Middelburg Dronk

De Jager

Regel 28: Regel 28:
 
* Tot ca. 1950 stond het café bekend als [[Het Zeeuws Koffiehuis]]. Het Zeeuws Koffiehuis zat ook al op de Rouaansekaai rond 1900. In die tijd zat J. Gabrielse in de zaak.
 
* Tot ca. 1950 stond het café bekend als [[Het Zeeuws Koffiehuis]]. Het Zeeuws Koffiehuis zat ook al op de Rouaansekaai rond 1900. In die tijd zat J. Gabrielse in de zaak.
 
==Mooie verhalen==
 
==Mooie verhalen==
 +
===Loonzakjes van de Vitrite===
 +
Jan-Willem Antheunisse herinnert zich dat in café De Jager ook altijd veel medewerkers van de Vitrite kwamen, zeker op de dagen dat de lonen werden uitbetaald. Door een deel van hun salaris te verzuipen kwamen sommige arbeiders thuis echter wel in de problemen. Als moeder de vrouw zag dat de bekende Vitrite-enveloppe al was aangebroken wist ze hoe laat het was. De Jager bedacht gelukkig een oplossing voor dit probleem. Onder de toog bewaarde hij een voorraad enveloppen die niet van de originelen van de fabriek te onderscheiden waren. Na het afrekenen van de slemppartij werd het resterende bedrag gewoon in zo'n nieuwe enveloppe gedaan, zodat vader zijn echtgenote kon wijsmaken dat hij niet bijster veel verdiend had, die week. Dat was nog eens service.
 
===Niet vloeken===
 
===Niet vloeken===
 
Rob van Hese vertelt: In deze zaak was het ten strengste verboden te vloeken. Als je al een paar consumpties had genuttigd was het de kunst om dat dan toch te doen, zodat je de deur werd gewezen. Betalen was dan niet meer aan de orde. Perfect.
 
Rob van Hese vertelt: In deze zaak was het ten strengste verboden te vloeken. Als je al een paar consumpties had genuttigd was het de kunst om dat dan toch te doen, zodat je de deur werd gewezen. Betalen was dan niet meer aan de orde. Perfect.

Versie van 11 sep 2012 om 01:35


De Jager
Locatie Rouaansekaai
Periode 1930-1940
Eigenaar J.A. de Jager
F.A. de Jager
Voorganger Het Zeeuws Koffiehuis


Cafe de Jager Rouaansekaai 1937.jpg

Beschrijving

Café, gelegen aan Rouaansekaai 115, rond 1937. Verhuisde na de oorlog naar Rouaansekaai 53. een opvolger van Het Rotterdamsch en Goesch Veerhuis, Bal en Het Zeeuws Koffiehuis.

Geschiedenis

J.A. de Jager zit in 1937 in café De Jager, toen nog gevestigd op het adres Rouaansekaai G 115. In 1952 verhuist het café naar het adres Rouaansekaai 53. In dat jaar overlijdt Jozias Adriaan de jager op 71-jarige leeftijd en neemt zijn zoon Frans Adriaan de Jager (bijgenaamd Sas) de zaak over. De echtgenote van Jozias en moeder van Frans, Huberdina de Jager-Cornelisse, overlijdt in 1973 op 91-jarige leeftijd en sinds die tijd gaat het bergafwaarts met Sas die steeds depressiever wordt tot hij tenslotte in 1976 een eind aan zijn leven maakt - hij werd 61 jaar.

Foto's

Meer foto's zijn te vinden op De_Jager/fotos.


Naamgeving

Genoemd naar de eigenaar - zie ook naam op de afbeelding. Het café stond bij velen bekend als 'Het Jagertje'.

Eigenaars

  • J.A. de Jager 1937-1952
  • F.A. de Jager 1952-1976

Bijzonderheden

  • Tot ca. 1950 stond het café bekend als Het Zeeuws Koffiehuis. Het Zeeuws Koffiehuis zat ook al op de Rouaansekaai rond 1900. In die tijd zat J. Gabrielse in de zaak.

Mooie verhalen

Loonzakjes van de Vitrite

Jan-Willem Antheunisse herinnert zich dat in café De Jager ook altijd veel medewerkers van de Vitrite kwamen, zeker op de dagen dat de lonen werden uitbetaald. Door een deel van hun salaris te verzuipen kwamen sommige arbeiders thuis echter wel in de problemen. Als moeder de vrouw zag dat de bekende Vitrite-enveloppe al was aangebroken wist ze hoe laat het was. De Jager bedacht gelukkig een oplossing voor dit probleem. Onder de toog bewaarde hij een voorraad enveloppen die niet van de originelen van de fabriek te onderscheiden waren. Na het afrekenen van de slemppartij werd het resterende bedrag gewoon in zo'n nieuwe enveloppe gedaan, zodat vader zijn echtgenote kon wijsmaken dat hij niet bijster veel verdiend had, die week. Dat was nog eens service.

Niet vloeken

Rob van Hese vertelt: In deze zaak was het ten strengste verboden te vloeken. Als je al een paar consumpties had genuttigd was het de kunst om dat dan toch te doen, zodat je de deur werd gewezen. Betalen was dan niet meer aan de orde. Perfect.

Hij ging onder zijn pet zitten

Over de laatste eigenaar gaat het verhaal dat hij het op een gegeven moment niet meer zag zitten, en daarom een einde aan zijn leven maakte. Of zoals een Middelburger het vertelde: "Die gooide zijn pet in het water en ging eronder zitten". Bert Gerestein vult aan: " In café 't Jagertje aan de Rouaansekaai mocht niet gevloekt worden. Er stond geen biertap; er werden uitsluitend flesjes verkocht. Maximaal twee, want de kroegbaas had ook een hekel aan dronkenschap. Het café fungeerde tot begin jaren zestig als waladres voor beurtschippers. Sleper Koppejan uit 't Bijltje leverde er nogal eens pakketten af. Diens zoon Adrie (Andries) is auteur van twee boeken over de Zeeuwse beurtvaart die ik uitgaf, 'Sturen en turen' (2002) en 'De Blikken Motor' (2008). De kroegbaas van 't Jagertje was een zwaarmoedige man. Hij heeft zich begin jaren zeventig verdronken in het water aan de Dwarskaai, of de Rouaansekaai. Mijn latere zwager Klaas-Jan de Vries was op de fiets op weg naar school toen hij het lichaam in het water zag drijven. Hij peddelde totaal ontredderd terug naar huis, waar zijn moeder de politie belde. Mijn herinneringen aan 't Jagertje dateren uit begin jaren zeventig. Maar men zal begrijpen dat ik er niet zo vaak kwam."

Kees van Tol en Pietje Puk

Kees van Tol en Pietje Puk waren in de jaren '30-'40 geregelde klanten van het vooroorlogse café De Jager. Daniël Jac. Schuilwerve haalt in zijn Verhalen rond de Lange Jan 1936-1940 op een smakelijke manier jeugdherinneringen op. Hij heeft het ook over de in de Bellinkstraat wonende Kees van Tol, een opkoper van allerlei rommel die vervolgens per handkar werd uitgevent. Schuilwerve vertelt: "Passeerde Kees van Tol echter een kroeg dan was het wel gebeurd met de koopman. Hij liet zijn handkar met handel voor wat het was en stapte met dorstige keel op de tapkast af, want als Kees ook maar even dacht dat hij dorst had dan zou en moest die gelest worden. In het dorstlessen was hij een specialist en kon daar echt even voor gaan zitten en nam dan de koppige dranken uit Schiedam tot zich. Als toevallig Krelis binnen kwam laveren, Krelis Pietje Puk die als muzikant met een klein draaiorgeltje in zijn dagelijks onderhoud voorzag dan was de boot pas goed aan. Die twee lieten de kastelein handen te tekort komen om het inschenken bij te benen en Krelis bespeelde het orgeltje. Kees van Tol vond dat prachtig en hoe gezelliger het in de kroeg werd des te meer dorst begon hij te krijgen. de mensen die Kees met de straffe drankjes, die hij moeiteloos achterover naar binnen keilde alsof het karnemelkse pap was gadesloegen, dachten soms weleens dat Kees een loden pijp in zijn slokdarm had zitten. Een kwade dronk had Kees niet, hij had veel weg van een hossende carnavalsvierder. Als tegen sluitingstijd de alcohol hem zover bedwelmd had dat hij de de Bellinkstraat niet meer kon vinden dan kwam het weleens voor dat hij luid snurkend op zijn handkar tussen zakken en vodden zijn roes uitsliep."

Afbeeldingen Kees van Tol en Pietje Puk


Adres en contactgevens

Rouaansekaai 115, later 53.

Externe links

Bronnen

Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland.
Afbeeldingen: http://ansichtkaarten.delcampe.net en Beeldbank Zeeland.
Bron Foto:Geschiedenis Zeeland
2e foto: Beeldbank Zeeland, Record 19475
3e: Krantenbank Zeeland
Collectie Zeeuws Archief

  • Foto Kees van Tol en Pietje Puk: Kent u ze nog... de Middelburgers (Europese Bibliotheek - Zaltbommel 1972)
  • Tekening Kees van Tol: Verhalen rond de Lange Jan 1936-1940 "Van Zeeuwse komaf" van Daniël Jac. Schuilwerve, uitgave: Den Boer Middelburg.