Middelburg Dronk

Barcodes

Barcodes: Columns van Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen in de PZC

Vanaf 6 december 2013 verschijnt in de PZC wekelijks de rubriek Barcodes, waarin Rob van Hese en Edwin Mijnsbergen verhalen over de geschiedenis en de actualiteit van de horeca op Walcheren, op basis van de websites Middelburgdronk.nl, Veeredronk.nl en Vlissingendronk.nl. Een week na publicatie in de krant worden de bijdragen ook hier verzameld.

Hoog bezoek aan Campveerse Toren (Rob, 10-01-2014)

Prins Reinier en prinses Grace van Monaco in de Campveerse Toren, foto Adrie van Wyngen 30 juni 1958.JPG

In zijn befaamde Cronyk van Zeeland (1696) schrijft Mattheus Smallegange het volgende: "Aen 't einde van de Zuidzijde van de haven, staet een grooten schoonen tooren genaemt den Campveerschen tooren, Zeewaerts rond, en landwaerders platformig (.) annex den selve tooren zijn alsnoch bysonder, kameren, en vertrekken om luiden van qualiteit, of andere passanten, te logeren of tracteren."

Die ankerplaats in het silhouet van Veere was Henk van Cranenburgh niet onbekend toen hij in 1948 met zijn boot de Lickebaert het stadje binnen zeilde. Adrianus Bruggeman - huurder van de Campveerse Toren, die eigendom was van de gemeente - vroeg Van Cranenburgh of hij zijn zaak niet over wilde nemen. Henk, op dat moment vrachtrijder voor eigen rekening, hoeft er niet lang over na te denken en gaat vrijwel direct op het aanbod in. De gemeente accepteerde hem als nieuwe huurder met die restrictie dat hij wel zijn horecapapieren moest halen - op grond van een eeuwenoude eis mocht de gemeente alleen verhuren aan bekwame herbergiers.

Hij was wellicht van nature een bekwame herbergier, want hij ontwikkelt zich al snel tot een succesvol horecaondernemer. Henk en zijn vrouw Johanna hebben ook oog voor de toekomst en de evoluerende eisen in de hotelbranche. Tussen 1950 en 1951 wordt de Campveerse Toren door middel van een ingrijpende verbouwing aangepast aan die eisen en weet het hogere marktsegment het hotel blindelings te vinden. In juni 1958 logeren prins Reinier en prinses Grace van Monaco in de Campveerse Toren en ook het Oranjehuis komt er regelmatig over de vloer. Nu was dat niet nieuw, want Willem van Oranje en Charlotte de Bourbon vierden in 1575 hun bruiloft in de herberg. De graven Egmont en Hoorne, die later hun hoofd verloren, logeerden er in 1563 en tsaar Peter de Grote in 1717.

Schrijvers wisten ook de weg naar Veere te vinden - Charles de Coster schrijft het in 1896 verschenen De legende en de heldhaftige, vrolijke en roemruchte daden van Uilenspiegel en Lamme Goedzak in Vlaanderenland en elders gedeeltelijk in de herberg - Tijl Uilenspiegel is in het laatste hoofdstuk van het boek torenwachter in de Campveerse Toren. Nescio schreef er in 1908 brieven aan zijn vrouw Agaat Tiket - in die brieven en in fragmenten van De Uitvreter speelt de Campveerse Toren ook een niet onbelangrijke rol. Henk van Cranenburgh was zich bewust van die rijke geschiedenis en speelde daar dan ook adequaat op in, maar hij speelt ook in op de toekomst. Zo opent hij eind jaren zestig een tweede zaak, namelijk restaurant De Struysvogel aan de Kaai in Veere. In de loop der jaren komen dochters Hendrina en Trijntje in de zaak en zij volgen hun vader in 1999 op als huurders van de Campveerse Toren. Vanaf 2005 krijgen ze een nieuwe huurbaas, want in dat jaar verkoopt de gemeente Veere het pand aan de Vereniging Hendrick de Keyser. Henk van Cranenburgh overlijdt op 2 september 2007, maar Hendrina en Trijntje zitten tot op de dag van vandaag in de Campveerse Toren.

De Nieuwe Drankwet (Edwin 03-01-2014)

Mambos1.jpeg

Toen GGD Zeeland in november onderzocht hoe Zeeuwse jongeren dachten over de aanpassing van de Drank- en Horecawet, die hen vanaf 1 januari 2014 strafbaar stelt als ze alcohol bij zich hebben, bleek dat ruim de helft van de 217 ondervraagden het (een beetje) eens was met die wetswijziging. Nu heb ik geen enkele reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van dat onderzoek, maar de uitkomsten zijn niet in overeenstemming met hetgeen ik jongeren hoor zeggen als ze het er, al dan niet met elkaar, over hebben. Het zal ongetwijfeld zo zijn dat jonge voorstanders zich anders uiten tijdens een telefonisch onderzoek van de GGD dan op sociale media of onder vrienden, maar is het ook niet denkbaar dat sommige respondenten eigenlijk hadden willen zeggen dat ze wel begrip hebben voor maatregelen in het kader van de volksgezondheid, maar niet zitten te wachten op een verbod? Dat lijkt me aannemelijker. Ik bedoel: ken jij veel jongeren die zouden tekenen voor minder vrijheid? Nee toch zeker? Het is waarschijnlijker dat je nu denkt aan de verboden uit je eigen jeugd. Als je vader je zei dat je niet naar een bepaalde gelegenheid mocht wilde je eigenlijk nog maar één ding. Juist: een keer naar die tent. Je wou toch op z’n minst ontdekken waarom je daar dan niet heen mocht.

In het geval van alcohol valt er natuurlijk wel iets te zeggen voor een ontmoedigingsbeleid. Daar geven websites als www.naar18jaar.nl genoeg argumenten voor. Iedereen zou moeten beseffen welke gevolgen overmatig alcoholgebruik kan hebben, op welke leeftijd dan ook. Maar zullen de resultaten van het verbieden van alcohol onder de 18 werkelijk zo positief uitpakken als die websites ons willen doen geloven? Ik waag het te betwijfelen. Tijdens het verbod op alcohol (‘de drooglegging’) in de Verenigde Staten, in de jaren 20, nam de consumptie aanvankelijk ook af, maar kort daarop volgde juist een toename in het gebruik, en had de georganiseerde misdaad vrij spel. Die situatie van toen is niet te vergelijken met die van de Walcherse jongeren nu, maar ik ben erg benieuwd hoe zij zullen reageren op de nieuwe situatie. Zullen er meer illegale feesten worden georganiseerd? Worden zuipketen straks ook een fenomeen in Zeeland, als ze dat niet al zijn?

Of zal het allemaal wel meevallen en berusten de jongeren in hun lot omdat de nieuwe wet ook geldt voor alle leeftijdsgenoten? Dat kun je niet uitsluiten. Soms speelt gelijke behandeling een rol bij berusting. Dat was ook het geval tijdens de Middelburgse Kermis van 1920. Die stond bekend als ‘de eerste droge kermis’; er gold een tapverbod van een week. De kermis verliep zonder grote incidenten, maar toen op zaterdagavond bleek dat de hoge heren van Sociëteit De Vergenoeging op de Markt wél mochten drinken, omdat hun bar langer open mocht blijven dan die van andere etablissementen, ontstond er een kleine volksopstand waarbij enkele ruiten van de sociëteit sneuvelden en de politie charges moest uitvoeren. Het leek wel alsof de Middelburgers wilden zeggen: prima hoor, dat verbieden, maar verbied het ons dan wel allemaal.

Bordeelsluipers (Rob 27-12-2013)

Gang Tete a tete.jpg

In 1460 bepaalden baljuw, burgemeesters en schepenen van Middelburg dat alle gemeene vrouwen van levene, die hem (= zich) laten mynnen of cussen omme gelt nergens anders mochten vertoeven dan in de strate genaemt Spaengen. Maar in 1565 mochten de dames van plezier zich alleen beroepshalve bevinden in de straete, genaempt de Geere ende thiende hof. Een jaar later bepaalde de gemeente in een verordening dat bordeelhouders geen vaantje (= bierkroes) mochten uithangen maar alleen eene tinne pints kanneken met een pallemboemke. Soms bepaalde een stad dat wiven van ligten levene zich ’s avonds niet buiten de voor hen aangewezen gebieden in de stad mochten vertonen; bij kerkelijke plechtigheden de hele dag niet. In 1575 werd in Delft het houden van een hoerhuis verboden; Middelburg volgde in 1576.

De gemeente stelt in 1856 een verordening op de publieke huizen in. P.G. Visscher, uitbater van bierhuis annex bordeel De Graaf van Mansveld in de Zusterstraat maakt in de gemeenteraadsvergadering van juli 1860 zijn bezwaren kenbaar tegen genoemde verordening en vraagt tevens verruiming van de openingsuren aan. De Zusterstraat was in die jaren de Spanjaardstraat van de 19de eeuw, alleen waren de dames niet, zoals in de 15de eeuw, aan de Zusterstraat gebonden voor het uitoefenen van hun vak. De Zusterstraat kende nog twee bordelen, namelijk Van Minkelen en De Gouden Top. In juni 1869 worden Sophia Maria Laros en haar zus Maria Helena – ze hadden een tapperij in de Lambrechtstraat – veroordeeld tot 6 maanden gevangenis en Fl. 25,-- boete wegens een feitelijk vergrijp tegen de zeden.

De rosse buurt van Middelburg bevond zich in die tijd echter vooral in de warme driehoek Vlissings Wagenplein-Teerpakhuizenstraat-Winterstraat, waar men hartstochtelijk aan Bacchus en Eros offerde. Een heel bekende dame had al een bordeel op het Wagenplein rond 1810. Zij duikt in verschillende krantenartikelen op als J.W. De ene keer betreft het een verslag van een politie-inval, de andere keer van door kwajongens ingegooide ruiten. Waar J.W. precies woonde is niet duidelijk, maar het is heel goed mogelijk dat zij open huis hield in een van de logementen of café’s. Het bierhuis van Carl Trappmann aan het Vlissings Wagenplein was een bordeel, want uitbater P.J.E. Stosberg wordt in februari 1893 veroordeeld tot 6 dagen hechtenis voor het zonder vereischte toestemming houden van een bordeel.

Ook Tannetje Groenhof van herberg Nooit Gedacht aan het Vlissings Wagenplein had een bedenkelijke reputatie. Haar buurtgenote Maatje Florisse had Tannetje en plein publique toegevoegd: "gij houdt een publiek h...met je dochter, gij zijt een h...". In november 1885 meldt Madame Anna (Anna Stossberg) per advertentie in de Middelburgsche Courant dat ze van de Winterstraat naar de Molenberg is verhuisd. Het is niet duidelijk waar ze bordeel hield in de Winterstraat, maar vanaf 1885 baat ze dus haar bordeel uit op de Molenberg. In 1892 doet ze de zaak over aan R. Tillenberg met wie ze vier jaar later trouwt. Tillenberg neemt in 1895 een bierhuis aan de Beestenmarkt over van Carl Trappmann Dit bierhuis annex bordeel moet in 1903 sluiten, omdat er vanaf dat jaar een bordeelverbod van kracht is.

In 1978 kregen de bordeelsluipers weer vaste voet, want op de bovenverdieping van The Pub aan de Nieuwe Vlissingseweg werd het bordeel Psychosexueel Therapeutisch Instituut Tête à Tête geopend. Vanaf 1988 is Middelburg echter weer bordeelloos tot er dit jaar een illegaal bordeel opdook boven de voormalige Coffeeshop 62 in de Sint Janstraat, maar dat wordt in juni schielijk gesloten. Het gemeentelijk beleid biedt ruimte aan twee bordelen in het buitengebied, dus er komen voorlopig geen gemeene vrouwen van levene in de Sint Janstraat.

Bonnie (Edwin 20-12-2013)

1425714 462438383865545 674274275 n.jpg

De grens tussen bewondering en medelijden is soms flinterdun. Dat bleek ook vorige maand weer, toen ik, op uitnodiging van de exploitanten, te gast was in café Ut Babbelaèrtje aan de Middelburgse Vlasmarkt. Aanleiding voor de uitnodiging was een optreden van drie Nederlandse artiesten, die hun hoogtijdagen beleefden in de jaren 70 en 80: Chiel Montagne, Arie Ribbens en Bonnie St. Claire.

Nu ben ik geen liefhebber van het genre dat deze mensen vertolken maar desondanks ging ik graag in op de uitnodiging. Het was een mooie kans om de nog jonge zaak beter te leren kennen en daar kwam bij dat ik ook benieuwd was naar Bonnie. Als kind zong ik haar hits Dokter Bernhard, Pierrot en Bonnie kom je buiten spelen luidkeels mee, maar sindsdien was ik haar uit het oog verloren. In de zomer van 1991 trad ze nog eens op in Middelburg, tijdens een evenement van Radio Veronica bij café Meccano, maar in de twintig jaren die daar op volgden kwam de zangeres eigenlijk alleen nog voorbij in de roddelpers, als die weer eens een aanleiding had gevonden om de spot te drijven met haar drankprobleem, of met het behalen van een van de laagste scores ooit in de Nationale IQ Test. Dat gun je natuurlijk niemand, maar al die ellende maakt een mens wel nieuwsgierig. Hoe zou zo’n vrouw voor de dag komen, op een willekeurige zondagavond in een Middelburgs café? Ik kon me er geen goede voorstelling bij maken, maar ik vreesde het ergste.

Die vrees bleek onterecht. Toen Bonnie de microfoon van Montagne overnam zag je meteen dat ze niet van plan was om net als hij een ingestudeerd riedeltje van weleer af te draaien. Muzikaal uiteraard wel, daar komen de mensen nu eenmaal voor, maar in tegenstelling tot collega Chiel zocht zij oprecht het contact met de bezoekers. Letterlijk. Ze mengde zich onder de aanwezigen, raakte mensen aan, en ze wisselde blikken van verstandhouding uit met iedereen die daar gelegenheid toe bood. Wat het niet al te massaal opgekomen publiek te zien kreeg was een vrouw die zowel kwetsbaar als sterk overkwam. Een lieverd. En ze was nuchter bovendien. Zelf bleef ik lafjes achterin hangen. Ik had nog te weinig gedronken om ook nu luidkeels mee te zingen, laat staan om een voorzichtig dansje met Bonnie te wagen. Maar het had gekund. Deze vrouw straalde in alles uit dat zij vooral op zoek is naar een beetje genegenheid en warmte. Je zou om die reden medelijden met haar kunnen hebben, maar zo voelde ik het niet. Ik stootte mijn buurman zelfs aan en hoorde mezelf fluisteren dat ze me een beetje ontroerde. Ze stond daar toch maar mooi, daar in dat kleine café, na alles wat ze heeft meegemaakt. Dapper lachend vanonder haar rode petje, terwijl ze zong over verdriet waaraan verdiend wordt en hoeveel zeer dat doet. Ik vond het bewonderenswaardig.

Vriendschap (Rob 13-12-2013)

Kar 1895.PNG

’De nacht van de nacht’ is een jaarlijks terugkerend festijn dat de Vriendschap, i.s.m. anderen, organiseert. Middelburg doet dan het licht uit en de binnenstad wordt een sprookje als uit duizend-en-één-nacht. Cees Rijn en Connie de Lange namen de Vriendschap in 1998 over van Mientje Meeusen – Mientje en partner Willem van Sorge vonden dat het genoeg was geweest en buurman Cees Rijn van Seventy Seven kreeg, zoals Mientje altijd al beloofd had, de eerste keus. De zaak wordt grondig verbouwd en in 1999 heropend. Vriendschap krijgt voor het eerst een ingang aan de Pottenmarkt, maar verliest het bepaald lidwoord dat van oudsher aan de naam vast zat. In 1816 koopt Jan Frederik Wilhelm Isensee herberg De Gouden Stoel – en hij noemt zijn zaak De Vriendschap. Jan Groenewegen wordt in 1848 eigenaar en hij is de stamvader van een dynastie die meer dan een eeuw zal overspannen. In die tijd had er ook veelvuldig kruisbestuiving plaats in de Middelburgse horeca. Zo trouwde Leijntje Groenewegen, de dochter van Jan, met Pieter Geuze van St. Joris (nu De Bommel) en Jacobus Groenewegen, een broer van Jan, met een dochter van Willem van den Abeele van De Kersenboom (nu Zanzibar).

Dat de oudejaarsnacht ook toen al tamelijk heftig gevierd werd getuigt een artikel uit De Zierikzeesche Bode van 6 januari 1851: In de Vriendschap te Middelburg is het met de Nieuwe Jaar zoo vriendschappelijk toegegaan, dat er een 26-jarig meisje van Ritthem dood is gebleven. Een jaar later neemt Jacobus Groenewegen de zaak van broer Jan over. Als Jacobus in 1868 overlijdt zet zijn weduwe Margaretha van den Abeele de zaak voort tot ze op haar beurt in 1894 komt te overlijden. Zoon Willem Marinus neemt over en wanneer hij in 1897 plotseling overlijdt wordt weduwe Sara Maria de Raadt korte tijd kasteleinse. Sara Maria laat er namelijk geen gras over groeien en hertrouwt een jaar later met Hendrik de Munck van het ook aan de Markt gelegen Suisse.

Geen nood, want in 1899 zit er weer een Groenewegen in De Vriendschap, namelijk Jacobus, neef van bovengenoemde Willem Marinus en tevens vader van zoon Willem Marinus die hem in 1930 opvolgt. Op 30 mei 1948, meldt een advertentie in de PZC, viert Willem Marinus Groenewegen het feit dat zijn familie op die datum exact 100 jaar in de Vriendschap zit. de stamvader van een dynastie die meer dan een eeuw zal overspannen. Wanneer Willem Marinus Groenewegen in 1959 De Vriendschap verkoopt aan Jaap van den Berge komt er een einde aan de dynastie.

Jaap van den Berge was ook geen vreemde in de Middelburgse horeca – hij had in 1953 café De Schuur in de Segeerstraat en in 1956 zat hij in het meer roemruchte café De Schuur aan de Varkensmarkt. Frans Spel zit in de periode 1964-1972 samen met zijn vrouw Francine – tante Frans voor intimi - in De Vriendschap. Sinds Cees Rijn en Connie de Lange in de zaak zitten zijn oudejaarsnachten rustig, want Vriendschap is dan gesloten; de Groenewegen’s zouden zich in hun graf omdraaien.

Baas Gouden Zon met noorderzon vertrokken (Edwin 06-12-2013)

Het leukste van het lezen van de krant in je stamcafé is dat je het nieuws van de dag meteen kunt bespreken met andere aanwezigen. Toen ik vorige maand las dat er, dankzij een lichte economische groei, weer hoop gloort voor Zeeuwse ondernemers, kon ik het niet laten om er een borrelonderwerp van te maken. Was er onder drinkvrienden wellicht iemand die ook hoopvol gestemd was over het lokale economische perspectief? Dat bleek niet het geval te zijn. "Statistieken zeggen helemaal niks", vond de een. "De grote klappen in de horeca vallen nu pas", wist de ander.

Die tweede opmerking vond ik interessant genoeg om door te vragen. Omdat we http://Middelburgdronk.nl graag up-to-date willen houden zijn we continu op zoek naar actuele informatie over de lokale horeca, en dan vooral naar de verhalen die je maar zelden aantreft op Facebook of in andere media. Dáár lees je vooral over de successen. Die gunnen we iedereen uiteraard van harte, maar het is ook belangrijk om te weten welke zaken het niet redden, of welke ondernemers er geen brood meer in zien. Het is nu eenmaal ons streven om onze informatievoorziening zo correct en zo volledig als mogelijk te laten zijn.

Al dat doorvragen, zowel die middag als later, leerde me dat het er inderdaad niet al te rooskleurig uitziet, voor een deel van de Middelburgse horeca. Op de Dam en in de Langeviele sloten onlangs twee restaurants, op de Pottenmarkt en in de Vlasmarkt stopten drie cafés, en afgaande op alle verhalen volgt binnenkort nog een aantal. Tel dat op bij de zaken die in 2011 en 2012 al sloten of van eigenaar verwisselden en je kunt niet anders dan constateren dat veel ondernemers moeite hebben het hoofd boven water te houden. De gemeente Middelburg telt meer dan tachtig drinkgelegenheden, clubhuizen meegeteld. Dat zijn er misschien wel te veel. Het mag geen verbazing wekken dat niet alle zaken overleven.

Leuk is dat niet, maar het is wel goed om te beseffen dat de ellende van alle tijden is. Wie de moeite neemt om de geschiedenis van de honderden cafés die de stad ooit telde te bestuderen, ziet dat het wemelt van de faillissementen en sluitingen. Iedere bloeiperiode werd gevolgd door een crisis, die een deel van de etablissementen de nek omdraaide. Voor de ondernemers van toen was dat net zo wrang als voor hun opvolgers van nu, maar als neutrale lezer kun je er soms ook wel om lachen. Neem nu zo'n Friedrich Hessling, die begin twintigste eeuw in café-restaurant De Gouden Zon aan de Lange Delft zat. Die vertrok in 1919 opeens, na 20 jaar exploitatie, met de noorderzon. Hij nam nog wel de moeite om een advertentie in de Middelburgse Courant te laten plaatsen. De tekst was kort maar krachtig: "F. Hessling zegt wegens vertrek, zijne lidmaatschappen en contributies op".

Je moet het maar durven!

Interview Maurits Sep, 6 december 2013

Rob en Ed PZC 06122013.jpg

De sterkste verhalen en briljantste ideeën ontstaan aan de bar, boven een goed glas bier. Edwin Mijnsbergen en Rob van Hese zijn de drijvende krachten achter Middelburg Dronk, een wikipedia van de horeca in de Zeeuwse hoofdstad. Het tweetal verzamelt verhalen en publiceert ze op internet. Met ingang van vandaag verzorgen ze ook een rubriek in de PZC, die wekelijks verschijnt op vrijdag, onder de titel Barcodes.

Eind 2010 begon Mijnsbergen met Middelburg Dronk. "In de kroeg komen de sterke verhalen vanzelf. Het leek me leuk daarover te gaan bloggen en informatie te verzamelen over horecagelegenheid en hun geschiedenis. Hoe heetten ze, waar zaten ze, van wie waren ze? Ik ken Rob uit Seventy Seven en ik weet dat hij graag schrijft. Na een half jaar is Rob ingestapt. Nu doen we alles samen." De geschiedenis van de horeca in de 19e en 20e eeuw in Middelburg is nu behoorlijk compleet. Ook over het verdere verleden hebben ze al veel geschreven. Uiteindelijk, glimlacht Van Hese, gaan ze terug tot de kloosters. "Die hadden een herbergfunctie en daar werd dus bier geschonken. Da's ook de enige eis die we stellen voor de zaken op onze website: je moet er alcohol kunnen drinken."

Wat die pagina over urinoirs dan op Middelburg Dronk doet? Da's dan toch wel weer logisch, als Mijnsbergen het heeft uitgelegd: ,,Na het drinken moet er geloosd worden. Edwin Mijnsbergen (1970) komt uit de bibliotheekwereld en is betrokken bij enkele regionale websites. Rob van Hese (1953) was communicatie-adviseur van de gemeente Middelburg, woont in de binnenstad en werd geboren boven café Juliana aan de Markt. Beiden zijn publicist. En waar Mijnsbergen het leuk vindt om informatie te verzamelen en ordenen, omschrijft Van Hese zich als 'een spitter op grote diepte'. Inmiddels bestaan ook de websites Vlissingen Dronk en Veere Dronk.

In de serie die ze voor de krant gaan schrijven, zullen ze het wel en wee van de horeca op Walcheren belichten en waar dat kan aansluiten op actuele ontwikkelingen. "De waarde ervan is dat we erfgoed behouden, een schets geven van het sociale en economische leven en het geheugen van mensen levend houden door verhalen te vertellen", zegt Mijnsbergen. "De echte verhalen die op het randje zijn, daar doe je mensen een plezier mee. Maar we brengen ze wel altijd met een knipoog, we willen niemand beschadigen."