Middelburg Dronk

Definities Middelburg Dronk

Bierhallen

Bezoek de speciale pagina over Middelburgse Bierhallen

Over Bierhuizen

Het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT) - de uitgave ervan begon eind 17e eeuw - genereert de volgende betekenis bij het lemma 'bierhuis': "Een bierhuis is een huis waar men tegen betaling bier (en ook vaak andere dranken) kan drinken." Een tweede betekenis die voor bierhuis wordt gegeven, is een herberg waar men bier tapt maar geen sterke drank verkoopt - een zaak die later verlof A zou nodig hebben. De samenstellingen voor het woord die worden gegeven zijn 'bierhuishouder' (wat voor zich spreekt) en 'bierhuispenningen' - bierhuispenningen werden in sommige bierhuizen gebruikt als betaalmiddel.

Over Kroegen

Voor het WNT is een kroeg een herberg van gering allooi; niet meer en niet minder. In een gedicht van P.C. Hooft uit de eerste helft van de 17e eeuw staat de volgende regel: "Dus quam ick met mijn kammeraets uyt de kroech, die 't moerjaens hooft hiet." Het Handvest van Amsterdam had echter al in 1586 het volgende geregistreerd: "De wijnverkoopers sullen oock in heure Huysen ... niet mogen ... eenigh Kroegh doen houden om Wijn te drincken." Het begrip 'kroeghouder' kreeg later de betekenis van iemand die een kroeg dreef waar drank in het klein werd verkocht. Er is sinds de tijd van P.C. Hooft weinig veranderd, want kameraden treffen elkaar nog steeds in de kroeg.

Over Koffiehuizen

Het woord 'koffiehuis' is volgens het WNT een samentrekking van 'koffie' en 'huis', analoog aan het Engelse coffee-house. In eerste instantie was het een publieke localiteit waar men koffie, chocolade kon gebruiken - later ook andere dranken en zelfs spijzen; eigenlijk is koffiehuis een voorloper van het begrip 'café'. Het begrip 'koffiehuis' wordt reeds in 1692 gesignaleerd bij de afleiding Koffiehuis houden. Het Handvest van Amsterdam vermeldt de zinsnede: "Niemand... die sig met de Tap-neeringe is geneerende, Koffyhuis of Drooggasterye is houdende." Het Staatsblad, tenslotte, publiceert een Beslissing van 20 december 1850 waarin wordt gesteld "Dat de bedrijven van tapper, koffijhuishouder en dergelijke, aan het het regt van patent zijn onderworpen."

Over Tapperijen

In het Groot Placaatboek I, 1270 uit 1531 staat de volgende tekst: "Ende al is 't soo dat niemand geoorloft en ware den voorsz Steden eenich hinder ofte letsel te doen ..., desen niet tegenstaende vele ende diversche Persoonen ... pogen omtrent der selver Steden Vryheden, op te stellen Tapperyen, Backeryen ende diergelijcke, daer door veele onrusten kan van vechten ende dootslagen gebeuren." Een 'tapperij' of 'tappersnering' was, evenals een koffiehuis, logement en herberg, een lokaliteit waar bier, wijn of sterke drank werd geschonken wat weleens tot moord en doodslag scheen te leiden. Een tapper was dus iemand die een tapperij bestierde, doch later werd het woord ook gebruikt als synoniem voor slijter.

Over Speelhuizen

Een betekenis die het WNT geeft bij het lemma 'speelhuis' is als volgt: "Een inrichting waar des avonds en des nachts muziek gemaakt wordt en waar lichte vrouwen verkeeren; musico, nachtcafé, nachthuis." Middelburg kende rond 1820 het speelhuis De Gouden Kan dat werd uitgebaat door Baaltje van der Os, haar toenmalige echtgenoot Jan Cikardie was er kastelein - hij opende later Het Gorinchemse Veerhuis .

Over Herbergen

Herberg is de benaming voor een bedrijf dat tegen betaling de mogelijkheid tot eten, drinken en overnachten biedt. Hedendaagse overnachtingsaccommodaties worden gewoonlijk echter niet herberg genoemd, maar hotel of pension. Het woord herberg duidt meestal op de eenvoudige hotels uit vroeger tijden. Het woord herberg komt van her (= heer, leger) en berg (= bergplaats). In het Frans is het woord overgenomen en bekend als auberge. Herbergen waren meestal gevestigd op plaatsen waar veel reizigers langs kwamen. Ze beschikten meestal over stallen voor de paarden vanruiters en (post)koetsen. Vaak kon hier ook van paarden worden gewisseld. De wachttijd werd door de reizigers gebruikt om iets te nuttigen. Een stal waar men met koets en al naar binnen kon wordt wel een doorrit genoemd. Herbergen bestonden uit een gelagkamer, waar gegeten en vooral gedronken werd. Daarnaast was er een ruimte waar geslapen kon worden. Meestal geen aparte kamers maar een gemeenschappelijk vertrek. Naarmate mensen welvarender werden, werden wel aparte kamers ingericht wat uiteindelijk resulteerde in speciaal daarvoor gebouwde voorzieningen, namelijk hotels. De beheerder van een herberg wordt waard of herbergier genoemd. Bron: Wikipedia

Over Middelburgse herbergieren als tussenpersoon in de makelaardij
"Met betrekking tot Middelburg weten we dat gasten ener herberg, waarin een vrouw 'gasterie' hanteerde, verplicht waren zich uit de schepenen (wet) iemand tot waard te kiezen, die hen dan in rechte vertegenwoordigde. De Middelburgse keur zegt verder, dat de herbergierster in dat geval toch haar aandeel in de 'makelaerdie' ontving. Naar het schijnt trad ze derhalve niet persoonlijk als makelaarster op, maar de profijten der makelaardij mochten haar toch niet ontgaan."

De Taverne van de Haring
"De herberg als definitie is in eerste instantie een samenstelling van woorden. Heer en berg, uit herberg, verwezen naar respectievelijk krijgsmacht en het bergen (beschutten) van troepen. Het woord zou dus eigenlijk betekenen: een veilig soldatenkwartier of legerplaats. Op den duur kreeg het woord een meer algemene betekenis en kende men het als ‘een plaats of verblijf waar men huisvesting vindt’. 179 Zowel in de steden, maar ook buiten de stadsmuren (zie het hier bovenstaande voorbeeld van Leiden), waren de herbergen voor inwoners en passanten goed te onderscheiden van gewone huizen of winkels. De gevels werden versierd met uithangborden, waar de naam van het etablissement of van de eigenaar op getekend was. Middelburg kende onder andere de Taverne du Hareng (taverne van de haring) en Auberge des trois Cygnes (herberg van de drie zwanen)."


Over Logementen

Het WNT geeft de volgende betekenis voor het woord 'logement': "Een huis waar men tegen betaling tijdelijk verblijf en gewoonlijk ook voeding kan bekomen. Sedert meer dan een eeuw de gewone betekenis; thans bepaaldelijk voor inrichtingen van eenvoudigen aard: voor meer deftige bezigt men hotel, terwijl het synoniem herberg nu gewoonlijk een drinkgelegenheid van minder allooi aanduidt." Op 16 april 1896 wordt in het Staatsblad een wet gepubliceerd die refereert aan 'Eene sociëteit, logement, koffiehuis of andere inrichting tot het gebruik van spijzen of dranken tegen betaling.'

Onderzoek leert dat men in de 17e- en 18e eeuw lokaliteiten en hun uitbaters vaak willekeurig van een naam voorzagen. In gemeenteregisters wordt een zelfde zaak binnen een bepaald tijdsbestek nu eens koffiehuis genoemd en dan weer logement. Hetzelfde geldt voor de uitbaters ervan: herbergier, koffiehuishouder, logementhouder of tapper; de beroepsaanduidingen voor vaak dezelfde worden door elkaar gebruikt. Het lijkt op begripsverwarring, maar dat is het niet, men noemde en hernoemde zaak en beroepsaanduiding naar believen of de waan van de dag.

Over Hotels

Sinds ongeveer het midden van de 18e eeuw komt het begrip 'hotel' meer en meer in het taalgebruik voor. Het WNT oppert dat het ontleend is aan de Engelse betekenis en dat het door het moderne (sic) reizigersverkeer ook in Nederland bekend en gebruikelijk is geworden. Het WNT stelt tevens dat een hotel de naam voor een logement is "en wel meer bepaald voor zulk een dat uitmunt door (of aanspraak wil doen gelden op den titel van) voornaamheid." Gaandeweg werden de begrippen 'logement' en 'herberg' vervangen door het begrip 'hotel'.

Over Restaurants

Het WNT geeft de volgende, glasheldere definitie over het begrip 'restaurant': "Gelegenheid waar men, tegen betaling, warme en koude spijzen alsmede dranken kan nuttigen en waar personeel aan tafel bedient; onderscheiden van eethuis, dat meestal kleiner en beperkter, en cafetaria, dat meestal goedkooper, minder exclusief van opzet is." Calisch geeft in 1864 aan dat er naast restaurants tevens café-restaurants, opentafels en koffiehuizen bestaan. In de Middelburgse horeca zie je de nieuwe terminologie soms haar intrede doen, zo heet het legendarische Kanaalzicht op enig moment plots 'Restaurant De Pauw'.