Middelburg Dronk

Seventy Seven

Seventy Seven 1988.jpg
Algemeen
Soort Cafe
Eigenaar Cees Rijn
Adres Markt 77
4331 LL Middelburg
0118-612206
Links
Website.png www.seventy-seven.nl
Facebook‎ Seventy-Seven
Hyves‎ cafeseventyseven
Tijdlijn
Periode 1970-1980
2010-2020
Voorganger(s) De Koophandel
Rozenboom
Gebied
Zie ook Markt

Seventy Seven ('Sev') is een druk bezocht bruin café (een 'pijpenla') aan de Middelburgse Markt. Er komt zowel jong als oud publiek. De kroeg staat bekend om de goede koffie, de puike tosti's, de uitzinnige kerstavonden en de afwisselende maar vaak lekker stevige muziek. Seventy Seven is voortgekomen uit De Koophandel, voor 1887 was Rozenboom in het pand gevestigd.

Geschiedenis

1970
Daan Bruinooge en Ad van de Woestijne

Op donderdag 2 juli 1970 werd Seventy Seven om 20.00 uur officieel geopend. De advertentie uit de PZC geeft aan dat de zaak eigendom is van Daan en Bep Bruinooge-Bazen. Daan Bruinooge had zijn sporen al verdiend in de Vlissingse horeca, waar hij o.a. Atlanta en Het Beursgebouw uitbaatte. Aangezien Daan op korte termijn wethouder van de Gemeente Vlissingen zou worden – en nog later gedeputeerde van de Provincie Zeeland – verkocht hij zijn horecazaken en zo werd Ad van de Woestijne (echtgenoot van Daan’s zus Wilma) eigenaar van Sev – Daan heeft eigenlijk maar een korte periode daadwerkelijk in de kroeg gezeten.

Ik kan me die donderdagavond nog goed herinneren, Peter Falk (ook wel Duitse Peter genoemd) stond aan de deur en je moest kunnen aantonen dat je 16 jaar of ouder was anders mocht je niet binnen. De zaak zag er toen wel een beetje anders uit. De entree was op de plaats waar nu het rookhok is en zomers ging het grote raam – dat weggehaald is toen het ‘binnenterras’ werd gerealiseerd – open; het raam kon via een rails naar binnen worden geklapt. Waar nu tafel 1 is stond een pokertafel – eigenlijk een hoge tafel waarin een verzonken ‘dobbelvloertje’ met barkrukken er rond – en tussen de bar en de pokertafel hing een sigarettenautomaat aan de muur.

In het gedeelte waar enige jaren later de achterste bar werd geplaatst stonden tafeltjes en stoeltjes en een tweede pokertafel.. Er was tevens een telefooncel achterin en waar nu de gokkasten staan was de (later verdwenen) trap naar de bovenwoning en stond in die tijd ook een kachel. Tegen de telefooncel (evenwijdig aan de damestoiletten) stond een flipperkast en in die tijd kon je met flipperen nog wat verdienen ook. Ad van de Woestijne beloonde de hoogste score van de week (het ijkpunt was altijd zaterdag om 18.00 uur) met 10 glazen bier of een fles wijn. Verder waren er muurschilderingen van Annemiek van de Woestijne (zus van Ad) die toen op de kunstacademie zat.
Men beleefde soms roerige tijden in die eerste jaren. Er werden zo links en rechts weleens klappen uitgedeeld, maar het was gelukkig niet structureel – Peter Falk heeft eigenlijk een relatief korte periode aan de deur gestaan. Het waren ook jaren van feesten, van polonaises in de carnavalstijd en later ook mosselfeesten avant la lettre – Gijs van Vlier (bij wie ik toen werkte) was de grote animator – en dat in de meest brede zin van het woord. Gijs handelde in antiek en oude bouwmaterialen en zo ben ik ’s avonds menigmaal de keuken in gevlucht wanneer hij weer eens bij Sev voor kwam rijden met aanhangwagen vol meubels of plavuizen die stante pede gelost moest worden.

Het werd in die eerste jaren ook de stamkroeg van handbalvereniging EMM – Ad Van de Woestijne heeft de club zelfs nog enige jaren gesponsord – en andere sportverenigingen. Er hebben dan ook heel wat EMM-ers bij Sev gewerkt, zoals Fred van der Weel, Jaap Gesink, Jaap Gelok (de huidige burgemeester van Borssele), Jorien Kamermans, Wim Brandes en ondergetekende. Later werd er ook in kroegverband gevoetbald met als inzet een vat bier dat dan bij de verliezende kroeg soldaat werd gemaakt. Vaak werden die wedstrijden op vreemde locaties (want gratis) gespeeld als het voetbalveld bij Mission to Seamen in het Sloe. In die tijd was er een ‘sterrenteam’ en een ‘drinkteam’ – dat laatste team was het gezelligst, want meestal stond er een krat bier naast het doel ter verfrissing.

1975
Cees Rijn

Ongeveer een half jaar na de opening kwam Annelies Deurwaarder achter de bar werken nadat ze in De Eendracht enige tijd serveerster was geweest. In 1973 kwam Cees Rijn in Sev werken – Het Wapen van Zeeland(2) , waar hij toen samen met Evelyn in zat, werd dat jaar verkocht. Cees wijzigde de openingstijd van 14.00 naar 11.00 uur en wat later moest zelfs de sluitingsdag, de maandag, eraan geloven – Sev was vanaf toen dagelijks van 11.00 (´s zondags 14.00) tot 01.00 uur geopend - alhoewel het sluitingsuur nog wel eens kon variëren naar gelang de klantdichtheid in relatie tot de gezelligheid. In 1975 naam Cees de zaak van Ad van de Woestijne over en hij is nog steeds eigenaar van de kroeg.

Cees hield, en houdt nog, erg van practical jokes - bij 'mooie verhalen' staat de hurksessie van Louis Lebon al opgetekend, maar er was meer. Op enig moment, Cees stond achter de bar, komt er een meisje binnen met een doos taartjes van banketbakker Rijk van de Pottenmarkt. Ter ere van het zoveel jarig huwelijk van haar ouders had ze taartjes gekocht, maar ze moest nog andere boodschappen dus kon de doos even in de koelkast? "Natuurlijk kan dat", zei Cees, met al een zweem van een glimlach rond de lippen. Het meisje had haar hielen nauwelijks gelicht, of ik ben, op instigatie van Cees, exact dezelfde doos taartjes bij Rijk gaan halen - toen ze terugkwam van haar boodschappen werd ze enthousiast toegeproost met koffie en taartjes. Ze ontplofte bijna en zei tegen Cees dat ze, zeker als vaste klant, zo'n behandeling niet verwacht had en wat haar ouders daar wel niet van moeten denken. Breed glimlachend haalde Cees, de onschuld zelve, haar doos met taartjes uit de koelkast - zij kon er niet echt om lachen.

Zoals het interieur in de loop der veranderde, veranderde ook de structuur van de clientèle. Natuurlijk bleven de ‘oude rupsen’ (locatie hoek voorste bar en/of tafel 1) tot op de dag van heden komen – bij het beachvolleybal dat op de Markt georganiseerd werd sloegen ze en groupe jaren de bal over het net onder de naam ‘Ouwe Sannie’ – maar de generaties scholieren volgden elkaar niet meer zo vanzelfsprekend op als voorheen. Er zijn jaren geweest dat op vrijdagmiddag de schooltassen tot aan het plafond leken opgetast, maar midden jaren 90 ebde dat langzaam weg en verplaatste het zich naar Bar American en, meer nog, Nationaal . Sinds de Roosevelt Academy in town is, werd die traditie weer een beetje in ere hersteld, hoewel het gelag later plaatsheeft en de schooltassen het hoge niveau van weleer niet halen.

Naamgeving

Het café is te vinden op Markt 77 te Middelburg.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op: Seventy_Seven/fotos.


Eigenaars

  • Daan Bruinooge (1970)
  • Ad van de Woestijne (1970-1974) Zie ook het artikel De Concurrent op Vlissingen Dronk.
  • Cees Rijn (1974-heden) Hij kocht de zaak weer van Daan Bruinooge die in de Vlissingse politiek was beland en niet wilde dat zijn horecabezit zijn carrière daar in de weg zou staan.

Trivia

  • Sinds 2010 is er gratis WiFi in de zaak, maar het wachtwoord krijg je natuurlijk niet zomaar
  • Iedere donderdag, vrijdag en zaterdag pelpinda's op de bar, al vele jaren.
  • De achterbar is een stuk lager dan de voorbar.
  • De kroeg heeft het kleinste rookhok van Middelburg en er is eigenlijk niemand die daar nog van opkijkt.
  • NIET aan de lampen boven de bar zitten! Vraag de barman of -vrouw.
  • Die rare houten cilinder boven de bar bevat een paar honderd cd's. Zeggen ze.
  • Als de barmedewerkers zeggen dat "ze een bepaald muziekje niet hebben" ("die cd heeft Joyce opgeruimd") liegen ze. Bovendien beschikt de zaak inmiddels over een iPad met YouTube, je weet zelf.
  • Als je wilt weten of er iets te doen is in de stad kun je even op de muur in Sev. kijken. Concertposters worden opgeruimd door ze met een nietpistool aan de wand te nagelen. Ook andere dingen worden met het nietpistool opgeruimd en -soms- bij elkaar gehouden.
  • Kranten en tijdschriften in overvloed, wat ik je brom. Dat is fijn, bij lekkere koffie.
  • Die levensgrote neonletters van Heineken op de gevel zijn....ach, vraag de barman of -vrouw.

Personeel

Bob Roosdorp
Lennert Oosterling
Eefje van den Berg
Bekijk de volledige lijst met personeel op de volgende subpagina

Mooie verhalen

Meer mooie verhalen over Seventy Seven zijn te vinden op Seventy_Seven/mooieverhalen.

De Herman die Simon heette

Het waren de jaren van de lange haren, van de kleintjes pils en Willempje Parool (zie ook [1]) die zeer werd begeerd door het Brulaapje - een meisje dat bij vermeende onachtzaamheid van Willempje haar traanklieren wijd opende. We schrijven medio jaren '70, een periode waarin sommigen onder ons iedere barman Herman doopten wat weleens tot verwarring leidde. Cees Rijn had net de stamhut van Ad van de Woestijne (zie [2]) overgenomen en hij kaapte zijn tweede personeelslid - Lies was natuurlijk de eerste - tijdens een nachtelijke snack weg bij 't Eethuisje. Dat was Simon, een stamgast van Sev, die dat wel zag zitten, hoewel zijn baas Leen(dert) van Driel hem meteen de astronomische loonsverhoging van 1 gulden per uur bood. Simon en Leen gingen soms een afzakkertje halen in het legendarisch 't Pakhuis waar ze ooit een broodje rosbief uit eigen doos kochten - de even legendarische Louis Lebon (zie ook [3]) had dezelfde nacht proletarisch gewinkeld vandaar. Het was hard en vooral lang werken in 't Eethuisje dat in het weekend open bleef tot 't Sincken Tooghje dicht ging. Enfin, Simon kwam in Sev werken en was in zijn vrije tijd niet wars van een stapje buiten de deur. Er werd vaak gebiljart met Guus Usmani, Bram Metselaar en Leo Meijer (zie [4]) in De Concurent in Vlissingen waar Herman van de Woestijne achter de bar stond. Kan me ook nog herinneren dat we - Cees, Simon en ik - een keer in café Domburg waren, het domein van de ook al legendarische Herman aka Gommert, en Simon een gokje waagde op de bovenverdieping. De kast stond op geven en gaf dan ook, maar toen Simon af liet tikken - in die tijd rinkelde er nog geen pasmunt in de bak - zei een of andere Herman dat er niet werd uitbetaald. Een van ons zei toen uiterst flegmatiek: "Laten we eens kijken of deze kast ook kan vliegen" - en we maakten aanstalten om de kast ook daadwerkelijk op te pakken. Er bleek plots een vergissing in het spel, de pap werd alsnog gestort en de lucht was geklaard - in overdrachtelijke zin dan want in café Domburg was de lucht altijd zwanger van pretsigaretten en farmaceutische dromen. Simon vertrok, na de HTS te hebben afgemaakt, uit de stamhut en ging als boormeester bij de Shell werken. In het begin zagen we elkaar nog zo nu en dan in Sev - hij had nog een tijdje een appartement in Le Baron Chassé waar zijn zus en zwager sociëteit De Vergenoeging beheerden - maar na een periode over de hele wereld te hebben gewerkt kwam Simon in Aberdeen te werken waar hij trouwde en nog steeds woont. Vorig jaar zomer zag ik hem, vergezeld van zijn zoon, na jaren weer eens in de stamhut. Natuurlijk werden de oude indianenverhalen opgehaald en hij wist het nog allemaal, de Herman die Simon heette.

Hayo Duinkerken, Hardcorezanger

Hayo Duinkerken (nu eigenaar van Kaffee 't Hof aan de Vlasmarkt) werkte jarenlang in Seventy, als barman en bedrijfsleider. De laatste jaren richt zijn muziekliefhebberij op stromingen als Dubstep en, meer recent, vuige rock 'n roll, maar begin jaren '90 was het vooral Blues dat de klok sloeg. Snelle blues, ruige blues, zelfzame blues: zeg maar gerust alle soorten blues. Als barman en DJ kende Hayo echter wel zijn pappenheimers en voor goede (hard-) rock en metal draaide hij zijn hand ook niet om. Toch verraste hij iedereen toen hij in 1991 opeens aankondigde dat hij als zanger zou gaan optreden in Tilburg, in het voorprogramma van Mucky Pup. Dat was in de punk- en metalscene toch een naam die er toe deed, toen. We snapten er niks van. Hayo hield niet of nauwelijks van punk en was helemaal geen zanger! Desondanks werd hij door de Vlissingse band Brainless gevraagd om in te vallen voor hun frontman, die net in de VS zat toen het aanbod van het Noorderligt binnenkwam. Dat wilde de band niet laten schieten, en Hayo wilde geen spelbreker zijn. Hij ging in op het verzoek.

Op de dag van het concert reisden we met een Middelburger of twintig af naar Tilburg. De band in een oude rotbus, wij met een paar auto's er achteraan. Die reis was al een belevenis op zich, met hilarische inhaalsessies en meer van dat fraais. Eenmaal in de zaal zochten we Hayo nog even op in de kleedkamer. We hadden hem nog nooit zo zenuwachtig gezien. Het vertrouwen in een goede afloop zakte naar een dieptepunt. Toen de band even later begon te spelen was Hayo nergens te bekennen. Onze vrees leek uit te komen. Maar toen kwam die gekke tapfloeperd opeens het podium opstormen, met ontbloot bovenlichaam. En hij ging he-le-maal los, dames en heren! Op hits over boterhammen met pindakaas en nasiballen bijvoorbeeld. Zoals we hem later nooit meer zo zenuwachtig zagen, zo zagen we hem ook nooit meer het podiumbeest uithangen. Sommige dingen doe je blijkbaar maar één keer in je leven.

Na ook een puik concert van de mafketels van Mucky Pup keerden we huiswaarts. Omdat de auto van good 'ol Steve King het ter hoogte van Etten-Leur het begaf zagen we ons genoodzaakt de auto achter te laten en te gaan liften. En verdomd als het niet waar was: het eerste voertuig dat opdoemde was....de bus van Brainless! We kregen uiteraard een lift en werden alle vier vakkundig tussen de instrumenten achterin gevouwen. Ondergetekende werd gedrapeerd over het drumstel en droomt daar soms nog van. Maar al drinkend, boerend en winden latend bereikten we uiteindelijk veilig de thuishaven Middelburg. Het was een mooie dag geweest. Middelburg Dronk. Ook in Tilburg.


Rinus O.

Eind jaren ’60 migreerde Rinus van der Hooft van Terneuzen naar Middelburg. Ik ken hem in eerste instantie van het Clubhuis E.M.M. waar, naast klaverjassen en bieden (ik weet niet meer wat Rinus speelde), ook enthousiast gedronken werd. Rinus was toen onderwijzer en ik schaakte weleens met hem aan de Rouaansekaai waar hij toen op kamers woonde. Rinus had, zoals je dat wel bij meer onderwijzers ziet, de gave van het woord en maakte daar ook veelvuldig gebruik van. Ik kan me zijn verhaal over oud-klasgenote Tilly de Doelder nog goed herinneren – zij maakte later enigszins wereldvreemd furore als Mathilde Willink. Vanaf de opening van de stamhut in 1970 was Rinus meteen vaste klant en sierde hij soms het boek als Rinus O. – Konienekotje pofte ook, doch dat is een ander verhaal. In die beginjaren hing er nog een sigarettenautomaat aan de muur, gesitueerd tussen de kop van de bar en tafel 1, waar Rinus ooit eens ruggelings mee in aanraking kwam; het was maar goed dat de onverlaat die dat veroorzaakte snel opzoutte. Ik kan me ook nog goed herinneren dat hij - in het kader van vergelijkend warenonderzoek - handmatig het borstenwegen toepaste bij twee dames. Het ging erom welke boezem, het blote oog zegt ook niet alles, intrinsiek het meeste gewicht in de schaal wierp. Enfin, in dit geval betrof het een mannenhand die snel gevuld was; de dames in kwestie zagen het glimachend aan. Eenmaal de smaak te pakken van de horeca, maakte Rinus er op een gegeven moment zijn beroep van - samen met Loes Koole nam hij De Klos over. Weer een aantal jaren later gooide hij het roer volledig om en werd Pechiney zijn nieuwe werkgever. Nu Rinus alweer een tijdje met pensioen is, treffen we elkaar weleens op het terras van de stamhut. Pas nog sloot hij aan bij het herenconvent, net op het moment dat de legende van de bolle meniscus met verve werd gepraktiseerd. Rinus was niet onbekend met de legende, zoals hij ook niet onbekend is met andere legendes uit de roemruchte jaren van weleer. Daar moeten we het samen binnenkort eens duchtig over hebben onder het genot van het een of ander – een niet verteld verhaal is immers een verloren verhaal.

Een bolle meniscus

De kop van dit verhaal zou je op het verkeerde been kunnen zetten, zeker als je weleens aan een meniscus bent geopereerd bent, of, zoals een lichtelijk taalblinde stadsgenoot ooit eens muntte, aan een minister – woorden struikelen soms prettig. Maar deze meniscus is minder medisch op de hand, meer gerelateerd aan de schoonheid van een perfect ingeschonken borrel met een kop er op – Charlie weet er alles van. Toen het herenconvent gisteren deels aan de goudgele Corenwijn ging, haalde Sietze de legende van de bolle meniscus nog maar eens aan. Wellicht was het Chris Ludekuse (zie mooie verhalen bij De Lachende Vis) die de term ooit eens liet vallen en meteen een college gaf over het oppervlak van een vloeistof in een borrelglaasje dat door het effect van de oppervlaktespanning bol komt te staan – vanzelfsprekend komt daar wel enig fingerspitzengefühl aan te pas. Wanneer je op wikipedia het woord jenever opzoekt staat er o.a. het volgende: "In cafés wordt jenever traditioneel geserveerd in een borrelglas, een klein glas dat wanneer het tot de rand is gevuld ongeveer 4 cl drank bevat. Populair zijn het kelkje (een tulpvormig glas met een steeltje en een voetje), en het shot glass (een miniatuur whiskeyglas). Het is gebruikelijk om het glas zo ver te vullen dat het vloeistofoppervlak boven de rand uitsteekt: de kop of (bolle) meniscus (in Amsterdam: "een over het IJ kijkertje"). Omdat zo'n vol glas niet zonder morsen kan worden verplaatst wordt de klant eerst een leeg glas geserveerd, dat pas daarna wordt volgeschonken. De drinker neemt de eerste slok terwijl het glas op de bar of op de tafel blijft staan." Er werd gisteren door de heren nog wel een tijdje gekeken, niet over het IJ maar over de Markt, waarvan het scheiden geen sinecure is, vraag dat maar aan Sietze.

Alan Smithee

Gisteren tijdens het herenconvent op het terras van de stamhut weer eens duchtig doorgehaald en als Mr. G.B.J. Hiltermann de toestand in de wereld besproken. De wereld is klein is een vermoeiend cliché, tenzij je de omvang van die wereld benoemt en het gebied topografisch afperkt. Zoals bijvoorbeeld in de stelling: "Wie niet binnen de vesten geboren is, is geen echte Middelburger" - wat is de wereld dan toch klein. Ik ben binnen de vesten geboren en woon er nog steeds, ergo kan die stelling van harte worden onderschreven, maar een Dauwendaeler vindt het wellicht discriminatoir of poshe shit. Enfin, we hadden het dus over het warmende vuur van de binnenstad en hoe je als intimus vaak met een vingerknip doopcelen kunt lichten van het paard van Christus (dat tussen twee haakjes een ezel was) tot de beer Portugael. Het zijn van die verhalen die steevast beginnen met: "Ah die ken je wel!" en, in goed Middelburgs jargon, doorspekt zijn met uitdrukkingen als en die z'n moeder heeft kinders gekregen of z'n vader moet oom zeggen tegen de Lange Jan. Als kind begreep ik werkelijk helemaal nada van de opmerking slaapt je vader nog steeds naast je moeder?, terwijl die vraag me meer dan eens, vooral in de omgeving van morsige etablissementen, gesteld werd. Een ander raadsel uit die tijd was die ligt ook op Nieuwelandseweg, maar dat werd al snel opgelost toen ik het verband tussen locatie en (laatste) bestemming legde. We hadden het ook nog uitgebreid over de impact van social media in het algemeen en het, in mijn ogen, vluchtige en ijdele karakter van facebook in het bijzonder. Ik zit niet op peesboek en communiceer bij voorkeur middels hiëroglyfen - kortom een ouwe lul die de hete adem in de nek negeert. Ik weet wel dat die hete adem niet allemaal gebakken lucht is, maar het is vooral de kortademigheid van het medium dat me tegenstaat en die eindeloze galerij van vleesgeworden nietszeggendheid - thumbs up pal. Maar volgens Ed bezoeken er meer bezoekers middelburgdronk sinds er een facebookpagina is dus verder geen kwaad woord; de wereld is immers klein en zo leer je nog eens iets van een ander. En ach, de overtreffende trap van weten is nu eenmaal vergeten - Alan Smithee maalt er niet om.

Bulletje

Bulletje was eind jaren ’60 – begin jaren ‘70 een icoon in het Middelburgse drugslandschap. Altijd wat te koop, altijd aan het hosselen voor dope – altijd een aapje op zijn rug. We gaan al ver terug, Bulletje en ik, eigenlijk al van af onze kinderjaren. Allebei opgegroeid in de binnenstad, dus altijd overal met je snufferd bovenop. We kenden de verhalen over Kootje T. – een wel iets van Charley Chaplin weghebbende schlemiel die in van alles en nog wat deed – die een bijzonder passionele verhouding met zijn konijnen had. Maar dat wist natuurlijk iedereen, sommigen bezworen dat ze gezien hadden hoe hij de daad in de vensterbank van zijn huis bij het woord voegde. Hetzelfde verhaal met d'n ond van Kulderie, die had - volgens intimi - z'n zak opzie. Vraag me trouwens nu af of er een relatie bestaat tussen deze Middelburgse uitdrukking en Kulderij van het Rotterdamsche Koffijhuis aan de Kinderdijk, docht dit terzijde. We hadden veel gemeen, Bulletje en ik, onze initialen waren zelfs identiek, wat mijn moeder opzadelde met allerlei vragen over wat haar jongen nu weer had uitgevreten terwijl Bulletje de jongen in kwestie was. Zo zat hij een keer op een dak aan het Zusterplein toen de politie hem snapte. Dat voorval werd breed uitgemeten in de krant, niet in het minst om de dialoog die zich tussen hem en de politie ontspon. Op de vraag wat hij daar op dat dak deed (Peter Koelewijn heeft er toen geloof ik nog een plaatje van gemaakt) antwoordde hij dat ze verstoppertje speelden. Op de volgende vraag waar ze dan wel waren, zei Bulletje ad rem "verstopt natuurlijk". Bulletje kwam later ook in de stamhut, zeker toen zijn Scandinavische vriendin Esther er schoonmaakte, maar toen hadden de Sirenen der verdovende dingen hem al behoorlijk in de greep – daar hielp geen was in je oren meer aan. Een tijdje terug zag ik hem nog langs komen in de media bij een aan drugs gerelateerd onderwerp in, of all places, Vlissingen – hij is er nog steeds, dacht ik enigszins verbaasd; nog steeds dat aapje op zijn rug.

Foto's Bulletje


Externe links

Bronnen

  • Foto's: Beeldbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek, collecties Jan Simonse, Jaap Gesink, Rob van Hese Cees Rijn en Marion
  • Foto's Bulletje (ca. 1970-1975): collectie Jan Simonse
  • Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland.
  • Verhaal Kerstnacht in Middelburg: Carla van de Merbel, PZC 21-12-2011 (met toestemming van de auteur)