Middelburg Dronk

Het Prinsenlogement

Een logement dat tussen 1254 en 1814 gevestigd was op het Abdijplein in Middelburg - een opvolger van de Onze Lieve Vrouwe Abdij en een voorloper van Het Nederlandsch Logement dat vanaf 1830 op een andere locatie op het plein lag. Dat pand ging verloren tijdens het bombardement van mei 1940 en kreeg na de wederopbouw een andere functie. Elders op het plein kwam er wel een café-restaurant voor terug: De Abdij (1).

Geschiedenis

1254
Justinus Linthout

Rond 1254 wordt een onderkomen voor de Graaf van Holland en Zeeland gebouwd dat de naam Het Prinsenlogement krijgt. Justinus of Justus Linthout (zeeuwengezocht [1] is in 1669 herbergier in het Prinsenlogement (zie ook Bijzonderheden). In 1814 vervalt de horecafunctie van het pand, want in dat jaar wordt het de woning van de CdK - de woning bevat wel kamers die gereserveerd zijn voor de leden van het Oranjehuis

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Het_Prinsenlogement/fotos

Naamgeving

Eigenaars

Bijzonderheden

  • Uit een folder van de Provincie Zeeland:
    Komend vanuit Antwerpen vestigde zich in 1127 een groep Norbertijnen in Middelburg en stichtte daar de "Onze Lieve Vrouwe Abdij", ook wel bekend als de "Sint Nicolaas Abdij" (naar de beschermheilige van de belangrijkste inwoners van Middelburg, de kooplieden). Rond 1254 werd aan de noordwestzijde van de "Nederhof" (het Abdijplein) een onderkomen voor de Graaf van Holland (en Zeeland) gebouwd. Het was een flink complex, want al bezocht de graaf de Abdij niet vaak, àls hij kwam, nam hij een uitgebreide hofhouding mee... De prachtlievende Nicolaas de Castro, abt-bisschop, zetelend in de Abdij, liet tijdens zijn bewind (1561-1573) het oude logement afbreken; het nieuwe pand nam de hele westzijde van het Abdijcomplex in beslag. In 1574 viel Middelburg in handen van Prins Willem van Oranje; de Norbertijnen verlieten hun Abdij die ruim vier eeuwen een middelpunt was van geestelijke cultuur, kennis en - niet te vergeten - wereldlijk bestuur in Zeeland. Middelpunt van gezag De traditie van middelpunt van gezag werd voortgezet door de nieuwe orde van bestuurders, de Staten van Zeeland. Ze namen de Abdij in bezit en stonden haar niet meer af, tot de dag van vandaag. De uitgeweken Middelburgse Norbertijnen deden vanuit Vlaanderen nog een poging om tenminste een vergoeding voor hun bezittingen te krijgen. Tijdens het twaalfjarig bestand in de 80-jarige oorlog arriveerde hierover bij de Staten van Zeeland een brief; voor zover bekend is deze nooit beantwoord...



Willem van Oranje heeft dikwijls gebruik gemaakt van het logement. Hij kwam er vaak in de periode tussen 1574 en 1582, hoofdzakelijk in verband met de oorlogvoering en de bestuurlijke situatie. Ook zijn zoon Prins Maurits gebruikte het logement vaak (tussen 1588 en 1616), vooral in verband met de oorlog in Vlaanderen. Van 1585 tot 1588 kon Maurits het gebouw niet gebruiken, omdat er toen iemand woonde die met grote bevoegdheden vanuit Engeland was gekomen, de Graaf van Leicester. Stadspaleis Rond de wisseling van 16e en 17e eeuw onderging het complex een representatieve verfraaiing op last van de Staten van Zeeland. Ten behoeve van het logement liet men een collectie wandtapijten vervaardigen, met als thema de strijd van de Zeeuwen te water tegen de Spanjaarden. Deze unieke tapijtencollectie is geheel bewaard gebleven en nu te bezichtigen in het Zeeuws Museum. Ook werd nieuw meubiliar aangeschaft. Zo werd het prinsenlogement omgetoverd tot een klein stadspaleis. In de jaren 1625 tot 1644 maakten Frederik Hendrik en zijn echtgenote gebruik van het logement. Na het stadhouderloos tijdperk (voor Zeeland van 1650 tot 1668) logeerde Prins Willem III in de winter van 1672/1673 enkele malen in "zijn" onderkomen. 't Was weer vanwege oorlog: deze keer met Engeland en Frankrijk. In 1684 was hij er nogmaals en in 1688 voor het laatst - hij vertrok toen naar Engeland. Tot het gebruik van het logement door stadhouders kan men ook de bewoning door Willem van Nassau Odijk, vertegenwoordiger van Willem III als eerste Edele in de Staten van Zeeland in de periode 16731702 rekenen.

Willem IV verbleef in het logement in mei 1747; Willem V maakte gebruik van de stadhouderlijke vertrekken in 1766 en 1786. Bijzondere bezoekers van het Prinsenlogement zijn terug te vinden in het dagboek van de Middelburgse burgemeester Jacob Hendrik Schorer. Volgens Isaak Tirion in de Beschryving van Zeeland (1751) werd het in 1653 het 'Logement der Afgezondenen van de Steden Zierikzee, Goes en Tholen ter Staatsvergaderinge van Zeeland'. Voor die tijd waren de Afgezondenen gehuisvest in 't Huis de Hooge Deure op de Groote Mrkt. Tirion vermeldt verder dat het logement vrijdom had van 's Lands Impost van twaalf Oxhoofden wijn en vier en twintig Tonnen Bier, naast een toeleg van Turf en Kaarssen. Alleen de Afgezonden mochten van het logement gebruik maken. Tenslotte merkt Tirion nog op dat de Huizing thans (1751) het Heerenlogement is.

Op 1 augustus 1809 arriveerden Engelse troepen op het Abdijplein, onder leiding van lord Chattham. "Hij trad in 't huis in de Abdij, over drie maanden door den koning van Holland bewoond". (De koning van Holland was Lodewijk Napoleon). En op woensdag 9 mei 1810 kreeg Middelburg wel zeer hoog bezoek: keizer Napoleon Bonaparte en zijn echtgenote. Zij logeerden - aldus Schorer - in 't Paleis in de Abdij, dat zeer goed "gemeubleerd" was. Anderen uit het gevolg van de keizer (de koning en koningin van Westfalen en de onderkoning van Italië) werden elders in de stad ondergebracht. Toen Nederland in 1814 een koninkrijk werd, kreeg het Prinsenlogement een dubbele functie: woonhuis van de Commissaris des Konings èn er werden koninklijke vertrekken ingeruimd. Bekend is dat bijvoorbeeld Koningin Wilhelmina vrij vaak van haar "Abdijwoning" gebruik heeft gemaakt. Sinds een aantal jaren heeft het Prinsenlogement vaste noch tijdelijke bewoners. Het provinciaal bestuur gebruikt het voor ontvangsten en andere representatieve doelen. Op de keper beschouwd hebben degenen wie het logement eeuwenlang ter beschikking stond er slechts beperkt gebruik van gemaakt, maar dat kon niet anders omdat Zeeland nu eenmaal niet de residentie was. Maar figuurlijk gesproken, liggen in dit gebouwencomplex de voetstappen van vele groten uit de geschiedenis der Lage Landen.

  • In de Handschriften Verzameling 16 staat op 25 maart 1669: Justinus Linthout herbergier in 't Heerenlogement in de Abdij en Abraham Helt een Jood die Christen is geworden - dat laatste is enigszins cryptisch, maar Helt zal wel een gast in het logement zijn geweest. Wellicht bestaat er een familierelatie tussen Justinus Linthout en Biateris Linthout uit de De Florentijnsche Lelie
  • Peter Bolderman (Provincie Zeeland) schrijft: "Het Prinsenlogement was ooit de ambtswoning van de Commissaris v/d Koningin. Hij mocht er gratis wonen, maar moest wel zelf de stookkosten betalen. Die waren zo hoog dat het voor CdK Boertien voordeliger was om een bungalow in Veere te laten bouwen. Het wordt nu gebruikt voor diners e.d. Op de foto hierboven het afscheid van de Ondernemingsraad van de Provincie in mei 2012".

Mooie verhalen

Der Keerlen God

In 1256 wordt Floris de Vijfde Graaf van Holland en Zeeland, maar aangezien hij nog maar 2 jaar oud is, wordt zijn oom Floris - Floris de Voogd - regent. Floris de Voogd wil de politieke toestand in Zeeland voor langere tijd regelen en vaardigt korte tijd later de zogenaamde Zeeuwse Keur uit. De Zeeuwse Keur bevat 70 artikelen waarin o.a. sprake is van misdaad en straf, en tevens bevat de keur een aantal artikelen inzake erfrecht. Floris V is in 1266 meerderjarig en wordt dan daadwerkelijk Graaf van Holland en Zeeland. Twintig jaar later komt Floris V - dan bijgenaamd Der Keerlen God - in moeilijkheden, maar in 1290 wordt het pas echt een probleem. De Zeeuwse adel vindt dat Floris teveel ingrijpt in de Zeeuwse rechtspleging en de feodale verhoudingen. Hij heeft nogal vaak en veel bezittingen geconfisqueerd en men is ook bijzonder gegriefd over het feit dat Floris herhaaldelijk, wanneer er geen manlijke opvolging was, ten onrechte dochters van de feodale opvolging had uitgesloten om zodoende al de vrij gekomen goederen zelf te kunnen inpikken. Het kwaad is geschied en Gwijde van Dampierre zette samen met een groot deel van de Zeeuwse adel de aanval in en belegert Middelburg in april 1290. Floris stuurt zijn Vlaamse echtgenote Beatrijs en hun zoon naar de stad om het moreel tijdens de belegering hoog te houden. Op 19 mei 1290 stopt de belegering en wordt er een verdrag gesloten tussen beide partijen. Zijn geschillen met de Zeeuwse adel worden voorgelegd aan commissie van drie zogenaamde scheidslieden en die bepalen dat hij een nieuw keur moet uitvaardigen, omdat hij zich niet aan de bepalingen van de oude heeft gehouden. Floris belooft dat te zullen doen, doch doet het niet wat de Zeeuwse adel weer op scherp zet en dat leidt tot een nieuwe opstand in 1292. De Zeeuwse adel delft een jaar later het onderspit en onderwerpt zich aan Floris. Hij heeft niet tot in lengte van jaren van een biertje in het Prinsenlogement kunnen genieten, want Floris V wordt op 27 juni 1296 in het Muiderslot vermoord.

Bron: Floris V, Prof. Dr. F.W.N. Hugenholtz (De Haan, Bussum 1974)

Adres en contactgevens

Abdijplein Middelburg

Externe links

Bronnen

  • Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek
  • Folder Provincie Zeeland (PDF)
  • Foto's: Marco Adriaanse en Peter Bolderman