verkoopt hij Lage Duintjes, want het kan alleen maar slechter gaan, denkt Bram. In 1983 schaft hij het pand aan de Duinweg 99 aan waarin zoon Aart Rotte Pannekoek- en Steakhouse het Rijkswijckse Huis opent.
+
De zeskamp waaraan wordt gerefereerd is een spel van de NCRV en BRT waarin steden om de overwinning strijden. De zeskamp heeft op vrijdag en zaterdag plaats op de Middelburgse Markt. Op zaterdag 27 september organiseert de vereniging ‘Uit het volk voor het volk’ een feestavond voor de Middelburgse deelnemers. Op die avond wordt ook een 70 minuten durende film vertoond die Dick van Bommel voor de NCRV heeft gemaakt. Bieren is na 1935 in de bierhal van Van Aartsen niet meer mogelijk. Maar met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan dat wel in ’t Stuivertje. Zeker na de zeskamp op zaterdag 25 mei 1968.  
  
Bram en Suus Rotte geven de horecagenen met verve door aan hun kinderen. Zo is er voor ieder kind op enig moment een zaak voorhanden. Aart komt in het Rijswijckse Huis en Eric wordt in 1982 mede-eigenaar van Boschhoek en in 1987 eigenaar. Dochter Ingeborg opent viswinkel Hamilton’s in Oostkapelle. ‘Rotte Vis’ had natuurlijk ook gekund, maar dat is om begrijpelijke redenen geen optie.
+
===De schaduwkant van Carmen Silva (Rob, 7 december 2016)===
 +
Domburg was aan het einde van de 19e eeuw wat je noemt ‘booming’. Nogal wat gekroonde hoofden schreden er plechtig over straat. Dit kon voor een groot deel op het conto worden geschreven van de gouden duimen van dokter Johann Georg Mezger. Hij had niet voor niets de bijnaam ‘vorstenwrijver’. Later kreeg hij zeer terecht een borstbeeld op ’t Groentje. Het borstbeeld is nog een tijdje gestald in de schuur van de ‘overoba’ – overopa in ABN – van Cees Maas: Leunis Maas, die ook aanwezig was bij de onthulling van het borstbeeld.
 +
De mindere goden hielden séjour in het Badhotel, Badpaviljoen of Schuttershof. Degenen die nog lager op de maatschappelijke ladder stonden hadden genoeg keuze. Ze konden bijvoorbeeld logeren in herberg de Roode Leeuw of in één van de talrijke pensionnetjes die destijds als paddenstoelen uit de grond schoten. De positie op de maatschappelijke ladder was doorslaggevend voor het te kiezen logeeradres.
  
In 1994 stopt Eric Rotte in Boschhoek. De zaak wordt overgenomen door schoonzoon Robert Hamilton. Echtgenote Ingeborg zit dan nog in haar viswinkel, maar komt later ook in de zaak. Eric, met wie ik een tijdje geleden een zeer leerzaam gesprek heb gehad, beschikt over een bijna fotografisch geheugen. Ik sprak hem in zijn bloeiende bedrijf Warstaal in Grijpskerke en dank hem bij deze voor de waardevolle informatie. Enfin, Eric opent in 1996 brassery de Kluizenaer aan de Lammerensteeg in Middelburg, nu Italiaans restaurant Il Senso.
+
De ‘upper ten’ hield hof in Pension Duinoord. In 1889 logeerde Pauline Elisabeth Ottilie Luise zu Wied er. Ze was gehuwd met koning Carol I van Roemenië. Pauline schreef gedichten onder het pseudoniem Carmen Silva, maar over haar later meer. De locatie van Pension Duinoord is jarenlang een raadsel voor mij geweest. Ik heb het er vaak genoeg met Cees Maas over gehad. Op een gegeven moment las ik dat het pension in het vroon stond. Het vroon van Domburg situeerde zich in de buurt van wat nu de Nehalenniaweg heet. Ongeveer ter hoogte van pension Bosch en Zee dat de opa van Cees in 1930 bouwde en uitbaatte. Zoals zo vaak blijken sommige zaken met elkaar verbonden.
  
Aangezien ik over rijbewijs noch automobiel beschik, ben ik aangewezen op mijn rijwiel. Het gebeurt vaak dat ik mijn ochtendkoffie gebruik op het terras van de Boschhoek. Een prachtig terras waar ik me altijd in een wijngaard waan. Vorig voorjaar sprak ik daar kunstschilder Andries Minderhout uit Middelburg. We hadden een geanimeerd gesprek over het Middelburg dat hij op zijn duimpje kende en vaak heeft geschilderd. Hij overleed in het najaar van 2015 op 93-jarige leeftijd.
+
Men kon binnen baden in Pension Duinoord. Stalhouder Hendrikse reed per koets dagelijks, behalve op zondag, naar Middelburg in de maanden juli, augustus en september. De prijs Domburg-Middelburg vice versa bedroeg één gulden. Eigenaar Cornelis Hendrik Elout legde zijn klanten voortdurend in de watten. Die watten dienden erg zacht te zijn, aangezien de clientèle gewend was met zijden handschoenen te worden aangepakt.
  
Boschhoek is in twintig jaar tijd vijftien keer verbouwd. Bram Rotte is blijven streven naar perfectie. Na de 15e verbouwing is die bijna bereikt. Bijna, want perfectie bestaat natuurlijk niet, maar daar gaat het niet om. Het streven naar is belangrijk, het altijd opmerken wat er nog aan de zaak kan worden verbeterd. Bram en Suus Rotte hebben met Boschhoek een monument voor zichzelf opgericht. Een monument dat, naar ik hoop, nog tot in lengte van dagen blijft bestaan.
+
Met ingang van 1 april 1902 werd Dorothea Anna van Dixhoorn eigenaar van het pension. Ze bleef er tot aan haar overlijden in 1906. ‘Zeeuwen Gezocht’ van het Zeeuws Archief meldt dat ze bij haar overlijden te boek stond als pensionhoudster. Van Dixhoorn werd datzelfde jaar nog opgevolgd door mejuffrouw Rutgers. De mejuffrouw vertrok in 1918 naar het vlakbij gelegen pension Klein Duinoord.
  
===Op stage in den Gespleten Arent (Rob 15 juni 2016)===
+
Na 1918 heb ik niets meer kunnen vinden over Pension Duinoord. Het lijkt wel of het toen van de aardbodem is verdwenen. Vanzelfsprekend houd ik me aanbevolen voor aanvullende informatie.
[[Bestand:Ben_en_Marjan,_ca._1990.JPG|miniatuur|rechts|280px|]]
 
In het gesprek dat ik enige tijd geleden had met Michel de Vaan kwam ook Ben Willemsen aan de orde. Michel tennist al jaren met Ben … vandaar. Ik ken Ben zelf ook al jaren, eigenlijk sinds 1979 toen hij samen met echtgenote Marjan restaurant [[De Gespleten Arent]] aan de Vlasmarkt in Middelburg opende. Met Astrid was ik er lange tijd vaste klant. Niet zo gek, want Ben kookte de sterren van de hemel.
 
  
Ben nodigde me eind jaren ’90 uit om mee te gaan naar de ISPC in Breda. Een fantastische ervaring, want in die tijd ging iedere, zichzelf respecterende chef naar de ISPC om primeurs te scoren. We hebben de lunch gebruikt in de ‘kantine’ waar ze heel goed wisten wat koken was. Ik kan me nog herinneren dat ik verse ganzenlever, nu allang niet meer politiek correct, heb gekocht. Ben legde me haarfijn uit hoe ik die moest bakken. Zonder vet in de pan, want dat had de gans genoeg.
+
In de loop der tijd raakte ik overigens steeds meer gefascineerd door Carmen Silva. Het ging zelfs zo ver dat ik een gedicht over haar schreef met als titel ‘De schaduw van Carmen Silva’. De schaduwkant van Carmen Silva hangt tot op de dag van vandaag aan de Boulevard Van Schagen boven Domburg en zo hoort dat.
  
Aangezien Ben ook leermeester was, liepen er nogal wat koks stage bij hem. Remco Elshout, nu kok bij Vriendschap, leerde er bijvoorbeeld de fijne kneepjes van het vak. Ook Richard Ekkebus, die nu al jaren furore maakt in Amber, het restaurant van The Landmark Oriental Hotel in Hong Kong, ging bij hem in de leer. Amber stond vorig jaar op nummer 38 van de beste 50 restaurants van de wereld. Ekkebus was daarmee de hoogst genoteerde Nederlandse chef.
+
==November 2016==
 +
===De afwezigen hebben altijd ongelijk (Edwin, 30 november 2016)===
 +
[[Bestand:Vliegende_Hollander_2.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 +
Twee weken geleden interviewde ik in de Graanbeurs, op het Damplein in Middelburg, ondernemer Koen Funk, van Biercafe De Vliegende Hollander. Hij organiseert in samenwerking met brouwerijen en andere ondernemers op het plein een Winterbierfestival op 16 en 17 december. Het Damplein maakt daardoor dit jaar voor de eerste keer deel uit van het programma van Middelburg Winterstad. Het evenement begon ooit met alleen de ijsbaan op de Markt, maar lijkt ieder jaar een beetje groter en succesvoller te worden. Steeds meer cafés bouwen blokhutten op hun terras, de kerstmarkten worden uitgebreid en de grote tent voor het winterterras op het zogenoemde Tympaanplein werd dit jaar een maand eerder ingericht, omdat die veel extra bezoekers trekt.
  
De keuken van den Gespleten Arent was, zoals eerder vermeld, fantastisch. Dat vertaalde zich ook in de opdrachten van de gemeente Middelburg. Zo kan ik me nog een staande, aangeklede borrel in 1996 in de Burgerzaal van het stadhuis op de Markt herinneren. Het was ter gelegenheid van een voorstelling van Cirque Plume op het Molenwater en de gemeente had allerlei speciale mensen uitgenodigd. Na de voorstelling moesten captains of industry en dat soort volk worden gepaaid. Of dat gelukt is, weet ik niet meer, maar wel dat iedereen zich de chique hapjes van Ben liet smaken. Iedereen at haar of zijn bordje schoon leeg en likte de vingers af.
+
Dat Koen de aansluiting zoekt bij dit winterfeest vind ik om verschillende redenen geweldig. Er gaat sowieso veel positiefs uit van eigen initiatieven en van lokale samenwerkingsverbanden (in dit geval met restaurant La Piccola Italia en Eetcafé De Zwarte Ruiter op ’t Witte Paart) maar wat ik veel mooier vind is het gegeven dat de organisatie hiermee het signaal afgeeft bereid te zijn om het Damplein nieuw leven in te blazen.
  
In 2005 stoppen Ben en Marjan met den Gespleten Arent. Ben heeft nog een tijdje als ambulant achter de kachel van Desafinado aan de Koorkerkstraat in Middelburg gestaan, maar geniet nu van zijn welverdiende rust. Zoals u eerder kon lezen, houdt hij zijn conditie op peil met een potje tennis.
+
Want daar moet je eerlijk over zijn: dat plein is, als uitgaansgebied, natuurlijk niet meer wat het ooit geweest is. De terugloop begon toen buurtbewoner Akkerman het na een jarenlange juridische strijd met de eigenaars van de toenmalige discotheek Meccano het begin jaren ‘90 voor elkaar kreeg dat de openingstijden op het plein werden beperkt. Mede door zijn toedoen besloot de gemeente de nachtvergunningen voor de horeca op het Damplein in te trekken, met de bedoeling die te concentreren in het gebied op en rondom de Markt en Vlasmarkt. Ernstige vernielingen tijdens Oud en Nieuw waren daarvoor de directe aanleiding.
  
Sinds 2005 bestieren de broers Bart en Paul Melis den Gespleten Arent. Paul staat, zoals men dat noemt, achter en Bart staat voor. Hij doet de bediening. Bart had ook wel iets met de keuken en wilde vroeger zelfs kok worden. Dat komt goed van pas, want nu kan hij zijn gasten uitleggen hoe de gerechten zijn gemaakt. Het zou mooi zijn als Bart of Paul Melis ook op stage zijn geweest bij Ben. Dat is natuurlijk wensdenken mijnerzijds, maar je weet het nooit. Ik zal het Ben eens vragen als ik hem binnenkort tegen het lijf loop. Dan kunnen we onze oude koeien weer eens uit de sloot halen.
+
Toen de rechter in Akkermans voordeel besliste liet een grote groep cafébezoekers een paginagrote ‘rouwadvertentie’ in de krant plaatsen met de tekst: ‘Rust in vrede, uitgaansleven Middelburg’. Die tekst was een beetje overdreven, maar voor het Damplein bleek van die woorden een voorspellende werking uit te gaan. Discotheek Meccano verdween, net zoals het bijbehorende café. Eerder was de nachtclub aan de overzijde van het plein, een opvolger van La Folie, al gesneuveld. In de jaren die daarop volgden kenden diverse cafés nog successen – Rockdesert en Mambo’s bijvoorbeeld – maar nu, 25 jaar na dato, staan die zaken al een paar jaar leeg. Dat ziet er triest uit.
===Van de kaart (Edwin 8 juni 2016)===
 
[[Bestand:Ger_en_Rob_hebben_hard_doorgewerkt.PNG|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Het alcoholgebruik onder jongeren van rond de vijftien jaar neemt de laatste jaren af. Dat is bemoedigend, maar ik vraag me af of die ontwikkeling ook invloed heeft op het drinkgedrag vanaf het 18e levensjaar. Als ik kijk naar de stappende twintigers van nu zie ik niet veel verschillen met twintigers in de jaren ‘80 of ‘90. Misschien wordt er gemiddeld minder geld aan drinken uitgegeven, maar als er wordt gedronken ziet dat er nog steeds zo uit als toen. Er wordt gehesen bij het leven. Het verschil zit ‘m vooral in de drankjes die worden gedronken.
 
  
Bier en wijn zijn van alle tijden, maar je hebt daarnaast ook altijd sterke en zoete drankjes die slechts een paar jaar populair zijn. Wie hoor je nu bijvoorbeeld nog over Breezer? Dat drankje kwam eind jaren ‘90 op de markt en was rond 2001 niet aan te slepen. Het werd een begrip dat zelfs werd gekoppeld aan een bepaald slag dames. Vijftien jaar later bestaan de kleurige flesjes van Bacardi nog steeds, maar je ziet er nog maar zelden iemand mee zitten. Anno 2016 drinken twintigers liever peperdure gin-tonics. Die cocktail bestaat al sinds de 18e eeuw, maar is sinds een jaar of twee weer helemaal hip. Zolang het drankje maar in een mooi groot glas wordt geschonken, en dan niet met citroen, maar met komkommer en peper.
+
Het plein, dat nog geen 50 jaar bestaat, verdient een beter lot. Met vrienden praat ik regelmatig met een grote grijns over muziekfestivals als Damrock of over optredens van punkbands in de Graanbeurs, georganiseerd door het voormalige jongerencentrum Midgard. Zulke evenementen, op die plek, behoren definitief tot het verleden, maar dat betekent niet dat er geen alternatieven zijn. Ook daarom hoop ik dat het Winterbierfestival een succes wordt. Toen ik Koen stond te interviewen las ik de teksten op de tegels van de Graanbeurs, die deel uitmaken van het kunstwerk van Marinus Boezem, ook weer eens. ‘Les absents ont toujours tort’ staat er op een daarvan. De afwezigen hebben altijd ongelijk. Een prachtige slogan bij een nieuwe impuls voor het plein.
 +
=== Van Villa naar hotel (Rob, 23 november 2016)===
 +
In 1894 laat Jan van der Harst, gemeentegeneesheer van Koudekerke, een villa bouwen, die verrijst aan de Brouwerijstraat 21 in Koudekerke. De villa is bestemd voor zijn schoonmoeder Cornelia Brieve-Hollestelle. Als Van der Harst in 1930 met pensioen gaat, trekt hij met zijn echtgenote Jacoba in de villa. Ik heb bovenstaand verhaal niet uit de duim gezogen. Het is te lezen op de prachtige website www.koudekerke.info. Sjoerd de Nooijer heeft daar alles keurig op een rijtje staan.
  
Ik vind zulke trendverschuivingen leuk om te volgen. Ik heb in 30 jaar uitgaan veel zoete rommel de revue zien passeren. Eind jaren ‘80 was het doodnormaal om drankjes die je nu bijna alleen nog terugziet in mixen puur te bestellen: Pisang Ambon, Malibu en Passoã bijvoorbeeld.
+
Als Van der Harst in 1948 overlijdt is Cornelis Flipse er als de kippen bij. Hij koopt het pand en begint er café-restaurant Hotel Walcheren. Het is het eerste hotel in het hart van Koudekerke. Men kan tot die tijd wel een kamertje nemen in café Centraal aan het Dorpsplein, maar dat is toch anders. Eigenaar Adriaan Simpelaar is meer cafébaas en geen hotelier, laat staan in spé. Arnold Rijckborst neemt Centraal in 1958 over van Simpelaar. Hij hernoemt de zaak Dorpszicht en dat staat ook wel bekend als ‘Hotel Rijckborst’.
In de jaren ‘90 zag ik zoetminnende jongeren juist wel de gekste cocktails bestellen. Eentje die ik nooit zal vergeten was de Embryo, een mixje van Apfelkorn, Flügel en een klein beetje Bailey’s. Dat drankje deed zijn naam eer aan en was gewoon goor om te zien. De ingrediënten waren als afzonderlijk drankjes ook niet aan te slepen trouwens. In die periode waren shooters (kleine flesjes van 20 millimeter) sterk in opkomst. Iedereen aan de Feigling en Flügel! Ze kostten toen al vier gulden per stuk, maar ze werden in cafés soms met dozen tegelijk verkocht. Liep de halve tent met die kleine rode draaidopjes van de flesjes op de neus. Lachen man!
 
  
Ronduit bizar was de populariteit van Goldstrike, een drankje van Lucas Bols, met een alcoholpercentage van vijftig procent, dat vol ‘goudschilfers’ zat. Het was zeer populair bij scholieren die op vrijdagmiddag het weekend inluidden. Omdat het spul zo sterk was werden de scholieren al dronken van een paar glaasjes, met alle rommelige gevolgen van dien. Dat kon geen kroegbaas uitleggen aan de verontruste ouders. In Middelburg spraken alle horecaexploitanten daarom vrijwillig af het drankje niet meer te zullen verkopen. Een unicum. Dat je drankjes na verloop van tijd minder ziet betekent overigens niet per se dat ze ook niet meer gedronken worden. Twee jaar terug zag ik in mijn stamcafé opeens de Paardenk*t op de nieuwe drankenkaart staan. Zo stond het er echt. Navraag leerde me dat het drankje zeer populair was onder studenten. Het bleek om een mixje van Apfelkorn en Spa Rood te gaan. Ah, Apfelkorn. Terug van nooit weggeweest.
+
Cornelis Flipse zit inmiddels met een probleem. Tijdens de overstroming van 1944 is de tuin rond de villa volledig vernield. Flipse talmt niet en laat de tuin asfalteren. Een vreemde zet misschien, maar zo krijgt Hotel Walcheren wel de beschikking over een terras annex parkeerterrein. Het hotel geeft Koudekerke als het ware een kontje. Ik ben er eind jaren ’50 weleens geweest. M.A.C. Scheldegouwen, waar mijn ouders lid van waren, organiseerde toen een zogenaamde knobbelrit. In iedere horecazaak die werd aangedaan, moest de teerling worden geworpen. De uitkomt bepaalde de volgende bestemming. Daar kreeg je soms het heen en weer van.
===Een vruchtbaar gesprek (Rob 01 juni 2016)===
 
[[Bestand:Michel-Large.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
‘Ik dacht al dagen lang: vraag het vandaag’. Deze klassieke dichtregel van Martinus Nijhoff speelde al dagen door mijn hoofd. Wanneer zou ik Michel de Vaan eens aanspreken en uitnodigen voor een gesprek? Ik zie hem vrijwel dagelijks als hij zijn cappuccino nuttigt bij De Vriendschap. Daar is hij kind aan huis. Enfin, ik vroeg het hem vorige week en afgelopen dinsdag hadden we eindelijk een gesprek, een vruchtbaar gesprek.
 
  
Michel opende in mei 1975 een rôtisserie, die zijn voornaam droeg, aan de Korte Geere 19 in Middelburg. Hij was van 1970 tot 1974 adjunct-directeur van Hotel Britannia in Vlissingen en zag een eventueel directeurschap niet echt zitten. Michel en Trudy de Vaan hadden namelijk een dochter en wilden dat zij in een minder hectisch klimaat zou opgroeien. Dat kon in [[Michel]]. Tijdens de openingsdagen zat het gezin De Vaan er strijk en zet om 17.30 uur aan tafel.
+
De heer M. Joosse neemt Hotel Walcheren in 1956 over van Flipse. Ik heb internet afgestruind naar meer informatie over M. Joosse, maar heb weinig over hem kunnen vinden. Het enige dat ik heb gevonden is een suikerzakje met de tekst ‘hotel café restaurant ‘Walcheren’ M. Joosse – Tel. 01185-210 – Koudekerke (Wal.)’ Niet echt iets om over naar huis te schrijven, maar het moet maar. Misschien komt de heer M. Joosse door deze Kroegpraat wel aan het licht. Ik hoop het van ganser harte. Hij brengt zijn zaak tot grote bloei. Het pand wordt diverse keren uitgebreid met serres aan de zijgevel, die helaas later worden geofferd aan de vooruitgang. Het gaat goed vooruit met Hotel Walcheren. De tamelijk centrale ligging op Walcheren is daar mede debet aan. In de jaren ’60 en ’70 worden er rijexamens afgenomen in de zaak. Uiteraard de theoretische kant, de praktijk heeft plaats op de weg.
  
Binnen no time liep de zaak als een trein. Veel klanten van Brit kwamen proeven en voelden zich meteen thuis en op hun gemak. Je zou kunnen zeggen dat het een zakenrestaurant was, want veel zakenlui uit de hele provincie prikten er een vorkje. Michel had in 1972 in Hotel Britannia de eerste Nederlandse kampioenschappen oesters openen georganiseerd. De tweede titelstrijd vond in 1975 in Michel plaats. Zo sneed het oestermes aan twee kanten.
+
Hotel Walcheren gaat in 1994 failliet. Ik vraag me af of M. Joosse op dat moment nog in de zaak zit. Er vindt iets later een doorstart plaats en de zaak gaat verder onder de naam ‘Hof van Walcheren’. Dat duurt echter maar even. Het pand staat een aantal jaren leeg als het op 18 juli 1999 in vlammen opgaat. Van villa tot hotel en van hotel tot schuim en as. Het kan verkeren. heeft Bredero gezegd en dat onderschrijf ik, zij het niet van harte. F
 +
===Naar de Beurs gaan (Rob 16 november 2016)===
 +
[[Bestand:Cafe_De_Beurs_tussen_1911_en_1915.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 +
Een advertentie in de Middelburgsche Courant van 16 juni 1863 meldt dat er muziek is in bierhuis de Beurs op de Dam bij Bouwman. Het gaat om Yvo Pieter Bouwman, die helaas een jaar later overlijdt. Jan Vreke komt in 1892 in deze zaak en wanneer hij in 1909 komt te overlijden zet weduwe Johanna Giffard de Beurs voort. Zij doet in 1911 op haar beurt afstand van haar vergunning ten faveure van Pieter Krijger die de Elf Provinciën aan de Blauwedijk opent. Jan Heuker heeft inmiddels de zaak van Johanna Giffard overgenomen. Jan, hij heeft eerder in Tramhalte aan de Blauwedijk gezeten, begint ook een limonadefabriek in het pand. Dries Poelman volgt Heuker op in 1919. Poelman is een echte horecaffer. Hij zit later in Zeelandia aan de Winterstraat, Belge en Poelman aan de Stationsstraat.
  
In eerste instantie huurde Michel zijn pand van bouwbedrijf De Delta, maar binnen een jaar kon hij het pand Korte Geere 19 kopen. Hij vertelde me vorige week dat hij ooit een mooi compliment van een belastinginspecteur kreeg. De inspecteur controleerde drie dagen lang de boekhouding op de bovenverdieping. Hij wilde niet mee-eten, want dat riekte naar omkoping. Toch zei de man: “U kookt echt lekker.” Hij had uit de rekeningen geleerd dat er nooit pakjes soep of saus werden gekocht en alles echt vers was wat de pot schafte.
+
Jan van der Noll komt in 1936 in de Beurs. Pauw Koole van de toenmalige drankenhandel Déko aan de Langeviele komt vaak bij Van der Noll. Hij levert daar namelijk Rum Punch. Rum Punch blijkt een grote hit op de Annetje-Lijsjesdagen. Dit zijn de eerste donderdagen van mei en oktober. De ‘joengers en meissen van Walcheren’ zoeken dan een baantje in het boerenbedrijf.
  
Ik heb een keer op genoemde bovenverdieping gedineerd, maar dat was een werkdiner. De kwestie van het Hofje onder de Toren speelde toen en met wethouder Van Dijk, de heer Onderdijk van Woningbouwvereniging Middelburg en projectontwikkelaar Van den Bos werd aan tafel de strategie uitgestippeld. Nadien was er een informatieavond voor de bewoners van het hofje in de Schakel waar bleek dat de strategie daadwerkelijk werkte.
+
De Beurs heeft een zee aan eigenaren gehad, die ik niet allemaal kan behandelen. We haken pas weer aan in 1954. In dat jaar komen Bram en Lootje van der Weele in de zaak. Ze verhuizen vier jaar later naar het Melkboerinnetje aan de Vlissingsestraat. Anna Vermeule zit in 1958 even in de zaak. Zij komt later echter aan de orde. Henk Buijs wordt in 1961 eigenaar, maar vertrekt na drie jaar en start Buijs Bewaking aan de Molenberg.
  
Marco Haak kwam in 1995 in Michel, maar verliet de zaak twee jaar later. Michel gooide de zaak over een andere boeg en opende pannenkoekenhuis Fiederelsje in het pand. Hij verkocht zijn pand in 1999 aan Eef Habets, eerder in De Ploeg op de Markt, die er La Casserole opende. Hij stopte drie jaar later en de nieuwe eigenaren werden broer en zus Niels en Nienke de Paepe. Zij doopten de zaak om tot Deksels. In 2012 tenslotte kwamen Frank Goudt en Anja Mies in het pand en noemen hun zaak Mrs. Jones.
+
Jan van der Hooft en echtgenote Anna Vermeule, daar is ze weer, komen in 1967 (weer) in de Beurs. Anna heeft Jan leren kennen in Vlissingen. Hij werkt dan bij de marine en de kazerne staat naast het Havendorp. Ze zijn in 1957 getrouwd en gaan wonen op het Havendorp. Jan heeft als oud-marineman een nieuwe toog van de Beurs gebouwd in de vorm van een schip.
  
Het was een vruchtbaar gesprek met Michel. We doen het zeker nog een keer over op het terras van De Vriendschap.
+
Ik zat in die tijd op de RHBS in de Sint Pieterstraat, als het ware om de hoek. Jan was goedlachs en als Zeeuws-Vlaming altijd in voor een gebbetje. Samen met mijn oude makker Sjaak Louws kwam ik ’s avonds laat wel eens in de Beurs. De broodjeszaken waren in die tijd dun gezaaid in Middelburg. Jan had heerlijke broodjes kipkerrie, die nog beter smaakten als je al wat biertjes had gedronken. Wij brachten onze offers aan Bacchus voornamelijk in Seventy Seven aan de Markt. ‘The place to be’ toen en eigenlijk nog steeds. In 1970 kwam er een abrupt einde aan de naam de Beurs. Ik vond het bijna heiligschennis. Het was een naam die klonk als een scheepsbel en deze werd geofferd aan de waan van de dag. Jan en Anna besloten hun zaak om te dopen in Porthole, voor mij een patrijspoort te ver.
  
==Mei 2016==
+
===Westkapelle herrijst altijd (Rob, 31 oktober 2016)===
===Weemoedigheid om de Gouwe Geit (Rob 25 mei 2016)===
 
Als ik door Grijpskerke fiets, grijpt iets me bij de keel en dat maakt me weemoedig en tegelijkertijd boos. Het gaat me steeds meer aan het hart om het pand Kerkring 8 te zien verpieteren. In de Gouwe Geit is niet meer en zal wellicht ook nooit meer zijn of er moet een horecawonder gebeuren, een wonder dat ik van harte zou toejuichen. Laat de geschiedenis maar voor zich spreken.
 
  
In juli 1765 verschijnt er een advertentie in de Middelburgsche Courant waarin een korenmolen uit de hand wordt verkocht in het Parochiehuis in Grijpskerke. Het Parochiehuis was, u voelt het al aankomen, gevestigd aan de Kerkring 8. Over de eerste eigenaren van de herberg is weinig bekend, maar in 1839 koopt veearts Willem Heijt het Parochiehuis. Na Heijt volgt er een hele rij eigenaren die eindigt bij Martinus Verhage die het Parochiehuis in 1910 aanschaft. Hij blijft vier jaar in de zaak en daarna verdwijnt het Parochiehuis uit beeld.
+
Drie oktober 1944 is een zwarte dag voor Westkapelle. Bij het bombardement op de Zeedijk vallen vele doden. In molen De Roos van Bram Theune zitten mensen als ratten in de val en sterven op afschuwelijke wijze. De littekens van die noodlottige dag zijn nooit geheeld en zullen dat waarschijnlijk nooit doen ook. Veel Westkappelse families zijn door het noodlot getroffen, dus het verdriet is altijd aanwezig. Oktober is voor Westkapelle de meest wrede maand.
  
Leendert van Dixhoorn wordt in 1914 de nieuwe eigenaar en hij doopt zijn herberg ’t Groenewoud. Zeven jaar later neemt Leonard Bimmel ’t Groenewoud over en hij wordt begin jaren ’50 opgevolgd door zoon Lourus. Lien Schroevers vertelde dat ome Louw en tante Mien Bimmel-Jakobsen naast het café, op de hoek van de Kerkring, ook een VéGéwinkel hadden. Ome Louw ging langs de deur met de boodschappen en alles werd genoteerd in het VéGéboodschappenboekje. Lourus Bimmel zet de zaak in 1982 te koop voor fl. 158.000 k.k.
+
De latere wethouder Willem ‘de Redder’ Gabriëlse meldt in het boek ‘Doelwit Dijk’ dat hij eerst in Serooskerke terecht komt. Later worden hij en andere Westkappelaars door de gemeentepolitie verplicht de boot naar Zuid-Beveland te nemen. Via Katseveer belandt hij in een kerk in Wemeldinge. Daar wordt hij ‘uitgeleurd’, omdat niemand op de vluchtelingen zit te wachten. Hij krijgt tenslotte onderdak in Wilhelminadorp. Daar hebben de mensen het hart wel op de juiste plaats.
  
Lenie en Mark de Pagter kopen het café en noemen het In de Gouwe Geit. Ze openen in 1986 bar-dancing Joy op Seroos en nemen op 17 november 1987 afscheid van de Gouwe Geit. Het zal wel feest en lang onrustig in Grijpskerke zijn geweest, want het was vrij drinken. A. Wisse neemt de zaak over en Mariska Kassander wordt bedrijfsleider. Het was maar een korte vreugde, want een jaar later breekt de periode Van de Gruiter aan.
+
Westkapelle verrijst langzaam uit de as van de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk heeft het dorp door de eeuwen heen altijd de kracht gehad om te herrijzen. Op een donderdag in januari 1954, ik weet niet exact welke, opent locoburgemeester Willem Gabriëlse het dorpshuis aan Markt 79 door eenvoudigweg de deur te openen. Het krijgt de naam Westkapelle Herrijst. Ook commissaris der koningin Guus de Casembroot is aanwezig bij de opening. Als oud-burgemeester van Westkapelle mag hij natuurlijk niet ontbreken.
In eerste aanleg staat Cobie van de Gruiter-van den Bosse samen met Michel van Nielen in de Gouwe Geit, maar hij vertrekt in 1988 naar lunchroom La Reine in Vlissingen. Cobie’s echtgenoot Aart schuift nu ook aan in de zaak. Aart van de Gruiter had in de jaren ’70 Taxibedrijf de Gruiter aan de Noordstraat in Grijpskerke en in de bedrijfswoning was een tijdje een illegaal café gevestigd, maar dit terzijde. Aart en Cobie van de Gruiter zaten in 1980 trouwens in de Kreukel aan de Pottenmarkt in Middelburg – nu de Zaak van Cap en Grace van Dalen-Nanlohy.
 
  
In 1995 scheiden de wegen van Aart en Cobie en neemt kok Eddie Cevaal Aart’s ‘aandeel’ in de zaak over. Wanneer Eddie er in 2001 uitstapt, keert Aart noodgedwongen terug om Cobie te helpen. Met ingang van 1 januari 2015 sluit In de Gouwe Geit haar deuren en dat laat een grote leegte achter in Grijpskerke. Er kon in de gauwigheid geen koper worden gevonden en de langere termijn bood ook geen soelaas en mijn weemoedigheid blijft dus maar duren en duren.
+
De foto (circa 1960) die ik op de onvolprezen beeldbank van Stichting Cultuurbehoud Westkapelle vond is prachtig. Het buffetpersoneel kijkt enigszins afwachtend naar het vogeltje. Ze moeten die avond wellicht werken en dat gaat voor alles. Ik zie geen bekende gezichten. Ik was toen zeven of acht jaar oud, maar Westkappelaars zullen ongetwijfeld in één oogopslag weten wie er zijn te zien.
  
===De koetsier poetst de postkoets (Rob 18 mei 2016)===
+
In augustus 1989 gaat Westkapelle Herrijst op de schop. Een deel van het pand wordt gesloopt, evenals de belendende timmermanswerkplaats. Wethouder Jan Bostelaar heeft het over upgrading en ziet een rooskleurige toekomst. Hij hoopt dat plaatselijke kunstenaars in het nieuwe gebouw gaan exposeren. Westkapelle Herrijst groter uit de as van de verbouwing. Het dorpshuis kan er weer een tijdje tegen.  
[[Bestand:Rinus_van_Hoepen_Postkoets_en_Pa_Werlang.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
In mei 1957 openen Ko Wondergem en echtgenote Ria Welmers ijstaria [[De Noordpool]] aan de Lange Noordstraat 45 in Middelburg. Bijna exact een jaar later heropent de Noordpool. De zaak is grondig verbouwd en beschikt nu ook over Verlof A. Met Verlof A mag er zwakalcoholisch worden geschonken, dus dat scheelt een slok op een borrel.
 
De Noordpool gaat in 1962 op de fles en E. van der Weide-Huijbregtse opent Bar Irene in het pand. De officiële opening vindt echter pas plaats op 14 april 1963, maar dat gebeurde, en gebeurt nog steeds, wel vaker. De zaak krijgt de naam van een dochter en die heet, hoe kan het ook anders, Irene. Zoon Harrie van der Weide komt op enig moment ook in de zaak.  
 
  
Ik kan me Harrie nog goed herinneren. Hij had een vetkuif en reed natuurlijk op een buikschuiver, terwijl ik met mijn lange lokken een Puch had. Harrie en Bep vertrokken later naar de Sportland Inn aan de Nieuwedijk in Vlissingen waar ze als ome Har en tante Bep door het leven gingen.
+
Bij de gemeentelijke herindeling, die op 1 januari 1997 ingaat, verliest de gemeente Westkapelle zijn onafhankelijkheid. Dat is een hard gelag, want Wasschappel was altijd Wasschappel en niets anders. Nu is Westkapelle verworden tot een deel van de gemeente Veere. Daar zit eigenlijk niemand op te wachten. Maar ja, zo gaan die dingen in de niets en niemand ontziende bestuurscultuur.
Ko Wondergem duikt in 1968 weer op in de Middelburgse horeca en wel in de [[Bonanzabar]] aan de Vlasmarkt. De zaak wordt geëxploiteerd door echtgenote Ria Welmers.
 
In maart 1969 openen Rinus en Corrie van Hoepen café [[De Postkoets]] en is [[Bar Irene]] van de kaart. Zoals u in het verhaal over café Cambrinus al kon lezen, maakte Corrie de lekkerste snert die je in een Middelburgs café kon eten.  Corrie en Rinus waren niet aan hun proefstuk toe, want ze zaten eerder in café Dijkzicht aan het Vlissings Wagenplein.
 
Rinus van Hoepen poetst in juni 1985 de plaat en Ulrich en Ria Werlang zijn de nieuwe eigenaren. Ria is de dochter van  Ria Welmers van de Noordpool; kat in ’t bakkie. De familie Werlang werkt met mannen, vrouw en macht in de zaak. Ook zonen Chris, Marco en Ronald steken de armen uit de mouwen in de Postkoets. Wanneer Ulrich in 1995 overlijdt wordt de bloeiende zaak te koop gezet – Ria Werlang overlijdt in 2014.  
 
  
Zeljko Savic en vriendin Jeannette de Nooijer kopen de Postkoets. Ze vertrekken een jaar later naar café ’t Hoekje aan de Pottenmarkt- sinds 2014 café de Zaak. Battal Ertem is de nieuwe eigenaar van de Postkoets en hij noemt zijn zaak Lange Noord. Bij Middelburg Dronk weten we eigenlijk bijna niets van café Lange Noord, dus we houden ons aanbevolen voor nadere informatie.  In 1998 wordt het pand verkocht en breekt er een horecaloos tijdperk aan. Daar komt op 6 juni 2015 een einde aan. Op die dag opent Jurgen Vos zijn koffiehuis Isings. Wellicht verwijst de naam naar Johan Herman Isings die historische schoolplaten maakte. Dat lijkt een plausibele verklaring, aangezien Jurgen Vos geschiedenisleraar is. Isings is een goed bezocht koffiehuis dat veel door studenten wordt gefrequenteerd. Een alternatief voor buurzaak espressobar Ko D’ oooooooor van Marijke en William Verstaeten-Smulders. De espressobar moest in augustus 2014 het veld ruimen – het pand werd letterlijk door de bank genomen.
+
De laatste keer dat ik in Westkapelle Herrijst ben geweest was op 1 september van dit jaar. Ik woonde daar de herdenkingsplechtigheid voor Daan Hengst bij. Ik besef nog steeds niet dat hij er niet meer is en nooit meer zal zijn. De droefheid die ik voel, blijft aanhouden. Ik had Daan nog zoveel willen vragen over de horecageschiedenis van Westkapelle. Had nog zoveel vragen over wie, wat, waar, waarom en wanneer. Westkapelle herrijst altijd, maar Daan helaas niet.
  
===De Dom in Domburg (Rob 11 mei 2016)===
+
===Bestond er maar een tijdmachine (Rob, 24 oktober 2016)===
Een paar weken geleden stond er een interessant bericht op de Facebookpagina van Veere Dronk. Kerstin Berk en Mark de Looff zijn sinds februari van dit jaar de nieuwe eigenaren van Markt Zes in Domburg. Of Catherine en Klaas Pirson-Carlier nu op hun lauweren rusten weet ik niet. Ze verdienen het in ieder geval wel. Catherine heeft het horecavak bij haar vader, Eli Carlier, geleerd. Hij had in de jaren ’70 amusementshal [[http://veeredronk.nl/wiki/The_Game The Game]] aan de Weverijstraat in Domburg. Daarnaast had hij een busonderneming. Ik heb Eli, een zeer beminnelijk mens, goed gekend, want ik werkte in de jaren ’70 als werkstudent bij zwembad Poelendaele in Middelburg als hokjesman. We maakten weleens een praatje als buschauffeur Eli aan de ochtendkoffie zat in de kantine bij Merijn Heestermans.
 
  
Eli kon prachtig vertellen over de reizen die hij gemaakt had en die er nog aan zaten te komen. Helaas overleed hij in 1996 plotseling op 73-jarige leeftijd. The Game was letterlijk over en twee jaar later kwam er sociale woningbouw aan de Weverijstraat. Ik denk dat Eli dat, als sociaal voelend mens, wel had kunnen waarderen. Catherine nam rond 1984 lunchroom Kootje van Jacqueline en Ko Labruyère over aan Markt 6. Ze noemde haar zaak, een lunchroom en coffeeshop, [http://veeredronk.nl/wiki/De_Dom de Dom]. Wellicht was dat een allusie op Domburg of een verwijzing naar de kerktoren die Mondriaan zo kleurrijk vereeuwigde. Klaas zat toen nog volop in de surfbusiness, maar kwam later ook in de zaak. In 2003 werd de Dom grondig verbouwd tot een ruime en meer open zaak. Een jaar later kozen Catherine en Klaas voor de naam Markt Zes en was de Dom in Domburg verleden tijd. In grand café Markt Zes swingde het vaak als een trein, want op vrijdagavond speelde er vaak een band.
+
Het zou weinig mensen verbazen als er een nieuw koffiehuis wordt geopend aan de Vlasmarkt in Middelburg. Dit straatje van verlangen herbergt nogal wat horecazaken. Maar u heeft buiten de waard gerekend als u denkt aan een nieuw koffiehuis.
  
Je kunt er ook goed eten, meldde de culinaire recensent van de provinciale courant. Markt Zes kreeg drie sterren en de recensent besloot met de woorden: “Markt Zes is een plek waar je naar toe gaat voor de gezelligheid en waar je een hapje kunt eten.” De zaak draait al jaren als een tierelier en tijdens Jazz by the Sea is er bijna geen doorkomen aan. Mensen komen en gaan, nemen een drankje en dansen op het ritme dat de muziek voorschrijft. Catherine en Klaas dansen een ongedanste dans, want er is te veel werk aan de winkel. In januari 2016 houden ze Markt Zes voor gezien en de rest is geschiedenis.
+
In 1861 werd het pand Vlasmarkt L22, nu nr. 48-50, openbaar verkocht. Steven Dodenhuis kocht het en opende op 8 mei 1862 het Nieuw Koffiehuis in het pand. Steven Dodenhuis was geen nieuwkomer in de horeca. Hij zat eerder in herberg de Bremerton op de hoek van de Langevielesingel en Oude Koudekerkseweg. Dodenhuis liet de Bremerton in 1851 tot op de grond afbreken. In het nieuwe pand opende hij in 1855 bondscafé Pax Intrantibus. Pax Intrantibus betekent letterlijk ‘vrede aan hen die hier binnentreden’, de drank volgt later vanzelf.
  
Mondriaan is nooit ver weg in Domburg. Zo zitten Kerstin Berk en Mark de Looff van 1997 tot 2010 in restaurant Mondriaan aan de Ooststraat. Sinds 2013 zit de Visbar in het pand. Kerstin en Mark vertrekken in 2010 naar strandpaviljoen de Oase dat ze samen met Jacco Duvekot uit Vrouwenpolder uitbaten. Nu gaan Kerstin en Mark een nieuw avontuur aan. Een avontuur dat alleen maar goed kan aflopen, want Markt Zes is een zaak die staat als een huis. Voor de goede orde toch veel succes en ik kom binnenkort eens buurten.
+
Dodenhuis deelde middels een advertentie op 6 augustus 1866 in de Middelburgsche Courant mede dat hij ‘tengevolge zijner hooge jaren’ de pijp aan Maarten gaf. Eigenlijk niet aan Maarten, maar aan Jan Tjalling de Haan. De Haan organiseerde op 19 februari 1870 een bal ‘ter gelegenheid van ’s Konings jaardag’ in het Nieuw Koffiehuis.
  
===Caramboles in Cambrinus (Rob 4 mei 2016)===
+
De Haan verkocht zijn koffiehuis in 1876 aan Zegert Jacobus van Dijk. Hij verbouwde het grondig en opende in november van dat jaar café Du Lion D’Or in het pand. Er was altijd wel wat te doen in het café van Van Dijk. Hij meldde in de Middelburgsche Courant op 25 juli 1878 het volgende: ‘Gedurende de Kermis zal het Buffet van alle ververschingen voorzien en de Tuin des avonds verlicht zijn’.
[[Bestand:Biljartvereniging_Cambrinus_A.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Het is een goed stel dat in de jaren ’60 van de vorige eeuw poseert voor een portret in café [[Cambrinus]] op de hoek van de Zusterstraat en Gravenstraat in Middelburg. Tweede van rechts zit eigenaar Huib Willemse. Naast hem zijn echtgenote Joke. Achter haar staat, met baard en bril, Hans den Exter, zoon van de eerdere eigenaar Cor den Exter. Links, met de rug naar het raam Piet Otto, die geweldig vis kan roken en een heerlijke boerenleverworst maakt. Verder Wout, Marie en zoon Jan Schonis, de heer Vinke, Maud Verbeek en kapper André Caljouw uit de nieuwe buurt.
 
  
Het begint in 1931 wanneer Cornelis Witte Café de Rape overneemt van Wilhelmina Geijp. De zaak is gevestigd op het adres Gravenstraat 48 en Witte kiest voor de naam Cambrinus. Hij heeft eerder in koffiehuis Stoombarge aan de Blauwedijk gezeten waar, u raadt het al, de stoombarge naar Vlissingen vertrekt. Het is een klein kroegje dat eigenlijk fungeert als wachtkamer voor dorstige reizigers. Mensen kunnen in die tijd op vijf manieren naar Vlissingen: per boot, bus, tram, trein of met de benenwagen.
+
Cornelis van Roggen volgde op enig moment Van Dijk op. Hij meldde op 24 juni 1881 in gemelde courant dat hij zijn café zou sluiten. De tuin, het tuinlokaal en de gelegenheid tot het houden van vergaderingen bleven wel van kracht. W. Horton nam de zaak in november van dat jaar over van Cornelis van Roggen. Horton noemde zijn zaak Eldorado, een café van paradijselijke allure. De persoon W. Horton, wellicht een Engelsman, blijft een raadsel. Misschien was zijn voornaam William, misschien niet.
  
In 1937 neemt Cor den Exter Cambrinus, schutspatroon van het bier, over van Witte. Vier jaar later wordt het pand verwoest, maar Cambrinus keert na de Tweede Wereldoorlog terug in een nieuw pand. Het eigenaardige is dat het nieuwe adres Zusterstraat 17 wordt. De ingang van het café is van de Gravenstraat naar de Zusterstraat verplaatst. Als Cor overlijdt, zet echtgenote Toos Cambrinus nog een tijdje voort tot het tijdperk Willemse.
+
Horton timmerde in ieder geval behoorlijk aan de weg. Op zondag 23 juli 1882, tijdens de kermis, organiseerde hij een groot matinee in Eldorado. Hij meldde als directeur het debuut van zeven artiesten en dat waren niet de minste. Het Tiroolse echtpaar Herr rund Frau Linke gaf acte de présence, naast Fraulein Lewinska, mademoiselle Virginie, mejuffrouw Kock en mejuffrouw Emilie. De concerten hadden op donderdag en zaterdag plaats in de tuin die natuurlijk verlicht was.
Huib Willemse wordt begin jaren ’60 de nieuwe eigenaar. Hij zit dan al eventjes in het horecavak. Hij is kelner in cafetaria De Krab van Wim Flipse aan het Plein 1940. Bar American volgt in 1968 De Krab op en over Bar Americain, mijn stamkroeg, moet ik, of Edwin Mijnsbergen die er nog heeft gewerkt, nog eens een verhaal schrijven.
 
  
Hans Rijkse heeft me in Seventy Seven, ook mijn stamkroeg, vertelt dat Joke Willemse elke vrijdag overheerlijke gehaktballen maakte in Cambrinus. Als je één of meer gehaktballen wilde, moest je er vroeg bij zijn, want ze waren in een mum van tijd op. Hetzelfde gold voor de snert van Corrie van Hoepen uit de Postkoets aan de Lange Noordstraat. Die was echter niet zo snel op, omdat snert nu eenmaal in grotere hoeveelheid wordt gemaakt.
+
Cornelis van der Plank nam het café in november 1882 over van Horton. Café Eldorado was echter geen lang leven meer beschoren. Op 26 april 1883 werd het voormalige Nieuw Koffiehuis verkocht in sociëteit De Vergenoeging die toen nog aan de Markt stond.
In café Cambrinus was een biljartvereniging met dezelfde naam actief . Ik heb er zelfs een speldje van. Ik denk dat de foto is genomen tijdens een jubileum van de vereniging. Enfin, in 1978 besloten Huib en Joke Willemse gebruik te maken van de zogenaamde saneringsregeling. Overbuurman Ronnie de Pree van Alassio nam de inventaris over voor 10.000 gulden. Hij vertelde me vorig jaar dat Huib tegen hem zei: “Breng af en toe maar een beetje, als ik alles maar voor mijn pensioen binnen heb.” Het afscheidsfeest in en van Cambrinus werd op zaterdagavond gevierd. Biljartvereniging Cambrinus stond niet op straat, maar stak gewoon over naar Alassio.
 
  
==April 2016==
+
Het pand Vlasmarkt 48-50 verliest jammer genoeg zijn horecabestemming. Wat had ik graag een biertje gedronken in Du Lion D’Or of Eldorado. Bestond er maar een tijdmachine.
===Golfen in Domburg (Rob 27 april 2016)===
+
===Van Zapata tot Desafinado (Rob, 17 oktober 2016)===
Sinds m’n oude RHBS-makker en geboren Domburger Cees Maas me een dagje mee naar Domburg nam, was ik verkocht. Domburg liet me, evenals Westkapelle, niet meer los. Niets is mooier dan spitten op grote diepte in de geschiedenis van een Walcherse stad of dorp. Ik was al een stuitje gefascineerd door de Domburgse golfbaan, dus dat was spitten geblazen.  De golfbaan werd op zondag 5 juli 1914 geopend. De baan is eigendom van de Domburgsche Zeebadinrichting die wordt geleid door Paul Elout. Paul Elout, getrouwd met kunstenares Mies Drabbe, is in wezen de grondlegger van de Domburgsche Golfclub. De baan wordt beheerd door de sociëteit Luctor et Emergo en vaart dan onder de vlag Luctor et Emergo Golf-Club.  
+
[[Bestand:Desaf.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 +
In 1992 kocht Leo van Liere het pakhuis van Het Huis met de Roode Pilaren in Middelburg. Drogisterij Het Huis met de Roode Pilaren was gevestigd aan de Lange Delft. Het pakhuis aan de Koorkerkstraat 1 lag als het ware om de hoek. Leo verbouwde het pand en voorzag het van een aardse tint. Dat was tegen het altijd zere been van de welstandscommissie, zeg maar de plannenpolitie van de gemeente Middelburg. Een bedaagd clubje dames en heren dat niets liever deed dan plannen de grond in boren. De zaak zeurde jarenlang en ik weet niet of zich ooit een oplossing voor de onzin heeft aangediend.
  
In 1921 wordt de Dutch Open op de Domburgse golfbaan gespeeld en gewonnen door de Brit Henry Burrows. Drie jaar later is het tijdperk van Luctor et Emergo Golf-Club over en is de Domburgsche Golfclub een feit. Mina Provoost beheert van meet af aan het club- c.q. theehuis van de golfclub. Naast thee en koffie kon men er ook een biertje of wat sterkers krijgen. De Domburgsche Golfclub moet in 1941 sluiten, omdat de, nog steeds alom tegenwoordige, noorderburen beslag op het terrein hebben gelegd.
+
Genoeg echter over dat ambetante clubje en terug naar Leo van Liere. Leo had wellicht van meet af aan een horecabestemming voor zijn pakhuis in gedachten. Het was dus niet zo vreemd dat Fia de Pree en Riny Steenbakkers in januari 1993 een restaurant in het pand openden. Het was een Mexicaans restaurant dat de naam Zapata droeg. Wellicht was het een verwijzing naar Emiliano Zapata, een Mexicaanse revolutionaire boerenleider. Zapata kwam slecht aan zijn eind, want hij werd in 1918 vermoord.
De golfbaan wordt op 16 mei 1955 heropend en het nieuw clubhuis 2 jaar later. Het clubhuis wordt achtereenvolgens beheerd c.q. gepacht door mevrouw Van der Luit, de heer en mevrouw Dik en de heer Passenier. De Domburgsche Golfclub besluit aan het begin van de 21e eeuw dat het tijd wordt voor een nieuw clubhuis dat voldoet aan de eisen van de nieuwe tijd.
 
  
In juni 2002 wordt de zogenaamde ‘negentiende hole’ geopend die de naam Clubroom Domburgsche Golfclub krijgt. Robby van den IJssel belandt als beheerder en pachter in een vers gespreid bedje. De horeca vloeide Robby al vroeg door de aderen. Hij zat achtereenvolgens in Amigo-bar, Don Quichotte (samen met broer Rudi en schoonzus Carla), het Koper Galjoen en restaurant de Abdij. Allemaal zaken in Middelburg, maar Robby is dan ook een geboren Middelburger.
+
Ik heb er met Astrid, Connie en Kees en Chantalle en Erik in de zomer van 1993 heerlijk gegeten. We kwamen terug van vakantie en vierden dat met een etentje. Het etentje hebben we een jaar later herhaald. We reisden in een limousine af naar Hoogerheide om daar te dineren in La Castelière. Als de vrienden die we zijn, werden we hartelijk ontvangen door Marianne en Patrick Castelijns. Patrick is één van de beste en avontuurlijkste koks die ik ken en die me iedere keer weer verraste. Ik spreek Marianne en Patrick nog wel eens. Ze wonen nu in Goes.
In de tijd dat ik als voorlichter bij de gemeente Middelburg werkte, aten mijn baas Klaas en ik op 4 mei altijd in de Abdij. Daar we de Dodenherdenking op het Abdijplein organiseerden, was het zaak met de neus op de feiten te zitten. Robby en Willy bleven speciaal open en serveerden asperges op zijn Vlaams, een delicatesse alsof er een engeltje etc.
 
  
Wanneer Robby in 2014 de pijp c.q. golfclub aan Maarten geeft, wordt hij opgevolgd door Etienne Minnaert en die heeft het, sapperloot, ook niet van een vreemde. Het geval wil namelijk dat zijn ouders Renny en Gré samen met broer Prospêr jazzeetcafé Desafinado aan de Koorkerkstraat in Middelburg uitbaten. Je zou het de Middelburgse connectie kunnen noemen, er golfen immers ook veel Middelburgers in Domburg. Ik heb de club nog nooit gehanteerd en denk dat in de toekomst ook niet te gaan doen. Maar misschien kan iemand me als gast introduceren, zodat ik eens in de Clubroom Domburgsche Golfclub kan klinken.
+
Helaas was Mexicaans restaurant Zapata geen lang leven beschoren. De zaak ging in 1994 failliet. Leo moest op zoek naar nieuwe huurders. Hij vond die in Gré en Renny Minnaert. Zij noemden hun zaak Desafinado, de titel van een bossa nova gecomponeerd door Antonio Carlos Jobim (muziek) en Newton Mendonça (tekst). Gré en Renny waren niet aan hun proefstuk in de horeca toe. Ze hadden een paar jaren de kantine gepacht van camping Oranjezon aan de Koningin Emmaweg. Renny had meer ervaring dan Gré, want hij stond een periode achter de toog van de Reutel en het Hof van Zeeland. Baas boven bazin zou je kunnen zeggen.
  
===Blurring après la lettre (Edwin 20 april 2016)===
+
Twee jaar na de opening van Desafinado openden Gré en Renny minihotel c.q. Bed and Breakfast De Kaepstander om de hoek aan het Koorkerkhof. In de 21e eeuw kwamen zoon Prospêr Minnaert en later zijn echtgenote Betiana Meza in de zaak. Per 1 juli 2016 stopte Gré er mee, omdat ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Schoondochter Betiana volgde haar op en werd compagnon van Renny en Prospêr.
[[Bestand:Vinylavond_Robuust_4_feb_2016.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
In 2016 doen vijf Zeeuwse gemeenten mee aan de proef ‘mengvormen horeca en detailhandel’, van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Die mengvormen worden ook wel aangeduid als ‘blurring’ of als branchevervaging. Het komt erop neer dat veel ondernemers graag ook producten en diensten zouden willen verkopen, die de wet- en regelgeving nu verbiedt. Denk aan een kaaswinkel die een wijnproeverij wil organiseren of aan een café waar kunst wordt verkocht. De uitkomsten van het experiment worden gedeeld met staatssecretaris Martin van Rijn, als hij aan het einde van 2016 de huidige Drank- en Horecawet evalueert.
 
Ook in het geval van deze proef zijn er voor- en tegenstanders. Ondernemers die jarenlang hadden te maken met allerlei regeltjes en bijbehorende kosten vinden het niet eerlijk dat ondernemers uit andere branches in zekere zin mogen concurreren, zonder aan die regels te moeten voldoen. Dat is begrijpelijk. Overheden zouden daar een vorm van compensatie voor moeten vinden. Tegelijkertijd beseffen ook zij dat er veel is te zeggen voor de ondernemingsvrijheid, zoals die bestond in het tijdperk van vóór al die regeltjes.
 
  
Hoe zag dat er dan uit? Welnu: de Drankwet werd ingevoerd in 1881. Uit een telling van de gemeente Middelburg bleek dat de stad het jaar daarvoor de nu onvoorstelbare hoeveelheid van 195 ‘tapperijen’ telde, op ruim 16.000 inwoners. Die tapperijen waren echter niet allemaal cafés, zoals wij die nu kennen. Ook in sommige winkels werd alcohol geschonken en soms was een ‘bierhal’ niet meer dan een veredelde woonkamer. Tegelijkertijd waren cafés meer dan horecagelegenheden alleen. Het waren echte ontmoetingsplekken, zoals herbergen dat in de eeuwen ervoor ook waren. In herbergen kon je eten, drinken en overnachten, maar de zaken fungeerden vaak ook als locatie voor kooplieden en notarissen. Er werden huizen en landbouwgronden geveild, maar er werd ook kleding verkocht of medicijnen. Op de sites van Veere Dronk en Middelburg Dronk wemelt het van de oude krantenadvertenties die dat illustreren.
+
Desafinado klinkt als een klok en schalt soms vanuit de beiaard van de Lange Jan. Van Zapata naar Desafinado is een sentimentele reis van verleden naar heden, zeker voor ondergetekende.  
 +
===Joy forever! (Rob, 12 oktober 2016)===
 +
Op de Facebook-pagina van Veere Dronk las ik onlangs dat er een reünie aanstaande was van de legendarische bar-dancing Joy. De reünie had op vrijdag 23 september plaats in café Bardot aan de Vlasmarkt in Middelburg. Daar wilde ik natuurlijk bij zijn. Het was een avond om nooit te vergeten. Ik raakte al snel aan de praat met Kees Verhoeff. Over hem later meer.
  
In de latere cafés en koffiehuizen zag je zulke nevenactiviteiten nog lang terug. Er zijn talloze voorbeelden, ook in Middelburg. Rond 1900 adverteert de voorloper van café De Reutel, het Volkskoffiehuis, regelmatig met het aanbod van hoeden en andere kleding. Eigenaar Izaak Pauwe runde in hetzelfde pand ook een tabakszaak. In Sint Joris, de voorloper van Café Bommel, was het op donderdagen een komen en gaan van Walcherse boeren die achterin de zaak hun geldzaken kwamen regelen. Vertegenwoordigers van banken en andere instellingen hielden daar kantoor. Bij de buurman, kruidenier Dronkers, werden hun vrouwen in een achterkamer verwelkomd met koffie en thee, om bij te komen van de reis naar de hoofdstad. Een stukje verderop was café De Koophandel, voorloper van Seventy-Seven, dé verzamelplaats voor bodediensten. In advertenties werd de zaak net zo makkelijk als ‘bestelhuis’ aangeduid.
+
Mark en Lenie de Pagter openden Joy in december 1986. Joy was gevestigd aan de Noordweg 117 in Serooskerke. Ze waren ook eigenaar van In de Gouwe Geit in Grijpskerke, maar deden die zaak een jaar later van de hand. Vanaf 1987 konden ze zich volledig richten op Joy. Dat wierp zijn vruchten af. De zaak ging steeds beter lopen, als een tierelier, zoals dat heet.
  
Ik ga hier niet beweren dat het vroeger allemaal beter was, maar duidelijk is dat mengvormen altijd normaal zijn geweest. En zo voelt het nog steeds. Loop [[Robuust]] op de Markt maar eens binnen. Dat is, behalve een koffiebar, ook een platenzaak en barbier. Heel modern en tegelijkertijd ouderwets. En daarom hip. Je zou het met een knipoog ‘blurring après la lettre’ kunnen noemen.
+
Kees Verhoeff was dj in Joy van 1986 tot 1992, maar had al een lange carrière van plaatjes draaien achter zich. Hij draaide onder meer in Long John, Goofy, Discotheek 2001 en Twenty One in Vlissingen en in de Hooizolder in Westkapelle. Hij vertelde prachtige verhalen uit de oude doos. Wellicht moet ik eens een apart verhaal aan Kees wijden. Dat zou zeker de moeite waard zijn.
  
===Bieren in de Lange Jan (Rob 13 april 2016)===
+
‘A thing of beauty is a joy forever’, dichtte John Keats lang geleden, maar soms gaat die vlieger niet op. Helaas was er geen sprake van ‘Joy forever’, want het pand Noordweg 117 ging in 2007 tegen de vlakte. Aannemersbedrijf Dekker en Walhout kocht het pand louter voor de sloop. Het wilde er drie woningen voor terugzetten. In 2009 ging de gemeente Veere daarmee akkoord.
[[Bestand:Reigerstraat_1938.JPG|miniatuur|rechts|280px|]]
 
In den beginne, zo rond 1890, opende de Gorinchemsche Bierhal op het adres Koorkerkhof A118, op de hoek van de Reigerstraat in Middelburg. Pieter Jacobus Karreman was de eigenaar en hij was niet voor één gat of zaak te vangen. Karreman zat namelijk in dezelfde periode in een koffiehuis aan de Wagenaarstraat en schonk ook een drankje in het prachtige pand De Steenrotse aan de Dwarskaai. Hij verkocht de Gorinchemsche Bierhal in 1908 aan William Seymour en die veranderde de naam van de zaak in de Lange Jan.
 
Kort geleden liep ik beeldend kunstenaar Han Reijnhout tegen het lijf. Hij is zeer handig met zijn handen en van vele markten thuis. Han vertelde dat hij een afbeelding van een ets had: ‘The Lange Jan Cafe’, Middleburg’. De ets werd rond 1913 gemaakt door de Brit Leslie Moffat Ward. Han dacht dat er misschien wel een verhaal voor de Middelburg en Veerse Bode in zat. Dat verhaal werd dus geschreven. Bij dezen dank ik Han voor de tip. Zo loop ik wel vaker tegen iets moois aan.
 
William Seymour verkocht de Lange Jan in 1923 aan Johannes Brandenburg. Hij koos voor de naam Torenzicht. Zes jaar later verhuurde hij zijn negotie aan Marinus Bek en die opereerde weer onder de naam Lange Jan. Bek was bekend met de uitdrukking ‘adverteren doet verkopen’ en hij adverteerde in 1932 met de tekst: ‘Bier. Bier. Vanaf Donderdag 6 October groot glas bier 10 cent. Café ‘De Lange Jan’, Middelburg. Aanbevelend M. Bek’. Zo kon je voor weinig bieren in de Lange Jan.
 
  
Johannes Heeren kwam in oktober 1934 in de zaak. Eind 1935 tekende Johannes Surendonk een huurcontract en hij zette de Lange Jan in het zonnetje. Na vijf jaar van redelijke voorspoed begon de ellende. Het pand leed aan een verzakking en er kwamen grote scheuren in de muren. De Lange Jan moest zowel binnen als buiten worden gestut. De courant schreef: “Naar wij vernemen zal herstel wel niet meer goed mogelijk zijn en zal wel tot algeheelen herbouw moeten worden besloten.” De Lange Jan overleefde de beschietingen of het bombardement – daar raken de historici het nooit over eens- van mei 1940. Toch werd het pand een jaar later gesloopt. Dat betekende het einde van de Lange Jan.
+
Er is altijd een Middelburgse connectie geweest met Joy. Nogal wat ‘joengers en meissen’ vonden het daar erg gezellig. Ze togen per fiets, brommer of bus naar Seroos om lekker te feesten en beesten. Geboren Middelburgers als Jack Jobse en Remco van Schijndel waren er kind aan huis. Natuurlijk waren ze ook op de reünie waar heel wat werd bijgepraat.
  
Surendonk zat in 1940 in hotel Sonnevanck aan de Blauwedijk, maar moest het hotel een jaar later van de hand doen. Hij was zeker twee illusies armer en vertrok met meer dan gemengde gevoelens uit Middelburg. Later kwam Piet Maljers in Sonnevanck. Hij zat eerder in de Vriendschap aan de Kapellestraat in Veere. Ome Piet, ik was een oom-zeggertje, is echter een verhaal dat later wellicht nog eens wordt verteld.
+
Nu is het niet zo dat de mensen elkaar lang niet hadden gezien. Joy heeft in de loop der jaren al twee keer eerder een reünie gehad. Het blijft een hechte ploeg, die het blijkbaar zo af en toe nodig heeft elkaar weer te zien. Het is mooi om af en toe het collectieve geheugen op te frissen. Wel onder het genot van een biertje, want drinken verleer je nooit.
De teloorgang van de Lange Jan is eigenlijk een historisch misverstand. Men moest en zou herbouwen, maar vergat het pand na herbouw een horecafunctie te geven. Waarom, dat weet niemand. Het was wellicht een dubbeltje op z’n kant. Dat is jammer, want ik had graag nog eens gebierd in de Lange Jan.
 
===Aan komen waaien in Aagtekerke (Rob 6 april 2016)===
 
De dorpen aan de kust van Walcheren zijn altijd al rijker met horeca gestoffeerd dan de dorpen in het hart. Niet zo gek, want in de kustplaatsen kwam men kuren of van zee en strand genieten. Vooral Domburg en Westkapelle werden door de eeuwen heen druk bezocht door deze, gene en de toevallige passant. Hoewel pootje baden niet meer is dan voetje vrijen met de zee doet men het van Ritthem tot Vrouwenpolder. Nog steeds.
 
Het vlakke van Walcheren, het landbouwhart, kent voor mij een schoonheid die zee en strand evenaart, zo niet overtreft. De blik heeft altijd ruim baan, aangezien het coulisselandschap gelukkig dun gezaaid is. Ik fiets vaak over het vlakke, zeker in de zomer als de fietspaden aan de kust worden overwoekerd door gehelmde noorderburen en aanverwante dwaalgasten met het paard achter de wagen. Nee, geef mij het vlakke van Walcheren maar dat zelfs in de zomer een oase van rust is.
 
  
In het voorjaar fiets ik vaak naar slager Wisse in Meliskerke om daar een streng boerenleverworst te kopen. Heerlijke boerenleverworst die kan wedijveren met de boerenleverworst van slager Koets in Westkapelle. Afijn, na Meliskerke zet ik vaak koers naar andere oorden. Een poosje geleden kwam ik aanwaaien in Aagtekerke. Dorstig als ik was, dorstte ik naar een versnapering, maar helaas was Hotel Kodde gesloten. Het seizoen was nog ver, dus daar had ik alle begrip voor. In Domburg leste ik alsnog mijn dorst.
+
Er was ook een Middelburgse connectie met de even legendarische voorganger van Joy: café Veldzicht. De eerste eigenaar, Anthonius Westdorp, had namelijk bierhal Phoenix aan de Pottenmarkt in Middelburg. Nu zit eetcafé De Vliegenier in dat pand. Westdorp zat trouwens ook nog een tijdje in café De Vriendschap in Veere. Willem Huijse nam Veldzicht in 1949 over van de familie Westdorp. In dat jaar trouwde hij met Jakomina Roda. Haar vader Pieter zat eerder in Het Wapen van Middelburg aan de Middelburgse Markt.
In vroeger tijden, eind 18e eeuw, hadden Leendert Maljers en Janna de Landmeter een herberg annex winkel aan het Dorpsplein in Aagtekerke. De familie Maljers zat tot 1927 in de herberg die in dat jaar werd overgenomen door Andries Dekker. Later kwamen ook zonen Hendrik en Wannes in de zaak, maar dat verhaal is al eerder verteld.
 
  
Het verhaal van Hotel Kodde begon in 1961 wanneer Pieter Kodde pension hield aan de Burgemeester Bosselaarstraat 14. Op vrijdag 7 mei 1968 heropende Pension Kodde en was het schoonvader Floris Maljaars die de opening verrichtte, zo meldde de courant. Hij draaide de sleutel om van het pension dat ruimte bood aan 22 personen. Het pand bestond uit ‘een zaal met een zithoek, met vergaderruimte voor 60 tot 80 personen. Voorts zijn er tien twee persoonskamers en twee één-persoonskamers’.
+
Het blijft eeuwig zonde dat Joy niet als een Phoenix uit zijn as heeft kunnen herrijzen.
Op 13 mei 1987 heropende de zaak opnieuw. Sinds die dag heet het Hotel Kodde. Twee jaar later trouwde Pieter’s zoon Jan met Jolanda Smaardijk en zij kwamen ook in het bedrijf. Toen Pieter Kodde op 8 augustus 1996 overleed, stonden Jan en Jolanda er samen alleen voor.
 
De appel valt in de horeca echter vaak niet ver van de stam. Dat is ook bij de Kodde’s het geval. Zo staat Jan en Jolanda’s zoon Stefan Kodde al een tijdje achter de kachel in het Domburgse Badhotel. Het spreekt voor zich dat ik binnenkort een keer fietsenderwijs poolshoogte ga nemen in Hotel Kodde. Met de wind in de rug hoop ik dan aan te komen waaien in Aagtekerke. Men zij gewaarschuwd.
 
  
==Maart 2016==
+
==Oktober 2016==
===Gezelligheid in hotel du Commerce (Rob 30 maart 2016)===
+
===40 jaar plaatjes draaien (Edwin 5 oktober 2016)===
[[Bestand:Du_Commerce_1890.PNG|miniatuur|rechts|280px|]]
+
[[Bestand:AmericanPeterPeterPetra.jpeg|miniatuur|rechts|280px|]]
Hotel du Commerce aan de Loskade in Middelburg is al jaren een vaste waarde. Reizigers die per trein arriveren, worden als door een magneet aangetrokken door het uitnodigende hotel. Sinds 1997 is Chris Luken eigenaar van du Commerce. Luken verdiende een fortuin aan de zogenaamde Hotelbon en richtte de Fletcher Groep op. Hotel [[Du Commerce]] is onderdeel van de Fletcher groep, evenals Hotel Zuiderduin in Westkapelle.
+
Onlangs vierde Kees Petiet, die de meeste Middelburgers vooral zullen kennen als eigenaar van [[Bar American]] op Plein 1940, een muzikaal jubileum. Dat deed hij met een feestje. In de uitnodiging schreef hij: ‘De derde zaterdag van september in 1976 was de eerste keer dat ik een hele avond muziek draaide in een café. Het was de eerste dag van de kermis in Terneuzen en de Image-club had die avond geen dj beschikbaar. Ik bood aan dit wel te willen doen voor een keer. Een keer werd twee keer en vervolgens elke week en uiteindelijk heeft dit ertoe geleid een café te beginnen in mijn eigen Middelburg, met mijn eigen muziek. Nu bijna 40 jaar later draai ik nog steeds met plezier mijn muziekjes’.
Jan Cornelis [[Verseput]] opende het hotel in 1885 en trouwde een aantal jaren later met Elisabeth de Kat. Het was met recht een horecahuwelijk, want Elisabeth’s vader Willem Cornelis de Kat was op dat moment eigenaar van logement de Eendracht aan de Varkensmarkt. Ook Jan had het niet van een vreemde, want in 1883 kocht zijn moeder Wilhelmina Verseput-Verhulst het bewuste pand aan de Loskade. Zij opende er een koffiehuis dat de naam Gezelligheid kreeg. En gezelligheid kent geen tijd. Afijn, de gezelligheid kon twee jaar later niet op in hotel du Commerce.
 
  
In 1893 werd Verseput eigenaar van hotel de l’Europe in Domburg en zes jaar later opende hij Grand Hotel Verseput aan de Middelburgse Lange Delft. Hij was zoals men dat nu noemt een echte entrepreneur. Abraham van Overbeeke werd in 1917 eigenaar van hotel du Commerce. Hij zat later nog in de Sint Jorisdoelen aan de Balans, Le Baron Chassé aan de Gortstraat en eindigde op het adres Loskade 19. Hier begon hij in 1940 hotel Overbeeke. Rond 1984 opende hotel Le Beau Rivage in het pand en het hotel van Gerard Kooman is er anno nu nog steeds.
+
Omdat ik op vakantie was, moest ik verstek laten gaan, maar ook zonder op het feestje te zijn, kon ik me het beeld van Kees als dj heel goed voor de geest halen. Ik zag en hoorde hem talloze keren bezig achter de draaitafels van zijn zaak, zowel als klant als medewerker. Je moet van goeden huize komen als je een rocknummer aan wilt vragen dat Kees niet kent. Hij kent zijn klassiekers. Het is daarom beter om hem gewoon lekker te laten doen. Dan komen de pareltjes vanzelf. Van Stones en Beatles naar Uriah Heep en Status Quo en weer terug.
Vanaf 1936 werd Du Commerce een echt familiehotel in de enge zin van het woord. Hubertus van Waegeningh, die tegelijkertijd de Gouden Zon aan de Lange Delft uitbaatte, werd eigenaar van het hotel. Hij werd op enig moment opgevolgd door zoon Jozef, die Hubertus ook opvolgde in de Gouden Zon. Jozef van Waegeningh was tevens een periode kastelein in sociëteit de Vergenoeging aan de Markt. In 1960 nam Gerardina van Waegeningh de fakkel over van vader Jozef. Ze stond erop mejuffrouw te worden genoemd dus mejuffrouw zou het zijn.
 
Gerardina zat vol plannen en opende in 1975 restaurant de Twee Compagnieën dat een aparte ingang aan de Stationsstraat kreeg. Het restaurant werd van meet af aan gerund door Cor de Koster en Frans d’Huy. De laatste opende later pension Roelant in de Koepoortstraat, nu B&B ‘t Poorthuys. Lo Lagaaij, hij zat eerder in hotel Suisse aan de Markt, werd in 1979 bedrijfsleider in Du Commerce, maar een jaar later verkocht Gerardina haar hotel. Robert Bursian werd in 1980 eigenaar van hotel du Commerce.
 
  
Op de beeldbank van de Zeeuwse Bibliotheek staat een vreemde foto van Jaap Wolterbeek waarop bedrijfsleider Frans d’Huy de dis deelt met twee hondjes terwijl Rosemarie Bursian een drankje serveert. Meteen dringt zich Bomans’ regel ‘Ik wou dat ik twee hondjes was dan kon ik samen spelen’ op. Niemand kan van nature zijn hartstocht onderbreken. In 1997 volgde Luken Bursian op en was de cirkel rond.
+
Kees draait zijn muziekjes inderdaad nog regelmatig, maar wel minder dan vroeger, toen hij zelf altijd achter de bar stond en de meeste van zijn klanten naar dezelfde muziek luisterden. Ik kan me de overgangsperiode nog wel herinneren. Ik begon American rond 1986 te bezoeken voor de vele speed- en thrashmetalbandjes die er toen optraden.
  
===Van Bimmel naar Kreta (Rob 23 maart 2016)===
+
Dat was een mooie tijd, maar de muziek van de optredende bands was te heftig om achter de bar te draaien. Bij bands als Iron Maiden en Metallica hield het wel op, omdat de vrees bestond dat nog hardere muziek klanten zou kosten. Het leidde echter tot zo veel discussies dat Kees uiteindelijk een oplossing ging zoeken. Hij vond die in het basaal inrichten van een kleine ruimte naast de zaak, als mini-café voor de liefhebbers van herrie. Die ruimte werd het Thrashhok genoemd. Het was een mooie, tijdelijke oplossing, waar sommige bezoekers van toen nu nóg met een grote grijns over praten.
De geschiedenis van een pand is vaak een verhaal met haken en ogen. Zo trouwde de grootvader van Rinus Bimmel in 1902 met een winkeliersdochter. Heel wat anders dan een winkeldochter. Samen beginnen ze een winkel in grutterswaren aan de Dorpsstraat 7 in Oostkapelle. In 1929 komt Rinus’ vader in de zaak, in 1941 zijn broer en Rinus komt in 1951 ook in de zaak.
 
  
Inmiddels vaart de zaak onder de Végé-vlag en verandert gaandeweg in een supermarkt. De kleine middenstand krijgt steeds meer klappen en in 1977 moeten de gebroeders Bimmel de zaak van de hand doen. Rinus zoekt ander emplooi, maar verzamelt in de loop der jaren allerhande winkelspullen. Wanneer hij met pensioen gaat opent hij in zijn tuin de zogenaamde ‘Wienkel van Bimmel’ waar al die gespaarde spullen een plaatsje krijgen. Rinus blijft eigenlijk zijn hele leven winkeltje spelen.
+
Hoe het precies kwam is lastig te duiden, maar in de jaren ‘90 was er opeens een veel groter publiek voor heftige muziek. Zelfs in nette zaken werd er gesprongen op Rage against the Machine en Nirvana. Herrie in de tent betekende een volle tent. Kees ging op zoek naar een bedrijfsleider die de werelden van rock en herrie wist te verenigen in American en vond die in de persoon van Erik Louws, die in de jaren daarna het gezicht en het geluid van de zaak zou gaan worden. Maar wel altijd met Kees aan zijn zijde of in de buurt. Want als er weer eens écht ouderwets gerocked moest worden deed Kees het natuurlijk zelf. En dat doet hij nu nog steeds.
Op 15 maart 1978 openen El en Jaap Koelewijn café-restaurant Elja – ‘what’s in a name’ – in het pand en nog datzelfde jaar openen ze ook strandpaviljoen De Branding, nu strandpaviljoen Berkenbosch. Ze blijven tot 1985 in Elja en verkopen dat jaar de zaak aan P. Markusse. Markusse opent op 8 februari van dat jaar zijn zaak en noemt hem Dorpszicht. Na twee jaar komt Adrie Dagevos, later uitbater van de Belgische Loodsensociëteit in Vlissingen, in de zaak en hij wordt op zijn beurt in 1990 opgevolgd door Henk Ossewaarde en Yvonne de Haan.
 
  
De foto bij deze aflevering van Kroegpraat, die Wim Helm op 12 mei 1991 maakt, laat van hun biertjes genietende ringrijders zien. Het tafereel zou echter ook plaats hebben kunnen vinden in café De Muizeval van Piet den Hollander aan de Dorpsstraat 3 waar ook weleens een koele blonde de kelen smeert. Piet heeft het pand eigenhandig tot café verbouwd en verkoopt zijn negotie, niet het pand, in 2000 aan Jaap Sturm (Baas Jaap) van Sturm en Dekker. Baas Jaap’s dochter Miriam en Jeroen Roose openen Italiaans restaurant La Piccola Mondo in het pand, maar dat is een ander verhaal.
+
Juist dat maakt American tot wat het is: een prachtige tent. ‘Keep on rockin’ in the free world!’
Terug naar Dorpszicht dat Henk Ossewaarde en Yvonne de Haan in 1997 van de hand doen. De heer Kourtakis, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in het bezit van de Griekse nationaliteit, is de koper en hij geeft zijn restaurant de naam Kreta. Misschien is hij dus een Kretenzer. Helaas weet ik weinig tot niets van de heer Kourtakis, behalve dan dat zijn voorletter een A is. Misschien komt Veere Dronk via deze Kroegpraat meer aan de weet.
 
  
Op enig moment neemt Marja Davidse Kreta over van de heer Kourtakis, wellicht in 2006, want in dat jaar start de Facebook-pagina van ‘Grieks Restaurant Kreta te Oostkapelle’. Zo blijft de geschiedenis van het pand een zaak met haken en ogen. Van Bimmel naar Kreta is dus eigenlijk van Bimmel naar Davidse, want zij zit nog steeds in haar restaurant. Je schijnt er uitstekend te kunnen eten en dat ga ik, wind en weder dienende, in de komende lente zeker een keer doen. Het is altijd goed toeven in Oostkapelle.
 
===Je reinste linke soep (Edwin 16 maart 2016)===
 
[[Bestand:Oortjes_en_Schuttershofcomplex_vanaf_stadhuis_15122015.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Ergens iets van vinden is nooit zo moeilijk. Je bent voor of tegen een bepaald besluit, je vindt iets mooi of niet. Maar als je probeert zo neutraal mogelijk te zijn en een mening te vormen op basis van argumenten van voor- en tegenstanders van een bepaald onderwerp, dan is dat ergens iets van vinden opeens niet zo makkelijk meer.
 
Neem nu de recente discussies over de sluitingstijden van de horeca op Walcheren. Die worden in Vlissingen en Middelburg, bij wijze van proef, voor de duur van respectievelijk een jaar en zes maanden verruimd. Het is zo’n onderwerp waar in ieder café regelmatig over wordt gesproken aan de bar. De een is tegen alle vormen van overheidsbemoeienis, de ander wijst juist op de voordelen van regulering. Zo simpel als het lijkt is het allemaal niet.
 
Het gaat over jongeren die veel later op stap gaan dan vroeger. Het gaat over veiligheid, omzetten en inkomstenderving. Over concurrentie, politie-inzet, en de gunfactor. Over vrijheid, jaloezie en politiek. Over regeltjes, overlast en arbeidsomstandigheden. Over beleving, vertrutting en dorst.
 
Als je het zo opsomt klinkt het allemaal wat overdreven, maar het zijn allemaal subthema’s die ik voorbij heb horen komen aan de toog. Probeer er dan nog maar eens iets van te vinden op basis van goede argumenten. Ik kijk in ieder geval wel uit. Als ik dat zou willen zou ik het naadje van de kous moeten weten, maar eerlijk gezegd vind ik de kous als geheel al meer dan voldoende. Er zijn eenvoudigweg te veel partijen en factoren die een rol spelen.
 
 
Dat neemt niet weg dat ik me over het gehele proces keer op keer verbaas. Dat de kwestie al jaren speelt is bekend, maar juist daarom was het best opmerkelijk dat de proef opeens werd aangekondigd en al zo snel gestart mocht worden. Opmerkelijk was ook dat de Middelburgse burgemeester in aanloop naar het besluit stelde dat er op Walcheren te weinig politie beschikbaar is om de sluitingstijden van Middelburg en Vlissingen gelijk te kunnen laten lopen. Grappig was dat kort na de bekendmaking van de proef in Middelburg (‘uitloop’ in cafés tot 3.00 uur in het weekend) Vlissingen bekendmaakte een proef te starten met openingstijden tot 5.00 uur. Daarmee leek dat politieprobleem sowieso niet meer aan de orde te zijn. Maar vorige week nam het verhaal opnieuw een wending. De proef is weliswaar niet van de baan in Middelburg, maar hij gaat nog niet van start op 1 april, zoals eerder werd aangekondigd. En ondernemers die langer open willen blijven moeten eerst een concreet plan indienen waarin staat hoe zij overlast denken te gaan voorkomen.
 
 
Het doet je een beetje duizelen allemaal, of je nu een neutrale partij denkt te zijn of niet. Om het weer een beetje luchtig te maken is het dan wel aardig om te kijken hoe dat vroeger ging. In een Middelburgse verordening uit het jaar 1754 kom je in ieder geval wel duidelijkheid tegen. Zo werd het ‘alle groote en kleine Herbergiers en Tappers binnen die Stad’ bevolen dat ‘zy gedurende den Winter des avonds voor negen en des Zomers voor tien uuren hunne Huizen moeten sluiten … Tot bewaaring van de Ruste en voorkoming van alle onordentlykheden’ uiteraard. Maar wat wil je ook? Toen schuimden ’s avonds zielverkopers (ronselaars) van de VOC de straten nog af. Je reinste linke soep.
 
 
===De meissen van Jan Klant (Rob 9 maart 2016)===
 
Het behoeft geen betoog dat vriendschap een hoog goed is. Vriendschap werd vaak gedeeld in een herberg of café dat zijn naam eer aan deed en nog steeds doet. Kijk maar naar café-restaurant Vriendschap aan de Middelburgse Markt waar men gezien is en wil worden. Ik richt me vandaag echter niet op Middelburg, maar op Westkapelle.
 
Rond 1860 openden Jakob Roelse en echtgenote Flora Louwerse een herberg annex winkel aan de Zuidstraat. De zaak kreeg de naam, je voelt het al aankomen, [http://veeredronk.nl/wiki/De_Vriendschap_(2) de Vriendschap]. Ze bleven zestien jaar in de zaak en vertrokken toen naar Montfoort waar ze een herberg hadden overgenomen. In 1876 werden Willem den Hollander en echtgenote Kornelia Adriaanse de nieuwe eigenaren van de Vriendschap. Wanneer zij in 1888 het veld aan de Zuidstraat ruimden, brak het tijdperk Kaland aan, een tijdperk waaraan geen einde leek te komen.
 
 
In 1887 trouwde Jan Kaland met Mientje Verstraate en nauwelijks een jaar later zaten ze in de Vriendschap. Jan Klant, zoals hij op Wasschappel werd genoemd, had ook één of meer koeien, die hij achter de herberg stalde. Zo zag men in de Zuidstraat vaak een koe de Vriendschap in stappen, niet voor een glas melk, maar omdat de stal riep. Jan had zo te zeggen zijn koetjes op het droge.
 
Toen Jan in 1926 op 65-jarige leeftijd overleed, zetten Mientje en haar dochters Lourina en Mientje de zaak voort. In 1937 stierf Mientje Verstraate op 73-jarige leeftijd en stonden Lourina en Mientje er samen alleen voor. Maar de ‘meissen van Jan Klant’ waren niet voor een kleintje vervaard. Het waren meiden die van aanpakken wisten en dat was maar goed ook, want toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, brak ook in Westkapelle de hel los.
 
 
De Vriendschap werd in 1944 met de grond gelijk gemaakt en Lourina en Mientje openden een noodcafé in een houten barak, die tevens dienst deed als kantine van Rijkswaterstaat. Het noodcafé stond ongeveer op de plaats waar nu het Polderhuis, het museum met de meeste vaste klanten ter wereld, staat. Op 15 oktober 1956 was het noodcafé verleden tijd, want op die dag werd een splinternieuwe Vriendschap geopend op het adres Zuidstraat 113. Het feest en de mokjes jonge klare waren niet van de lucht.
 
 
Ik weet niet of het te maken had met een minder wordende gezondheid, maar in 1962 besloten de gezusters Kaland een beheerder aan te nemen, Middelburger Pieter van Schaik. Zes jaar later verwisselde Lourina het tijdelijke voor het eeuwige. Ze werd 68 jaar. In 1971 verkocht Mientje Kaland de Vriendschap aan Jacobus Wisse. Aangezien Wisse een winkel in textiel in het pand begon, verviel de horecafunctie. Het hemd is voor sommigen nader dan de rok.
 
De meissen van Jan Klant trouwden nooit. Ze hadden genoeg aan elkaar en geen behoefte de Vriendschap te delen. Het waren sterke en pronte wuven tot de tand des tijds aan hen begon te knagen. Mientje overleed in 1997 op 92-jarige leeftijd, de gezegende leeftijd der sterken.
 
 
===Naar Bommel om Huib en Willem te zien (Rob 2 maart 2016)===
 
[[Bestand:Alejandro_2015.JPG|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Marinus Nijhoff’s dichtregel ‘Ik ging naar Bommel om de brug te zien’ draag ik sinds mijn schooldagen met me mee. Later kreeg de regel een nieuwe dimensie toen er in 1993 aan de Markt in Middelburg een café met de naam [[Bommel]] werd geopend. Hans de Graaff, een echte Olie B. Bommel-fan, gaf de zaak de naam. Helaas overleed Hans een paar jaren later aan de gevolgen van een motorongeluk. Sindsdien is er elk jaar een motortocht die de herinnering aan hem levend houdt.
 
Na Hans kwamen Ans en Rogér Mastbooms in de Bommel. Ans kende ik als fanatieke rugbyster van Oemoemenoe, die wel eens een biertje in Seventy Seven deed. In die tijd werkte Willem Nieuwdorp in Sev, maar hij ging later in de Bommel werken, net als Huib Labeur. Huib en Willem nemen in 2009 de Bommel over en sindsdien ga ik naar Bommel om Huib en Willem te zien.
 
 
Oudere Middelburgers zoals ik weten dat Bommel sinds mensenheugenis de naam [[St. Joris]] had. De eerste, bekende eigenaar was Adriaan Westdorp. Hij zat in 1779 in St. Joris en verkocht zijn herberg aan de ‘Groote Markt op de hoek van de Helm’ voor 1100 pond Vlaams (ongeveer 198.000 euro). Na Westdorp volgde een rits eigenaren, te veel om op te noemen, dus we pakken de draad weer op in 1947. In dat jaar werd Piet Wanjon, een Souburgse achternaam bij uitstek, eigenaar. Wanjon was eerder beheerder van Hotel Poelman tegenover de Reutel in de Stationsstraat. Piet Wanjon had de bijnaam ‘Piet Bus’, omdat hij vaak buitenlandse bustoeristen zijn zaak binnen wist te lokken met de regel: ‘Very good tea and coffee, over there please’. Het was een man met een missie.
 
Cees Mulder werd in 1964 eigenaar van St. Joris. Ik heb hem heel goed gekend. Je kon hem schilderen aan de stamtafel van Suisse, ook aan de Markt, waar Lo Lagaaij de scepter zwaaide. Bij Suisse was ik kind aan huis, want het stond een paar panden verder dan mijn geboortehuis op Markt 61, boven café Juliana. Met zoon Loe Lagaaij haalde ik wel eens kattenkwaad uit en dronk ik ook mijn eerste biertje. In de kelder van Suisse dronken we soms de kontjes uit flessen Oranjeboom. Sindsdien beviel het merk Oranjeboom me steeds minder en minder.
 
Mulder hield wel van een drankje, maar maskeerde dat door zogenaamd mineraalwater te drinken dat vergezeld was van een fikse tic wodka. Suisse had een rijkelijk gevulde stamtafel waar vooral op donderdagen en in het weekend stevig werd getafeld. Aangezien vriendin Ans Parinussa er werkte, bleef ik op de hoogte van wat er zich in Suisse afspeelde.
 
 
Huib en Willem spreek ik vrij regelmatig, vooral ’s morgens vroeg als ik terug kom van mijn dagelijkse wandeling door de stad. Wij zijn de stad en weten qua horeca van de hoed en de rand. Als ik om een nieuwtje of biertje verlegen zit, ga ik naar Bommel om Huib en Willem te zien.
 
  
 
==Archief Kroegpraat==
 
==Archief Kroegpraat==

Huidige versie van 1 jan 2017 om 17:45

Kroegpraat cover.PNG

Kroegpraat: columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de Middelburgse en Veerse Bode

Vanaf juni 2015 schrijven redacteurs Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen columns over de Walcherse horeca in de De Middelburgse & Veerse Bode, onder de naam Kroegpraat. Deze columns zijn ook terug te vinden op de columnpagina van De Bode. Columns die Rob en Edwin eerder onder de naam 'Barcodes' schreven voor de PZC (tussen 6 december 2013 en 20 mei 2015) zijn terug te vinden op de gelijknamige pagina op Middelburg Dronk. Oudere columns voor Kroegpraat zijn te vinden op de archiefpagina van Kroegpraat.

December2016

Bieren bij van Aartsen (Rob, 14 december 2016)

Bierhal A. van Aartsen, ca. 1900.JPG

In 1909 opent Anthonie van Aartsen zijn tweede bierhal aan de Korte Giststraat 4 in Middelburg. De eerste was St. Jacob aan de Nieuwstraat, ook in Middelburg. De zaak is niet alleen een bierhal, maar ook een bottelarij. Hij bottelt onder meer Heineken waar de mensen ook van kunnen genieten in de bierhal. Je kunt als rechtgeaarde arbeider zo’n gele rakker meteen aan de lippen zetten.

Van Aartsen wordt in de jaren ’20 een merk. Hij adverteert als AVA. Bokbier kost 21 cent per halve flesch en je kan er ook Münchener donker en licht lager drinken. Witte port kost 90 cent de liter en kinawijn 1 gulden 50 de liter. Er zijn echter ook Bordeaux en andere wijnen voorradig. Kortom, bij Van Aartsen kun je drinken wat je wilt. De bierhal loopt op rolletjes en het is vaak kassa voor Anthonie.

Hij stopt in 1935 en draagt de zaak over aan zoon Willem Pieter, maar hij stopt met de bierhal, dus bieren bij Van Aartsen is er niet meer bij. Willem Pieter van Aartsen publiceert in 1939 de brochure ‘Aardstralen, wichelroede, en onze gezondheid.’ Hij is wat men nu een zwever zou noemen.

In het fantastische boek ‘Hop en gerst veredeld’ van Toon Franken en Eric Hageman staat een mooie anekdote over Willem Pieter van Aartsen. Cees de Vlieger vertelt dat Willem Pieter over paranormale gaven beschikte. “Een keer lag mijn vader ziek op bed en toen heeft hij van Aartsen laten komen. Die zei aan het eind van zijn bezoek dat het bed een paar meter verplaatst moest worden. Dat hebben we toen maar gedaan. Na een paar dagen was mijn vader weer beter.”


Het verhaal vertelt helaas niet of Willem Pieter de wichelroede heeft gehanteerd om aardstralen te lokken. Hoewel Van Aartsen de deur van de bierhal in 1935 sluit, heeft het verhaal toch nog een horecastaartje. In februari 1967 opent de hervormde jeugdraad Middelburg namelijk discobar ’t Stuivertje in het pand. Je kunt er bijvoorbeeld voor 1 gulden 50 op zaterdagavond gezellig de foxtrot dansen. Een advertentie uit de provinciale courant van 25 mei 1968 meldt het volgende: ‘Middelburg, vandaag. De hele avond feest! Want als om half tien de zeskamp klaar is, dan opent discobar ’t Stuivertje in Korte Giststraat 4. Voor één gulden nog heerlijk een paar uur gezellig dansen. Tot vanavond’.

De zeskamp waaraan wordt gerefereerd is een spel van de NCRV en BRT waarin steden om de overwinning strijden. De zeskamp heeft op vrijdag en zaterdag plaats op de Middelburgse Markt. Op zaterdag 27 september organiseert de vereniging ‘Uit het volk voor het volk’ een feestavond voor de Middelburgse deelnemers. Op die avond wordt ook een 70 minuten durende film vertoond die Dick van Bommel voor de NCRV heeft gemaakt. Bieren is na 1935 in de bierhal van Van Aartsen niet meer mogelijk. Maar met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan dat wel in ’t Stuivertje. Zeker na de zeskamp op zaterdag 25 mei 1968.

De schaduwkant van Carmen Silva (Rob, 7 december 2016)

Domburg was aan het einde van de 19e eeuw wat je noemt ‘booming’. Nogal wat gekroonde hoofden schreden er plechtig over straat. Dit kon voor een groot deel op het conto worden geschreven van de gouden duimen van dokter Johann Georg Mezger. Hij had niet voor niets de bijnaam ‘vorstenwrijver’. Later kreeg hij zeer terecht een borstbeeld op ’t Groentje. Het borstbeeld is nog een tijdje gestald in de schuur van de ‘overoba’ – overopa in ABN – van Cees Maas: Leunis Maas, die ook aanwezig was bij de onthulling van het borstbeeld. De mindere goden hielden séjour in het Badhotel, Badpaviljoen of Schuttershof. Degenen die nog lager op de maatschappelijke ladder stonden hadden genoeg keuze. Ze konden bijvoorbeeld logeren in herberg de Roode Leeuw of in één van de talrijke pensionnetjes die destijds als paddenstoelen uit de grond schoten. De positie op de maatschappelijke ladder was doorslaggevend voor het te kiezen logeeradres.

De ‘upper ten’ hield hof in Pension Duinoord. In 1889 logeerde Pauline Elisabeth Ottilie Luise zu Wied er. Ze was gehuwd met koning Carol I van Roemenië. Pauline schreef gedichten onder het pseudoniem Carmen Silva, maar over haar later meer. De locatie van Pension Duinoord is jarenlang een raadsel voor mij geweest. Ik heb het er vaak genoeg met Cees Maas over gehad. Op een gegeven moment las ik dat het pension in het vroon stond. Het vroon van Domburg situeerde zich in de buurt van wat nu de Nehalenniaweg heet. Ongeveer ter hoogte van pension Bosch en Zee dat de opa van Cees in 1930 bouwde en uitbaatte. Zoals zo vaak blijken sommige zaken met elkaar verbonden.

Men kon binnen baden in Pension Duinoord. Stalhouder Hendrikse reed per koets dagelijks, behalve op zondag, naar Middelburg in de maanden juli, augustus en september. De prijs Domburg-Middelburg vice versa bedroeg één gulden. Eigenaar Cornelis Hendrik Elout legde zijn klanten voortdurend in de watten. Die watten dienden erg zacht te zijn, aangezien de clientèle gewend was met zijden handschoenen te worden aangepakt.

Met ingang van 1 april 1902 werd Dorothea Anna van Dixhoorn eigenaar van het pension. Ze bleef er tot aan haar overlijden in 1906. ‘Zeeuwen Gezocht’ van het Zeeuws Archief meldt dat ze bij haar overlijden te boek stond als pensionhoudster. Van Dixhoorn werd datzelfde jaar nog opgevolgd door mejuffrouw Rutgers. De mejuffrouw vertrok in 1918 naar het vlakbij gelegen pension Klein Duinoord.

Na 1918 heb ik niets meer kunnen vinden over Pension Duinoord. Het lijkt wel of het toen van de aardbodem is verdwenen. Vanzelfsprekend houd ik me aanbevolen voor aanvullende informatie.

In de loop der tijd raakte ik overigens steeds meer gefascineerd door Carmen Silva. Het ging zelfs zo ver dat ik een gedicht over haar schreef met als titel ‘De schaduw van Carmen Silva’. De schaduwkant van Carmen Silva hangt tot op de dag van vandaag aan de Boulevard Van Schagen boven Domburg en zo hoort dat.

November 2016

De afwezigen hebben altijd ongelijk (Edwin, 30 november 2016)

Vliegende Hollander 2.jpg

Twee weken geleden interviewde ik in de Graanbeurs, op het Damplein in Middelburg, ondernemer Koen Funk, van Biercafe De Vliegende Hollander. Hij organiseert in samenwerking met brouwerijen en andere ondernemers op het plein een Winterbierfestival op 16 en 17 december. Het Damplein maakt daardoor dit jaar voor de eerste keer deel uit van het programma van Middelburg Winterstad. Het evenement begon ooit met alleen de ijsbaan op de Markt, maar lijkt ieder jaar een beetje groter en succesvoller te worden. Steeds meer cafés bouwen blokhutten op hun terras, de kerstmarkten worden uitgebreid en de grote tent voor het winterterras op het zogenoemde Tympaanplein werd dit jaar een maand eerder ingericht, omdat die veel extra bezoekers trekt.

Dat Koen de aansluiting zoekt bij dit winterfeest vind ik om verschillende redenen geweldig. Er gaat sowieso veel positiefs uit van eigen initiatieven en van lokale samenwerkingsverbanden (in dit geval met restaurant La Piccola Italia en Eetcafé De Zwarte Ruiter op ’t Witte Paart) maar wat ik veel mooier vind is het gegeven dat de organisatie hiermee het signaal afgeeft bereid te zijn om het Damplein nieuw leven in te blazen.

Want daar moet je eerlijk over zijn: dat plein is, als uitgaansgebied, natuurlijk niet meer wat het ooit geweest is. De terugloop begon toen buurtbewoner Akkerman het na een jarenlange juridische strijd met de eigenaars van de toenmalige discotheek Meccano het begin jaren ‘90 voor elkaar kreeg dat de openingstijden op het plein werden beperkt. Mede door zijn toedoen besloot de gemeente de nachtvergunningen voor de horeca op het Damplein in te trekken, met de bedoeling die te concentreren in het gebied op en rondom de Markt en Vlasmarkt. Ernstige vernielingen tijdens Oud en Nieuw waren daarvoor de directe aanleiding.

Toen de rechter in Akkermans voordeel besliste liet een grote groep cafébezoekers een paginagrote ‘rouwadvertentie’ in de krant plaatsen met de tekst: ‘Rust in vrede, uitgaansleven Middelburg’. Die tekst was een beetje overdreven, maar voor het Damplein bleek van die woorden een voorspellende werking uit te gaan. Discotheek Meccano verdween, net zoals het bijbehorende café. Eerder was de nachtclub aan de overzijde van het plein, een opvolger van La Folie, al gesneuveld. In de jaren die daarop volgden kenden diverse cafés nog successen – Rockdesert en Mambo’s bijvoorbeeld – maar nu, 25 jaar na dato, staan die zaken al een paar jaar leeg. Dat ziet er triest uit.

Het plein, dat nog geen 50 jaar bestaat, verdient een beter lot. Met vrienden praat ik regelmatig met een grote grijns over muziekfestivals als Damrock of over optredens van punkbands in de Graanbeurs, georganiseerd door het voormalige jongerencentrum Midgard. Zulke evenementen, op die plek, behoren definitief tot het verleden, maar dat betekent niet dat er geen alternatieven zijn. Ook daarom hoop ik dat het Winterbierfestival een succes wordt. Toen ik Koen stond te interviewen las ik de teksten op de tegels van de Graanbeurs, die deel uitmaken van het kunstwerk van Marinus Boezem, ook weer eens. ‘Les absents ont toujours tort’ staat er op een daarvan. De afwezigen hebben altijd ongelijk. Een prachtige slogan bij een nieuwe impuls voor het plein.

Van Villa naar hotel (Rob, 23 november 2016)

In 1894 laat Jan van der Harst, gemeentegeneesheer van Koudekerke, een villa bouwen, die verrijst aan de Brouwerijstraat 21 in Koudekerke. De villa is bestemd voor zijn schoonmoeder Cornelia Brieve-Hollestelle. Als Van der Harst in 1930 met pensioen gaat, trekt hij met zijn echtgenote Jacoba in de villa. Ik heb bovenstaand verhaal niet uit de duim gezogen. Het is te lezen op de prachtige website www.koudekerke.info. Sjoerd de Nooijer heeft daar alles keurig op een rijtje staan.

Als Van der Harst in 1948 overlijdt is Cornelis Flipse er als de kippen bij. Hij koopt het pand en begint er café-restaurant Hotel Walcheren. Het is het eerste hotel in het hart van Koudekerke. Men kan tot die tijd wel een kamertje nemen in café Centraal aan het Dorpsplein, maar dat is toch anders. Eigenaar Adriaan Simpelaar is meer cafébaas en geen hotelier, laat staan in spé. Arnold Rijckborst neemt Centraal in 1958 over van Simpelaar. Hij hernoemt de zaak Dorpszicht en dat staat ook wel bekend als ‘Hotel Rijckborst’.

Cornelis Flipse zit inmiddels met een probleem. Tijdens de overstroming van 1944 is de tuin rond de villa volledig vernield. Flipse talmt niet en laat de tuin asfalteren. Een vreemde zet misschien, maar zo krijgt Hotel Walcheren wel de beschikking over een terras annex parkeerterrein. Het hotel geeft Koudekerke als het ware een kontje. Ik ben er eind jaren ’50 weleens geweest. M.A.C. Scheldegouwen, waar mijn ouders lid van waren, organiseerde toen een zogenaamde knobbelrit. In iedere horecazaak die werd aangedaan, moest de teerling worden geworpen. De uitkomt bepaalde de volgende bestemming. Daar kreeg je soms het heen en weer van.

De heer M. Joosse neemt Hotel Walcheren in 1956 over van Flipse. Ik heb internet afgestruind naar meer informatie over M. Joosse, maar heb weinig over hem kunnen vinden. Het enige dat ik heb gevonden is een suikerzakje met de tekst ‘hotel café restaurant ‘Walcheren’ M. Joosse – Tel. 01185-210 – Koudekerke (Wal.)’ Niet echt iets om over naar huis te schrijven, maar het moet maar. Misschien komt de heer M. Joosse door deze Kroegpraat wel aan het licht. Ik hoop het van ganser harte. Hij brengt zijn zaak tot grote bloei. Het pand wordt diverse keren uitgebreid met serres aan de zijgevel, die helaas later worden geofferd aan de vooruitgang. Het gaat goed vooruit met Hotel Walcheren. De tamelijk centrale ligging op Walcheren is daar mede debet aan. In de jaren ’60 en ’70 worden er rijexamens afgenomen in de zaak. Uiteraard de theoretische kant, de praktijk heeft plaats op de weg.

Hotel Walcheren gaat in 1994 failliet. Ik vraag me af of M. Joosse op dat moment nog in de zaak zit. Er vindt iets later een doorstart plaats en de zaak gaat verder onder de naam ‘Hof van Walcheren’. Dat duurt echter maar even. Het pand staat een aantal jaren leeg als het op 18 juli 1999 in vlammen opgaat. Van villa tot hotel en van hotel tot schuim en as. Het kan verkeren. heeft Bredero gezegd en dat onderschrijf ik, zij het niet van harte. F

Naar de Beurs gaan (Rob 16 november 2016)

Cafe De Beurs tussen 1911 en 1915.jpg

Een advertentie in de Middelburgsche Courant van 16 juni 1863 meldt dat er muziek is in bierhuis de Beurs op de Dam bij Bouwman. Het gaat om Yvo Pieter Bouwman, die helaas een jaar later overlijdt. Jan Vreke komt in 1892 in deze zaak en wanneer hij in 1909 komt te overlijden zet weduwe Johanna Giffard de Beurs voort. Zij doet in 1911 op haar beurt afstand van haar vergunning ten faveure van Pieter Krijger die de Elf Provinciën aan de Blauwedijk opent. Jan Heuker heeft inmiddels de zaak van Johanna Giffard overgenomen. Jan, hij heeft eerder in Tramhalte aan de Blauwedijk gezeten, begint ook een limonadefabriek in het pand. Dries Poelman volgt Heuker op in 1919. Poelman is een echte horecaffer. Hij zit later in Zeelandia aan de Winterstraat, Belge en Poelman aan de Stationsstraat.

Jan van der Noll komt in 1936 in de Beurs. Pauw Koole van de toenmalige drankenhandel Déko aan de Langeviele komt vaak bij Van der Noll. Hij levert daar namelijk Rum Punch. Rum Punch blijkt een grote hit op de Annetje-Lijsjesdagen. Dit zijn de eerste donderdagen van mei en oktober. De ‘joengers en meissen van Walcheren’ zoeken dan een baantje in het boerenbedrijf.

De Beurs heeft een zee aan eigenaren gehad, die ik niet allemaal kan behandelen. We haken pas weer aan in 1954. In dat jaar komen Bram en Lootje van der Weele in de zaak. Ze verhuizen vier jaar later naar het Melkboerinnetje aan de Vlissingsestraat. Anna Vermeule zit in 1958 even in de zaak. Zij komt later echter aan de orde. Henk Buijs wordt in 1961 eigenaar, maar vertrekt na drie jaar en start Buijs Bewaking aan de Molenberg.

Jan van der Hooft en echtgenote Anna Vermeule, daar is ze weer, komen in 1967 (weer) in de Beurs. Anna heeft Jan leren kennen in Vlissingen. Hij werkt dan bij de marine en de kazerne staat naast het Havendorp. Ze zijn in 1957 getrouwd en gaan wonen op het Havendorp. Jan heeft als oud-marineman een nieuwe toog van de Beurs gebouwd in de vorm van een schip.

Ik zat in die tijd op de RHBS in de Sint Pieterstraat, als het ware om de hoek. Jan was goedlachs en als Zeeuws-Vlaming altijd in voor een gebbetje. Samen met mijn oude makker Sjaak Louws kwam ik ’s avonds laat wel eens in de Beurs. De broodjeszaken waren in die tijd dun gezaaid in Middelburg. Jan had heerlijke broodjes kipkerrie, die nog beter smaakten als je al wat biertjes had gedronken. Wij brachten onze offers aan Bacchus voornamelijk in Seventy Seven aan de Markt. ‘The place to be’ toen en eigenlijk nog steeds. In 1970 kwam er een abrupt einde aan de naam de Beurs. Ik vond het bijna heiligschennis. Het was een naam die klonk als een scheepsbel en deze werd geofferd aan de waan van de dag. Jan en Anna besloten hun zaak om te dopen in Porthole, voor mij een patrijspoort te ver.

Westkapelle herrijst altijd (Rob, 31 oktober 2016)

Drie oktober 1944 is een zwarte dag voor Westkapelle. Bij het bombardement op de Zeedijk vallen vele doden. In molen De Roos van Bram Theune zitten mensen als ratten in de val en sterven op afschuwelijke wijze. De littekens van die noodlottige dag zijn nooit geheeld en zullen dat waarschijnlijk nooit doen ook. Veel Westkappelse families zijn door het noodlot getroffen, dus het verdriet is altijd aanwezig. Oktober is voor Westkapelle de meest wrede maand.

De latere wethouder Willem ‘de Redder’ Gabriëlse meldt in het boek ‘Doelwit Dijk’ dat hij eerst in Serooskerke terecht komt. Later worden hij en andere Westkappelaars door de gemeentepolitie verplicht de boot naar Zuid-Beveland te nemen. Via Katseveer belandt hij in een kerk in Wemeldinge. Daar wordt hij ‘uitgeleurd’, omdat niemand op de vluchtelingen zit te wachten. Hij krijgt tenslotte onderdak in Wilhelminadorp. Daar hebben de mensen het hart wel op de juiste plaats.

Westkapelle verrijst langzaam uit de as van de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk heeft het dorp door de eeuwen heen altijd de kracht gehad om te herrijzen. Op een donderdag in januari 1954, ik weet niet exact welke, opent locoburgemeester Willem Gabriëlse het dorpshuis aan Markt 79 door eenvoudigweg de deur te openen. Het krijgt de naam Westkapelle Herrijst. Ook commissaris der koningin Guus de Casembroot is aanwezig bij de opening. Als oud-burgemeester van Westkapelle mag hij natuurlijk niet ontbreken.

De foto (circa 1960) die ik op de onvolprezen beeldbank van Stichting Cultuurbehoud Westkapelle vond is prachtig. Het buffetpersoneel kijkt enigszins afwachtend naar het vogeltje. Ze moeten die avond wellicht werken en dat gaat voor alles. Ik zie geen bekende gezichten. Ik was toen zeven of acht jaar oud, maar Westkappelaars zullen ongetwijfeld in één oogopslag weten wie er zijn te zien.

In augustus 1989 gaat Westkapelle Herrijst op de schop. Een deel van het pand wordt gesloopt, evenals de belendende timmermanswerkplaats. Wethouder Jan Bostelaar heeft het over upgrading en ziet een rooskleurige toekomst. Hij hoopt dat plaatselijke kunstenaars in het nieuwe gebouw gaan exposeren. Westkapelle Herrijst groter uit de as van de verbouwing. Het dorpshuis kan er weer een tijdje tegen.

Bij de gemeentelijke herindeling, die op 1 januari 1997 ingaat, verliest de gemeente Westkapelle zijn onafhankelijkheid. Dat is een hard gelag, want Wasschappel was altijd Wasschappel en niets anders. Nu is Westkapelle verworden tot een deel van de gemeente Veere. Daar zit eigenlijk niemand op te wachten. Maar ja, zo gaan die dingen in de niets en niemand ontziende bestuurscultuur.

De laatste keer dat ik in Westkapelle Herrijst ben geweest was op 1 september van dit jaar. Ik woonde daar de herdenkingsplechtigheid voor Daan Hengst bij. Ik besef nog steeds niet dat hij er niet meer is en nooit meer zal zijn. De droefheid die ik voel, blijft aanhouden. Ik had Daan nog zoveel willen vragen over de horecageschiedenis van Westkapelle. Had nog zoveel vragen over wie, wat, waar, waarom en wanneer. Westkapelle herrijst altijd, maar Daan helaas niet.

Bestond er maar een tijdmachine (Rob, 24 oktober 2016)

Het zou weinig mensen verbazen als er een nieuw koffiehuis wordt geopend aan de Vlasmarkt in Middelburg. Dit straatje van verlangen herbergt nogal wat horecazaken. Maar u heeft buiten de waard gerekend als u denkt aan een nieuw koffiehuis.

In 1861 werd het pand Vlasmarkt L22, nu nr. 48-50, openbaar verkocht. Steven Dodenhuis kocht het en opende op 8 mei 1862 het Nieuw Koffiehuis in het pand. Steven Dodenhuis was geen nieuwkomer in de horeca. Hij zat eerder in herberg de Bremerton op de hoek van de Langevielesingel en Oude Koudekerkseweg. Dodenhuis liet de Bremerton in 1851 tot op de grond afbreken. In het nieuwe pand opende hij in 1855 bondscafé Pax Intrantibus. Pax Intrantibus betekent letterlijk ‘vrede aan hen die hier binnentreden’, de drank volgt later vanzelf.

Dodenhuis deelde middels een advertentie op 6 augustus 1866 in de Middelburgsche Courant mede dat hij ‘tengevolge zijner hooge jaren’ de pijp aan Maarten gaf. Eigenlijk niet aan Maarten, maar aan Jan Tjalling de Haan. De Haan organiseerde op 19 februari 1870 een bal ‘ter gelegenheid van ’s Konings jaardag’ in het Nieuw Koffiehuis.

De Haan verkocht zijn koffiehuis in 1876 aan Zegert Jacobus van Dijk. Hij verbouwde het grondig en opende in november van dat jaar café Du Lion D’Or in het pand. Er was altijd wel wat te doen in het café van Van Dijk. Hij meldde in de Middelburgsche Courant op 25 juli 1878 het volgende: ‘Gedurende de Kermis zal het Buffet van alle ververschingen voorzien en de Tuin des avonds verlicht zijn’.

Cornelis van Roggen volgde op enig moment Van Dijk op. Hij meldde op 24 juni 1881 in gemelde courant dat hij zijn café zou sluiten. De tuin, het tuinlokaal en de gelegenheid tot het houden van vergaderingen bleven wel van kracht. W. Horton nam de zaak in november van dat jaar over van Cornelis van Roggen. Horton noemde zijn zaak Eldorado, een café van paradijselijke allure. De persoon W. Horton, wellicht een Engelsman, blijft een raadsel. Misschien was zijn voornaam William, misschien niet.

Horton timmerde in ieder geval behoorlijk aan de weg. Op zondag 23 juli 1882, tijdens de kermis, organiseerde hij een groot matinee in Eldorado. Hij meldde als directeur het debuut van zeven artiesten en dat waren niet de minste. Het Tiroolse echtpaar Herr rund Frau Linke gaf acte de présence, naast Fraulein Lewinska, mademoiselle Virginie, mejuffrouw Kock en mejuffrouw Emilie. De concerten hadden op donderdag en zaterdag plaats in de tuin die natuurlijk verlicht was.

Cornelis van der Plank nam het café in november 1882 over van Horton. Café Eldorado was echter geen lang leven meer beschoren. Op 26 april 1883 werd het voormalige Nieuw Koffiehuis verkocht in sociëteit De Vergenoeging die toen nog aan de Markt stond.

Het pand Vlasmarkt 48-50 verliest jammer genoeg zijn horecabestemming. Wat had ik graag een biertje gedronken in Du Lion D’Or of Eldorado. Bestond er maar een tijdmachine.

Van Zapata tot Desafinado (Rob, 17 oktober 2016)

Desaf.jpg

In 1992 kocht Leo van Liere het pakhuis van Het Huis met de Roode Pilaren in Middelburg. Drogisterij Het Huis met de Roode Pilaren was gevestigd aan de Lange Delft. Het pakhuis aan de Koorkerkstraat 1 lag als het ware om de hoek. Leo verbouwde het pand en voorzag het van een aardse tint. Dat was tegen het altijd zere been van de welstandscommissie, zeg maar de plannenpolitie van de gemeente Middelburg. Een bedaagd clubje dames en heren dat niets liever deed dan plannen de grond in boren. De zaak zeurde jarenlang en ik weet niet of zich ooit een oplossing voor de onzin heeft aangediend.

Genoeg echter over dat ambetante clubje en terug naar Leo van Liere. Leo had wellicht van meet af aan een horecabestemming voor zijn pakhuis in gedachten. Het was dus niet zo vreemd dat Fia de Pree en Riny Steenbakkers in januari 1993 een restaurant in het pand openden. Het was een Mexicaans restaurant dat de naam Zapata droeg. Wellicht was het een verwijzing naar Emiliano Zapata, een Mexicaanse revolutionaire boerenleider. Zapata kwam slecht aan zijn eind, want hij werd in 1918 vermoord.

Ik heb er met Astrid, Connie en Kees en Chantalle en Erik in de zomer van 1993 heerlijk gegeten. We kwamen terug van vakantie en vierden dat met een etentje. Het etentje hebben we een jaar later herhaald. We reisden in een limousine af naar Hoogerheide om daar te dineren in La Castelière. Als de vrienden die we zijn, werden we hartelijk ontvangen door Marianne en Patrick Castelijns. Patrick is één van de beste en avontuurlijkste koks die ik ken en die me iedere keer weer verraste. Ik spreek Marianne en Patrick nog wel eens. Ze wonen nu in Goes.

Helaas was Mexicaans restaurant Zapata geen lang leven beschoren. De zaak ging in 1994 failliet. Leo moest op zoek naar nieuwe huurders. Hij vond die in Gré en Renny Minnaert. Zij noemden hun zaak Desafinado, de titel van een bossa nova gecomponeerd door Antonio Carlos Jobim (muziek) en Newton Mendonça (tekst). Gré en Renny waren niet aan hun proefstuk in de horeca toe. Ze hadden een paar jaren de kantine gepacht van camping Oranjezon aan de Koningin Emmaweg. Renny had meer ervaring dan Gré, want hij stond een periode achter de toog van de Reutel en het Hof van Zeeland. Baas boven bazin zou je kunnen zeggen.

Twee jaar na de opening van Desafinado openden Gré en Renny minihotel c.q. Bed and Breakfast De Kaepstander om de hoek aan het Koorkerkhof. In de 21e eeuw kwamen zoon Prospêr Minnaert en later zijn echtgenote Betiana Meza in de zaak. Per 1 juli 2016 stopte Gré er mee, omdat ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Schoondochter Betiana volgde haar op en werd compagnon van Renny en Prospêr.

Desafinado klinkt als een klok en schalt soms vanuit de beiaard van de Lange Jan. Van Zapata naar Desafinado is een sentimentele reis van verleden naar heden, zeker voor ondergetekende.

Joy forever! (Rob, 12 oktober 2016)

Op de Facebook-pagina van Veere Dronk las ik onlangs dat er een reünie aanstaande was van de legendarische bar-dancing Joy. De reünie had op vrijdag 23 september plaats in café Bardot aan de Vlasmarkt in Middelburg. Daar wilde ik natuurlijk bij zijn. Het was een avond om nooit te vergeten. Ik raakte al snel aan de praat met Kees Verhoeff. Over hem later meer.

Mark en Lenie de Pagter openden Joy in december 1986. Joy was gevestigd aan de Noordweg 117 in Serooskerke. Ze waren ook eigenaar van In de Gouwe Geit in Grijpskerke, maar deden die zaak een jaar later van de hand. Vanaf 1987 konden ze zich volledig richten op Joy. Dat wierp zijn vruchten af. De zaak ging steeds beter lopen, als een tierelier, zoals dat heet.

Kees Verhoeff was dj in Joy van 1986 tot 1992, maar had al een lange carrière van plaatjes draaien achter zich. Hij draaide onder meer in Long John, Goofy, Discotheek 2001 en Twenty One in Vlissingen en in de Hooizolder in Westkapelle. Hij vertelde prachtige verhalen uit de oude doos. Wellicht moet ik eens een apart verhaal aan Kees wijden. Dat zou zeker de moeite waard zijn.

‘A thing of beauty is a joy forever’, dichtte John Keats lang geleden, maar soms gaat die vlieger niet op. Helaas was er geen sprake van ‘Joy forever’, want het pand Noordweg 117 ging in 2007 tegen de vlakte. Aannemersbedrijf Dekker en Walhout kocht het pand louter voor de sloop. Het wilde er drie woningen voor terugzetten. In 2009 ging de gemeente Veere daarmee akkoord.

Er is altijd een Middelburgse connectie geweest met Joy. Nogal wat ‘joengers en meissen’ vonden het daar erg gezellig. Ze togen per fiets, brommer of bus naar Seroos om lekker te feesten en beesten. Geboren Middelburgers als Jack Jobse en Remco van Schijndel waren er kind aan huis. Natuurlijk waren ze ook op de reünie waar heel wat werd bijgepraat.

Nu is het niet zo dat de mensen elkaar lang niet hadden gezien. Joy heeft in de loop der jaren al twee keer eerder een reünie gehad. Het blijft een hechte ploeg, die het blijkbaar zo af en toe nodig heeft elkaar weer te zien. Het is mooi om af en toe het collectieve geheugen op te frissen. Wel onder het genot van een biertje, want drinken verleer je nooit.

Er was ook een Middelburgse connectie met de even legendarische voorganger van Joy: café Veldzicht. De eerste eigenaar, Anthonius Westdorp, had namelijk bierhal Phoenix aan de Pottenmarkt in Middelburg. Nu zit eetcafé De Vliegenier in dat pand. Westdorp zat trouwens ook nog een tijdje in café De Vriendschap in Veere. Willem Huijse nam Veldzicht in 1949 over van de familie Westdorp. In dat jaar trouwde hij met Jakomina Roda. Haar vader Pieter zat eerder in Het Wapen van Middelburg aan de Middelburgse Markt.

Het blijft eeuwig zonde dat Joy niet als een Phoenix uit zijn as heeft kunnen herrijzen.

Oktober 2016

40 jaar plaatjes draaien (Edwin 5 oktober 2016)

AmericanPeterPeterPetra.jpeg

Onlangs vierde Kees Petiet, die de meeste Middelburgers vooral zullen kennen als eigenaar van Bar American op Plein 1940, een muzikaal jubileum. Dat deed hij met een feestje. In de uitnodiging schreef hij: ‘De derde zaterdag van september in 1976 was de eerste keer dat ik een hele avond muziek draaide in een café. Het was de eerste dag van de kermis in Terneuzen en de Image-club had die avond geen dj beschikbaar. Ik bood aan dit wel te willen doen voor een keer. Een keer werd twee keer en vervolgens elke week en uiteindelijk heeft dit ertoe geleid een café te beginnen in mijn eigen Middelburg, met mijn eigen muziek. Nu bijna 40 jaar later draai ik nog steeds met plezier mijn muziekjes’.

Omdat ik op vakantie was, moest ik verstek laten gaan, maar ook zonder op het feestje te zijn, kon ik me het beeld van Kees als dj heel goed voor de geest halen. Ik zag en hoorde hem talloze keren bezig achter de draaitafels van zijn zaak, zowel als klant als medewerker. Je moet van goeden huize komen als je een rocknummer aan wilt vragen dat Kees niet kent. Hij kent zijn klassiekers. Het is daarom beter om hem gewoon lekker te laten doen. Dan komen de pareltjes vanzelf. Van Stones en Beatles naar Uriah Heep en Status Quo en weer terug.

Kees draait zijn muziekjes inderdaad nog regelmatig, maar wel minder dan vroeger, toen hij zelf altijd achter de bar stond en de meeste van zijn klanten naar dezelfde muziek luisterden. Ik kan me de overgangsperiode nog wel herinneren. Ik begon American rond 1986 te bezoeken voor de vele speed- en thrashmetalbandjes die er toen optraden.

Dat was een mooie tijd, maar de muziek van de optredende bands was te heftig om achter de bar te draaien. Bij bands als Iron Maiden en Metallica hield het wel op, omdat de vrees bestond dat nog hardere muziek klanten zou kosten. Het leidde echter tot zo veel discussies dat Kees uiteindelijk een oplossing ging zoeken. Hij vond die in het basaal inrichten van een kleine ruimte naast de zaak, als mini-café voor de liefhebbers van herrie. Die ruimte werd het Thrashhok genoemd. Het was een mooie, tijdelijke oplossing, waar sommige bezoekers van toen nu nóg met een grote grijns over praten.

Hoe het precies kwam is lastig te duiden, maar in de jaren ‘90 was er opeens een veel groter publiek voor heftige muziek. Zelfs in nette zaken werd er gesprongen op Rage against the Machine en Nirvana. Herrie in de tent betekende een volle tent. Kees ging op zoek naar een bedrijfsleider die de werelden van rock en herrie wist te verenigen in American en vond die in de persoon van Erik Louws, die in de jaren daarna het gezicht en het geluid van de zaak zou gaan worden. Maar wel altijd met Kees aan zijn zijde of in de buurt. Want als er weer eens écht ouderwets gerocked moest worden deed Kees het natuurlijk zelf. En dat doet hij nu nog steeds.

Juist dat maakt American tot wat het is: een prachtige tent. ‘Keep on rockin’ in the free world!’


Archief Kroegpraat

Oudere columns zijn te vinden op de archiefpagina van Kroegpraat

Bronnen