Middelburg Dronk

Kroegpraat

(December2016)
 
(13 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 2: Regel 2:
 
==Kroegpraat: columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de Middelburgse en Veerse Bode==
 
==Kroegpraat: columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de Middelburgse en Veerse Bode==
 
Vanaf juni 2015 schrijven redacteurs Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen columns over de Walcherse horeca in de [http://www.internetbode.nl De Middelburgse & Veerse Bode], onder de naam Kroegpraat. Deze columns zijn ook terug te vinden op [http://internetbode.nl/middelburg/categorie/columns de columnpagina van De Bode]. Columns die Rob en Edwin eerder onder de naam 'Barcodes' schreven voor de PZC (tussen 6 december 2013 en 20 mei 2015) zijn terug te vinden op [http://www.middelburgdronk.nl/wiki/Barcodes de gelijknamige pagina op Middelburg Dronk]. Oudere columns voor Kroegpraat zijn te vinden op [http://middelburgdronk.nl/wiki/Kroegpraat_Archief de archiefpagina van Kroegpraat].
 
Vanaf juni 2015 schrijven redacteurs Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen columns over de Walcherse horeca in de [http://www.internetbode.nl De Middelburgse & Veerse Bode], onder de naam Kroegpraat. Deze columns zijn ook terug te vinden op [http://internetbode.nl/middelburg/categorie/columns de columnpagina van De Bode]. Columns die Rob en Edwin eerder onder de naam 'Barcodes' schreven voor de PZC (tussen 6 december 2013 en 20 mei 2015) zijn terug te vinden op [http://www.middelburgdronk.nl/wiki/Barcodes de gelijknamige pagina op Middelburg Dronk]. Oudere columns voor Kroegpraat zijn te vinden op [http://middelburgdronk.nl/wiki/Kroegpraat_Archief de archiefpagina van Kroegpraat].
==September 2016==
+
==December2016==
===De Morgenster prijkt boven ‘t Fust (Rob 7 september 2016)===
+
===Bieren bij van Aartsen (Rob, 14 december 2016)===
[[Bestand:Gevel_Fust_1.png|miniatuur|rechts|280px|]]
+
[[Bestand:Bierhal_A._van_Aartsen,_ca._1900.JPG|miniatuur|rechts|280px|]]
Op 18 september 1727 maakt de Amsterdamse Courant melding van herberg ‘de Morgenstar op de Markt’. Het gaat hier echter om de Morgenster, die is gevestigd aan de Vlasmarkt 4 in Middelburg. Jacque Dassouville is er herbergier van dienst. Hij wordt achtereenvolgens opgevolgd door Willem Matthysz, Willem van Stokkum en Sebastiaan Hertog. De laatste is in 1770 herbergier. Daarna verdwijnt de Morgenster uit beeld.
+
In 1909 opent Anthonie van Aartsen zijn tweede bierhal aan de Korte Giststraat 4 in Middelburg. De eerste was St. Jacob aan de Nieuwstraat, ook in Middelburg. De zaak is niet alleen een bierhal, maar ook een bottelarij. Hij bottelt onder meer Heineken waar de mensen ook van kunnen genieten in de bierhal. Je kunt als rechtgeaarde arbeider zo’n gele rakker meteen aan de lippen zetten.
  
Er volgt een lange horecaloze periode voor het pand tot J. Lourense op zaterdag 18 mei 1964 cafetaria [[Bon Appetit]] in het pand opent. Hij blijft twee jaar en draagt de zaak over aan M.A. Bergs. Bergs heropent op dinsdag 15 november 1966 en noemt zijn zaak de Vlaskam. Bergs blijft slechts een jaar in zijn zaak. Daarna breekt het tijdperk Kota Radja aan.
+
Van Aartsen wordt in de jaren ’20 een merk. Hij adverteert als AVA. Bokbier kost 21 cent per halve flesch en je kan er ook Münchener donker en licht lager drinken. Witte port kost 90 cent de liter en kinawijn 1 gulden 50 de liter. Er zijn echter ook Bordeaux en andere wijnen voorradig. Kortom, bij Van Aartsen kun je drinken wat je wilt. De bierhal loopt op rolletjes en het is vaak kassa voor Anthonie.
  
Op 28 september 1967 opent de heer Kao Lu Wu Chinees-Indisch restaurant [[Kota Radja]]. Na twee jaar wordt een driemanschap eigenaar van de zaak: de heren Hoogendoorn, Picciuca en Van der Wansem. Op enig moment ontspant zich een romance in Kota Radja. Lia Westdorp van de Wedam, die voor kleuterleidster studeert, valt als een blok voor kok Picciuca. Ze zijn nog altijd gelukkig samen, maar Lia is nooit kleuterleidster geworden. De heer Van Wansem staat vaak buiten op de uitkijk. Er ontgaat hem maar weinig van wat er zich op de Vlasmarkt afspeelt.
+
Hij stopt in 1935 en draagt de zaak over aan zoon Willem Pieter, maar hij stopt met de bierhal, dus bieren bij Van Aartsen is er niet meer bij. Willem Pieter van Aartsen publiceert in 1939 de brochure ‘Aardstralen, wichelroede, en onze gezondheid.’ Hij is wat men nu een zwever zou noemen.
  
Toen ik in 1988 voorlichter bij de gemeente Middelburg werd, vond mijn kennismakingsgesprek met burgemeester Chris Rutten plaats in Kota Radja. Rutten was een stevige eter die er geen been in zag mijn toetje te verorberen. Dat was een griesmeelpuddinkje en niet mijn ding.
+
In het fantastische boek ‘Hop en gerst veredeld’ van Toon Franken en Eric Hageman staat een mooie anekdote over Willem Pieter van Aartsen. Cees de Vlieger vertelt dat Willem Pieter over paranormale gaven beschikte. “Een keer lag mijn vader ziek op bed en toen heeft hij van Aartsen laten komen. Die zei aan het eind van zijn bezoek dat het bed een paar meter verplaatst moest worden. Dat hebben we toen maar gedaan. Na een paar dagen was mijn vader weer beter.
  
Kota Radja heeft in de jaren ’80-’90 een enorme bloeiperiode. Op zondagmiddag geeft de fine fleur van de Middelburgse middenstand er acte de présence. Men wil er graag worden gezien. Op de bovenverdieping is menig feestje van leden van handbalvereniging E.M.M. uit Middelburg. Er is een goederenliftje dat de maaltijden vanuit de keuken omhoog hijst. De zaak beschikt ook over een tandenborstelautomaat dat wegwerpborstels uitwerpt. Nee, in Kota Radja wordt niets aan het toeval overgelaten.
 
  
In 1998 is het uit met de pret. Ger Langermans en Sylvia Moerings openen in dat jaar [[Allez]] in het pand. Ze zitten eerder samen met Paul Rodenburg in het Schuttershof. Nu rust er een concurrentiebeding op het Schuttershof. Daarin staat dat er geen nieuw café in de directe omgeving mag worden begonnen. Daarom presenteren Ger en Sylvia Allez als een tapasbar, maar het is toch meer een café dan iets anders. Men zegt weleens gekscherend dat Allez het enige restaurant in Middelburg is met meer dan tien tappunten.
+
Het verhaal vertelt helaas niet of Willem Pieter de wichelroede heeft gehanteerd om aardstralen te lokken. Hoewel Van Aartsen de deur van de bierhal in 1935 sluit, heeft het verhaal toch nog een horecastaartje. In februari 1967 opent de hervormde jeugdraad Middelburg namelijk discobar ’t Stuivertje in het pand. Je kunt er bijvoorbeeld voor 1 gulden 50 op zaterdagavond gezellig de foxtrot dansen. Een advertentie uit de provinciale courant van 25 mei 1968 meldt het volgende: ‘Middelburg, vandaag. De hele avond feest! Want als om half tien de zeskamp klaar is, dan opent discobar ’t Stuivertje in Korte Giststraat 4. Voor één gulden nog heerlijk een paar uur gezellig dansen. Tot vanavond’.
  
Jeroen en Monika Nouse openen in augustus 2001 café [['t Fust]] in het pand. Jeroen is geen onbeschreven blad in de Middelburgse horeca. Hij werkt daarvoor bij De Vriendschap aan de Markt. Jeroen en Monika zitten tot op de dag van vandaag in ’t Fust. Het mooie is dat boven de voordeur ‘De Morgensterre’ prijkt. Zo is de cirkel op een mooie manier rond.
+
De zeskamp waaraan wordt gerefereerd is een spel van de NCRV en BRT waarin steden om de overwinning strijden. De zeskamp heeft op vrijdag en zaterdag plaats op de Middelburgse Markt. Op zaterdag 27 september organiseert de vereniging ‘Uit het volk voor het volk’ een feestavond voor de Middelburgse deelnemers. Op die avond wordt ook een 70 minuten durende film vertoond die Dick van Bommel voor de NCRV heeft gemaakt. Bieren is na 1935 in de bierhal van Van Aartsen niet meer mogelijk. Maar met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan dat wel in ’t Stuivertje. Zeker na de zeskamp op zaterdag 25 mei 1968.  
==Augustus 2016==
 
===Tien torens in de wolken (Rob 31 augustus 2016)===
 
In mijn prille kinderjaren was ik kind aan huis, beter nog, kind aan de caravan in Zoutelande. Samen met mijn moeder bracht ik de zomer door in een caravan op het kampeerterrein van boer Stroo. Mijn vader had het niet zo op de sleurhut en sliep de hele week lekker in zijn eigen bed in Middelburg. Boer Stroo liep altijd in zijn boerenklofje. De pilowbroek met het lakense jasje werden gecompleteerd door een pet en klompen. Ik maakte, zo goed en zo kwaad als dat ging, af en toe een praatje met boer Stroo. Dat ging wat moeizaam, omdat ik het Zoutelandse dialect niet machtig was en helaas nog steeds niet machtig ben. Ik moet eens in de leer bij de gezusters Van de Vreugde.
 
  
We hadden destijds een bolderwagen waarmee we naar het strand reden. Er werd ook wel eens een ritje door het dorp gemaakt. Daar zag ik een keer pension Tien Torens en was meteen in de wolken van het pand. In mijn kinderbrein stond het vanaf die keer te boek als kasteel.
+
===De schaduwkant van Carmen Silva (Rob, 7 december 2016)===
 +
Domburg was aan het einde van de 19e eeuw wat je noemt ‘booming’. Nogal wat gekroonde hoofden schreden er plechtig over straat. Dit kon voor een groot deel op het conto worden geschreven van de gouden duimen van dokter Johann Georg Mezger. Hij had niet voor niets de bijnaam ‘vorstenwrijver’. Later kreeg hij zeer terecht een borstbeeld op ’t Groentje. Het borstbeeld is nog een tijdje gestald in de schuur van de ‘overoba’ – overopa in ABN – van Cees Maas: Leunis Maas, die ook aanwezig was bij de onthulling van het borstbeeld.
 +
De mindere goden hielden séjour in het Badhotel, Badpaviljoen of Schuttershof. Degenen die nog lager op de maatschappelijke ladder stonden hadden genoeg keuze. Ze konden bijvoorbeeld logeren in herberg de Roode Leeuw of in één van de talrijke pensionnetjes die destijds als paddenstoelen uit de grond schoten. De positie op de maatschappelijke ladder was doorslaggevend voor het te kiezen logeeradres.
  
Willem Hendrik Borket was de eerste, bekende pensionhouder in de Tien Torens aan de Duinweg 36. Hij moest voor de rechter verschijnen, omdat Borket ‘zijn inrichting op zondag 6 mei 1928 voor het publiek geopend had gehad’. De zondag was toen nog heilig in Zoutelande. Op enig moment nam zoon Jan het pension over. Zijn dochter Madelein Borket was een ondernemend meisje. Ze dook in maart 1955 op 12-jarige leeftijd in de Westerschelde. Ze opende zo het zwemseizoen wel erg vroeg.
+
De ‘upper ten’ hield hof in Pension Duinoord. In 1889 logeerde Pauline Elisabeth Ottilie Luise zu Wied er. Ze was gehuwd met koning Carol I van Roemenië. Pauline schreef gedichten onder het pseudoniem Carmen Silva, maar over haar later meer. De locatie van Pension Duinoord is jarenlang een raadsel voor mij geweest. Ik heb het er vaak genoeg met Cees Maas over gehad. Op een gegeven moment las ik dat het pension in het vroon stond. Het vroon van Domburg situeerde zich in de buurt van wat nu de Nehalenniaweg heet. Ongeveer ter hoogte van pension Bosch en Zee dat de opa van Cees in 1930 bouwde en uitbaatte. Zoals zo vaak blijken sommige zaken met elkaar verbonden.
  
In 1966 kwam J.W. Christiaansen in de Tien Torens. Over hem is verder niet veel bekend. Over de volgende eigenaar Ad de Klerk valt daarentegen meer te vertellen. De Klerk kwam rond 1979 in hotel Tien Torens. Hij was een man die de horeca kon dromen. Hij was in die tijd ook eigenaar van bar-bistro ‘t Streefkerkse Huis een eindje verderop aan de Duinweg. Sommige mensen lijken te zijn geboren voor de horeca en Ad de Klerk was zo’n persoon.
+
Men kon binnen baden in Pension Duinoord. Stalhouder Hendrikse reed per koets dagelijks, behalve op zondag, naar Middelburg in de maanden juli, augustus en september. De prijs Domburg-Middelburg vice versa bedroeg één gulden. Eigenaar Cornelis Hendrik Elout legde zijn klanten voortdurend in de watten. Die watten dienden erg zacht te zijn, aangezien de clientèle gewend was met zijden handschoenen te worden aangepakt.
  
Hij zat maar kort in ’t Streefkerkse Huis, maar de Tien Torens is een verhaal van een andere orde: een levenswerk. De Klerk paste door de jaren heen zijn hotel aan de eisen van de moderne tijd aan. Je moest, als je wat wilde, met de tijd mee. De Klerk deed dat met verve. De Tien Torens groeide uit tot wat je misschien wel het vlaggenschip van Zoutelande kunt noemen. De Klerk overleed op 8 oktober 2007 op 59-jarige leeftijd. Wilma van Hengst verloor haar man en maatje veel te vroeg.
+
Met ingang van 1 april 1902 werd Dorothea Anna van Dixhoorn eigenaar van het pension. Ze bleef er tot aan haar overlijden in 1906. ‘Zeeuwen Gezocht’ van het Zeeuws Archief meldt dat ze bij haar overlijden te boek stond als pensionhoudster. Van Dixhoorn werd datzelfde jaar nog opgevolgd door mejuffrouw Rutgers. De mejuffrouw vertrok in 1918 naar het vlakbij gelegen pension Klein Duinoord.
  
De Domburgse horecaondernemer Peter Bommeljé werd rond 2012 eigenaar van de Tien Torens. Een jaar later kwam hij met zijn plan naar buiten. Bommeljé is helemaal weg van het ontwerp van de Dishoekse architect Timko Lokerse. Ik hoop van harte dat het er van komt, zodat Bommeljé net als ik in de wolken kan zijn met Tien Torens.
+
Na 1918 heb ik niets meer kunnen vinden over Pension Duinoord. Het lijkt wel of het toen van de aardbodem is verdwenen. Vanzelfsprekend houd ik me aanbevolen voor aanvullende informatie.
===Het tympaan van de Roode Toren (Rob 24 augustus 2016)===
 
[[Bestand:Tympaan_nu.jpeg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
In mijn kinderjaren liep ik meer dan een paar keer per week langs de Roode Toren aan de Markt 83 in Middelburg. Aangezien ik op Markt 63 woonde, was dat maar een kippeneindje. De heer Versluijs huisde in de Roode Toren en hij verkocht allerlei veevoerders, waaronder kippenvoer. Ik had echter weinig met kippen, tenzij ze gebakken waren. Versluijs had een aquarium in zijn etalage dat me aantrok. Het was een aquarium met bodem en wanden van witte tegeltjes waarin goudvissen en gupjes rondzwommen. Ik heb er nog wel eens gupjes gekocht, maar nadat ze zich vlug hadden vermenigvuldigd, begonnen ze elkaar op te vreten.
 
  
Het verhaal gaat dat de Roode Toren vroeger een herberg was waar Andries Matthieusz op woensdag 28 februari 1574 zijn bruiloftsmaal genoot. Aangezien Middelburg in dat jaar werd belegerd door de watergeuzen was er een gebrek aan voedsel. Het bruiloftsmaal bestond dan ook uit lijnzaadkoeken en paardenvlees, niet echt een culinair hoogstandje.
+
In de loop der tijd raakte ik overigens steeds meer gefascineerd door Carmen Silva. Het ging zelfs zo ver dat ik een gedicht over haar schreef met als titel ‘De schaduw van Carmen Silva’. De schaduwkant van Carmen Silva hangt tot op de dag van vandaag aan de Boulevard Van Schagen boven Domburg en zo hoort dat.
  
Enfin, een kleine vier eeuwen later opende Jurben Ubbink in mei 1991 café [[Tympaan]] in het pand. De zaak ontleent zijn naam aan het tympaan dat in de vorm van een driehoek de gevel aan de voorzijde siert. Toen Jurben in 1999 naar Duinlust in Dishoek vertrok, namen Rob de Koning en Yvo Smit de tent over. Martin Priem en Rob van Poepele namen hem vervolgens in 2002 over en doopten hem Studio 83, nomen est omen. In 2007 veranderde de naam in Dips. Martin Priem en Kees Kik waren de eigenaren.
+
==November 2016==
 +
===De afwezigen hebben altijd ongelijk (Edwin, 30 november 2016)===
 +
[[Bestand:Vliegende_Hollander_2.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 +
Twee weken geleden interviewde ik in de Graanbeurs, op het Damplein in Middelburg, ondernemer Koen Funk, van Biercafe De Vliegende Hollander. Hij organiseert in samenwerking met brouwerijen en andere ondernemers op het plein een Winterbierfestival op 16 en 17 december. Het Damplein maakt daardoor dit jaar voor de eerste keer deel uit van het programma van Middelburg Winterstad. Het evenement begon ooit met alleen de ijsbaan op de Markt, maar lijkt ieder jaar een beetje groter en succesvoller te worden. Steeds meer cafés bouwen blokhutten op hun terras, de kerstmarkten worden uitgebreid en de grote tent voor het winterterras op het zogenoemde Tympaanplein werd dit jaar een maand eerder ingericht, omdat die veel extra bezoekers trekt.
  
Een jaar later keerde de Tympaan terug in het pand. De VOF Balico is eigenaar en dat zijn Marc Antheunisse, Ramon Gabriëlse en Arjan Leendertse. Het is opvallend dat er veel lijnen binnen de Middelburgse horeca bestaan. Zo werkten zowel Arjan en Marc bij de Mug en Arjan, Jurben en Ramon (bijgenaamd Kleine Gabbel) in Seventy Seven. Rob’s dochter Ottoline de Koning (Ot voor intimi) werkt nu trouwens in Sev. Arjan en Marc baatten eerder de Groene Pulk aan de Vlasmarkt uit en baten nog steeds de Rooie Oortjes aan de Kromme Weele uit.  
+
Dat Koen de aansluiting zoekt bij dit winterfeest vind ik om verschillende redenen geweldig. Er gaat sowieso veel positiefs uit van eigen initiatieven en van lokale samenwerkingsverbanden (in dit geval met restaurant La Piccola Italia en Eetcafé De Zwarte Ruiter op ’t Witte Paart) maar wat ik veel mooier vind is het gegeven dat de organisatie hiermee het signaal afgeeft bereid te zijn om het Damplein nieuw leven in te blazen.
  
Martine Smallegange werkte in de periode Jurben Ubbink in de Tympaan. Ze was een enorme gangmaker die de volop aanwezig voetballers stimuleerde tot grote daden. In de beginperiode was de Tympaan een echte voetbalkroeg waar zowel voetballers van Middelburg als Zeelandia bierden. Martine en Martin wonen al jaren op de eerste verdieping van de Tympaan. Het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan.
+
Want daar moet je eerlijk over zijn: dat plein is, als uitgaansgebied, natuurlijk niet meer wat het ooit geweest is. De terugloop begon toen buurtbewoner Akkerman het na een jarenlange juridische strijd met de eigenaars van de toenmalige discotheek Meccano het begin jaren ‘90 voor elkaar kreeg dat de openingstijden op het plein werden beperkt. Mede door zijn toedoen besloot de gemeente de nachtvergunningen voor de horeca op het Damplein in te trekken, met de bedoeling die te concentreren in het gebied op en rondom de Markt en Vlasmarkt. Ernstige vernielingen tijdens Oud en Nieuw waren daarvoor de directe aanleiding.
  
Arjan, Marc en Ramon hebben van hun Tympaan een succesverhaal gemaakt. Dit deel van de Markt, tussen Vriendschap en Tympaan, heet in de volksmond het Tympaanplein. Dat zegt genoeg. Er is vaak livemuziek in de Tympaan, zowel binnen als buiten en deze concerten worden druk bezocht. Thomas ‘Toeter’ van Raaij, werknemer in zowel Tympaan als Rooie Oortjes, blaast zijn partijtje weleens mee. Het is in ieder seizoen goed toeven in de Tympaan. Ik kom er eigenlijk te weinig, maar beloof bij deze beterschap.
+
Toen de rechter in Akkermans voordeel besliste liet een grote groep cafébezoekers een paginagrote ‘rouwadvertentie’ in de krant plaatsen met de tekst: ‘Rust in vrede, uitgaansleven Middelburg’. Die tekst was een beetje overdreven, maar voor het Damplein bleek van die woorden een voorspellende werking uit te gaan. Discotheek Meccano verdween, net zoals het bijbehorende café. Eerder was de nachtclub aan de overzijde van het plein, een opvolger van La Folie, al gesneuveld. In de jaren die daarop volgden kenden diverse cafés nog successen – Rockdesert en Mambo’s bijvoorbeeld maar nu, 25 jaar na dato, staan die zaken al een paar jaar leeg. Dat ziet er triest uit.
===Jan van Gent in Westkappel (Rob 17 augustus 2016)===
 
Op woensdag 15 februari 1995 openen Lies en Wibo Lievense-van der Welle restaurant de Westkaap aan de Zeedijk in Westkapelle. Een aantal jaren eerder zaten ze nog in strandpaviljoen de Zeemeeuw in Dishoek. Westkapelle bleef echter trekken en nu zijn ze als Westkappellaars weer terug op het vertrouwde nest. De Lievense’s adverteren met gevoel voor poëzie, zoals bij voorbeeld: “Een visje in de storm daarvan geniet een mens enorm.” 
Architecten van het bureau De Putter en Laban uit Kapelle ontwierpen de Westkaap. Er was echter een conditie aan de bouw verbonden: de Westkaap moest demontabel zijn. Men wilde geen risico nemen in verband met de Westkappelse Engel die soms tot orkaankracht kon aanzwellen. De Westkaap staat echt op een uitgelezen plek om te mijmeren over de zee uiteraard met een consumptie binnen handbereik.
 
  
In 1997 neemt Jaco Duvekot de Westkaap over en al snel komt Swen Buis bij hem in de bediening werken. Samen starten ze in 2005 een zusterrestaurant, namelijk Brasserie Panneke aan de Lammerensteeg in Middelburg. Op enig moment wordt Swen de enige eigenaar. Hij verlaat het Panneke in 2015 en nu zit Italiaans restaurant Il Senso in het pand, maar nu dwaal ik een beetje af.
Weer terug naar de Lievense’s, want zij vormen het hart van deze Kroegpraat. Lies en Wibo Lievense openen op 27 mei 2005 de Zeezot aan de Zuidstraat in Westkapelle. Dat doen ze echter niet alleen, want ook dochter Jolinde en Marijn Faasse komen in de zaak. Hiermee doet Jan van Gent zijn intrede in Westkappel. Zeezot is namelijk de Vlaamse benaming van de Jan van Gent, een vreemde vogel. 
In de loop der jaren trekken Lies en Wibo zich terug uit de Zeezot, maar ze houden wel degelijk de vinger aan de pols. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dat gezegde zullen ze wel in gedachte hebben gehad. Jolinde en Marijn timmeren behoorlijk culinair aan de weg c.q. de Zuidstraat. Marijn is zot van de zee en hij vist al sinds hij een klein ventje was. Dat vissen zit hem, als bij zoveel Westkappellaars, in het bloed. Hij zal ongetwijfeld ook weleens met een fietswiel op zeekrabben gevist hebben bij ’t Grôôt ôôd.
+
Het plein, dat nog geen 50 jaar bestaat, verdient een beter lot. Met vrienden praat ik regelmatig met een grote grijns over muziekfestivals als Damrock of over optredens van punkbands in de Graanbeurs, georganiseerd door het voormalige jongerencentrum Midgard. Zulke evenementen, op die plek, behoren definitief tot het verleden, maar dat betekent niet dat er geen alternatieven zijn. Ook daarom hoop ik dat het Winterbierfestival een succes wordt. Toen ik Koen stond te interviewen las ik de teksten op de tegels van de Graanbeurs, die deel uitmaken van het kunstwerk van Marinus Boezem, ook weer eens. ‘Les absents ont toujours tort’ staat er op een daarvan. De afwezigen hebben altijd ongelijk. Een prachtige slogan bij een nieuwe impuls voor het plein.
 +
=== Van Villa naar hotel (Rob, 23 november 2016)===
 +
In 1894 laat Jan van der Harst, gemeentegeneesheer van Koudekerke, een villa bouwen, die verrijst aan de Brouwerijstraat 21 in Koudekerke. De villa is bestemd voor zijn schoonmoeder Cornelia Brieve-Hollestelle. Als Van der Harst in 1930 met pensioen gaat, trekt hij met zijn echtgenote Jacoba in de villa. Ik heb bovenstaand verhaal niet uit de duim gezogen. Het is te lezen op de prachtige website www.koudekerke.info. Sjoerd de Nooijer heeft daar alles keurig op een rijtje staan.
  
De Zeezot is een geliefd adres om te tafelen en niet alleen in Westkapelle. Walcheren ons eiland weet de weg naar de zaak te vinden. Evenals de toeristen voor wie de Zeezot een zich herhalende, vaste prik is. Met ingang van 1 april 2014 wordt de Zeezot overgedaan aan Sebastiaan Dekker en Linda Peene. Jolinde en Marijn zitten sinds 2012 al in zowel strandpaviljoen het Kustlicht als de Strandzot in Zoutelande, dus ze zullen zich zeker niet vervelen. 
De Lievense’s drukken niet langer hun stempel op Westkapelle, zo werden de Noormannen verruild voor de Meeuwen. Gelukkig is Jan van Gent nog steeds in Westkappel. Ik denk dat Lies en Wibo Lievense-van der Welle vaak een wandeling door Westkapelle maken. Ze zullen zeker trots langs de Zeezot of de Westkaap lopen en terecht, want zij zijn de stad ten voeten uit!
+
Als Van der Harst in 1948 overlijdt is Cornelis Flipse er als de kippen bij. Hij koopt het pand en begint er café-restaurant Hotel Walcheren. Het is het eerste hotel in het hart van Koudekerke. Men kan tot die tijd wel een kamertje nemen in café Centraal aan het Dorpsplein, maar dat is toch anders. Eigenaar Adriaan Simpelaar is meer cafébaas en geen hotelier, laat staan in spé. Arnold Rijckborst neemt Centraal in 1958 over van Simpelaar. Hij hernoemt de zaak Dorpszicht en dat staat ook wel bekend als ‘Hotel Rijckborst’.
===De Stad Goes, niet voor de poes (Rob 10 augustus 2016)===
 
[[Bestand:Logement_de_stad_Goes_vogelkooitje_1905_1909.JPG|miniatuur|rechts|280px|]]
 
In 1810 opent Franz Gulitz herberg de Witte Leeuw aan de Varkensmarkt 1 in Middelburg. Hij vertrekt na 18 jaar. Gulitz opent op 1 mei 1828 herberg den Ouden Witten Leeuw in de Gravenstraat. Nu is de ene leeuw de andere niet, maar men moet zeker geen oude leeuwen uit de sloot halen. Willem Karels is in 1869 de herbergier van dienst, maar Karels blijft wat korter hangen. Hij vertrekt in 1877 naar het Bredasche Veerhuis aan de Turfkaai.  
Judocus Laurentius Smits volgt Karels op. Hij staat geregistreerd als tapper en koopman in galanterieën en kinderspeelgoed. De branchevervaging helpt hem van de regen in de drup, want hij gaat in 1878 failliet. Hij blijft wel in de herberg die hij in 1880 overdoet aan Pieter Abraham van de Peijl. Pieter bekent twee jaar later schoorvoetend dat hij een dochter heeft bij Johanna Stofregen. Johanna baatte in die tijd het bordeel de Graaf van Mansveld in de Zusterstraat uit.  
 
  
Misschien was die dochter wel een bedrijfsongelukje. 
Johannes Gabriëlse heropent de Witte Leeuw op 5 mei 1887, maar vertrekt een jaar later naar café de Koophandel aan de Markt, nu Seventy Seven. Na Gabriëlse volgen achtereenvolgens Leendert Munter, Jacobus van Waardenburg en Johanna Goetgeluk. Johanna had weinig geluk, want ze kwam in 1898 om het leven bij een tramongeluk in Middelburg. 
Marinus Steinmetz wordt in 1898 de nieuwe eigenaar, maar hij verandert de naam van de zaak stante pede in de Stad Goes. Steinmetz gaat in 1902 failliet en sluit de zaak. Drie jaar later is Frans Cosijn – hij passeerde al eerder de revue – de nieuwe eigenaar. Op de foto bij deze Kroegpraat hangt onder het linkse raam op de eerste verdieping een vogelkooitje. Men zou dus zeker kunnen zeggen dat de Stad Goes niet voor de poes was.
Frans Cosijn was ook niet voor de poes. Frans was getrouwd met Mina Doeland en ze waren, zoals dat heet, goed op elkaar ingespeeld. Frans logeerde weleens op staatskosten aan de Kousteensedijk en dan stond Mina er alleen voor. Doch ze wisten van het tafellaken en het servet, van de hoed en de rand. Frans en Mina hebben samen in nogal wat zaken gezeten. 
Ze zaten eerst in de Reizende Koopman aan de Hoogstraat en verruilden in 1908 de Stad Goes voor het Melkboerinnetje in de Vlissingsestraat 6.  
+
Cornelis Flipse zit inmiddels met een probleem. Tijdens de overstroming van 1944 is de tuin rond de villa volledig vernield. Flipse talmt niet en laat de tuin asfalteren. Een vreemde zet misschien, maar zo krijgt Hotel Walcheren wel de beschikking over een terras annex parkeerterrein. Het hotel geeft Koudekerke als het ware een kontje. Ik ben er eind jaren ’50 weleens geweest. M.A.C. Scheldegouwen, waar mijn ouders lid van waren, organiseerde toen een zogenaamde knobbelrit. In iedere horecazaak die werd aangedaan, moest de teerling worden geworpen. De uitkomt bepaalde de volgende bestemming. Daar kreeg je soms het heen en weer van.
  
Frans en Mina hebben door de jaren heen ongetwijfeld veel zwarte sneeuw gezien, maar aan alles komt een eind. In 1923 nemen ze  de Zwarte Ster over in de Vlissingsestraat 45. De naam refereert aan de zwarte ster in het beeldmerk van Heineken, dus dat zal er wel ruimschoots uit tap of fles gegutst zijn. 
Ome Henk Cosijn was vijf jaar mijn collega op het sportcomplex Nadorst-Nassaulaan. Hij kon prachtige verhalen vertellen over ome Frans en tante Mina. Helaas is ome Henk al jaren uit de tijd. Frans Cosijn overleed in 1944 op 82-jarige leeftijd – Mina Doeland in 1956 op 87-jarige leeftijd. Drinken is voor sommigen een gezonde zaak, vermits met mate(n) wordt genoten natuurlijk.
+
De heer M. Joosse neemt Hotel Walcheren in 1956 over van Flipse. Ik heb internet afgestruind naar meer informatie over M. Joosse, maar heb weinig over hem kunnen vinden. Het enige dat ik heb gevonden is een suikerzakje met de tekst ‘hotel café restaurant ‘Walcheren’ M. Joosse – Tel. 01185-210 – Koudekerke (Wal.)’ Niet echt iets om over naar huis te schrijven, maar het moet maar. Misschien komt de heer M. Joosse door deze Kroegpraat wel aan het licht. Ik hoop het van ganser harte. Hij brengt zijn zaak tot grote bloei. Het pand wordt diverse keren uitgebreid met serres aan de zijgevel, die helaas later worden geofferd aan de vooruitgang. Het gaat goed vooruit met Hotel Walcheren. De tamelijk centrale ligging op Walcheren is daar mede debet aan. In de jaren ’60 en ’70 worden er rijexamens afgenomen in de zaak. Uiteraard de theoretische kant, de praktijk heeft plaats op de weg.
  
===Miauwen in De Muizeval (Rob 3 augustus 2016)===
+
Hotel Walcheren gaat in 1994 failliet. Ik vraag me af of M. Joosse op dat moment nog in de zaak zit. Er vindt iets later een doorstart plaats en de zaak gaat verder onder de naam ‘Hof van Walcheren’. Dat duurt echter maar even. Het pand staat een aantal jaren leeg als het op 18 juli 1999 in vlammen opgaat. Van villa tot hotel en van hotel tot schuim en as. Het kan verkeren. heeft Bredero gezegd en dat onderschrijf ik, zij het niet van harte. F
Pinkster drie was, en is nog steeds, een hoogtijdag op Walcheren. Een oudere jongere als ik kan zich nog herinneren dat derde Pinksteren een vrije dag was. Er werd en wordt op die dag op veel plaatsen naar de ring gestoken. Ook wordt er dan door dorstige ringrijders menig biertje achterover geslagen. Het is natuurlijk altijd dorstig weer, zeker als Pasen en Pinksteren op één dag vallen. Men moet er niet licht over denken, over dorst die maar aanzwelt en aanzwelt. Afijn, ze namen nog een glas, deden nog een plas en alles bleef zoals het was.
In Oostkapelle was Pinkster drie ook vaste prik. Ringrijders lesten hun dorst voornamelijk bij Adrie Dagevos in café Dorpszicht aan de Dorpsstraat 7. Dagevos kreeg er in 1988 een concurrent bij in de Dorpsstraat.  
+
===Naar de Beurs gaan (Rob 16 november 2016)===
 +
[[Bestand:Cafe_De_Beurs_tussen_1911_en_1915.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 +
Een advertentie in de Middelburgsche Courant van 16 juni 1863 meldt dat er muziek is in bierhuis de Beurs op de Dam bij Bouwman. Het gaat om Yvo Pieter Bouwman, die helaas een jaar later overlijdt. Jan Vreke komt in 1892 in deze zaak en wanneer hij in 1909 komt te overlijden zet weduwe Johanna Giffard de Beurs voort. Zij doet in 1911 op haar beurt afstand van haar vergunning ten faveure van Pieter Krijger die de Elf Provinciën aan de Blauwedijk opent. Jan Heuker heeft inmiddels de zaak van Johanna Giffard overgenomen. Jan, hij heeft eerder in Tramhalte aan de Blauwedijk gezeten, begint ook een limonadefabriek in het pand. Dries Poelman volgt Heuker op in 1919. Poelman is een echte horecaffer. Hij zit later in Zeelandia aan de Winterstraat, Belge en Poelman aan de Stationsstraat.
  
In maart dat jaar opent Piet den Hollander namelijk bruin café de Muizeval aan de Dorpsstraat 3. Piet kocht de werkplaats van aannemer Franke die er kozijnen maakte. De provinciale courant meldt dat één en ander niet van een leien dakje ging. 
Piet moest nogal wat lobbywerk verrichten in de lokale politiek om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. De rode neus van locoburgemeester Lein Labruyere van de gemeente Domburg bleef echter halsstarrig de andere kant op staan. De zelf verklaarde socialist zou later wel vaker de pers halen en niet altijd in positieve zin, maar dit terzijde. Onverlaat Labruyere waarschuwde dat dit toch echt de laatste vestiging van een café in Oostkapelle was.   
Piet den Hollander was, slim als hij is, door de mazen van net en wet geglipt. Hij diende zijn aanvraag in net voor het nieuwe bestemmingsplan Kom Oostkapelle van kracht werd. Het college van burgemeester en wethouders wilde er niet aan, omdat gevreesd werd voor een ‘lawaaierige vorm van horeca.’ Er kwam echter een bijzondere constructie ter tafel en die werd , helaas pindakaas Lein Labber, door de gemeenteraad geaccordeerd.  
Ik denk dat Piet’s vak timmerman was, want hij timmerde eigenhandig bar en interieur van de Muizeval.  
+
Jan van der Noll komt in 1936 in de Beurs. Pauw Koole van de toenmalige drankenhandel Déko aan de Langeviele komt vaak bij Van der Noll. Hij levert daar namelijk Rum Punch. Rum Punch blijkt een grote hit op de Annetje-Lijsjesdagen. Dit zijn de eerste donderdagen van mei en oktober. De ‘joengers en meissen van Walcheren’ zoeken dan een baantje in het boerenbedrijf.
  
In januari 1998 biedt hij een schitterende ovale, Amerikaans grenen bar te koop aan, maar wellicht is die toch blijven staan. Twee jaar later verkoopt Piet de exploitatie van de zaak aan Jaap Sturm. Jaap Sturm (baas Jaap) is de voormalige eigenaar van sloopbedrijf Sturm en Dekker. Jaap’s dochter Miriam Sturm komt samen met Jeroen Roose in het pand. Ze starten er Italiaans restaurant La Piccola Mondo. 
Ricardo de Visser en Marieke Kilinc-Francke openen op 17 april 2014 La Vita Bella in het pand. Het leven is mooi in Oostkapelle en ik moet binnenkort toch eens gaan lunchen in La Vita Bella. Een minestrone als primo, saltimbocca a la Romana als secundo en een dolce als toetje – dat klinkt goed!  
Piet den Hollander is bij mijn weten nog steeds eigenaar van pand en interieur. Ik ben er zeker van dat men in zijn tijd niet moest miauwen in de Muizeval. Hoogmoed wordt in Oostkapelle verre van op prijs gesteld en komt dan ook altijd voor de val c.q. de Muizeval.
+
De Beurs heeft een zee aan eigenaren gehad, die ik niet allemaal kan behandelen. We haken pas weer aan in 1954. In dat jaar komen Bram en Lootje van der Weele in de zaak. Ze verhuizen vier jaar later naar het Melkboerinnetje aan de Vlissingsestraat. Anna Vermeule zit in 1958 even in de zaak. Zij komt later echter aan de orde. Henk Buijs wordt in 1961 eigenaar, maar vertrekt na drie jaar en start Buijs Bewaking aan de Molenberg.
  
==Juli 2016==
+
Jan van der Hooft en echtgenote Anna Vermeule, daar is ze weer, komen in 1967 (weer) in de Beurs. Anna heeft Jan leren kennen in Vlissingen. Hij werkt dan bij de marine en de kazerne staat naast het Havendorp. Ze zijn in 1957 getrouwd en gaan wonen op het Havendorp. Jan heeft als oud-marineman een nieuwe toog van de Beurs gebouwd in de vorm van een schip.
===De Middelburgse Mosselfeesten (Edwin 27 juli 2016)===
 
[[Bestand:Mug_Mosselfeesten_2010.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Aanstaande donderdag is het weer zover: dan gaan in de Vlasmarkt in Middelburg de jaarlijkse Mosselfeesten van start. Dat is, wat mij betreft, een van de gezelligste festivals die de stad kent. Drie dagen lang lekker eten en drinken, muziek en een beetje theater. Zelfs als je niet van mossels houdt is dit feestje een bezoekje waard. Je treft er namelijk niet alleen veel bekenden uit Middelburg maar ook andere Walchenaren (ja, ook Vlissingers) en - want midden in het hoogseizoen - veel toeristen. Als je niet op vakantie bent moet je er gewoon even heen, al is het maar voor een avondje.
 
  
Proberen vast te stellen wanneer de Mosselfeesten voor de eerste keer werden gehouden valt nog niet mee. Tot anderhalf jaar geleden zocht je dat gewoon even online op in de Krantenbank Zeeland, maar sinds de Zeeuwse Bibliotheek in juridische touwtrekkerij met stichting Lira verzeild is geraakt mogen alle kranten van na 1945 alleen nog in de bibliotheek of in het Zeeuws Archief worden geraadpleegd. Nu is het een vrij kleine moeite om even met de laptop naar het Zeeuws Archief te wandelen, maar ik schrijf deze column op zondag, de dag waarop die instellingen gesloten zijn. En aan uitgebreide voorbereidingen doe ik natuurlijk niet, als moderne luiaard.
+
Ik zat in die tijd op de RHBS in de Sint Pieterstraat, als het ware om de hoek. Jan was goedlachs en als Zeeuws-Vlaming altijd in voor een gebbetje. Samen met mijn oude makker Sjaak Louws kwam ik ’s avonds laat wel eens in de Beurs. De broodjeszaken waren in die tijd dun gezaaid in Middelburg. Jan had heerlijke broodjes kipkerrie, die nog beter smaakten als je al wat biertjes had gedronken. Wij brachten onze offers aan Bacchus voornamelijk in Seventy Seven aan de Markt. ‘The place to be’ toen en eigenlijk nog steeds. In 1970 kwam er een abrupt einde aan de naam de Beurs. Ik vond het bijna heiligschennis. Het was een naam die klonk als een scheepsbel en deze werd geofferd aan de waan van de dag. Jan en Anna besloten hun zaak om te dopen in Porthole, voor mij een patrijspoort te ver.
  
Maar uitgebreid rondvragen op sociale media en spitten in bronnen die 24/7 online beschikbaar zijn doe ik uiteraard wel. Op basis daarvan vermoed ik dat het eerste Mosselfeest in 1997 werd georganiseerd. Waarschijnlijk was Barend Midavaine van de Mug de initiatiefnemer toen. Des te grappiger is het dan dat zijn opvolgster Mikkie van Ossenbruggen, samen met collega Eef van Kampenhout, dit jaar verantwoordelijk is voor de organisatie. Tussen die eerste keer en deze editie liggen veel woelige jaren, met talloze betrokkenen. Dat heeft alles te maken met het feit dat de Gemeente Middelburg het festival nooit heeft gesponsord. Het wordt gezien als een horecafeestje. Dat is het in de kern natuurlijk ook wel, maar je zou toch denken dat heel de stad hier in meer of mindere mate van profiteert. Arie Leendertse van café de Rooie Oortjes, die in 2004 in de organisatie zat, zei daar toen over dat het mosselfeest een goede manier is om de stad te promoten, en het jammer te vinden dat de gemeente die gedachte niet deelt. "Het Jazzfestival gaat ook al niet door, de tattooconventie gaat naar Vlissingen. Op deze manier houd je weinig meer over."
+
===Westkapelle herrijst altijd (Rob, 31 oktober 2016)===
  
Maar ook zonder die subsidie bestaat het feest gelukkig nog altijd. Er werd zo nu en dan een jaar overgeslagen, maar steeds stond er weer iemand op die het zonde vond dat het festival dreigde te verdwijnen. Er werden zo nu en dan ook andere dingen geprobeerd. Ik vond in de Beeldbank Zeeland een poster uit 2002 waarop het festival opeens, sjieke friemel, ‘Het Mossel Zeebanket Festival’ werd genoemd. In 2006 werd Mario Spetic ingehuurd met de bedoeling het festival te laten uitgroeien tot een stadsfeest dat zich ook elders zou afspelen, bijvoorbeeld op het Damplein. In 2012 was de strekking juist dat het festival weer terugwilde naar de roots; het oorspronkelijke Straatje van Verlangen. Daar is het Mosselfeest nu nog steeds. Ik zie er naar uit. De lokroep van de mossel is onweerstaanbaar!
+
Drie oktober 1944 is een zwarte dag voor Westkapelle. Bij het bombardement op de Zeedijk vallen vele doden. In molen De Roos van Bram Theune zitten mensen als ratten in de val en sterven op afschuwelijke wijze. De littekens van die noodlottige dag zijn nooit geheeld en zullen dat waarschijnlijk nooit doen ook. Veel Westkappelse families zijn door het noodlot getroffen, dus het verdriet is altijd aanwezig. Oktober is voor Westkapelle de meest wrede maand.
  
http://www.mosselfeestmiddelburg.nl
+
De latere wethouder Willem ‘de Redder’ Gabriëlse meldt in het boek ‘Doelwit Dijk’ dat hij eerst in Serooskerke terecht komt. Later worden hij en andere Westkappelaars door de gemeentepolitie verplicht de boot naar Zuid-Beveland te nemen. Via Katseveer belandt hij in een kerk in Wemeldinge. Daar wordt hij ‘uitgeleurd’, omdat niemand op de vluchtelingen zit te wachten. Hij krijgt tenslotte onderdak in Wilhelminadorp. Daar hebben de mensen het hart wel op de juiste plaats.
  
===De zegen van Nehalennia (Rob 20 juli 2016)===
+
Westkapelle verrijst langzaam uit de as van de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk heeft het dorp door de eeuwen heen altijd de kracht gehad om te herrijzen. Op een donderdag in januari 1954, ik weet niet exact welke, opent locoburgemeester Willem Gabriëlse het dorpshuis aan Markt 79 door eenvoudigweg de deur te openen. Het krijgt de naam Westkapelle Herrijst. Ook commissaris der koningin Guus de Casembroot is aanwezig bij de opening. Als oud-burgemeester van Westkapelle mag hij natuurlijk niet ontbreken.
Kees Maas werd op 14 juni 1893 geboren in de Duinstraat tegenover het padje van Janus in Domburg. Dat heb ik niet van mezelf, maar het komt uit het boek Domburgse ver’aelen van Kees Maas. Hij trouwt in 1917 met Leuntje Dingemanse. Twee jaar later openen ze pension Westeinde aan de Weststraat in Domburg. In 1930 pakken ze hun biezen naar pension Bosch en Zee aan de huidige Nehalenniaweg. Voor zijn horecacarrière startte, was Kees timmerman bij baas Schout. In die functie bouwde hij mee aan Bosch en Zee. Hij werkte ook mee aan de bouw van het houten tentoonstellingsgebouwtje dat in 1912 tegenover het Badhotel verrees. Zijn kleinzoon Cees Maas heeft de bouwtekeningen nog, maar met Cees ben ik nog niet klaar.
 
  
Kees Maas is in zijn vrije tijd altijd een verwoed kunstschilder geweest en had wat je noemt een neus voor kunst. Leuntje Dingemanse koopt in 1958 bij het Middelburgs Notarishuis een map met oude tijdschriften en prenten voor een bedrag van acht gulden. Een van die prenten was een nogal slordig uit de lijst gesneden doek (60 x 40 cm), gesigneerd met Piet Mondriaan. Kees Maas kende Mondriaan en de andere kunstenaars persoonlijk omdat hij als timmerman lijsten voor hun doeken maakte.
+
De foto (circa 1960) die ik op de onvolprezen beeldbank van Stichting Cultuurbehoud Westkapelle vond is prachtig. Het buffetpersoneel kijkt enigszins afwachtend naar het vogeltje. Ze moeten die avond wellicht werken en dat gaat voor alles. Ik zie geen bekende gezichten. Ik was toen zeven of acht jaar oud, maar Westkappelaars zullen ongetwijfeld in één oogopslag weten wie er zijn te zien.
  
In 1957 nemen zoon Jan Maas en schoondochter Lijntje Provoost Bosch en Zee over van Kees en Leuntje. Jan en Lijntje schrappen de ‘ch’, het is dus Bos en Zee te na en niet te voor. André en Wilma Hollestelle nemen de zaak in 2002 over en herstellen de ‘ch’. Robbert Vreeke is vanaf 2014 de eigenaar en het is gelukkig nog steeds Bosch en Zee dat de klok slaat. Teune, een andere zoon van Kees Maas, koopt in 1953 de oude burgemeesterswoning Nehalennia, waar tot dan zijn neef Jan Maas en echtgenote Willemina Brasser pension houden. Zo baten de twee zoons Jan en Teune in de jaren vijftig twee hotels uit aan de duinrand. De oude Kees Maas, inmiddels gepensioneerd, woont in een huis (Het Veer) naast Bos en Zee er tussenin. Kees Maas had een vruchtbaar leven en overleed op 4 januari 1985 op 91-jarige leeftijd - echtgenote Leuntje was hem op 82-jarige leeftijd voorgegaan op 9 augustus 1973.
+
In augustus 1989 gaat Westkapelle Herrijst op de schop. Een deel van het pand wordt gesloopt, evenals de belendende timmermanswerkplaats. Wethouder Jan Bostelaar heeft het over upgrading en ziet een rooskleurige toekomst. Hij hoopt dat plaatselijke kunstenaars in het nieuwe gebouw gaan exposeren. Westkapelle Herrijst groter uit de as van de verbouwing. Het dorpshuis kan er weer een tijdje tegen.  
  
Teune trouwt in 1952 met Martina van de Kreeke uit Wolphaarstdijk. Hun zoon Cees wordt in 1954 geboren in kamer tien van Nehalennia, inmiddels een hotel. Later neemt de derde zoon, Kees, het hotel over en laat het na aan zijn zoon Tom – een volle neef dus van Cees - die tot op de dag van vandaag hotel Nehalennia uitbaat. De zegen van de godin Nehalennia is een rijke en vruchtbare zegen. In eerste aanleg voor Tom Maas en in tweede voor Cees Maas. Sinds mijn oude RHBS-makker Cees Maas me vorig jaar een dagje meenam naar Domburg, lijkt die zegen ook mij aan te kleven. Het lijkt wel of Domburgs bloed mij door de aderen vloeit. Ik moet toch eens een keer een zoenoffer gaan brengen in de tempel van Nehalennia in Colijnsplaat.
+
Bij de gemeentelijke herindeling, die op 1 januari 1997 ingaat, verliest de gemeente Westkapelle zijn onafhankelijkheid. Dat is een hard gelag, want Wasschappel was altijd Wasschappel en niets anders. Nu is Westkapelle verworden tot een deel van de gemeente Veere. Daar zit eigenlijk niemand op te wachten. Maar ja, zo gaan die dingen in de niets en niemand ontziende bestuurscultuur.
===Krijt altijd op tijd (Rob 13 juli 2016)===
 
[[Bestand:Cafe_Wapen_van_Zeeland_Gravenstraat.png|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Op 7 april 1950 heropent Stoffel Gillissen café Het Wapen van Zeeland aan de Gravenstraat 5 in Middelburg. Het café stond eerder op Markt, maar wordt in 1940 verwoest. Stoffel zet in de oorlogsjaren zijn café voort in een houten barak aan de Rotterdamsekaai met als adres ‘aan de Beatrixbrug 34.’ In 1950 is het tabula rasa en wordt het Wapen van Zeeland feestelijk heropend. Gillissen laat via een advertentie in de provinciale courant weten dat zijn zaak over een aparte vergaderzaal beschikt. Ook meldt hij dat er prima consumpties kunnen worden geconsumeerd tegen billijke prijzen. Adverteren doet verkopen zal Stoffel wel gedacht hebben.  
Willem Rijn en zijn echtgenote Lydia Hundersmarck nemen in mei 1963 de zaak over van Stoffel Gillissen. Zij zaten eerder in een café-restaurant in Dinteloord en kennen het horecavak derhalve van haver tot gort. In 1966 heeft er een ingrijpende verbouwing in hun zaak plaats.  
 
  
Het Wapen van Zeeland wordt op woensdag 21 december van dat jaar feestelijk heropend. De receptie is van 19 tot 21 uur geeft de familie Rijn aan middels een advertentie in de Faam. Na de receptie zullen de stamgasten vast wel zijn blijven hangen tot de laatste ronde.
Een aantal van die stamgasten was lid van de biljartvereniging Krijt Op Tijd. Nu moet men altijd op tijd krijten, anders loopt het groene laken schade op. Het café van Willem en Lydia Rijn-Hundersmarck fungeert als clubhuis. Op de foto uit de jaren ‘60 bij deze Kroegpraat zitten en staan bekende gezichten. Krijt Op Tijd viert feest en aan tafel zitten Willem en Lydia – achter hen, als het ware tussen hen in, staat zoon Gerard Rijn. Al wat oudere Middelburgers zoals ik zullen ongetwijfeld nog meer bekende gezichten zien zoals bijvoorbeeld Cor van den Berge en Tonnie Henderikse. 
Als Willem Rijn in 1969 overlijdt, zet zijn echtgenote de zaak voort. Twee jaar later houdt Lydia Rijn-Hundermarck het voor gezien. Ze draagt het Wapen van Zeeland over aan  zoon Kees Rijn en zijn vrouw Evelyne. Kees en Evelyne geven de zaak een nieuw elan en er komen, naast oudere, ook jongere klanten. Een oudere klant is Louw Dekker die al sinds jaar en dag op donder- en zaterdag met zijn groentekraam op de Markt staat. Ik sprak hem vaak op de Markt en hij kon prachtig vertellen over zijn tijd in het café van de familie Rijn. Hij heeft gezondheidsproblemen, dus wens ik hem bij deze van harte beterschap toe.
De jongere garde bestond deels uit studenten aan de RHBS aan de Sint Pieterstraat zoals Henk Grool en Yntze Zijlstra. Yntze – met wie ik later nog in EMM 1 handbalde – reed een keer op een Kaptein Mobylette rond het biljart.  
+
De laatste keer dat ik in Westkapelle Herrijst ben geweest was op 1 september van dit jaar. Ik woonde daar de herdenkingsplechtigheid voor Daan Hengst bij. Ik besef nog steeds niet dat hij er niet meer is en nooit meer zal zijn. De droefheid die ik voel, blijft aanhouden. Ik had Daan nog zoveel willen vragen over de horecageschiedenis van Westkapelle. Had nog zoveel vragen over wie, wat, waar, waarom en wanneer. Westkapelle herrijst altijd, maar Daan helaas niet.
  
Het is maar goed dat Krijt op Tijd daar nooit lucht van heeft gekregen. Oudere jongere Bart Koster kwam ook vaak in de Gravenstraat. Ik heb in mijn Gouden Poortetijd met Bart en Louis Lebon gewerkt. Maar in die tijd was het Wapen van Zeeland al verleden tijd en tankten we terdege in Seventy Seven.    
De familie Rijn verkoopt de zaak in 1973 aan bakker Rotte die in het belendende pand zit. Het pand wordt vervolgens verhuurd aan de platenzaak Zeeland Sound. In 1980 verbouwt Rotte het pand en trekt het bij de bakkerij die zo verdubbelt in volume. Af en toe, maar veel te weinig, biljart ik nog weleens in Poolcafé The Roadhouse aan de Walensingel. Er staat een veelvoud aan pool- en snookertafels, maar gelukkig ook nog een paar biljarts. Ik krijt altijd op tijd, aangezien ik het groene laken, het groene laken wil laten en vanzelfsprekend geen geweld wil aandoen.
+
===Bestond er maar een tijdmachine (Rob, 24 oktober 2016)===
  
===Baden in het Badmotel (Rob 6 juli 2016)===
+
Het zou weinig mensen verbazen als er een nieuw koffiehuis wordt geopend aan de Vlasmarkt in Middelburg. Dit straatje van verlangen herbergt nogal wat horecazaken. Maar u heeft buiten de waard gerekend als u denkt aan een nieuw koffiehuis.
Op 4 november 1963 slaat gedeputeerde en geboren Westkapellaar Ad Kaland de eerste paal voor Badmotel Westkapelle. Kaland had in die tijd veel in de melk te brokken en had de bijnaam “Onderkoning van Zeeland’ niet voor niets gekregen. De bouw neemt enige tijd in beslag, maar het badmotel wordt 29 mei 1964 geopend op het adres Provincieweg E 28, nu Grindweg. 
Het badmotel is eigendom van de Exploitatie Maatschappij Scheveningen NV (E.M.S.) van Reinder Zwolsman. Naast een tennisbaan beschikt het badmotel ook over een zwembad. Gerard van der Veen is de eerste  directeur – hij vertrekt later naar hotel Britannia in Vlissingen dat ook toebehoort aan E.M.S. van Zwolsman.
Midden jaren ’70 heeft er een wisseling van de wacht plaats. Willem en Adrie van den Tol-Munters worden de nieuwe eigenaren van Badmotel Westkapelle. Zij verhuren twee tennisbaan aan de in 1976 opgerichte Lawn Tennis Club (LTC) de Westkaap. Maar dat gaat niet van harte, want er zijn conflicten over het gebruik van de tennisbanen. Per april 1977 zegt Van den Tol LTC de Westkaap de huur op.  
 
  
De Westkaap verkast naar tennisbanen aan de Joossesweg tot de gemeente in 1980 te hulp schiet. Er wordt een kantine gebouwd en twee betonnen tennisbanen aangelegd op sportpark de Prelaat aan de Domineeshofweg. Daar huist LTC de Westkaap tot op de dag van vandaag.
Het echtpaar Van den Tol leeft mee met Westkapelle en laat dat ook weten. Zo schrijven ze in oktober 1990 een protestbrief aan Commissaris der Koningin Cees Boertien over het Westkappelse oorlogsmonument achter de Kreek. Het monument wordt in de volksmond de pispaal genoemd, doch dit terzijde. 
Ze schrijven o.a.: “Omdat u de meest invloedrijke bestuurder bent van Zeeland en wij ons machteloos voelen tegenover burgemeester en wethouders van Westkapelle, vragen wij u om het monument van zijn voetstuk te krijgen.” en “Horizonvervuiling, een zwartgallige blikvanger die beter wat verscholen in de duinen had kunnen staan.” Je hebt, zoals ik, hart voor Westkapelle of je hebt het niet.
Hendrik Willem van den Tol volgt zijn ouders midden jaren ’90 op en hij brengt nieuw elan in het badmotel. Zo bedenkt hij in 2002 een ludieke en luxe manier om te dineren. Hendrik plaatst een schaftkeet aan de Grindweg die hij de naam het Keetje geeft.  
+
In 1861 werd het pand Vlasmarkt L22, nu nr. 48-50, openbaar verkocht. Steven Dodenhuis kocht het en opende op 8 mei 1862 het Nieuw Koffiehuis in het pand. Steven Dodenhuis was geen nieuwkomer in de horeca. Hij zat eerder in herberg de Bremerton op de hoek van de Langevielesingel en Oude Koudekerkseweg. Dodenhuis liet de Bremerton in 1851 tot op de grond afbreken. In het nieuwe pand opende hij in 1855 bondscafé Pax Intrantibus. Pax Intrantibus betekent letterlijk ‘vrede aan hen die hier binnentreden’, de drank volgt later vanzelf.
  
Hij had het idee voor een exclusief minirestaurantje al twee jaar eerder en wilde het op een ponton in de Kreek plaatsen. Helaas ging de gemeente Veere daarmee niet akkoord. 
De schaftkeet werd omgebouwd tot een restaurantje en voorzien van o.a. een uitklapbare tafel, een koelkast en een televisie. Gasten die in het Keetje wilden eten konden vooraf reserveren van een speciale menukaart. Bestellingen konden via gsm worden doorgegeven.
In 2008 valt het doek voor zowel het Badmotel Westkapelle als voor het Keetje. Het erfgoed van de familie Van den Tol wordt afgebroken en op het terrein verrijst een appartementencomplex. Het valt natuurlijk wel te begrijpen, maar aan de andere kant was het een vorm van kapitaalvernietiging. Want nu kan ik nooit meer baden in het Badmotel. 
+
Dodenhuis deelde middels een advertentie op 6 augustus 1866 in de Middelburgsche Courant mede dat hij ‘tengevolge zijner hooge jaren’ de pijp aan Maarten gaf. Eigenlijk niet aan Maarten, maar aan Jan Tjalling de Haan. De Haan organiseerde op 19 februari 1870 een bal ‘ter gelegenheid van ’s Konings jaardag’ in het Nieuw Koffiehuis.
==Juni 2016==
 
===Schuilen bij Schuilwerve (Rob 29 juni 2016)===
 
[[Bestand:Jaap_Willem_en_Narre.PNG|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Café Dampoort aan de Nederstraat 24 in Middelburg was een café waar het door de jaren heen goed toeven was. Men kon er vanaf begin ’50 terecht voor een versnapering en in die tijd was het er vaak feest. De foto’s op www.middelburgdronk.nl getuigen van het feestelijke verleden van Dampoort. Het café ontleent zijn naam aan de gelijknamige poort. De resten hiervan zijn nog steeds zichtbaar wanneer je de Dampoorstraat in gaat. Er hebben diverse eigenaren in de zaak gezeten, maar ik wil me richten op één eigenaar, namelijk Jaap Schuilwerve. Jaap zat samen met echtgenote Lies in de jaren ’80 in Dampoort waar ik weleens schuilde en een pilsje nam.
 
  
In die zelfde jaren ’80 leerde ik in de Reutel de gebroeders Adrie en Willem Schuilwerve kennen. Ze keken eerst een beetje de kat uit de boom, want wat moest zo’n langharige, opgeschoten jongen in hun stamkroeg. Toen de nieren waren geproefd en mijn stamboom gelicht, lag er niets meer in de weg. Adrie, bijgenaamd Narre, had vaak een grap of een sterk verhaal paraat. Willem, bijgenaamd de Marremot, droeg altijd een pet; ’s zomers een witte.
+
De Haan verkocht zijn koffiehuis in 1876 aan Zegert Jacobus van Dijk. Hij verbouwde het grondig en opende in november van dat jaar café Du Lion D’Or in het pand. Er was altijd wel wat te doen in het café van Van Dijk. Hij meldde in de Middelburgsche Courant op 25 juli 1878 het volgende: ‘Gedurende de Kermis zal het Buffet van alle ververschingen voorzien en de Tuin des avonds verlicht zijn’.
  
De interactie tussen de twee broers was prachtig om naar te luisteren. Willem was de aangever en Adrie maakt het af. Beelden van Narre en de Marremot blijven voor altijd in mijn netvlies geëtst. Ik zie ze staand aan de toog voor me, biljartend of een kaartje leggend aan de stamtafel. Aan de muur achter de stamtafel hing het prachtige portret dat Guido Metsers schilderde van ome Jan ‘de Bootsman’ Blom – dit terzijde of beter gezegd erachter.
+
Cornelis van Roggen volgde op enig moment Van Dijk op. Hij meldde op 24 juni 1881 in gemelde courant dat hij zijn café zou sluiten. De tuin, het tuinlokaal en de gelegenheid tot het houden van vergaderingen bleven wel van kracht. W. Horton nam de zaak in november van dat jaar over van Cornelis van Roggen. Horton noemde zijn zaak Eldorado, een café van paradijselijke allure. De persoon W. Horton, wellicht een Engelsman, blijft een raadsel. Misschien was zijn voornaam William, misschien niet.
  
Willem’s zoon Daniël schreef het fantastische boekje ‘Verhalen rond de Lange Jan 1936-1940”. Er staat een mooi verhaal over zijn vader en oom Adrie in. De gebroeders kwamen vaak in café de Kleine Karsenboom van Arie Zegveld aan de Bree en bleven daar nogal eens hangen. Narre en de Marremot zijn al kroeglopend serieus oud geworden – Adrie werd 89 en Willem 90. Waaruit blijkt dat het helemaal niet ongezond is, om af en toe eens een biertje of borreltje te nemen. Jaap is ook een zoon van Willem en dochter Riet had tevens de horecagenen van haar vader meegekregen. Riet en echtgenoot Puck Brandes zaten eind jaren ’60 in cafetaria Brandes aan de Korte Noordstraat. Op 3 februari 1972 sloeg echter het noodlot toe en overleed Puck op 35-jarige leeftijd. Horecagenen vinden soms hun weg, want Karel’s dochter Kim Brandes werkte een periode bij mijn stamhut Seventy Seven.
+
Horton timmerde in ieder geval behoorlijk aan de weg. Op zondag 23 juli 1882, tijdens de kermis, organiseerde hij een groot matinee in Eldorado. Hij meldde als directeur het debuut van zeven artiesten en dat waren niet de minste. Het Tiroolse echtpaar Herr rund Frau Linke gaf acte de présence, naast Fraulein Lewinska, mademoiselle Virginie, mejuffrouw Kock en mejuffrouw Emilie. De concerten hadden op donderdag en zaterdag plaats in de tuin die natuurlijk verlicht was.
  
Terug naar Jaap en Lies Schuilwerve. Zij vertrekken in 1999 uit Dampoort dat wordt overgenomen door Rene van Hilst. Rene zat eerder in het Hart van Middelburg in de Zusterstraat en later in de Groene Papagaay aan de Lange Viele. In 2001 nemen Davy en José de Gast-Tienpond de zaak over – zij zitten nu in (eet)café de Koning aan de Turfkaai. In 2006 komt pension ’t Zonnetje in het pand, gevolgd door Port de Plaisance en nu is eetcafé Lale er gevestigd. Je kunt er wel schuilen, maar niet meer bij Schuilwerve.  
+
Cornelis van der Plank nam het café in november 1882 over van Horton. Café Eldorado was echter geen lang leven meer beschoren. Op 26 april 1883 werd het voormalige Nieuw Koffiehuis verkocht in sociëteit De Vergenoeging die toen nog aan de Markt stond.
  
===Horeca-inzicht in Oostkapelle (Rob 22 juni 2016)===
+
Het pand Vlasmarkt 48-50 verliest jammer genoeg zijn horecabestemming. Wat had ik graag een biertje gedronken in Du Lion D’Or of Eldorado. Bestond er maar een tijdmachine.
In 1963 koopt Bram Rotte een pandje aan de Vroonweg 1 in Oostkapelle. Hij wil er een horecagelegenheid beginnen, maar de gemeente ligt dwars over de benodigde vergunningen. Daarom kunnen Bram en Suus Rotte-de Kam pas op 5 mei 1970 café-restaurant Boschhoek openen. De zaak, met een midgetgolfbaan, loopt vanaf het begin goed. Dat komt niet in de laatste plaats door Bram’s ‘flux de bouche’. Hij is namelijk tamelijk goed van de tongriem gesneden. Hij hecht enorm veel waarde aan zijn vak en probeert daar meerwaarde aan te geven door zijn gasten met alle egards te behandelen.
+
===Van Zapata tot Desafinado (Rob, 17 oktober 2016)===
 +
[[Bestand:Desaf.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 +
In 1992 kocht Leo van Liere het pakhuis van Het Huis met de Roode Pilaren in Middelburg. Drogisterij Het Huis met de Roode Pilaren was gevestigd aan de Lange Delft. Het pakhuis aan de Koorkerkstraat 1 lag als het ware om de hoek. Leo verbouwde het pand en voorzag het van een aardse tint. Dat was tegen het altijd zere been van de welstandscommissie, zeg maar de plannenpolitie van de gemeente Middelburg. Een bedaagd clubje dames en heren dat niets liever deed dan plannen de grond in boren. De zaak zeurde jarenlang en ik weet niet of zich ooit een oplossing voor de onzin heeft aangediend.
  
Bram heeft een bijzonder oog voor kansen die zich voordoen. Zo koopt hij in 1976 strandpaviljoen Lage Duintjes in Oostkapelle. Het is een fantastisch jaar, want de mussen vallen van het dak. Een jaar later verkoopt hij Lage Duintjes, want het kan alleen maar slechter gaan, denkt Bram. In 1983 schaft hij het pand aan de Duinweg 99 aan waarin zoon Aart Rotte Pannekoek- en Steakhouse het Rijkswijckse Huis opent.
+
Genoeg echter over dat ambetante clubje en terug naar Leo van Liere. Leo had wellicht van meet af aan een horecabestemming voor zijn pakhuis in gedachten. Het was dus niet zo vreemd dat Fia de Pree en Riny Steenbakkers in januari 1993 een restaurant in het pand openden. Het was een Mexicaans restaurant dat de naam Zapata droeg. Wellicht was het een verwijzing naar Emiliano Zapata, een Mexicaanse revolutionaire boerenleider. Zapata kwam slecht aan zijn eind, want hij werd in 1918 vermoord.
  
Bram en Suus Rotte geven de horecagenen met verve door aan hun kinderen. Zo is er voor ieder kind op enig moment een zaak voorhanden. Aart komt in het Rijswijckse Huis en Eric wordt in 1982 mede-eigenaar van Boschhoek en in 1987 eigenaar. Dochter Ingeborg opent viswinkel Hamilton’s in Oostkapelle. ‘Rotte Vis’ had natuurlijk ook gekund, maar dat is om begrijpelijke redenen geen optie.
+
Ik heb er met Astrid, Connie en Kees en Chantalle en Erik in de zomer van 1993 heerlijk gegeten. We kwamen terug van vakantie en vierden dat met een etentje. Het etentje hebben we een jaar later herhaald. We reisden in een limousine af naar Hoogerheide om daar te dineren in La Castelière. Als de vrienden die we zijn, werden we hartelijk ontvangen door Marianne en Patrick Castelijns. Patrick is één van de beste en avontuurlijkste koks die ik ken en die me iedere keer weer verraste. Ik spreek Marianne en Patrick nog wel eens. Ze wonen nu in Goes.
  
In 1994 stopt Eric Rotte in Boschhoek. De zaak wordt overgenomen door schoonzoon Robert Hamilton. Echtgenote Ingeborg zit dan nog in haar viswinkel, maar komt later ook in de zaak. Eric, met wie ik een tijdje geleden een zeer leerzaam gesprek heb gehad, beschikt over een bijna fotografisch geheugen. Ik sprak hem in zijn bloeiende bedrijf Warstaal in Grijpskerke en dank hem bij deze voor de waardevolle informatie. Enfin, Eric opent in 1996 brassery de Kluizenaer aan de Lammerensteeg in Middelburg, nu Italiaans restaurant Il Senso.
+
Helaas was Mexicaans restaurant Zapata geen lang leven beschoren. De zaak ging in 1994 failliet. Leo moest op zoek naar nieuwe huurders. Hij vond die in Gré en Renny Minnaert. Zij noemden hun zaak Desafinado, de titel van een bossa nova gecomponeerd door Antonio Carlos Jobim (muziek) en Newton Mendonça (tekst). Gré en Renny waren niet aan hun proefstuk in de horeca toe. Ze hadden een paar jaren de kantine gepacht van camping Oranjezon aan de Koningin Emmaweg. Renny had meer ervaring dan Gré, want hij stond een periode achter de toog van de Reutel en het Hof van Zeeland. Baas boven bazin zou je kunnen zeggen.
  
Aangezien ik over rijbewijs noch automobiel beschik, ben ik aangewezen op mijn rijwiel. Het gebeurt vaak dat ik mijn ochtendkoffie gebruik op het terras van de Boschhoek. Een prachtig terras waar ik me altijd in een wijngaard waan. Vorig voorjaar sprak ik daar kunstschilder Andries Minderhout uit Middelburg. We hadden een geanimeerd gesprek over het Middelburg dat hij op zijn duimpje kende en vaak heeft geschilderd. Hij overleed in het najaar van 2015 op 93-jarige leeftijd.
+
Twee jaar na de opening van Desafinado openden Gré en Renny minihotel c.q. Bed and Breakfast De Kaepstander om de hoek aan het Koorkerkhof. In de 21e eeuw kwamen zoon Prospêr Minnaert en later zijn echtgenote Betiana Meza in de zaak. Per 1 juli 2016 stopte Gré er mee, omdat ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Schoondochter Betiana volgde haar op en werd compagnon van Renny en Prospêr.
  
Boschhoek is in twintig jaar tijd vijftien keer verbouwd. Bram Rotte is blijven streven naar perfectie. Na de 15e verbouwing is die bijna bereikt. Bijna, want perfectie bestaat natuurlijk niet, maar daar gaat het niet om. Het streven naar is belangrijk, het altijd opmerken wat er nog aan de zaak kan worden verbeterd. Bram en Suus Rotte hebben met Boschhoek een monument voor zichzelf opgericht. Een monument dat, naar ik hoop, nog tot in lengte van dagen blijft bestaan.
+
Desafinado klinkt als een klok en schalt soms vanuit de beiaard van de Lange Jan. Van Zapata naar Desafinado is een sentimentele reis van verleden naar heden, zeker voor ondergetekende.   
 +
===Joy forever! (Rob, 12 oktober 2016)===
 +
Op de Facebook-pagina van Veere Dronk las ik onlangs dat er een reünie aanstaande was van de legendarische bar-dancing Joy. De reünie had op vrijdag 23 september plaats in café Bardot aan de Vlasmarkt in Middelburg. Daar wilde ik natuurlijk bij zijn. Het was een avond om nooit te vergeten. Ik raakte al snel aan de praat met Kees Verhoeff. Over hem later meer.
  
===Op stage in den Gespleten Arent (Rob 15 juni 2016)===
+
Mark en Lenie de Pagter openden Joy in december 1986. Joy was gevestigd aan de Noordweg 117 in Serooskerke. Ze waren ook eigenaar van In de Gouwe Geit in Grijpskerke, maar deden die zaak een jaar later van de hand. Vanaf 1987 konden ze zich volledig richten op Joy. Dat wierp zijn vruchten af. De zaak ging steeds beter lopen, als een tierelier, zoals dat heet.
[[Bestand:Ben_en_Marjan,_ca._1990.JPG|miniatuur|rechts|280px|]]
 
In het gesprek dat ik enige tijd geleden had met Michel de Vaan kwam ook Ben Willemsen aan de orde. Michel tennist al jaren met Ben … vandaar. Ik ken Ben zelf ook al jaren, eigenlijk sinds 1979 toen hij samen met echtgenote Marjan restaurant [[De Gespleten Arent]] aan de Vlasmarkt in Middelburg opende. Met Astrid was ik er lange tijd vaste klant. Niet zo gek, want Ben kookte de sterren van de hemel.
 
  
Ben nodigde me eind jaren ’90 uit om mee te gaan naar de ISPC in Breda. Een fantastische ervaring, want in die tijd ging iedere, zichzelf respecterende chef naar de ISPC om primeurs te scoren. We hebben de lunch gebruikt in de ‘kantine’ waar ze heel goed wisten wat koken was. Ik kan me nog herinneren dat ik verse ganzenlever, nu allang niet meer politiek correct, heb gekocht. Ben legde me haarfijn uit hoe ik die moest bakken. Zonder vet in de pan, want dat had de gans genoeg.
+
Kees Verhoeff was dj in Joy van 1986 tot 1992, maar had al een lange carrière van plaatjes draaien achter zich. Hij draaide onder meer in Long John, Goofy, Discotheek 2001 en Twenty One in Vlissingen en in de Hooizolder in Westkapelle. Hij vertelde prachtige verhalen uit de oude doos. Wellicht moet ik eens een apart verhaal aan Kees wijden. Dat zou zeker de moeite waard zijn.
  
Aangezien Ben ook leermeester was, liepen er nogal wat koks stage bij hem. Remco Elshout, nu kok bij Vriendschap, leerde er bijvoorbeeld de fijne kneepjes van het vak. Ook Richard Ekkebus, die nu al jaren furore maakt in Amber, het restaurant van The Landmark Oriental Hotel in Hong Kong, ging bij hem in de leer. Amber stond vorig jaar op nummer 38 van de beste 50 restaurants van de wereld. Ekkebus was daarmee de hoogst genoteerde Nederlandse chef.
+
‘A thing of beauty is a joy forever’, dichtte John Keats lang geleden, maar soms gaat die vlieger niet op. Helaas was er geen sprake van ‘Joy forever’, want het pand Noordweg 117 ging in 2007 tegen de vlakte. Aannemersbedrijf Dekker en Walhout kocht het pand louter voor de sloop. Het wilde er drie woningen voor terugzetten. In 2009 ging de gemeente Veere daarmee akkoord.
  
De keuken van den Gespleten Arent was, zoals eerder vermeld, fantastisch. Dat vertaalde zich ook in de opdrachten van de gemeente Middelburg. Zo kan ik me nog een staande, aangeklede borrel in 1996 in de Burgerzaal van het stadhuis op de Markt herinneren. Het was ter gelegenheid van een voorstelling van Cirque Plume op het Molenwater en de gemeente had allerlei speciale mensen uitgenodigd. Na de voorstelling moesten captains of industry en dat soort volk worden gepaaid. Of dat gelukt is, weet ik niet meer, maar wel dat iedereen zich de chique hapjes van Ben liet smaken. Iedereen at haar of zijn bordje schoon leeg en likte de vingers af.
+
Er is altijd een Middelburgse connectie geweest met Joy. Nogal wat ‘joengers en meissen’ vonden het daar erg gezellig. Ze togen per fiets, brommer of bus naar Seroos om lekker te feesten en beesten. Geboren Middelburgers als Jack Jobse en Remco van Schijndel waren er kind aan huis. Natuurlijk waren ze ook op de reünie waar heel wat werd bijgepraat.
  
In 2005 stoppen Ben en Marjan met den Gespleten Arent. Ben heeft nog een tijdje als ambulant achter de kachel van Desafinado aan de Koorkerkstraat in Middelburg gestaan, maar geniet nu van zijn welverdiende rust. Zoals u eerder kon lezen, houdt hij zijn conditie op peil met een potje tennis.
+
Nu is het niet zo dat de mensen elkaar lang niet hadden gezien. Joy heeft in de loop der jaren al twee keer eerder een reünie gehad. Het blijft een hechte ploeg, die het blijkbaar zo af en toe nodig heeft elkaar weer te zien. Het is mooi om af en toe het collectieve geheugen op te frissen. Wel onder het genot van een biertje, want drinken verleer je nooit.
  
Sinds 2005 bestieren de broers Bart en Paul Melis den Gespleten Arent. Paul staat, zoals men dat noemt, achter en Bart staat voor. Hij doet de bediening. Bart had ook wel iets met de keuken en wilde vroeger zelfs kok worden. Dat komt goed van pas, want nu kan hij zijn gasten uitleggen hoe de gerechten zijn gemaakt. Het zou mooi zijn als Bart of Paul Melis ook op stage zijn geweest bij Ben. Dat is natuurlijk wensdenken mijnerzijds, maar je weet het nooit. Ik zal het Ben eens vragen als ik hem binnenkort tegen het lijf loop. Dan kunnen we onze oude koeien weer eens uit de sloot halen.
+
Er was ook een Middelburgse connectie met de even legendarische voorganger van Joy: café Veldzicht. De eerste eigenaar, Anthonius Westdorp, had namelijk bierhal Phoenix aan de Pottenmarkt in Middelburg. Nu zit eetcafé De Vliegenier in dat pand. Westdorp zat trouwens ook nog een tijdje in café De Vriendschap in Veere. Willem Huijse nam Veldzicht in 1949 over van de familie Westdorp. In dat jaar trouwde hij met Jakomina Roda. Haar vader Pieter zat eerder in Het Wapen van Middelburg aan de Middelburgse Markt.
===Van de kaart (Edwin 8 juni 2016)===
 
[[Bestand:Ger_en_Rob_hebben_hard_doorgewerkt.PNG|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Het alcoholgebruik onder jongeren van rond de vijftien jaar neemt de laatste jaren af. Dat is bemoedigend, maar ik vraag me af of die ontwikkeling ook invloed heeft op het drinkgedrag vanaf het 18e levensjaar. Als ik kijk naar de stappende twintigers van nu zie ik niet veel verschillen met twintigers in de jaren ‘80 of ‘90. Misschien wordt er gemiddeld minder geld aan drinken uitgegeven, maar als er wordt gedronken ziet dat er nog steeds zo uit als toen. Er wordt gehesen bij het leven. Het verschil zit ‘m vooral in de drankjes die worden gedronken.
 
  
Bier en wijn zijn van alle tijden, maar je hebt daarnaast ook altijd sterke en zoete drankjes die slechts een paar jaar populair zijn. Wie hoor je nu bijvoorbeeld nog over Breezer? Dat drankje kwam eind jaren ‘90 op de markt en was rond 2001 niet aan te slepen. Het werd een begrip dat zelfs werd gekoppeld aan een bepaald slag dames. Vijftien jaar later bestaan de kleurige flesjes van Bacardi nog steeds, maar je ziet er nog maar zelden iemand mee zitten. Anno 2016 drinken twintigers liever peperdure gin-tonics. Die cocktail bestaat al sinds de 18e eeuw, maar is sinds een jaar of twee weer helemaal hip. Zolang het drankje maar in een mooi groot glas wordt geschonken, en dan niet met citroen, maar met komkommer en peper.
+
Het blijft eeuwig zonde dat Joy niet als een Phoenix uit zijn as heeft kunnen herrijzen.
  
Ik vind zulke trendverschuivingen leuk om te volgen. Ik heb in 30 jaar uitgaan veel zoete rommel de revue zien passeren. Eind jaren ‘80 was het doodnormaal om drankjes die je nu bijna alleen nog terugziet in mixen puur te bestellen: Pisang Ambon, Malibu en Passoã bijvoorbeeld.
+
==Oktober 2016==
In de jaren ‘90 zag ik zoetminnende jongeren juist wel de gekste cocktails bestellen. Eentje die ik nooit zal vergeten was de Embryo, een mixje van Apfelkorn, Flügel en een klein beetje Bailey’s. Dat drankje deed zijn naam eer aan en was gewoon goor om te zien. De ingrediënten waren als afzonderlijk drankjes ook niet aan te slepen trouwens. In die periode waren shooters (kleine flesjes van 20 millimeter) sterk in opkomst. Iedereen aan de Feigling en Flügel! Ze kostten toen al vier gulden per stuk, maar ze werden in cafés soms met dozen tegelijk verkocht. Liep de halve tent met die kleine rode draaidopjes van de flesjes op de neus. Lachen man!
+
===40 jaar plaatjes draaien (Edwin 5 oktober 2016)===
 +
[[Bestand:AmericanPeterPeterPetra.jpeg|miniatuur|rechts|280px|]]
 +
Onlangs vierde Kees Petiet, die de meeste Middelburgers vooral zullen kennen als eigenaar van [[Bar American]] op Plein 1940, een muzikaal jubileum. Dat deed hij met een feestje. In de uitnodiging schreef hij: ‘De derde zaterdag van september in 1976 was de eerste keer dat ik een hele avond muziek draaide in een café. Het was de eerste dag van de kermis in Terneuzen en de Image-club had die avond geen dj beschikbaar. Ik bood aan dit wel te willen doen voor een keer. Een keer werd twee keer en vervolgens elke week en uiteindelijk heeft dit ertoe geleid een café te beginnen in mijn eigen Middelburg, met mijn eigen muziek. Nu bijna 40 jaar later draai ik nog steeds met plezier mijn muziekjes’.
  
Ronduit bizar was de populariteit van Goldstrike, een drankje van Lucas Bols, met een alcoholpercentage van vijftig procent, dat vol ‘goudschilfers’ zat. Het was zeer populair bij scholieren die op vrijdagmiddag het weekend inluidden. Omdat het spul zo sterk was werden de scholieren al dronken van een paar glaasjes, met alle rommelige gevolgen van dien. Dat kon geen kroegbaas uitleggen aan de verontruste ouders. In Middelburg spraken alle horecaexploitanten daarom vrijwillig af het drankje niet meer te zullen verkopen. Een unicum. Dat je drankjes na verloop van tijd minder ziet betekent overigens niet per se dat ze ook niet meer gedronken worden. Twee jaar terug zag ik in mijn stamcafé opeens de Paardenk*t op de nieuwe drankenkaart staan. Zo stond het er echt. Navraag leerde me dat het drankje zeer populair was onder studenten. Het bleek om een mixje van Apfelkorn en Spa Rood te gaan. Ah, Apfelkorn. Terug van nooit weggeweest.
+
Omdat ik op vakantie was, moest ik verstek laten gaan, maar ook zonder op het feestje te zijn, kon ik me het beeld van Kees als dj heel goed voor de geest halen. Ik zag en hoorde hem talloze keren bezig achter de draaitafels van zijn zaak, zowel als klant als medewerker. Je moet van goeden huize komen als je een rocknummer aan wilt vragen dat Kees niet kent. Hij kent zijn klassiekers. Het is daarom beter om hem gewoon lekker te laten doen. Dan komen de pareltjes vanzelf. Van Stones en Beatles naar Uriah Heep en Status Quo en weer terug.
===Een vruchtbaar gesprek (Rob 01 juni 2016)===
 
[[Bestand:Michel-Large.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
‘Ik dacht al dagen lang: vraag het vandaag’. Deze klassieke dichtregel van Martinus Nijhoff speelde al dagen door mijn hoofd. Wanneer zou ik Michel de Vaan eens aanspreken en uitnodigen voor een gesprek? Ik zie hem vrijwel dagelijks als hij zijn cappuccino nuttigt bij De Vriendschap. Daar is hij kind aan huis. Enfin, ik vroeg het hem vorige week en afgelopen dinsdag hadden we eindelijk een gesprek, een vruchtbaar gesprek.
 
  
Michel opende in mei 1975 een rôtisserie, die zijn voornaam droeg, aan de Korte Geere 19 in Middelburg. Hij was van 1970 tot 1974 adjunct-directeur van Hotel Britannia in Vlissingen en zag een eventueel directeurschap niet echt zitten. Michel en Trudy de Vaan hadden namelijk een dochter en wilden dat zij in een minder hectisch klimaat zou opgroeien. Dat kon in [[Michel]]. Tijdens de openingsdagen zat het gezin De Vaan er strijk en zet om 17.30 uur aan tafel.
+
Kees draait zijn muziekjes inderdaad nog regelmatig, maar wel minder dan vroeger, toen hij zelf altijd achter de bar stond en de meeste van zijn klanten naar dezelfde muziek luisterden. Ik kan me de overgangsperiode nog wel herinneren. Ik begon American rond 1986 te bezoeken voor de vele speed- en thrashmetalbandjes die er toen optraden.
  
Binnen no time liep de zaak als een trein. Veel klanten van Brit kwamen proeven en voelden zich meteen thuis en op hun gemak. Je zou kunnen zeggen dat het een zakenrestaurant was, want veel zakenlui uit de hele provincie prikten er een vorkje. Michel had in 1972 in Hotel Britannia de eerste Nederlandse kampioenschappen oesters openen georganiseerd. De tweede titelstrijd vond in 1975 in Michel plaats. Zo sneed het oestermes aan twee kanten.
+
Dat was een mooie tijd, maar de muziek van de optredende bands was te heftig om achter de bar te draaien. Bij bands als Iron Maiden en Metallica hield het wel op, omdat de vrees bestond dat nog hardere muziek klanten zou kosten. Het leidde echter tot zo veel discussies dat Kees uiteindelijk een oplossing ging zoeken. Hij vond die in het basaal inrichten van een kleine ruimte naast de zaak, als mini-café voor de liefhebbers van herrie. Die ruimte werd het Thrashhok genoemd. Het was een mooie, tijdelijke oplossing, waar sommige bezoekers van toen nu nóg met een grote grijns over praten.
  
In eerste instantie huurde Michel zijn pand van bouwbedrijf De Delta, maar binnen een jaar kon hij het pand Korte Geere 19 kopen. Hij vertelde me vorige week dat hij ooit een mooi compliment van een belastinginspecteur kreeg. De inspecteur controleerde drie dagen lang de boekhouding op de bovenverdieping. Hij wilde niet mee-eten, want dat riekte naar omkoping. Toch zei de man: “U kookt echt lekker.” Hij had uit de rekeningen geleerd dat er nooit pakjes soep of saus werden gekocht en alles echt vers was wat de pot schafte.
+
Hoe het precies kwam is lastig te duiden, maar in de jaren ‘90 was er opeens een veel groter publiek voor heftige muziek. Zelfs in nette zaken werd er gesprongen op Rage against the Machine en Nirvana. Herrie in de tent betekende een volle tent. Kees ging op zoek naar een bedrijfsleider die de werelden van rock en herrie wist te verenigen in American en vond die in de persoon van Erik Louws, die in de jaren daarna het gezicht en het geluid van de zaak zou gaan worden. Maar wel altijd met Kees aan zijn zijde of in de buurt. Want als er weer eens écht ouderwets gerocked moest worden deed Kees het natuurlijk zelf. En dat doet hij nu nog steeds.
  
Ik heb een keer op genoemde bovenverdieping gedineerd, maar dat was een werkdiner. De kwestie van het Hofje onder de Toren speelde toen en met wethouder Van Dijk, de heer Onderdijk van Woningbouwvereniging Middelburg en projectontwikkelaar Van den Bos werd aan tafel de strategie uitgestippeld. Nadien was er een informatieavond voor de bewoners van het hofje in de Schakel waar bleek dat de strategie daadwerkelijk werkte.
+
Juist dat maakt American tot wat het is: een prachtige tent. ‘Keep on rockin’ in the free world!’
  
Marco Haak kwam in 1995 in Michel, maar verliet de zaak twee jaar later. Michel gooide de zaak over een andere boeg en opende pannenkoekenhuis Fiederelsje in het pand. Hij verkocht zijn pand in 1999 aan Eef Habets, eerder in De Ploeg op de Markt, die er La Casserole opende. Hij stopte drie jaar later en de nieuwe eigenaren werden broer en zus Niels en Nienke de Paepe. Zij doopten de zaak om tot Deksels. In 2012 tenslotte kwamen Frank Goudt en Anja Mies in het pand en noemen hun zaak Mrs. Jones.
 
 
Het was een vruchtbaar gesprek met Michel. We doen het zeker nog een keer over op het terras van De Vriendschap.
 
 
==Mei 2016==
 
===Weemoedigheid om de Gouwe Geit (Rob 25 mei 2016)===
 
Als ik door Grijpskerke fiets, grijpt iets me bij de keel en dat maakt me weemoedig en tegelijkertijd boos. Het gaat me steeds meer aan het hart om het pand Kerkring 8 te zien verpieteren. In de Gouwe Geit is niet meer en zal wellicht ook nooit meer zijn of er moet een horecawonder gebeuren, een wonder dat ik van harte zou toejuichen. Laat de geschiedenis maar voor zich spreken.
 
 
In juli 1765 verschijnt er een advertentie in de Middelburgsche Courant waarin een korenmolen uit de hand wordt verkocht in het Parochiehuis in Grijpskerke. Het Parochiehuis was, u voelt het al aankomen, gevestigd aan de Kerkring 8. Over de eerste eigenaren van de herberg is weinig bekend, maar in 1839 koopt veearts Willem Heijt het Parochiehuis. Na Heijt volgt er een hele rij eigenaren die eindigt bij Martinus Verhage die het Parochiehuis in 1910 aanschaft. Hij blijft vier jaar in de zaak en daarna verdwijnt het Parochiehuis uit beeld.
 
 
Leendert van Dixhoorn wordt in 1914 de nieuwe eigenaar en hij doopt zijn herberg ’t Groenewoud. Zeven jaar later neemt Leonard Bimmel ’t Groenewoud over en hij wordt begin jaren ’50 opgevolgd door zoon Lourus. Lien Schroevers vertelde dat ome Louw en tante Mien Bimmel-Jakobsen naast het café, op de hoek van de Kerkring, ook een VéGéwinkel hadden. Ome Louw ging langs de deur met de boodschappen en alles werd genoteerd in het VéGéboodschappenboekje. Lourus Bimmel zet de zaak in 1982 te koop voor fl. 158.000 k.k.
 
 
Lenie en Mark de Pagter kopen het café en noemen het In de Gouwe Geit. Ze openen in 1986 bar-dancing Joy op Seroos en nemen op 17 november 1987 afscheid van de Gouwe Geit. Het zal wel feest en lang onrustig in Grijpskerke zijn geweest, want het was vrij drinken. A. Wisse neemt de zaak over en Mariska Kassander wordt bedrijfsleider. Het was maar een korte vreugde, want een jaar later breekt de periode Van de Gruiter aan.
 
In eerste aanleg staat Cobie van de Gruiter-van den Bosse samen met Michel van Nielen in de Gouwe Geit, maar hij vertrekt in 1988 naar lunchroom La Reine in Vlissingen. Cobie’s echtgenoot Aart schuift nu ook aan in de zaak. Aart van de Gruiter had in de jaren ’70 Taxibedrijf de Gruiter aan de Noordstraat in Grijpskerke en in de bedrijfswoning was een tijdje een illegaal café gevestigd, maar dit terzijde. Aart en Cobie van de Gruiter zaten in 1980 trouwens in de Kreukel aan de Pottenmarkt in Middelburg – nu de Zaak van Cap en Grace van Dalen-Nanlohy.
 
 
In 1995 scheiden de wegen van Aart en Cobie en neemt kok Eddie Cevaal Aart’s ‘aandeel’ in de zaak over. Wanneer Eddie er in 2001 uitstapt, keert Aart noodgedwongen terug om Cobie te helpen. Met ingang van 1 januari 2015 sluit In de Gouwe Geit haar deuren en dat laat een grote leegte achter in Grijpskerke. Er kon in de gauwigheid geen koper worden gevonden en de langere termijn bood ook geen soelaas en mijn weemoedigheid blijft dus maar duren en duren.
 
 
===De koetsier poetst de postkoets (Rob 18 mei 2016)===
 
[[Bestand:Rinus_van_Hoepen_Postkoets_en_Pa_Werlang.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
In mei 1957 openen Ko Wondergem en echtgenote Ria Welmers ijstaria [[De Noordpool]] aan de Lange Noordstraat 45 in Middelburg. Bijna exact een jaar later heropent de Noordpool. De zaak is grondig verbouwd en beschikt nu ook over Verlof A. Met Verlof A mag er zwakalcoholisch worden geschonken, dus dat scheelt een slok op een borrel.
 
De Noordpool gaat in 1962 op de fles en E. van der Weide-Huijbregtse opent Bar Irene in het pand. De officiële opening vindt echter pas plaats op 14 april 1963, maar dat gebeurde, en gebeurt nog steeds, wel vaker. De zaak krijgt de naam van een dochter en die heet, hoe kan het ook anders, Irene. Zoon Harrie van der Weide komt op enig moment ook in de zaak.
 
 
Ik kan me Harrie nog goed herinneren. Hij had een vetkuif en reed natuurlijk op een buikschuiver, terwijl ik met mijn lange lokken een Puch had. Harrie en Bep vertrokken later naar de Sportland Inn aan de Nieuwedijk in Vlissingen waar ze als ome Har en tante Bep door het leven gingen.
 
Ko Wondergem duikt in 1968 weer op in de Middelburgse horeca en wel in de [[Bonanzabar]] aan de Vlasmarkt. De zaak wordt geëxploiteerd door echtgenote Ria Welmers.
 
In maart 1969 openen Rinus en Corrie van Hoepen café [[De Postkoets]] en is [[Bar Irene]] van de kaart. Zoals u in het verhaal over café Cambrinus al kon lezen, maakte Corrie de lekkerste snert die je in een Middelburgs café kon eten.  Corrie en Rinus waren niet aan hun proefstuk toe, want ze zaten eerder in café Dijkzicht aan het Vlissings Wagenplein.
 
Rinus van Hoepen poetst in juni 1985 de plaat en Ulrich en Ria Werlang zijn de nieuwe eigenaren. Ria is de dochter van  Ria Welmers van de Noordpool; kat in ’t bakkie. De familie Werlang werkt met mannen, vrouw en macht in de zaak. Ook zonen Chris, Marco en Ronald steken de armen uit de mouwen in de Postkoets. Wanneer Ulrich in 1995 overlijdt wordt de bloeiende zaak te koop gezet – Ria Werlang overlijdt in 2014.
 
 
Zeljko Savic en vriendin Jeannette de Nooijer kopen de Postkoets. Ze vertrekken een jaar later naar café ’t Hoekje aan de Pottenmarkt- sinds 2014 café de Zaak. Battal Ertem is de nieuwe eigenaar van de Postkoets en hij noemt zijn zaak Lange Noord. Bij Middelburg Dronk weten we eigenlijk bijna niets van café Lange Noord, dus we houden ons aanbevolen voor nadere informatie.  In 1998 wordt het pand verkocht en breekt er een horecaloos tijdperk aan. Daar komt op 6 juni 2015 een einde aan. Op die dag opent Jurgen Vos zijn koffiehuis Isings. Wellicht verwijst de naam naar Johan Herman Isings die historische schoolplaten maakte. Dat lijkt een plausibele verklaring, aangezien Jurgen Vos geschiedenisleraar is. Isings is een goed bezocht koffiehuis dat veel door studenten wordt gefrequenteerd. Een alternatief voor buurzaak espressobar Ko D’ oooooooor van Marijke en William Verstaeten-Smulders. De espressobar moest in augustus 2014 het veld ruimen – het pand werd letterlijk door de bank genomen.
 
 
===De Dom in Domburg (Rob 11 mei 2016)===
 
Een paar weken geleden stond er een interessant bericht op de Facebookpagina van Veere Dronk. Kerstin Berk en Mark de Looff zijn sinds februari van dit jaar de nieuwe eigenaren van Markt Zes in Domburg. Of Catherine en Klaas Pirson-Carlier nu op hun lauweren rusten weet ik niet. Ze verdienen het in ieder geval wel. Catherine heeft het horecavak bij haar vader, Eli Carlier, geleerd. Hij had in de jaren ’70 amusementshal [[http://veeredronk.nl/wiki/The_Game The Game]] aan de Weverijstraat in Domburg. Daarnaast had hij een busonderneming. Ik heb Eli, een zeer beminnelijk mens, goed gekend, want ik werkte in de jaren ’70 als werkstudent bij zwembad Poelendaele in Middelburg als hokjesman. We maakten weleens een praatje als buschauffeur Eli aan de ochtendkoffie zat in de kantine bij Merijn Heestermans.
 
 
Eli kon prachtig vertellen over de reizen die hij gemaakt had en die er nog aan zaten te komen. Helaas overleed hij in 1996 plotseling op 73-jarige leeftijd. The Game was letterlijk over en twee jaar later kwam er sociale woningbouw aan de Weverijstraat. Ik denk dat Eli dat, als sociaal voelend mens, wel had kunnen waarderen. Catherine nam rond 1984 lunchroom Kootje van Jacqueline en Ko Labruyère over aan Markt 6. Ze noemde haar zaak, een lunchroom en coffeeshop, [http://veeredronk.nl/wiki/De_Dom de Dom]. Wellicht was dat een allusie op Domburg of een verwijzing naar de kerktoren die Mondriaan zo kleurrijk vereeuwigde. Klaas zat toen nog volop in de surfbusiness, maar kwam later ook in de zaak. In 2003 werd de Dom grondig verbouwd tot een ruime en meer open zaak. Een jaar later kozen Catherine en Klaas voor de naam Markt Zes en was de Dom in Domburg verleden tijd. In grand café Markt Zes swingde het vaak als een trein, want op vrijdagavond speelde er vaak een band.
 
 
Je kunt er ook goed eten, meldde de culinaire recensent van de provinciale courant. Markt Zes kreeg drie sterren en de recensent besloot met de woorden: “Markt Zes is een plek waar je naar toe gaat voor de gezelligheid en waar je een hapje kunt eten.” De zaak draait al jaren als een tierelier en tijdens Jazz by the Sea is er bijna geen doorkomen aan. Mensen komen en gaan, nemen een drankje en dansen op het ritme dat de muziek voorschrijft. Catherine en Klaas dansen een ongedanste dans, want er is te veel werk aan de winkel. In januari 2016 houden ze Markt Zes voor gezien en de rest is geschiedenis.
 
 
Mondriaan is nooit ver weg in Domburg. Zo zitten Kerstin Berk en Mark de Looff van 1997 tot 2010 in restaurant Mondriaan aan de Ooststraat. Sinds 2013 zit de Visbar in het pand. Kerstin en Mark vertrekken in 2010 naar strandpaviljoen de Oase dat ze samen met Jacco Duvekot uit Vrouwenpolder uitbaten. Nu gaan Kerstin en Mark een nieuw avontuur aan. Een avontuur dat alleen maar goed kan aflopen, want Markt Zes is een zaak die staat als een huis. Voor de goede orde toch veel succes en ik kom binnenkort eens buurten.
 
 
===Caramboles in Cambrinus (Rob 4 mei 2016)===
 
[[Bestand:Biljartvereniging_Cambrinus_A.jpg|miniatuur|rechts|280px|]]
 
Het is een goed stel dat in de jaren ’60 van de vorige eeuw poseert voor een portret in café [[Cambrinus]] op de hoek van de Zusterstraat en Gravenstraat in Middelburg. Tweede van rechts zit eigenaar Huib Willemse. Naast hem zijn echtgenote Joke. Achter haar staat, met baard en bril, Hans den Exter, zoon van de eerdere eigenaar Cor den Exter. Links, met de rug naar het raam Piet Otto, die geweldig vis kan roken en een heerlijke boerenleverworst maakt. Verder Wout, Marie en zoon Jan Schonis, de heer Vinke, Maud Verbeek en kapper André Caljouw uit de nieuwe buurt.
 
 
Het begint in 1931 wanneer Cornelis Witte Café de Rape overneemt van Wilhelmina Geijp. De zaak is gevestigd op het adres Gravenstraat 48 en Witte kiest voor de naam Cambrinus. Hij heeft eerder in koffiehuis Stoombarge aan de Blauwedijk gezeten waar, u raadt het al, de stoombarge naar Vlissingen vertrekt. Het is een klein kroegje dat eigenlijk fungeert als wachtkamer voor dorstige reizigers. Mensen kunnen in die tijd op vijf manieren naar Vlissingen: per boot, bus, tram, trein of met de benenwagen.
 
 
In 1937 neemt Cor den Exter Cambrinus, schutspatroon van het bier, over van Witte. Vier jaar later wordt het pand verwoest, maar Cambrinus keert na de Tweede Wereldoorlog terug in een nieuw pand. Het eigenaardige is dat het nieuwe adres Zusterstraat 17 wordt. De ingang van het café is van de Gravenstraat naar de Zusterstraat verplaatst. Als Cor overlijdt, zet echtgenote Toos Cambrinus nog een tijdje voort tot het tijdperk Willemse.
 
Huib Willemse wordt begin jaren ’60 de nieuwe eigenaar. Hij zit dan al eventjes in het horecavak. Hij is kelner in cafetaria De Krab van Wim Flipse aan het Plein 1940. Bar American volgt in 1968 De Krab op en over Bar Americain, mijn stamkroeg, moet ik, of Edwin Mijnsbergen die er nog heeft gewerkt, nog eens een verhaal schrijven.
 
 
Hans Rijkse heeft me in Seventy Seven, ook mijn stamkroeg, vertelt dat Joke Willemse elke vrijdag overheerlijke gehaktballen maakte in Cambrinus. Als je één of meer gehaktballen wilde, moest je er vroeg bij zijn, want ze waren in een mum van tijd op. Hetzelfde gold voor de snert van Corrie van Hoepen uit de Postkoets aan de Lange Noordstraat. Die was echter niet zo snel op, omdat snert nu eenmaal in grotere hoeveelheid wordt gemaakt.
 
In café Cambrinus was een biljartvereniging met dezelfde naam actief . Ik heb er zelfs een speldje van. Ik denk dat de foto is genomen tijdens een jubileum van de vereniging. Enfin, in 1978 besloten Huib en Joke Willemse gebruik te maken van de zogenaamde saneringsregeling. Overbuurman Ronnie de Pree van Alassio nam de inventaris over voor 10.000 gulden. Hij vertelde me vorig jaar dat Huib tegen hem zei: “Breng af en toe maar een beetje, als ik alles maar voor mijn pensioen binnen heb.” Het afscheidsfeest in en van Cambrinus werd op zaterdagavond gevierd. Biljartvereniging Cambrinus stond niet op straat, maar stak gewoon over naar Alassio.
 
  
 
==Archief Kroegpraat==
 
==Archief Kroegpraat==

Huidige versie van 1 jan 2017 om 17:45

Kroegpraat cover.PNG

Kroegpraat: columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de Middelburgse en Veerse Bode

Vanaf juni 2015 schrijven redacteurs Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen columns over de Walcherse horeca in de De Middelburgse & Veerse Bode, onder de naam Kroegpraat. Deze columns zijn ook terug te vinden op de columnpagina van De Bode. Columns die Rob en Edwin eerder onder de naam 'Barcodes' schreven voor de PZC (tussen 6 december 2013 en 20 mei 2015) zijn terug te vinden op de gelijknamige pagina op Middelburg Dronk. Oudere columns voor Kroegpraat zijn te vinden op de archiefpagina van Kroegpraat.

December2016

Bieren bij van Aartsen (Rob, 14 december 2016)

Bierhal A. van Aartsen, ca. 1900.JPG

In 1909 opent Anthonie van Aartsen zijn tweede bierhal aan de Korte Giststraat 4 in Middelburg. De eerste was St. Jacob aan de Nieuwstraat, ook in Middelburg. De zaak is niet alleen een bierhal, maar ook een bottelarij. Hij bottelt onder meer Heineken waar de mensen ook van kunnen genieten in de bierhal. Je kunt als rechtgeaarde arbeider zo’n gele rakker meteen aan de lippen zetten.

Van Aartsen wordt in de jaren ’20 een merk. Hij adverteert als AVA. Bokbier kost 21 cent per halve flesch en je kan er ook Münchener donker en licht lager drinken. Witte port kost 90 cent de liter en kinawijn 1 gulden 50 de liter. Er zijn echter ook Bordeaux en andere wijnen voorradig. Kortom, bij Van Aartsen kun je drinken wat je wilt. De bierhal loopt op rolletjes en het is vaak kassa voor Anthonie.

Hij stopt in 1935 en draagt de zaak over aan zoon Willem Pieter, maar hij stopt met de bierhal, dus bieren bij Van Aartsen is er niet meer bij. Willem Pieter van Aartsen publiceert in 1939 de brochure ‘Aardstralen, wichelroede, en onze gezondheid.’ Hij is wat men nu een zwever zou noemen.

In het fantastische boek ‘Hop en gerst veredeld’ van Toon Franken en Eric Hageman staat een mooie anekdote over Willem Pieter van Aartsen. Cees de Vlieger vertelt dat Willem Pieter over paranormale gaven beschikte. “Een keer lag mijn vader ziek op bed en toen heeft hij van Aartsen laten komen. Die zei aan het eind van zijn bezoek dat het bed een paar meter verplaatst moest worden. Dat hebben we toen maar gedaan. Na een paar dagen was mijn vader weer beter.”


Het verhaal vertelt helaas niet of Willem Pieter de wichelroede heeft gehanteerd om aardstralen te lokken. Hoewel Van Aartsen de deur van de bierhal in 1935 sluit, heeft het verhaal toch nog een horecastaartje. In februari 1967 opent de hervormde jeugdraad Middelburg namelijk discobar ’t Stuivertje in het pand. Je kunt er bijvoorbeeld voor 1 gulden 50 op zaterdagavond gezellig de foxtrot dansen. Een advertentie uit de provinciale courant van 25 mei 1968 meldt het volgende: ‘Middelburg, vandaag. De hele avond feest! Want als om half tien de zeskamp klaar is, dan opent discobar ’t Stuivertje in Korte Giststraat 4. Voor één gulden nog heerlijk een paar uur gezellig dansen. Tot vanavond’.

De zeskamp waaraan wordt gerefereerd is een spel van de NCRV en BRT waarin steden om de overwinning strijden. De zeskamp heeft op vrijdag en zaterdag plaats op de Middelburgse Markt. Op zaterdag 27 september organiseert de vereniging ‘Uit het volk voor het volk’ een feestavond voor de Middelburgse deelnemers. Op die avond wordt ook een 70 minuten durende film vertoond die Dick van Bommel voor de NCRV heeft gemaakt. Bieren is na 1935 in de bierhal van Van Aartsen niet meer mogelijk. Maar met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan dat wel in ’t Stuivertje. Zeker na de zeskamp op zaterdag 25 mei 1968.

De schaduwkant van Carmen Silva (Rob, 7 december 2016)

Domburg was aan het einde van de 19e eeuw wat je noemt ‘booming’. Nogal wat gekroonde hoofden schreden er plechtig over straat. Dit kon voor een groot deel op het conto worden geschreven van de gouden duimen van dokter Johann Georg Mezger. Hij had niet voor niets de bijnaam ‘vorstenwrijver’. Later kreeg hij zeer terecht een borstbeeld op ’t Groentje. Het borstbeeld is nog een tijdje gestald in de schuur van de ‘overoba’ – overopa in ABN – van Cees Maas: Leunis Maas, die ook aanwezig was bij de onthulling van het borstbeeld. De mindere goden hielden séjour in het Badhotel, Badpaviljoen of Schuttershof. Degenen die nog lager op de maatschappelijke ladder stonden hadden genoeg keuze. Ze konden bijvoorbeeld logeren in herberg de Roode Leeuw of in één van de talrijke pensionnetjes die destijds als paddenstoelen uit de grond schoten. De positie op de maatschappelijke ladder was doorslaggevend voor het te kiezen logeeradres.

De ‘upper ten’ hield hof in Pension Duinoord. In 1889 logeerde Pauline Elisabeth Ottilie Luise zu Wied er. Ze was gehuwd met koning Carol I van Roemenië. Pauline schreef gedichten onder het pseudoniem Carmen Silva, maar over haar later meer. De locatie van Pension Duinoord is jarenlang een raadsel voor mij geweest. Ik heb het er vaak genoeg met Cees Maas over gehad. Op een gegeven moment las ik dat het pension in het vroon stond. Het vroon van Domburg situeerde zich in de buurt van wat nu de Nehalenniaweg heet. Ongeveer ter hoogte van pension Bosch en Zee dat de opa van Cees in 1930 bouwde en uitbaatte. Zoals zo vaak blijken sommige zaken met elkaar verbonden.

Men kon binnen baden in Pension Duinoord. Stalhouder Hendrikse reed per koets dagelijks, behalve op zondag, naar Middelburg in de maanden juli, augustus en september. De prijs Domburg-Middelburg vice versa bedroeg één gulden. Eigenaar Cornelis Hendrik Elout legde zijn klanten voortdurend in de watten. Die watten dienden erg zacht te zijn, aangezien de clientèle gewend was met zijden handschoenen te worden aangepakt.

Met ingang van 1 april 1902 werd Dorothea Anna van Dixhoorn eigenaar van het pension. Ze bleef er tot aan haar overlijden in 1906. ‘Zeeuwen Gezocht’ van het Zeeuws Archief meldt dat ze bij haar overlijden te boek stond als pensionhoudster. Van Dixhoorn werd datzelfde jaar nog opgevolgd door mejuffrouw Rutgers. De mejuffrouw vertrok in 1918 naar het vlakbij gelegen pension Klein Duinoord.

Na 1918 heb ik niets meer kunnen vinden over Pension Duinoord. Het lijkt wel of het toen van de aardbodem is verdwenen. Vanzelfsprekend houd ik me aanbevolen voor aanvullende informatie.

In de loop der tijd raakte ik overigens steeds meer gefascineerd door Carmen Silva. Het ging zelfs zo ver dat ik een gedicht over haar schreef met als titel ‘De schaduw van Carmen Silva’. De schaduwkant van Carmen Silva hangt tot op de dag van vandaag aan de Boulevard Van Schagen boven Domburg en zo hoort dat.

November 2016

De afwezigen hebben altijd ongelijk (Edwin, 30 november 2016)

Vliegende Hollander 2.jpg

Twee weken geleden interviewde ik in de Graanbeurs, op het Damplein in Middelburg, ondernemer Koen Funk, van Biercafe De Vliegende Hollander. Hij organiseert in samenwerking met brouwerijen en andere ondernemers op het plein een Winterbierfestival op 16 en 17 december. Het Damplein maakt daardoor dit jaar voor de eerste keer deel uit van het programma van Middelburg Winterstad. Het evenement begon ooit met alleen de ijsbaan op de Markt, maar lijkt ieder jaar een beetje groter en succesvoller te worden. Steeds meer cafés bouwen blokhutten op hun terras, de kerstmarkten worden uitgebreid en de grote tent voor het winterterras op het zogenoemde Tympaanplein werd dit jaar een maand eerder ingericht, omdat die veel extra bezoekers trekt.

Dat Koen de aansluiting zoekt bij dit winterfeest vind ik om verschillende redenen geweldig. Er gaat sowieso veel positiefs uit van eigen initiatieven en van lokale samenwerkingsverbanden (in dit geval met restaurant La Piccola Italia en Eetcafé De Zwarte Ruiter op ’t Witte Paart) maar wat ik veel mooier vind is het gegeven dat de organisatie hiermee het signaal afgeeft bereid te zijn om het Damplein nieuw leven in te blazen.

Want daar moet je eerlijk over zijn: dat plein is, als uitgaansgebied, natuurlijk niet meer wat het ooit geweest is. De terugloop begon toen buurtbewoner Akkerman het na een jarenlange juridische strijd met de eigenaars van de toenmalige discotheek Meccano het begin jaren ‘90 voor elkaar kreeg dat de openingstijden op het plein werden beperkt. Mede door zijn toedoen besloot de gemeente de nachtvergunningen voor de horeca op het Damplein in te trekken, met de bedoeling die te concentreren in het gebied op en rondom de Markt en Vlasmarkt. Ernstige vernielingen tijdens Oud en Nieuw waren daarvoor de directe aanleiding.

Toen de rechter in Akkermans voordeel besliste liet een grote groep cafébezoekers een paginagrote ‘rouwadvertentie’ in de krant plaatsen met de tekst: ‘Rust in vrede, uitgaansleven Middelburg’. Die tekst was een beetje overdreven, maar voor het Damplein bleek van die woorden een voorspellende werking uit te gaan. Discotheek Meccano verdween, net zoals het bijbehorende café. Eerder was de nachtclub aan de overzijde van het plein, een opvolger van La Folie, al gesneuveld. In de jaren die daarop volgden kenden diverse cafés nog successen – Rockdesert en Mambo’s bijvoorbeeld – maar nu, 25 jaar na dato, staan die zaken al een paar jaar leeg. Dat ziet er triest uit.

Het plein, dat nog geen 50 jaar bestaat, verdient een beter lot. Met vrienden praat ik regelmatig met een grote grijns over muziekfestivals als Damrock of over optredens van punkbands in de Graanbeurs, georganiseerd door het voormalige jongerencentrum Midgard. Zulke evenementen, op die plek, behoren definitief tot het verleden, maar dat betekent niet dat er geen alternatieven zijn. Ook daarom hoop ik dat het Winterbierfestival een succes wordt. Toen ik Koen stond te interviewen las ik de teksten op de tegels van de Graanbeurs, die deel uitmaken van het kunstwerk van Marinus Boezem, ook weer eens. ‘Les absents ont toujours tort’ staat er op een daarvan. De afwezigen hebben altijd ongelijk. Een prachtige slogan bij een nieuwe impuls voor het plein.

Van Villa naar hotel (Rob, 23 november 2016)

In 1894 laat Jan van der Harst, gemeentegeneesheer van Koudekerke, een villa bouwen, die verrijst aan de Brouwerijstraat 21 in Koudekerke. De villa is bestemd voor zijn schoonmoeder Cornelia Brieve-Hollestelle. Als Van der Harst in 1930 met pensioen gaat, trekt hij met zijn echtgenote Jacoba in de villa. Ik heb bovenstaand verhaal niet uit de duim gezogen. Het is te lezen op de prachtige website www.koudekerke.info. Sjoerd de Nooijer heeft daar alles keurig op een rijtje staan.

Als Van der Harst in 1948 overlijdt is Cornelis Flipse er als de kippen bij. Hij koopt het pand en begint er café-restaurant Hotel Walcheren. Het is het eerste hotel in het hart van Koudekerke. Men kan tot die tijd wel een kamertje nemen in café Centraal aan het Dorpsplein, maar dat is toch anders. Eigenaar Adriaan Simpelaar is meer cafébaas en geen hotelier, laat staan in spé. Arnold Rijckborst neemt Centraal in 1958 over van Simpelaar. Hij hernoemt de zaak Dorpszicht en dat staat ook wel bekend als ‘Hotel Rijckborst’.

Cornelis Flipse zit inmiddels met een probleem. Tijdens de overstroming van 1944 is de tuin rond de villa volledig vernield. Flipse talmt niet en laat de tuin asfalteren. Een vreemde zet misschien, maar zo krijgt Hotel Walcheren wel de beschikking over een terras annex parkeerterrein. Het hotel geeft Koudekerke als het ware een kontje. Ik ben er eind jaren ’50 weleens geweest. M.A.C. Scheldegouwen, waar mijn ouders lid van waren, organiseerde toen een zogenaamde knobbelrit. In iedere horecazaak die werd aangedaan, moest de teerling worden geworpen. De uitkomt bepaalde de volgende bestemming. Daar kreeg je soms het heen en weer van.

De heer M. Joosse neemt Hotel Walcheren in 1956 over van Flipse. Ik heb internet afgestruind naar meer informatie over M. Joosse, maar heb weinig over hem kunnen vinden. Het enige dat ik heb gevonden is een suikerzakje met de tekst ‘hotel café restaurant ‘Walcheren’ M. Joosse – Tel. 01185-210 – Koudekerke (Wal.)’ Niet echt iets om over naar huis te schrijven, maar het moet maar. Misschien komt de heer M. Joosse door deze Kroegpraat wel aan het licht. Ik hoop het van ganser harte. Hij brengt zijn zaak tot grote bloei. Het pand wordt diverse keren uitgebreid met serres aan de zijgevel, die helaas later worden geofferd aan de vooruitgang. Het gaat goed vooruit met Hotel Walcheren. De tamelijk centrale ligging op Walcheren is daar mede debet aan. In de jaren ’60 en ’70 worden er rijexamens afgenomen in de zaak. Uiteraard de theoretische kant, de praktijk heeft plaats op de weg.

Hotel Walcheren gaat in 1994 failliet. Ik vraag me af of M. Joosse op dat moment nog in de zaak zit. Er vindt iets later een doorstart plaats en de zaak gaat verder onder de naam ‘Hof van Walcheren’. Dat duurt echter maar even. Het pand staat een aantal jaren leeg als het op 18 juli 1999 in vlammen opgaat. Van villa tot hotel en van hotel tot schuim en as. Het kan verkeren. heeft Bredero gezegd en dat onderschrijf ik, zij het niet van harte. F

Naar de Beurs gaan (Rob 16 november 2016)

Cafe De Beurs tussen 1911 en 1915.jpg

Een advertentie in de Middelburgsche Courant van 16 juni 1863 meldt dat er muziek is in bierhuis de Beurs op de Dam bij Bouwman. Het gaat om Yvo Pieter Bouwman, die helaas een jaar later overlijdt. Jan Vreke komt in 1892 in deze zaak en wanneer hij in 1909 komt te overlijden zet weduwe Johanna Giffard de Beurs voort. Zij doet in 1911 op haar beurt afstand van haar vergunning ten faveure van Pieter Krijger die de Elf Provinciën aan de Blauwedijk opent. Jan Heuker heeft inmiddels de zaak van Johanna Giffard overgenomen. Jan, hij heeft eerder in Tramhalte aan de Blauwedijk gezeten, begint ook een limonadefabriek in het pand. Dries Poelman volgt Heuker op in 1919. Poelman is een echte horecaffer. Hij zit later in Zeelandia aan de Winterstraat, Belge en Poelman aan de Stationsstraat.

Jan van der Noll komt in 1936 in de Beurs. Pauw Koole van de toenmalige drankenhandel Déko aan de Langeviele komt vaak bij Van der Noll. Hij levert daar namelijk Rum Punch. Rum Punch blijkt een grote hit op de Annetje-Lijsjesdagen. Dit zijn de eerste donderdagen van mei en oktober. De ‘joengers en meissen van Walcheren’ zoeken dan een baantje in het boerenbedrijf.

De Beurs heeft een zee aan eigenaren gehad, die ik niet allemaal kan behandelen. We haken pas weer aan in 1954. In dat jaar komen Bram en Lootje van der Weele in de zaak. Ze verhuizen vier jaar later naar het Melkboerinnetje aan de Vlissingsestraat. Anna Vermeule zit in 1958 even in de zaak. Zij komt later echter aan de orde. Henk Buijs wordt in 1961 eigenaar, maar vertrekt na drie jaar en start Buijs Bewaking aan de Molenberg.

Jan van der Hooft en echtgenote Anna Vermeule, daar is ze weer, komen in 1967 (weer) in de Beurs. Anna heeft Jan leren kennen in Vlissingen. Hij werkt dan bij de marine en de kazerne staat naast het Havendorp. Ze zijn in 1957 getrouwd en gaan wonen op het Havendorp. Jan heeft als oud-marineman een nieuwe toog van de Beurs gebouwd in de vorm van een schip.

Ik zat in die tijd op de RHBS in de Sint Pieterstraat, als het ware om de hoek. Jan was goedlachs en als Zeeuws-Vlaming altijd in voor een gebbetje. Samen met mijn oude makker Sjaak Louws kwam ik ’s avonds laat wel eens in de Beurs. De broodjeszaken waren in die tijd dun gezaaid in Middelburg. Jan had heerlijke broodjes kipkerrie, die nog beter smaakten als je al wat biertjes had gedronken. Wij brachten onze offers aan Bacchus voornamelijk in Seventy Seven aan de Markt. ‘The place to be’ toen en eigenlijk nog steeds. In 1970 kwam er een abrupt einde aan de naam de Beurs. Ik vond het bijna heiligschennis. Het was een naam die klonk als een scheepsbel en deze werd geofferd aan de waan van de dag. Jan en Anna besloten hun zaak om te dopen in Porthole, voor mij een patrijspoort te ver.

Westkapelle herrijst altijd (Rob, 31 oktober 2016)

Drie oktober 1944 is een zwarte dag voor Westkapelle. Bij het bombardement op de Zeedijk vallen vele doden. In molen De Roos van Bram Theune zitten mensen als ratten in de val en sterven op afschuwelijke wijze. De littekens van die noodlottige dag zijn nooit geheeld en zullen dat waarschijnlijk nooit doen ook. Veel Westkappelse families zijn door het noodlot getroffen, dus het verdriet is altijd aanwezig. Oktober is voor Westkapelle de meest wrede maand.

De latere wethouder Willem ‘de Redder’ Gabriëlse meldt in het boek ‘Doelwit Dijk’ dat hij eerst in Serooskerke terecht komt. Later worden hij en andere Westkappelaars door de gemeentepolitie verplicht de boot naar Zuid-Beveland te nemen. Via Katseveer belandt hij in een kerk in Wemeldinge. Daar wordt hij ‘uitgeleurd’, omdat niemand op de vluchtelingen zit te wachten. Hij krijgt tenslotte onderdak in Wilhelminadorp. Daar hebben de mensen het hart wel op de juiste plaats.

Westkapelle verrijst langzaam uit de as van de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk heeft het dorp door de eeuwen heen altijd de kracht gehad om te herrijzen. Op een donderdag in januari 1954, ik weet niet exact welke, opent locoburgemeester Willem Gabriëlse het dorpshuis aan Markt 79 door eenvoudigweg de deur te openen. Het krijgt de naam Westkapelle Herrijst. Ook commissaris der koningin Guus de Casembroot is aanwezig bij de opening. Als oud-burgemeester van Westkapelle mag hij natuurlijk niet ontbreken.

De foto (circa 1960) die ik op de onvolprezen beeldbank van Stichting Cultuurbehoud Westkapelle vond is prachtig. Het buffetpersoneel kijkt enigszins afwachtend naar het vogeltje. Ze moeten die avond wellicht werken en dat gaat voor alles. Ik zie geen bekende gezichten. Ik was toen zeven of acht jaar oud, maar Westkappelaars zullen ongetwijfeld in één oogopslag weten wie er zijn te zien.

In augustus 1989 gaat Westkapelle Herrijst op de schop. Een deel van het pand wordt gesloopt, evenals de belendende timmermanswerkplaats. Wethouder Jan Bostelaar heeft het over upgrading en ziet een rooskleurige toekomst. Hij hoopt dat plaatselijke kunstenaars in het nieuwe gebouw gaan exposeren. Westkapelle Herrijst groter uit de as van de verbouwing. Het dorpshuis kan er weer een tijdje tegen.

Bij de gemeentelijke herindeling, die op 1 januari 1997 ingaat, verliest de gemeente Westkapelle zijn onafhankelijkheid. Dat is een hard gelag, want Wasschappel was altijd Wasschappel en niets anders. Nu is Westkapelle verworden tot een deel van de gemeente Veere. Daar zit eigenlijk niemand op te wachten. Maar ja, zo gaan die dingen in de niets en niemand ontziende bestuurscultuur.

De laatste keer dat ik in Westkapelle Herrijst ben geweest was op 1 september van dit jaar. Ik woonde daar de herdenkingsplechtigheid voor Daan Hengst bij. Ik besef nog steeds niet dat hij er niet meer is en nooit meer zal zijn. De droefheid die ik voel, blijft aanhouden. Ik had Daan nog zoveel willen vragen over de horecageschiedenis van Westkapelle. Had nog zoveel vragen over wie, wat, waar, waarom en wanneer. Westkapelle herrijst altijd, maar Daan helaas niet.

Bestond er maar een tijdmachine (Rob, 24 oktober 2016)

Het zou weinig mensen verbazen als er een nieuw koffiehuis wordt geopend aan de Vlasmarkt in Middelburg. Dit straatje van verlangen herbergt nogal wat horecazaken. Maar u heeft buiten de waard gerekend als u denkt aan een nieuw koffiehuis.

In 1861 werd het pand Vlasmarkt L22, nu nr. 48-50, openbaar verkocht. Steven Dodenhuis kocht het en opende op 8 mei 1862 het Nieuw Koffiehuis in het pand. Steven Dodenhuis was geen nieuwkomer in de horeca. Hij zat eerder in herberg de Bremerton op de hoek van de Langevielesingel en Oude Koudekerkseweg. Dodenhuis liet de Bremerton in 1851 tot op de grond afbreken. In het nieuwe pand opende hij in 1855 bondscafé Pax Intrantibus. Pax Intrantibus betekent letterlijk ‘vrede aan hen die hier binnentreden’, de drank volgt later vanzelf.

Dodenhuis deelde middels een advertentie op 6 augustus 1866 in de Middelburgsche Courant mede dat hij ‘tengevolge zijner hooge jaren’ de pijp aan Maarten gaf. Eigenlijk niet aan Maarten, maar aan Jan Tjalling de Haan. De Haan organiseerde op 19 februari 1870 een bal ‘ter gelegenheid van ’s Konings jaardag’ in het Nieuw Koffiehuis.

De Haan verkocht zijn koffiehuis in 1876 aan Zegert Jacobus van Dijk. Hij verbouwde het grondig en opende in november van dat jaar café Du Lion D’Or in het pand. Er was altijd wel wat te doen in het café van Van Dijk. Hij meldde in de Middelburgsche Courant op 25 juli 1878 het volgende: ‘Gedurende de Kermis zal het Buffet van alle ververschingen voorzien en de Tuin des avonds verlicht zijn’.

Cornelis van Roggen volgde op enig moment Van Dijk op. Hij meldde op 24 juni 1881 in gemelde courant dat hij zijn café zou sluiten. De tuin, het tuinlokaal en de gelegenheid tot het houden van vergaderingen bleven wel van kracht. W. Horton nam de zaak in november van dat jaar over van Cornelis van Roggen. Horton noemde zijn zaak Eldorado, een café van paradijselijke allure. De persoon W. Horton, wellicht een Engelsman, blijft een raadsel. Misschien was zijn voornaam William, misschien niet.

Horton timmerde in ieder geval behoorlijk aan de weg. Op zondag 23 juli 1882, tijdens de kermis, organiseerde hij een groot matinee in Eldorado. Hij meldde als directeur het debuut van zeven artiesten en dat waren niet de minste. Het Tiroolse echtpaar Herr rund Frau Linke gaf acte de présence, naast Fraulein Lewinska, mademoiselle Virginie, mejuffrouw Kock en mejuffrouw Emilie. De concerten hadden op donderdag en zaterdag plaats in de tuin die natuurlijk verlicht was.

Cornelis van der Plank nam het café in november 1882 over van Horton. Café Eldorado was echter geen lang leven meer beschoren. Op 26 april 1883 werd het voormalige Nieuw Koffiehuis verkocht in sociëteit De Vergenoeging die toen nog aan de Markt stond.

Het pand Vlasmarkt 48-50 verliest jammer genoeg zijn horecabestemming. Wat had ik graag een biertje gedronken in Du Lion D’Or of Eldorado. Bestond er maar een tijdmachine.

Van Zapata tot Desafinado (Rob, 17 oktober 2016)

Desaf.jpg

In 1992 kocht Leo van Liere het pakhuis van Het Huis met de Roode Pilaren in Middelburg. Drogisterij Het Huis met de Roode Pilaren was gevestigd aan de Lange Delft. Het pakhuis aan de Koorkerkstraat 1 lag als het ware om de hoek. Leo verbouwde het pand en voorzag het van een aardse tint. Dat was tegen het altijd zere been van de welstandscommissie, zeg maar de plannenpolitie van de gemeente Middelburg. Een bedaagd clubje dames en heren dat niets liever deed dan plannen de grond in boren. De zaak zeurde jarenlang en ik weet niet of zich ooit een oplossing voor de onzin heeft aangediend.

Genoeg echter over dat ambetante clubje en terug naar Leo van Liere. Leo had wellicht van meet af aan een horecabestemming voor zijn pakhuis in gedachten. Het was dus niet zo vreemd dat Fia de Pree en Riny Steenbakkers in januari 1993 een restaurant in het pand openden. Het was een Mexicaans restaurant dat de naam Zapata droeg. Wellicht was het een verwijzing naar Emiliano Zapata, een Mexicaanse revolutionaire boerenleider. Zapata kwam slecht aan zijn eind, want hij werd in 1918 vermoord.

Ik heb er met Astrid, Connie en Kees en Chantalle en Erik in de zomer van 1993 heerlijk gegeten. We kwamen terug van vakantie en vierden dat met een etentje. Het etentje hebben we een jaar later herhaald. We reisden in een limousine af naar Hoogerheide om daar te dineren in La Castelière. Als de vrienden die we zijn, werden we hartelijk ontvangen door Marianne en Patrick Castelijns. Patrick is één van de beste en avontuurlijkste koks die ik ken en die me iedere keer weer verraste. Ik spreek Marianne en Patrick nog wel eens. Ze wonen nu in Goes.

Helaas was Mexicaans restaurant Zapata geen lang leven beschoren. De zaak ging in 1994 failliet. Leo moest op zoek naar nieuwe huurders. Hij vond die in Gré en Renny Minnaert. Zij noemden hun zaak Desafinado, de titel van een bossa nova gecomponeerd door Antonio Carlos Jobim (muziek) en Newton Mendonça (tekst). Gré en Renny waren niet aan hun proefstuk in de horeca toe. Ze hadden een paar jaren de kantine gepacht van camping Oranjezon aan de Koningin Emmaweg. Renny had meer ervaring dan Gré, want hij stond een periode achter de toog van de Reutel en het Hof van Zeeland. Baas boven bazin zou je kunnen zeggen.

Twee jaar na de opening van Desafinado openden Gré en Renny minihotel c.q. Bed and Breakfast De Kaepstander om de hoek aan het Koorkerkhof. In de 21e eeuw kwamen zoon Prospêr Minnaert en later zijn echtgenote Betiana Meza in de zaak. Per 1 juli 2016 stopte Gré er mee, omdat ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Schoondochter Betiana volgde haar op en werd compagnon van Renny en Prospêr.

Desafinado klinkt als een klok en schalt soms vanuit de beiaard van de Lange Jan. Van Zapata naar Desafinado is een sentimentele reis van verleden naar heden, zeker voor ondergetekende.

Joy forever! (Rob, 12 oktober 2016)

Op de Facebook-pagina van Veere Dronk las ik onlangs dat er een reünie aanstaande was van de legendarische bar-dancing Joy. De reünie had op vrijdag 23 september plaats in café Bardot aan de Vlasmarkt in Middelburg. Daar wilde ik natuurlijk bij zijn. Het was een avond om nooit te vergeten. Ik raakte al snel aan de praat met Kees Verhoeff. Over hem later meer.

Mark en Lenie de Pagter openden Joy in december 1986. Joy was gevestigd aan de Noordweg 117 in Serooskerke. Ze waren ook eigenaar van In de Gouwe Geit in Grijpskerke, maar deden die zaak een jaar later van de hand. Vanaf 1987 konden ze zich volledig richten op Joy. Dat wierp zijn vruchten af. De zaak ging steeds beter lopen, als een tierelier, zoals dat heet.

Kees Verhoeff was dj in Joy van 1986 tot 1992, maar had al een lange carrière van plaatjes draaien achter zich. Hij draaide onder meer in Long John, Goofy, Discotheek 2001 en Twenty One in Vlissingen en in de Hooizolder in Westkapelle. Hij vertelde prachtige verhalen uit de oude doos. Wellicht moet ik eens een apart verhaal aan Kees wijden. Dat zou zeker de moeite waard zijn.

‘A thing of beauty is a joy forever’, dichtte John Keats lang geleden, maar soms gaat die vlieger niet op. Helaas was er geen sprake van ‘Joy forever’, want het pand Noordweg 117 ging in 2007 tegen de vlakte. Aannemersbedrijf Dekker en Walhout kocht het pand louter voor de sloop. Het wilde er drie woningen voor terugzetten. In 2009 ging de gemeente Veere daarmee akkoord.

Er is altijd een Middelburgse connectie geweest met Joy. Nogal wat ‘joengers en meissen’ vonden het daar erg gezellig. Ze togen per fiets, brommer of bus naar Seroos om lekker te feesten en beesten. Geboren Middelburgers als Jack Jobse en Remco van Schijndel waren er kind aan huis. Natuurlijk waren ze ook op de reünie waar heel wat werd bijgepraat.

Nu is het niet zo dat de mensen elkaar lang niet hadden gezien. Joy heeft in de loop der jaren al twee keer eerder een reünie gehad. Het blijft een hechte ploeg, die het blijkbaar zo af en toe nodig heeft elkaar weer te zien. Het is mooi om af en toe het collectieve geheugen op te frissen. Wel onder het genot van een biertje, want drinken verleer je nooit.

Er was ook een Middelburgse connectie met de even legendarische voorganger van Joy: café Veldzicht. De eerste eigenaar, Anthonius Westdorp, had namelijk bierhal Phoenix aan de Pottenmarkt in Middelburg. Nu zit eetcafé De Vliegenier in dat pand. Westdorp zat trouwens ook nog een tijdje in café De Vriendschap in Veere. Willem Huijse nam Veldzicht in 1949 over van de familie Westdorp. In dat jaar trouwde hij met Jakomina Roda. Haar vader Pieter zat eerder in Het Wapen van Middelburg aan de Middelburgse Markt.

Het blijft eeuwig zonde dat Joy niet als een Phoenix uit zijn as heeft kunnen herrijzen.

Oktober 2016

40 jaar plaatjes draaien (Edwin 5 oktober 2016)

AmericanPeterPeterPetra.jpeg

Onlangs vierde Kees Petiet, die de meeste Middelburgers vooral zullen kennen als eigenaar van Bar American op Plein 1940, een muzikaal jubileum. Dat deed hij met een feestje. In de uitnodiging schreef hij: ‘De derde zaterdag van september in 1976 was de eerste keer dat ik een hele avond muziek draaide in een café. Het was de eerste dag van de kermis in Terneuzen en de Image-club had die avond geen dj beschikbaar. Ik bood aan dit wel te willen doen voor een keer. Een keer werd twee keer en vervolgens elke week en uiteindelijk heeft dit ertoe geleid een café te beginnen in mijn eigen Middelburg, met mijn eigen muziek. Nu bijna 40 jaar later draai ik nog steeds met plezier mijn muziekjes’.

Omdat ik op vakantie was, moest ik verstek laten gaan, maar ook zonder op het feestje te zijn, kon ik me het beeld van Kees als dj heel goed voor de geest halen. Ik zag en hoorde hem talloze keren bezig achter de draaitafels van zijn zaak, zowel als klant als medewerker. Je moet van goeden huize komen als je een rocknummer aan wilt vragen dat Kees niet kent. Hij kent zijn klassiekers. Het is daarom beter om hem gewoon lekker te laten doen. Dan komen de pareltjes vanzelf. Van Stones en Beatles naar Uriah Heep en Status Quo en weer terug.

Kees draait zijn muziekjes inderdaad nog regelmatig, maar wel minder dan vroeger, toen hij zelf altijd achter de bar stond en de meeste van zijn klanten naar dezelfde muziek luisterden. Ik kan me de overgangsperiode nog wel herinneren. Ik begon American rond 1986 te bezoeken voor de vele speed- en thrashmetalbandjes die er toen optraden.

Dat was een mooie tijd, maar de muziek van de optredende bands was te heftig om achter de bar te draaien. Bij bands als Iron Maiden en Metallica hield het wel op, omdat de vrees bestond dat nog hardere muziek klanten zou kosten. Het leidde echter tot zo veel discussies dat Kees uiteindelijk een oplossing ging zoeken. Hij vond die in het basaal inrichten van een kleine ruimte naast de zaak, als mini-café voor de liefhebbers van herrie. Die ruimte werd het Thrashhok genoemd. Het was een mooie, tijdelijke oplossing, waar sommige bezoekers van toen nu nóg met een grote grijns over praten.

Hoe het precies kwam is lastig te duiden, maar in de jaren ‘90 was er opeens een veel groter publiek voor heftige muziek. Zelfs in nette zaken werd er gesprongen op Rage against the Machine en Nirvana. Herrie in de tent betekende een volle tent. Kees ging op zoek naar een bedrijfsleider die de werelden van rock en herrie wist te verenigen in American en vond die in de persoon van Erik Louws, die in de jaren daarna het gezicht en het geluid van de zaak zou gaan worden. Maar wel altijd met Kees aan zijn zijde of in de buurt. Want als er weer eens écht ouderwets gerocked moest worden deed Kees het natuurlijk zelf. En dat doet hij nu nog steeds.

Juist dat maakt American tot wat het is: een prachtige tent. ‘Keep on rockin’ in the free world!’


Archief Kroegpraat

Oudere columns zijn te vinden op de archiefpagina van Kroegpraat

Bronnen