Middelburg Dronk

De geschiedenis van Middelburg en de Middelburgse horeca

Cafe de Vriendschap Teerpakhuizenstraat.jpg

Cafés Algemeen

(Bron: Wikipedia)

Voor de 16e eeuw bestonden eigenlijk nog geen kroegen zoals we die tegenwoordig kennen. Er waren herbergen, logementen en taveernes die gericht waren op het bieden van eten, rust en onderdak aan reizigers, maar ook de eigen stadsbewoners bezochten herbergen. Jan Steen en Adriaan Brouwer schilderden heel wat interieurs van drankgelegenheden. Halverwege de 17e eeuw begon de opmars van koffie in Europa. Dit resulteerde in het ontstaan van koffiehuizen voor de meer welgestelden uit eigen stad. Hiervan is de term café (koffie in het Frans) afkomstig. De bruine kroeg ontstond begin 19e eeuw, toen meer en meer mensen als extra kostwinning hun voorkamer inrichtten als plaats waar mensen iets konden drinken. In Vlaanderen was op het einde van de 19e eeuw één op de zes huizen zo'n drankhuis. De Belgische Wet Vandervelde (1919), die sterke drank in cafés verbood, moest het alcoholisme onder de verpauperde bevolking tegengaan, maar de bieren kregen wel een hoger alcoholpercentage. De traditionele inrichting van de bruine kroeg, met kleedjes op tafel en lampjes aan de muur, is vaak wel intact gebleven. Begin 20e eeuw werden cafés opgezet in Jugendstil en later Art deco. Hiermee kwam de scheiding tussen kroegen en cafés echt op gang; de kroeg voor het volk, het café voor de middenklasse. Tot het midden van de 20e eeuw was het (in zuidelijk Nederland) niet ongewoon om overledenen in een plaatselijk café op te baren. Zo refereert de naam van het Sittardse café "'t Sjterfhoes" (het sterfhuis) nog aan deze tijd. Vanaf 9 juni 1966 zijn er in Nederland vanuit de rijksoverheid regels gesteld aan de inrichting. Een café moet minimaal een oppervlakte hebben van 35 m² en er worden eisen gesteld onder meer aan de hoogte van de zaak en de toiletten. De "huiskamerkroegen" moesten hierdoor sluiten. Een bekende uitzondering op deze wet is het kleinste café van Nederland, De Moriaan in Maastricht, met een oppervlakte van nog geen 20 m².

Hoe Middelburg Dronk: het verhaal in krantenknipsels en afbeeldingen

Meer afbeeldingen zijn te vinden op: Algemene_Geschiedenis/fotos.


Bierhallen

Bezoek de speciale pagina over Middelburgse Bierhallen

Over Herbergen

Herberg is de benaming voor een bedrijf dat tegen betaling de mogelijkheid tot eten, drinken en overnachten biedt. Hedendaagse overnachtingsaccommodaties worden gewoonlijk echter niet herberg genoemd, maar hotel of pension. Het woord herberg duidt meestal op de eenvoudige hotels uit vroeger tijden. Het woord herberg komt van her (= heer, leger) en berg (= bergplaats). In het Frans is het woord overgenomen en bekend als auberge. Herbergen waren meestal gevestigd op plaatsen waar veel reizigers langs kwamen. Ze beschikten meestal over stallen voor de paarden vanruiters en (post)koetsen. Vaak kon hier ook van paarden worden gewisseld. De wachttijd werd door de reizigers gebruikt om iets te nuttigen. Een stal waar men met koets en al naar binnen kon wordt wel een doorrit genoemd. Herbergen bestonden uit een gelagkamer, waar gegeten en vooral gedronken werd. Daarnaast was er een ruimte waar geslapen kon worden. Meestal geen aparte kamers maar een gemeenschappelijk vertrek. Naarmate mensen welvarender werden, werden wel aparte kamers ingericht wat uiteindelijk resulteerde in speciaal daarvoor gebouwde voorzieningen, namelijk hotels. De beheerder van een herberg wordt waard of herbergier genoemd. Bron: Wikipedia

Over Middelburgse herbergieren als tussenpersoon in de makelaardij
"Met betrekking tot Middelburg weten we dat gasten ener herberg, waarin een vrouw 'gasterie' hanteerde, verplicht waren zich uit de schepenen (wet) iemand tot waard te kiezen, die hen dan in rechte vertegenwoordigde. De Middelburgse keur zegt verder, dat de herbergierster in dat geval toch haar aandeel in de 'makelaerdie' ontving. Naar het schijnt trad ze derhalve niet persoonlijk als makelaarster op, maar de profijten der makelaardij mochten haar toch niet ontgaan."

De Taverne van de Haring
"De herberg als definitie is in eerste instantie een samenstelling van woorden. Heer en berg, uit herberg, verwezen naar respectievelijk krijgsmacht en het bergen (beschutten) van troepen. Het woord zou dus eigenlijk betekenen: een veilig soldatenkwartier of legerplaats. Op den duur kreeg het woord een meer algemene betekenis en kende men het als ‘een plaats of verblijf waar men huisvesting vindt’. 179 Zowel in de steden, maar ook buiten de stadsmuren (zie het hier bovenstaande voorbeeld van Leiden), waren de herbergen voor inwoners en passanten goed te onderscheiden van gewone huizen of winkels. De gevels werden versierd met uithangborden, waar de naam van het etablissement of van de eigenaar op getekend was. Middelburg kende onder andere de ‘taverne du hareng’ (taverne van de haring) en ‘Auberge des trois Cygnes’ (herberg van de drie zwanen)."

Over Middelburgs Drinkgedrag in de 19e eeuw:

Uit het boek Middelburg voorheen en thans:

"Gunstiger is het gesteld met hunne begrippen van zedelijkheid en andere maatschappelijke pligten. We mogen het als eene bijzonderheid en als eene gelukkige onderscheiding opteekenen, dat de dronkenschap, — die pest voor de maatschappij, die steeds voortwroetende kanker in het hart der arbeidende klasse van Nederland, — bij de Middelburgsche arbeidende klasse tot de hooge zeldzaamheden behoort. Een dronkaard ontmoet men hoogst zelden onder hen, en niet alleen dat men een zoodanigen niet op straat of gansche scharen daarvan (zoo als in de groote steden van Holland) als zinneloozen hoort tieren en de walgelijkste vertooningen voor het oog maken, maar zelfs in huis of in de kroeg behooren zulke gevallen tot de zeldzaamheden. Onder een getal van 500 armen, die ik door het dagelijksch verkeer ken, zou ik geen 6 voorbeelden van dronkaards van professiekunnen opnoemen. Dezelfde gunstige berigten heb ik bij de bazen ingewonnen, die deze kwaal al meer en meer onder de arbeidende klasse hier zien verminderen, en de meesten maken zelfs gedurende hun werk geen gebruik van sterken drank.

Over het algemeen is de uitspraak van alle voorname bazen en den directeur der weverij dan ook eenparig: dat dronkenschap bij het werkvolk niet plaats heeft.Het doet mij een innig genoegen die hoofddeugd van onze arbeidende klasse te kunnen vermelden, en zulks te meer, omdat de harde kamp dien zij tusschen weinig verdiensten en groote gezinnen soms te strijden hebben, hen te gereeder tot die ondeugd zoude kunnen brengen. Straalt in hunne andere handelingen weinig energie, weinig geestkracht door, al meer en meer wint de overtuiging bij hen veld: dat d&ar waar de kroeg vooruit, het huisgezin achteruit gaat, en men zich en de zijnen voor het genot van een oogenblik, — dat het door de gewoonte eindelijk niet meer is, — grondeloos in het verderf stort.Zooveel afkeer zij van de dronkenschap hebben, zooveel prijs stellen zij op eerlijkheid en goede trouw. Het zij hun tot hunne eer gezegd, dat velen door de noodzakelijkheid en de behoefte soms op eene harde proef worden gesteld, en dan eerder de hand aan zich-zelven zullen slaan, door wanhoop daartoe gebragt, dan die naar eens anders goed uit te strekken.

Zoo is het ook met de eerlijkheid in hunne beginselen, met de rondheid van hun karakter. Bij vele van die menschen is der vaderen leus: „goed rond, goed Zeeuwsen," in hare volle reinheid nog bewaard gebleven. Hun open gelaat, hunne openhartigheid, hunne dankbaarheid, hunne mededeelzaamheid, en de bewijzen die zij menigmaal leveren van elkander bij te staan, moet bij hen gewis als een zeldzaam verschijnsel in onzen tijd van goede sier opgemerkt worden: bedrog, listen, achterhoudendheid en kwade trouw mag men hen over het algemeen niet toedichten. Als wij daarbij vergelijken de buitensporigheden, door die soort van arbeiders in de steden van het vaste land begaan, dan maken de onzen daar veelal eene loffelijke uitzondering op.Hun zin voor huiselijken vrede en gezelligheid mag ook niet vergeten worden als eene loffelijke gewoonte hun na te geven. Van het werk, is eigen haard het eenig toevlugtsoord en genot van onzen arbeider. De vrouwen zijn daar zoo aan gewoon, dat, daar waar zulks niet plaats heeft, ze kwaad vermoeden over het gedrag van den man koesteren, — hetgeen dan niet zelden bevestigd wordt.

Bezoekt in den winter maar. eens zijne bekrompene woning, gij zult hem altijd te huis vinden, helaas! soms te veel, want, even als aan zijn grond, is hij aan zijn erf wat al te vast geworteld, waardoor hij wel eens in de hem toegedichte traagheid vervalt, 's Zomers zult gij hem, als den haan onder de hennen, altijd onder een troep vrouwgeburen op de stoep vinden keuvelen. Met zijn huishouden bemoeit hij zich overigens niet veel, zoo min als met zijne kinderen. Hij geeft zaturdags avonds zijn geld aan de vrouw en die moet er dan maar mede rond zien te komen, aan wie dan ook geheel de zorg over een en ander is overgelaten. Van daar, dat zoovele huisgezinnen door verkeerd of geheel gemis aan overleg zoo treurig bestaan, en de man bij een redelijk daggeld zoo weinig en slecht te eten krijgt; van daar, dat het ouderlijk toezigt over de kinderen bij hen op zulk een lagen trap staat."

Ondanks het feit dat het lijkt alsof er niet veel werd gedronken, telde Middelburg, volgens een artikel uit de Middelburgsche Courant van 1903 maar liefst 104 kroegen, in 1896! Uit een jaarverslag van de Gemeente Middelburg blijkt zelfs dat de stad rond 1880 maar liefst 195 tapperijen telde. Met het invoeren van de nieuwe drankwet van 28 juni 1881 moest dat eigenlijk sterk teruggebracht worden. Die wet stelde dat er 1 café op iedere 300 inwoners mocht zijn. Voor Middelburg zou dat in 1881 neerkomen op 54 etablissementen (de stad had toen 16.455 inwoners). Het lijkt er niet op dat dit aantal ooit gehaald is. Wel nam het aantal illegale bierhallen en cafés sterk toe. Cafés met een vergunning beklaagden zich regelmatig over de gebrekkige controle op deze overtredingen.

Feiten en wetenswaardigheden

  • Over het Middelburgse Biercomptoir: "Ook de bestemming van een pand kan met de naam verband houden. Zo bevindt zich op de hoek van de Londensekaai en de Segeersstraat Het Biercomptoir. Dit is het oude bieraccijnshuis, waar de stedelijke belasting op bier geregeld werd. Deze belangrijke belasting voorziet de stad lange tijd van veel inkomsten. Bier was immers een echte volksdrank. Dit kwam mede door de slechte kwaliteit van het drinkwater, dat meestal afkomstig was uit de stadsgrachten. Deze grachten fungeerden echter ook als een soort open riolen. In 1564 werd door het stadsbestuur bevolen dat voor dit bieraccijnshuis altijd een ruimte ter lengte van twee schepen moest worden vrijgelaten ten behoeve van de bierschepen."

Krantenartikelen

  • Uit de PZC van 10 maart 2004:

De ondernemers in het centrum van Middelburg hebben de gemeenteraad gevraagd om alsnog een extra nachtvergunning voor een cafe te verstrekken. Ze vrezen dat de stad minder aantrekkelijk wordt als mensen minder mogelijkheden hebben om uit te gaan. "Wat nu besloten is, getuigt van dorpspolitiek", aldus H. Boers, voorzitter van de Vereniging Ondernemers Middelburg (VOM). "We zijn het centrum van Walcheren. Althans, dat willen we zijn. Dat dien je ook op dat gebied waar te maken." Volgens de VOM zoeken, sinds de sluiting van discotheek The Nighttrain vorig jaar, steeds meer mensen 's avonds hun vertier buiten de stad. Dat is geen goede ontwikkeling, vindt de vereniging, vooral omdat Middelburg straks studentenstad wordt en extra jongeren wil trekken. Tot vorig jaar mochten drie zaken in het centrum op vrijdag en zaterdag na twee uur 's nachts open zijn: cafe Rooie Oortjes, dancing The Opera en discotheek The Nighttrain. Toen The Nighttrain sloot, dienden een aantal ondernemers een verzoek in om de nachtvergunning over te nemen. Die werden allemaal afgewezen. Het college van B en W besloot de vergunning te bewaren voor een nog te bouwen discotheek buiten het centrum. Burgemeester K. Schouwenaar verklaarde bovendien dat het uit het oogpunt van veiligheid en openbare orde een slecht idee was om nog een nachtzaak in het centrum toe te staan. Volgens de VOM leveren de nachtzaken echter zelden problemen op. En er is nu gewoon te weinig aanbod, zegt Boers. "We vinden dat de jeugd meer te kiezen moet hebben dan de twee zaken die er nu zijn. Bovendien kunnen ze zich daar binnen nauwelijks bewegen, zo druk is het."

De ondernemers zijn bang dat Middelburg door het karige horeca-aanbod zijn aantrekkingskracht voor jongeren verliest. Dat zal ook gevolgen hebben voor de rest van het uitgaansleven, de detailhandel en het woon- en leefklimaat in de stad, voorspellen ze. "Een bezoeker wil overdag kunnen winkelen, 's avonds kunnen eten en naar het cafe kunnen gaan en na twee uur door kunnen gaan zonder daarvoor eerst vervoer te hoeven zoeken", stelt de VOM. "De verschillende typen horeca, detailhandel, bewoning en overig bedrijfsleven eisen dwarsverbanden om als stad aanspraak te maken op een gezonde economische en maatschappelijke ontwikkeling." Boers is gepikeerd omdat de Stuurgroep Binnenstad, het vaste overlegorgaan van het gemeentebestuur over zaken die spelen in het centrum, niet is geraadpleegd over de nachtvergunningen. "Het gemeentebestuur heeft over de hoofden van de stuurgroep een besluit genomen. Als de stuurgroep over dit soort zaken niet mag meepraten, moet de gemeente zo'n orgaan niet instellen." Vorige maand verwierp een meerderheid van de gemeenteraad een motie van de Politieke Partij Middelburg voor het verstrekken van een derde nachtvergunning. Het CDA, de VVD, de ChristenUnie, de SGP en Middelburgse Belangen waren tegen. De PvdA, SP, D66 en GroenLinks steunden de motie.

  • Twee citaten uit een artikel in Trouw van maart 2005:

Middelburg wil een bruisende studentenstad worden. Halfslachtige pogingen en een onduidelijk beleid zitten deze ambitie in de weg. De hoofdstad van Zeeland wil verjongen. Sinds 2004 heeft de stad een universiteit, waar alleen bachelor-opleidingen worden gegeven. De Roosevelt Academy, die gehuisvest is in het voormalig stadhuis, heeft voor geinteresseerden een glossy brochure in het Engels met artistieke foto's van het Zeeuwse landschap. Voor studenten is er echter niet veel te doen. Dus probeert de gemeente een nieuw theater en een studentencampus in de binnenstad te realiseren. Maar het proces verloopt niet echt soepel. Bewoners werken tegen en de gemeente zelf weet niet wat ze wil. "Er is voor jonge mensen niets te doen in Middelburg", zegt Frans D'huij (58), eigenaar van familiehotel Roelant. "Na twaalven is alles dicht. In het weekend zijn er een paar nachtcafes waar je tot vijf uur 's ochtends terecht kunt, maar een discotheek is er niet".
[...]
De stad moet aantrekkelijker worden voor jongeren, maar nachtvergunningen voor het centrum worden nauwelijks verstrekt. Discotheek The Nighttrain moest in 2003 sluiten omdat de vergunning niet werd verlengd. De Stichting Vrienden van Middelburg denkt dat de inwoners best meer leven in de brouwerij willen. Een woordvoerster van de Vrienden, die volgens de website "actie ondernemen tegen (te) vergaande veranderingen", zegt dat het schipperen is tussen de moderne, jonge tijd, en het behoud van Middelburg als monumentale stad. De inwoners bekijken de geplande metamorfose met argwaan. De bouwput van het ambitieuze theater aan de Zuidsingel, dat zowel toneel en film zou moeten gaan bieden, drijft de omwonenden tot wanhoop. Ook de campus geeft de Middelburgers kopzorgen. De bewoners van het Bagijnhof moesten twee jaar geleden huizen binnen drie maanden moesten verlaten. Het blok sociale woningen werd omgebouwd tot studentenhuisvesting. "Dat kon wettelijk helemaal niet. Het heeft zelfs de Tweede Kamer gehaald", zegt Erik Caljoue, een buurtbewoner. "Maar ze hebben het er toch doorheen gedrukt. We waren blij dat we eindelijk af waren van het lawaai van de renovatie, maar toen kwamen de studenten. En dat was vijf nachten in de week feest". Caljoue snapt niet dat een campus in de binnenstad wordt geplaatst. "Voor meer campusruimte gaan ze bejaardentehuizen in het centrum leegmaken. De oude mensen moeten de stad uit, zodat de studenten erin kunnen." Commissaris van de koningin in Zeeland, Pim van Gelder, denkt dat de weerstand van de omwonenden van het nieuwe theater gedeeltelijk ingegeven wordt door het not-in-my-backyard-syndroom. Verder denkt hij dat de oorzaak van veel van de problemen gevonden kan worden in de typische Zeeuwse zuinigheid. "Het mag geen cent te veel kosten. De stedelijke allure van Middelburg staat tegenover het dorpse, 'doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg'."

Externe Links

 Door Holland met Pen en Camera, waar Walcheren en Middelburg in worden beschreven).

Bronnen