In eerste instantie een klooster dat tussen 1471 en 1484 gevestigd werd op de plaats die nu de naam Simpelhuisstraat draagt.
Inhoud
Geschiedenis
1471
|
Cellebroeders Tussen 1471 en 1484 vestigde een aantal Cellebroeders, een congregatie van lekebroeders, ook wel Alexianen geheten, naar de regel van de Heilige Augustinus achter het stadhuis een klooster en kapel. Het klooster fungeerde tevens als open herberg (zie Achtergrondinformatie, Sociale topografie) waar passanten tegen betaling onderdak, voedsel en drank konden krijgen - de voornaamste taak van de Cellebroeders was echter het begraven van doden. Gasthuisarchieven tonen aan dat de Cellebroeders er in de 16de eeuw een taak bij hadden gekregen, namelijk de verzorging van krankzinnigen en zwakzinnigen. Ze boden tevens ondersteuning, in de vorm van ziekenverzorging, zoals bijvoorbeeld bij een pestepidemie. Als dank voor deze medische ondersteuning bij een pestepidemie kregen de Cellebroeders in 1532 gedurende 32 weken een ton Gouds bier per week van de Middelburgse stadsregering - ze lustten wel een biertje die broeders. Van 1559 tot 1610 droeg het Middelburgse gasthuis de meeste simpelen van geest over aan de Cellebroeders die hiervoor een vergoeding ontvingen. De stadskas van Middelburg trok in 1593 bijvoorbeeld het substantiële bedrag van 106 pond Vlaams uit voor een nieuwe kamer ten behoeve van de lichtsinnighe persoonen. Het Cellebroedersklooster had in de volksmond tevens de naam van dolhuis of rasphuis (gevangenis) gekregen. Zo werd in 1608 een uijtsinnighen soldaet uit Tholen naar het dolhuis in Middelburg gestuurd, waar hij op staatskosten - elf stuivers per dag - verzorging kreeg. In 1611 vertrokken de Cellebroeders naar het Bagijnhof en werden de restanten van het klooster - het grootste deel was afgebroken - verbouwd en in gebruik genomen als zogenaamd Simpelhuis, een functie die het pand tot 1812 bleef houden. In 1816 kreeg het pand een nieuwe functie, het werd een soepkokerij ter ondersteuning van de Middelburgse armen. In 1846 werd het gebouw uitgebreid en verbouwd - een gevelsteen herinnert nog steeds aan dit feit. In de 20ste eeuw was het pand enige tijd in gebruik als woonhuis tot het leeg kwam te staan. In augustus 1975 wordt het pand gekraakt door drie Middelburgse jongeren (aldus de PZC) - die jongeren waren Willem Jacobs, Ed van Beijnum (zie Tognog en De Beuk en Sax Heijmans. In de daaropvolgende rechtszaak refereerden ze met succes aan het feit dat dit pand vroeger een tehuis voor daklozen was geweest en dat deze functie in ere zou moeten worden hersteld. De rechter gaf hen gratie, doch de oude functie herkreeg het gebouw niet - het werd kort daarna aangekocht door de hervormde kerk die het pand nog steeds in bezit heeft. |
Naamgeving
Eigenaars
Foto's
Bijzonderheden
Mooie verhalen
Externe links
Bronnen
- De zorg gewogen: Zeventien eeuwen godshuizen in Middelburg, J.L. Kool-Blokland (Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1990)
- Uit de Middelburgse Historie, P.W. Sijnke (Den Boer Middelburg, 1978)
- Krantenknipsels: Krantenbank Beeldbank Zeeuwse Bibliotheek
- Foto: Jan Simonse, 1975