Middelburg Dronk

Seventy Seven

k (Mooie verhalen)
k (Mooie verhalen)
Regel 61: Regel 61:
 
De Jodelaar (ene De Vaers uit Koudekerke) was een tijd- en leeftijdsgenoot van Gilles, maar verre van een eiland. Hij bevond zich vrijwel altijd achterin, waar zich in de jaren 70 vaak een Koudekerkse enclave van jonge honden ophield. Die jonge honden spogen er bepaald niet in en waren aan het eind van de avond dikwijls wat moeilijk ter been, doch dit terzijde. De Vaers, altijd getooid met een karakteristiek Tiroler hoedje met een veertje erop, zocht en vond op topografische gronden ''anschluss'' (cursief) bij de enclave en had het zicht- en hoorbaar naar zijn zin. Terwijl Gilles’ glimlach steeds breder werd naarmate de glazen vorderden, projecteerde zich dit bij de Jodelaar in een toenemend stemvolume. Hij jodelde steeds harder, soms zelfs zo hard dat het de muziek overstemde. Deze mannelijke pendant van Olga Lowina deed, niet tot ieders genoegen, zijn bijnaam eer aan, maar als het Lies of Cees te veel werd, was zijn liedje uitgezongen en jodelde hij zichzelf de deur uit.     
 
De Jodelaar (ene De Vaers uit Koudekerke) was een tijd- en leeftijdsgenoot van Gilles, maar verre van een eiland. Hij bevond zich vrijwel altijd achterin, waar zich in de jaren 70 vaak een Koudekerkse enclave van jonge honden ophield. Die jonge honden spogen er bepaald niet in en waren aan het eind van de avond dikwijls wat moeilijk ter been, doch dit terzijde. De Vaers, altijd getooid met een karakteristiek Tiroler hoedje met een veertje erop, zocht en vond op topografische gronden ''anschluss'' (cursief) bij de enclave en had het zicht- en hoorbaar naar zijn zin. Terwijl Gilles’ glimlach steeds breder werd naarmate de glazen vorderden, projecteerde zich dit bij de Jodelaar in een toenemend stemvolume. Hij jodelde steeds harder, soms zelfs zo hard dat het de muziek overstemde. Deze mannelijke pendant van Olga Lowina deed, niet tot ieders genoegen, zijn bijnaam eer aan, maar als het Lies of Cees te veel werd, was zijn liedje uitgezongen en jodelde hij zichzelf de deur uit.     
 
* '''De Dreigsuri'''
 
* '''De Dreigsuri'''
Zeker in de beginjaren van de stamhut werd er zo links en rechts weleens een klapje uitgedeeld. Als het kermis was, waren er vechtpartijen die men zou kunnen rubriceren onder het lemma ´hoekse en kabeljouwse twisten´ met de toevoeging ´Zeeuwse variant’. Dit betrof historische confrontaties tussen ruig vissersvolk uit het wingewest Arnemuiden en Molukse jongens die niet onwelwillend het strijdperk betraden. Het strijdperk was in die tijd vreemd genoeg vaak De Helm – waar trouwens nogal wat meisjes, bij gebrek aan een bed, een staande ovatie kregen – doch in Sev had dan het inleidende baltsgedrag plaats. Vrij naar Von Clausewitz zou je in deze kunnen stellen, dat oorlog slechts een voortzetting van de geschiedenis is met andere middelen.   
+
Zeker in de beginjaren van de stamhut werd er zo links en rechts weleens een klapje uitgedeeld. Als het kermis was, waren er vechtpartijen die men zou kunnen rubriceren onder het lemma ´hoekse en kabeljauwse twisten´ met de toevoeging ´Zeeuwse variant’. Dit betrof historische confrontaties tussen ruig vissersvolk uit het wingewest Arnemuiden en Molukse jongens die niet onwelwillend het strijdperk betraden. Het strijdperk was in die tijd vreemd genoeg vaak De Helm – waar trouwens nogal wat meisjes, bij gebrek aan een bed, een staande ovatie kregen – doch in Sev had dan het inleidende baltsgedrag plaats. Vrij naar Von Clausewitz zou je in deze kunnen stellen, dat oorlog slechts een voortzetting van de geschiedenis is met andere middelen.   
 
Later, midden jaren 70, heeft het ook nog danig gestormd tussen sommige habitués van de stamhut en [[ Bar American ]]. Deze stammenoorlog had meer het karakter van de strijd destijds tussen de ''Pleiners'' en de ''Dijkers'' in Amsterdam of de ''Mods'' en de ''Rockers'' in Engeland. Men zou de oorzaak nu, enigszins eufemistisch, plaatsen onder de noemer culturele verschillen met het saillante detail dat het verschil vooral gestalte kreeg in het merk brommer dat bereden werd: ''Puch'' of ''Tomos'' tegenover ''Zündapp'' of ''Kreidler Floret'' – een waarachtige parallel met de ''Mods'' en de ''Rockers'', die zich successievelijk per scooter of motor verplaatsten. Genoemde culturele verschillen werden verleden tijd na een hartverwarmend gesprek tussen horecapatriarchen Cees Rijn en Cees Petiet.     
 
Later, midden jaren 70, heeft het ook nog danig gestormd tussen sommige habitués van de stamhut en [[ Bar American ]]. Deze stammenoorlog had meer het karakter van de strijd destijds tussen de ''Pleiners'' en de ''Dijkers'' in Amsterdam of de ''Mods'' en de ''Rockers'' in Engeland. Men zou de oorzaak nu, enigszins eufemistisch, plaatsen onder de noemer culturele verschillen met het saillante detail dat het verschil vooral gestalte kreeg in het merk brommer dat bereden werd: ''Puch'' of ''Tomos'' tegenover ''Zündapp'' of ''Kreidler Floret'' – een waarachtige parallel met de ''Mods'' en de ''Rockers'', die zich successievelijk per scooter of motor verplaatsten. Genoemde culturele verschillen werden verleden tijd na een hartverwarmend gesprek tussen horecapatriarchen Cees Rijn en Cees Petiet.     
 
Het gebeurde natuurlijk ook weleens, zij het sporadisch, dat een eenling amok maakte in Sev en vervolgens van een koude kermis thuiskwam. In de tijd dat Jeanette Minnema en Jack Sohilait achter de bar stonden liep er zo’n type rond dat constant op voet van oorlog met de wereld leek te zijn. Hij uitte zijn ongenoegen door, naast links en rechts wat klanten, het personeel met hel en verdoemenis te dreigen. Dat was Cees ter ore gekomen en hij zei tegen de onverlaat dat deze niet langer welkom in zijn zaak was. De man nodigde Cees stante pede uit om dan maar mee naar buiten te gaan om de zaak te beslechten. Cees vertelde later dat hij dacht klappen te zullen krijgen, doch eenmaal op de hoek van de Pottenmarkt aangekomen hief de man zijn hand en liet die meteen weer zakken – Cees kreeg, wat hij zelf niet gezien had, rugdekking van een select gezelschap vaste klanten en daar dacht de man het zijne van. En die man kreeg, om verklaarbare redenen, de bijnaam De Dreigsuri – waarvan akte.
 
Het gebeurde natuurlijk ook weleens, zij het sporadisch, dat een eenling amok maakte in Sev en vervolgens van een koude kermis thuiskwam. In de tijd dat Jeanette Minnema en Jack Sohilait achter de bar stonden liep er zo’n type rond dat constant op voet van oorlog met de wereld leek te zijn. Hij uitte zijn ongenoegen door, naast links en rechts wat klanten, het personeel met hel en verdoemenis te dreigen. Dat was Cees ter ore gekomen en hij zei tegen de onverlaat dat deze niet langer welkom in zijn zaak was. De man nodigde Cees stante pede uit om dan maar mee naar buiten te gaan om de zaak te beslechten. Cees vertelde later dat hij dacht klappen te zullen krijgen, doch eenmaal op de hoek van de Pottenmarkt aangekomen hief de man zijn hand en liet die meteen weer zakken – Cees kreeg, wat hij zelf niet gezien had, rugdekking van een select gezelschap vaste klanten en daar dacht de man het zijne van. En die man kreeg, om verklaarbare redenen, de bijnaam De Dreigsuri – waarvan akte.

Versie van 16 aug 2011 om 10:51


Seventy Seven
Locatie Markt
Periode 1970-1980
Eigenaar Cees Rijn
Voorganger De Koophandel


Logo2.jpg

Beschrijving

Seventy Seven (in de volksmond: 'Sev') is een druk bezocht bruin café (een 'pijpenla') aan de Middelburgse Markt. Er komt zowel jong als oud publiek. De kroeg staat bekend om de goede koffie, de puike tosti's, de uitzinnige kerstavonden en de afwisselende maar vaak lekker stevige muziek. Seventy Seven is voortgekomen uit de De Koophandel, voor 1887 heette het Rozenboom.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op: Seventy_Seven/fotos.


Geschiedenis

Op donderdag 2 juli 1970 werd Seventy Seven om 20.00 uur officieel geopend. De advertentie uit de PZC geeft aan dat de zaak eigendom is van Daan en Bep Bruinooge-Bazen. Daan Bruinooge had zijn sporen al verdiend in de Vlissingse horeca, waar hij o.a. Atlanta en Het Beursgebouw uitbaatte. Aangezien Daan op korte termijn wethouder van de Gemeente Vlissingen zou worden – en nog later gedeputeerde van de Provincie Zeeland – verkocht hij zijn horecazaken en zo werd Ad van de Woestijne (echtgenoot van Daan’s zus Wilma) eigenaar van Sev – Daan heeft eigenlijk maar een korte periode daadwerkelijk in de kroeg gezeten.

Ik kan me die donderdagavond nog goed herinneren, Peter Falk (ook wel Duitse Peter genoemd) stond aan de deur en je moest kunnen aantonen dat je 16 jaar of ouder was anders mocht je niet binnen. De zaak zag er toen wel een beetje anders uit. De entree was op de plaats waar nu het rookhok is en zomers ging het grote raam – dat weggehaald is toen het ‘binnenterras’ werd gerealiseerd – open; het raam kon via een rails naar binnen worden geklapt. Waar nu tafel 1 is stond een pokertafel – eigenlijk een hoge tafel waarin een verzonken ‘dobbelvloertje’ met barkrukken er rond – en tussen de bar en de pokertafel hing een sigarettenautomaat aan de muur.

In het gedeelte waar enige jaren later de achterste bar werd geplaatst stonden tafeltjes en stoeltjes en een tweede pokertafel.. Er was tevens een telefooncel achterin en waar nu de gokkasten staan was de (later verdwenen) trap naar de bovenwoning en stond in die tijd ook een kachel. Tegen de telefooncel (evenwijdig aan de damestoiletten) stond een flipperkast en in die tijd kon je met flipperen nog wat verdienen ook. Ad van de Woestijne beloonde de hoogste score van de week (het ijkpunt was altijd zaterdag om 18.00 uur) met 10 glazen bier of een fles wijn. Verder waren er muurschilderingen van Annemiek van de Woestijne (zus van Ad) die toen op de kunstacademie zat.
Men beleefde soms roerige tijden in die eerste jaren. Er werden zo links en rechts weleens klappen uitgedeeld, maar het was gelukkig niet structureel – Peter Falk heft eigenlijk een relatief korte periode aan de deur gestaan. Het waren ook jaren van feesten, van polonaises in de carnavalstijd en later ook mosselfeesten avant la lettre – Gijs van Vlier (bij wie ik toen werkte) was de grote animator – en dat in de meest brede zin van het woord. Gijs handelde in antiek en oude bouwmaterialen en zo ben ik ’s avonds menigmaal de keuken in gevlucht wanneer hij weer eens bij Sev voor kwam rijden met aanhangwagen vol meubels of plavuizen die stante pede gelost moest worden.

Het werd in die eerste jaren ook de stamkroeg van handbalvereniging EMM – Ad Van de Woestijne heeft de club zelfs nog enige jaren gesponsord – en andere sportverenigingen. Er hebben dan ook heel wat EMM-ers bij Sev gewerkt, zoals Fred van de Weel, Jaap Gesink, Jaap Gelok (de huidige burgemeester van Borssele), Jorien Kamermans, Wim Brandes en ondergetekende. Later werd er ook in kroegverband gevoetbald met als inzet een vat bier dat dan bij de verliezende kroeg soldaat werd gemaakt. Vaak werden die wedstrijden op vreemde locaties (want gratis) gespeeld als het voetbalveld bij Mission to Seamen in het Sloe. In die tijd was er een ‘sterrenteam’ en een ‘drinkteam’ – dat laatste team was het gezelligst, want meestal stond er een krat bier naast het doel ter verfrissing.

Ongeveer een half jaar na de opening kwam Annelies Deurwaarder achter de bar werken nadat ze in De Eendracht enige tijd serveerster was geweest. In 1973 kwam Cees Rijn in Sev werken – Het Wapen van Zeeland(2) , waar hij toen samen met Evelyn in zat, werd dat jaar verkocht. Cees wijzigde de openingstijd van 14.00 naar 11.00 uur en wat later moest zelfs de sluitingsdag, de maandag, eraan geloven – Sev was vanaf toen dagelijks van 11.00 (´s zondags 14.00) tot 01.00 uur geopend - alhoewel het sluitingsuur nog wel eens kon variëren naar gelang de klantdichtheid in relatie tot de gezelligheid. In 1975 naam Cees de zaak van Ad van de Woestijne over en hij is nog steeds eigenaar van de kroeg.

Cees hield , en houdt nog, erg van practical jokes - bij 'mooie verhalen' staat de hurksessie van Louis Lebon al opgetekend, maar er was meer. Op enig moment, Cees stond achter de bar, komt er een meisje binnen met een doos taartjes van banketbakker Rijk van de Pottenmarkt. Ter ere van het zoveel jarig huwelijk van haar ouders had ze taartjes gekocht, maar ze moest nog andere boodschappen dus kon de doos even in de koelkast? "Natuurlijk kan dat", zei Cees, met al een zweem van een glimlach rond de lippen. Het meisje had haar hielen nauwelijks gelicht, of ik ben, op instigatie van Cees, exact dezelfde doos taartjes bij Rijk gaan halen - toen ze terugkwam van haar boodschappen werd ze enthousiast toegeproost met koffie en taartjes. Ze ontplofte bijna en zei tegen Cees dat ze, zeker als vaste klant, zo'n behandeling niet verwacht had en wat haar ouders daar wel niet van moeten denken. Breed glimlachend haalde Cees, de onschuld zelve, haar doos met taartjes uit de koelkast - zij kon er niet echt om lachen.

Zoals het interieur in de loop der veranderde, veranderde ook de structuur van de clientèle. Natuurlijk bleven de ‘oude rupsen’ (locatie hoek voorste bar en/of tafel 1) tot op de dag van heden komen – bij het beachvolleybal dat op de Markt georganiseerd werd sloegen ze en groupe jaren de bal over het net onder de naam ‘Ouwe Sannie’ – maar de generaties scholieren volgden elkaar niet meer zo vanzelfsprekend op als voorheen. Er zijn jaren geweest dat op vrijdagmiddag de schooltassen tot aan het plafond leken opgetast, maar midden jaren 90 ebde dat langzaam weg en verplaatste het zich naar Bar American en, meer nog, Nationaal . Sinds de Roosevelt Academy in town is, werd die traditie weer een beetje in ere hersteld, hoewel het gelag later plaatsheeft en de schooltassen het hoge niveau van weleer niet halen.

Naamgeving

Het café is te vinden op Markt 77 te Middelburg.

Eigenaars

  • Ad van de Woestijne (1970-1974)
  • Cees Rijn (1974-heden) Hij kocht de zaak weer van Daan Bruinooge die in de Vlissingse politiek was beland en niet wilde dat zijn horecabezit zijn carrière daar in de weg zou staan.

Bijzonderheden

  • Sinds 2010 is er gratis WiFi in de zaak, maar het wachtwoord krijg je natuurlijk niet zomaar
  • Iedere donderdag, vrijdag en zaterdag pelpinda's op de bar, al vele jaren.
  • De achterbar is een stuk lager dan de voorbar.
  • De kroeg heeft het kleinste rookhok van Middelburg en er is eigenlijk niemand die daar nog van opkijkt.
  • NIET aan de lampen boven de bar zitten! Vraag de barman of -vrouw.
  • Die rare houten cilinder boven de bar bevat een paar honderd cd's. Zeggen ze.
  • Als de barmedewerkers zeggen dat "ze een bepaald muziekje niet hebben" ("die cd heeft Joyce opgeruimd") liegen ze. Bovendien beschikt de zaak inmiddels over een iPad met YouTube, je weet zelf.
  • Als je wilt weten of er iets te doen is in de stad kun je even op de muur in Sev. kijken. Concertposters worden opgeruimd door ze met een nietpistool aan de wand te nagelen. Ook andere dingen worden met het nietpistool opgeruimd en -soms- bij elkaar gehouden.
  • Kranten en tijdschriften in overvloed, wat ik je brom. Dat is fijn, bij lekkere koffie.
  • Die levensgrote neonletters van Heineken op de gevel zijn....ach, vraag de barman of -vrouw.

Personeel

Bob Roosdorp
Lennert Oosterling
Eefje van den Berg
Bekijk de volledige lijst met personeel op de volgende subpagina

Mooie verhalen

Meer mooie verhalen over Seventy Seven zijn te vinden op Seventy_Seven/mooieverhalen.

  • Gilles en de Jodelaar

Gilles was een ancien van het eerste uur in de stamhut – wellicht was hij al klant bij de Bult in De Koophandel en is hij na de wisseling van de wacht gewoon klant gebleven. Enfin, Gilles was vanaf die eerste jaren zichzelf een eiland, een schuwe man die in stilte zijn biertje dronk en verder met bijna niemand communiceerde. Bijna niemand, doch wel met Lies, die hij op den duur een verlegen glimlach schonk wanneer hij met bedeesde stem nog een glas bier bestelde. Een ietwat fragiele vorm van communicatie, maar het was tenminste iets en die glimlach verbreedde zich naarmate de glazen bier toenamen. Soms probeerde men Gilles te dollen, wat beantwoordt werd met een blik van een dusdanige gewijde leegheid, dat men het verder wel uit zijn hoofd liet. Over hoofden gesproken, Gilles droeg vaak iets op zijn hoofd. Tegenwoordig zie ik hem vaak lopen met een alpinopet, maar vroeger droeg hij ook weleens een hoofddeksel dat men vroeger een herenpet noemde – dat was een pet die ons zeker niet allemaal paste. Toen Edwin in Sev werkte, kwam Gilles nog regelmatig, nu slechts sporadisch, zoals een vlinder toevallig een raam binnenwaait. Edwin ziet hem tamelijk frequent in de straat en ze groeten elkaar in het voorbijgaan, zij het dat Gilles (thans ver in de zeventig) nog niets aan schuwheid heeft ingeboet. De Jodelaar (ene De Vaers uit Koudekerke) was een tijd- en leeftijdsgenoot van Gilles, maar verre van een eiland. Hij bevond zich vrijwel altijd achterin, waar zich in de jaren 70 vaak een Koudekerkse enclave van jonge honden ophield. Die jonge honden spogen er bepaald niet in en waren aan het eind van de avond dikwijls wat moeilijk ter been, doch dit terzijde. De Vaers, altijd getooid met een karakteristiek Tiroler hoedje met een veertje erop, zocht en vond op topografische gronden anschluss (cursief) bij de enclave en had het zicht- en hoorbaar naar zijn zin. Terwijl Gilles’ glimlach steeds breder werd naarmate de glazen vorderden, projecteerde zich dit bij de Jodelaar in een toenemend stemvolume. Hij jodelde steeds harder, soms zelfs zo hard dat het de muziek overstemde. Deze mannelijke pendant van Olga Lowina deed, niet tot ieders genoegen, zijn bijnaam eer aan, maar als het Lies of Cees te veel werd, was zijn liedje uitgezongen en jodelde hij zichzelf de deur uit.

  • De Dreigsuri

Zeker in de beginjaren van de stamhut werd er zo links en rechts weleens een klapje uitgedeeld. Als het kermis was, waren er vechtpartijen die men zou kunnen rubriceren onder het lemma ´hoekse en kabeljauwse twisten´ met de toevoeging ´Zeeuwse variant’. Dit betrof historische confrontaties tussen ruig vissersvolk uit het wingewest Arnemuiden en Molukse jongens die niet onwelwillend het strijdperk betraden. Het strijdperk was in die tijd vreemd genoeg vaak De Helm – waar trouwens nogal wat meisjes, bij gebrek aan een bed, een staande ovatie kregen – doch in Sev had dan het inleidende baltsgedrag plaats. Vrij naar Von Clausewitz zou je in deze kunnen stellen, dat oorlog slechts een voortzetting van de geschiedenis is met andere middelen. Later, midden jaren 70, heeft het ook nog danig gestormd tussen sommige habitués van de stamhut en Bar American . Deze stammenoorlog had meer het karakter van de strijd destijds tussen de Pleiners en de Dijkers in Amsterdam of de Mods en de Rockers in Engeland. Men zou de oorzaak nu, enigszins eufemistisch, plaatsen onder de noemer culturele verschillen met het saillante detail dat het verschil vooral gestalte kreeg in het merk brommer dat bereden werd: Puch of Tomos tegenover Zündapp of Kreidler Floret – een waarachtige parallel met de Mods en de Rockers, die zich successievelijk per scooter of motor verplaatsten. Genoemde culturele verschillen werden verleden tijd na een hartverwarmend gesprek tussen horecapatriarchen Cees Rijn en Cees Petiet. Het gebeurde natuurlijk ook weleens, zij het sporadisch, dat een eenling amok maakte in Sev en vervolgens van een koude kermis thuiskwam. In de tijd dat Jeanette Minnema en Jack Sohilait achter de bar stonden liep er zo’n type rond dat constant op voet van oorlog met de wereld leek te zijn. Hij uitte zijn ongenoegen door, naast links en rechts wat klanten, het personeel met hel en verdoemenis te dreigen. Dat was Cees ter ore gekomen en hij zei tegen de onverlaat dat deze niet langer welkom in zijn zaak was. De man nodigde Cees stante pede uit om dan maar mee naar buiten te gaan om de zaak te beslechten. Cees vertelde later dat hij dacht klappen te zullen krijgen, doch eenmaal op de hoek van de Pottenmarkt aangekomen hief de man zijn hand en liet die meteen weer zakken – Cees kreeg, wat hij zelf niet gezien had, rugdekking van een select gezelschap vaste klanten en daar dacht de man het zijne van. En die man kreeg, om verklaarbare redenen, de bijnaam De Dreigsuri – waarvan akte.

Adres en contactgevens

Markt 77
4331 LL Middelburg
0118 612206

Externe links

Bronnen

Foto's: Beeldbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek. Record: 69664
Krantenartikelen: Krantenbank Zeeland.
Foto's 11, 12, 13, 14, 15: Jan Simonse, collectie Jan Simonse
Foto's 17, 18, 19: collectie Rob van Hese
Foto 22 t/m 26: Marion