Een wachtlokaal annex koffiehuis/café/snackbar dat tussen 1945 en 1950 tijdelijk was gevestigd in een houten keet op de Middelburgse Markt.
Inhoud
Geschiedenis
1936
|
B. van Biene In de jaren 30 is De IJsbeer gevestigd aan de Lange Noordstraat 27 in Middelburg, in 1938 wordt de zaak volgens een advertentie in De Faam heropend op nummer 28. Exploitant van de zaak/adverteerder is dan B. van Biene. Die volgens het verhaal in 1950 ook nog in het houten Wachtlokaal op de Markt zat. Wanneer de zaak precies opende is nog niet bekend, maar de eerste advertentie die we vonden dateert van 1936. |
1951
|
D. Wielemaker De keet werd aanvankelijk gebouwd als wachtruimte voor de passagiers van de Walcherse bus- en tramdiensten maar werd door de exploitant ingericht als koffiehuis/snackbar. De zaak werd mogelijk geëxploiteeerd door de eigenaar van salon de IJsbeer die kort voor de oorlog was gevestigd in de Lange Noordstraat 27, maar dat is niet zeker. Zeker is wel dat de eigenaar een drankvergunning B aanvroeg (geen alcohol) wat echter niet wil zeggen dat er geen drank werd geschonken. Er was wel een kelner in dienst. De zaak adverteerde daarnaast als ijssalon en friteszaak. Het wachtlokaal deed al snel het nodige stof opwaaien in de Middelburgse gemeenteraad. Sommige buspassagiers vonden De IJsbeer geen geschikt wachtlokaal omdat zij zich gedwongen zagen een consumptie te bestellen. De zaak sloot waarschijnlijk daarom in 1947, maar dat was slechts kortstondig. In 1948 wordt er alweer geadverteerd door de zaak, in de krant. Later zou er een 'busstation' komen op Plein 1940. Daar werd echter geen wachtlokaal ingericht. In 1951 is het wachtlokaal blijkbaar weer open. D. Wielemaker vraagt dan een drankvergunning aan voor de IJsbeer, alsmede voor Wielemaker (3) op Varkensmarkt 8 - hij had eerder Bagatelle aan de Vlissingsestraat. Wielemaker gaat 1n 1953 failliet. In het pand aan de Lange Noordstraat 27 (voorheen L 133 genummerd) zat tussen 1900 en 1937 bloemenhandel Guyot. Na de oorlog zat fotozaak Lamain lang in het pand. |
Foto's
Meer afbeeldingen zijn te vinden op De_IJsbeer/fotos
Naamgeving
Bijzonderheden
Mooie verhalen
De Keizer van Duitsland
Aangezien ik boven café Juliana geboren ben, speelden mijn kinderjaren zich voor een groot gedeelte op en rond de Markt af. Mijn ouders kwamen er in 1951 wonen en volgens mijn moeder stond het blauwe wachtlokaal De IJsbeer zeker nog wel tot 1953 (mijn geboortejaar) op de Markt. De vriendjes uit mijn kindertijd hadden - een teken aan de wand - vrijwel allemaal een horeca-achtergrond: o.a. Ad Meeusen van De Eendracht , Loe Lagaaij van Suisse en Ad de Pree van Alassio . Zo kwam ik al vroeg in de kroeg en ben er eigenlijk nooit meer weggegaan. Ik dronk mijn eerste bier slokjesgewijs in de kelder van Suisse waar het lege goed was opgeslagen - Loe en ik zetten daar hoopvol bierflessen aan de mond.
Het wachtlokaal kan ik mij niet meer herinneren, maar wel een klein houten hokje dat ongeveer op dezelfde hoogte stond - het was het domein van Burgs de parkeerwachter. Er mocht in de jaren 50 en 60 nog volop geparkeerd worden op de Markt, alleen moest daar ook toen al voor betaald worden en Burgs deed de incasso. Hij droeg een donkerblauwe, emblematische pet waar in gouden letters 'parkeerwacht' op stond; zoveel is er dus niet veranderd. Burgs was uitgerust met nog een embleem, een kleurrijke jeneverneus, want telkens als het geïncasseerde muntgeld genoeg rinkelde haalde hij een borrel bij Juliana of een ander kroeg op de Markt - je rook Burgs dan ook altijd al van verre aankomen.
Er was nog een man met een pet die niet weg te denken was uit de couleur locale van de Markt. Hij heette Kootje van Leeuwen, een wat zonderlinge en smoezelige man die zich gaandeweg de rol van plaatsaanwijzer had aangemeten, wat Burgs niet ongenegen was. Kootje begeleidde automobilisten met joyeuze armgebaren naar hun parkeerplaats, terwijl Burgs de munten opstreek en omzette in jenever. Het duurde enige tijd voor ik er achter kwam waarom Kootje door velen 'De Keizer van Duitsland' werd genoemd. Hij was niet fout geweest in de oorlog, had ook niet in Duitsland gevochten, nee, deze bijnaam getuigde van meer vindingrijke schoonheid. Kootje had een grote, puntige bult op zijn hoofd die pregnant uit zijn kapiteinspet leek te willen ontsnappen. Zo werd zijn weerbarstige kop gesierd met iets dat verdacht veel weg had van een Duitse helm uit de eerste wereldoorlog - vandaar de keizer van Duitsland.
Externe links
Bronnen
- Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek
- Foto's: Geschiedenis Zeeland, Beeldbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek en collectie Louise Vriesman