Middelburg Dronk

Seventy Seven

 

Seventy Seven

Markt 77
4331 LL Middelburg

0118-612206
Website
Facebook

 

Een bekend Middelburgs bruin café dat sinds 1970 is gevestigd aan Markt 77 in de Middelburg. De zaak is een opvolger van café De Koophandel, en café Rozenboom, dat voor 1887 in het pand was gevestigd.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op: Seventy_Seven/fotos.


Geschiedenis

1970
Daan Bruinooge en Ad van de Woestijne

Op donderdag 2 juli 1970 werd Seventy Seven om 20.00 uur officieel geopend. De advertentie uit de PZC geeft aan dat de zaak eigendom is van Daan en Bep Bruinooge-Bazen. Daan Bruinooge had zijn sporen al verdiend in de Vlissingse horeca, waar hij o.a. Atlanta en Het Beursgebouw uitbaatte. Aangezien Daan op korte termijn wethouder van de Gemeente Vlissingen zou worden – en nog later gedeputeerde van de Provincie Zeeland – verkocht hij zijn horecazaken en zo werd Ad van de Woestijne (echtgenoot van Daan’s zus Wilma) eigenaar van Sev – Daan heeft eigenlijk maar een korte periode daadwerkelijk in de kroeg gezeten.

Ik kan me die donderdagavond nog goed herinneren, Peter Falk (ook wel Duitse Peter genoemd) stond aan de deur en je moest kunnen aantonen dat je 16 jaar of ouder was anders mocht je niet binnen. De zaak zag er toen wel een beetje anders uit. De entree was op de plaats waar nu het rookhok is en zomers ging het grote raam – dat weggehaald is toen het ‘binnenterras’ werd gerealiseerd – open; het raam kon via een rails naar binnen worden geklapt. Waar nu tafel 1 is stond een pokertafel – eigenlijk een hoge tafel waarin een verzonken ‘dobbelvloertje’ met barkrukken er rond – en tussen de bar en de pokertafel hing een sigarettenautomaat aan de muur.

In het gedeelte waar enige jaren later de achterste bar werd geplaatst stonden tafeltjes en stoeltjes en een tweede pokertafel.. Er was tevens een telefooncel achterin en waar nu de gokkasten staan was de (later verdwenen) trap naar de bovenwoning en stond in die tijd ook een kachel. Tegen de telefooncel (evenwijdig aan de damestoiletten) stond een flipperkast en in die tijd kon je met flipperen nog wat verdienen ook. Ad van de Woestijne beloonde de hoogste score van de week (het ijkpunt was altijd zaterdag om 18.00 uur) met 10 glazen bier of een fles wijn. Verder waren er muurschilderingen van Annemiek van de Woestijne (zus van Ad) die toen op de kunstacademie zat.
Men beleefde soms roerige tijden in die eerste jaren. Er werden zo links en rechts weleens klappen uitgedeeld, maar het was gelukkig niet structureel – Peter Falk heeft eigenlijk een relatief korte periode aan de deur gestaan. Het waren ook jaren van feesten, van polonaises in de carnavalstijd en later ook mosselfeesten avant la lettre – Gijs van Vlier (bij wie ik toen werkte) was de grote animator – en dat in de meest brede zin van het woord. Gijs handelde in antiek en oude bouwmaterialen en zo ben ik ’s avonds menigmaal de keuken in gevlucht wanneer hij weer eens bij Sev voor kwam rijden met aanhangwagen vol meubels of plavuizen die stante pede gelost moest worden.

Het werd in die eerste jaren ook de stamkroeg van handbalvereniging EMM – Ad Van de Woestijne heeft de club zelfs nog enige jaren gesponsord – en andere sportverenigingen. Er hebben dan ook heel wat EMM-ers bij Sev gewerkt, zoals Fred van der Weel, Jaap Gesink, Jaap Gelok (de huidige burgemeester van Borssele), Jorien Kamermans, Wim Brandes en ondergetekende. Later werd er ook in kroegverband gevoetbald met als inzet een vat bier dat dan bij de verliezende kroeg soldaat werd gemaakt. Vaak werden die wedstrijden op vreemde locaties (want gratis) gespeeld als het voetbalveld bij Mission to Seamen in het Sloe. In die tijd was er een ‘sterrenteam’ en een ‘drinkteam’ – dat laatste team was het gezelligst, want meestal stond er een krat bier naast het doel ter verfrissing.

1975
Cees Rijn

Ongeveer een half jaar na de opening kwam Annelies Deurwaarder achter de bar werken nadat ze in De Eendracht enige tijd serveerster was geweest. In 1973 kwam Cees Rijn in Sev werken – Het Wapen van Zeeland(2) , waar hij toen samen met Evelyn in zat, werd dat jaar verkocht. Cees wijzigde de openingstijd van 14.00 naar 11.00 uur en wat later moest zelfs de sluitingsdag, de maandag, eraan geloven – Sev was vanaf toen dagelijks van 11.00 (´s zondags 14.00) tot 01.00 uur geopend - alhoewel het sluitingsuur nog wel eens kon variëren naar gelang de klantdichtheid in relatie tot de gezelligheid. In 1975 naam Cees de zaak van Ad van de Woestijne over en hij is nog steeds eigenaar van de kroeg.

Cees hield, en houdt nog, erg van practical jokes - bij 'mooie verhalen' staat de hurksessie van Louis Lebon al opgetekend, maar er was meer. Op enig moment, Cees stond achter de bar, komt er een meisje binnen met een doos taartjes van banketbakker Rijk van de Pottenmarkt. Ter ere van het zoveel jarig huwelijk van haar ouders had ze taartjes gekocht, maar ze moest nog andere boodschappen dus kon de doos even in de koelkast? "Natuurlijk kan dat", zei Cees, met al een zweem van een glimlach rond de lippen. Het meisje had haar hielen nauwelijks gelicht, of ik ben, op instigatie van Cees, exact dezelfde doos taartjes bij Rijk gaan halen - toen ze terugkwam van haar boodschappen werd ze enthousiast toegeproost met koffie en taartjes. Ze ontplofte bijna en zei tegen Cees dat ze, zeker als vaste klant, zo'n behandeling niet verwacht had en wat haar ouders daar wel niet van moeten denken. Breed glimlachend haalde Cees, de onschuld zelve, haar doos met taartjes uit de koelkast - zij kon er niet echt om lachen.

Zoals het interieur in de loop der veranderde, veranderde ook de structuur van de clientèle. Natuurlijk bleven de ‘oude rupsen’ (locatie hoek voorste bar en/of tafel 1) tot op de dag van heden komen – bij het beachvolleybal dat op de Markt georganiseerd werd sloegen ze en groupe jaren de bal over het net onder de naam ‘Ouwe Sannie’ – maar de generaties scholieren volgden elkaar niet meer zo vanzelfsprekend op als voorheen. Er zijn jaren geweest dat op vrijdagmiddag de schooltassen tot aan het plafond leken opgetast, maar midden jaren 90 ebde dat langzaam weg en verplaatste het zich naar Bar American en, meer nog, Nationaal . Sinds de Roosevelt Academy in town is, werd die traditie weer een beetje in ere hersteld, hoewel het gelag later plaatsheeft en de schooltassen het hoge niveau van weleer niet halen.

Naamgeving

Het café is te vinden op Markt 77 te Middelburg.

Bijzonderheden

  • Sinds 2010 is er gratis WiFi in de zaak, maar het wachtwoord krijg je natuurlijk niet zomaar
  • Iedere donderdag, vrijdag en zaterdag pelpinda's op de bar, al vele jaren.
  • De achterbar is een stuk lager dan de voorbar.
  • De kroeg heeft het kleinste rookhok van Middelburg en er is eigenlijk niemand die daar nog van opkijkt.
  • NIET aan de lampen boven de bar zitten! Vraag de barman of -vrouw.
  • Die rare houten cilinder boven de bar bevat een paar honderd cd's. Zeggen ze.
  • Als de barmedewerkers zeggen dat "ze een bepaald muziekje niet hebben" ("die cd heeft Joyce opgeruimd") liegen ze. Bovendien beschikt de zaak inmiddels over een iPad met YouTube, je weet zelf.
  • Als je wilt weten of er iets te doen is in de stad kun je even op de muur in Sev. kijken. Concertposters worden opgeruimd door ze met een nietpistool aan de wand te nagelen. Ook andere dingen worden met het nietpistool opgeruimd en -soms- bij elkaar gehouden.
  • Kranten en tijdschriften in overvloed, wat ik je brom. Dat is fijn, bij lekkere koffie.
  • Die levensgrote neonletters van Heineken op de gevel zijn....ach, vraag de barman of -vrouw.

Personeel

Bekijk de volledige lijst met personeel op de volgende subpagina

Mooie verhalen

Meer mooie verhalen over Seventy Seven zijn te vinden op Seventy_Seven/mooieverhalen.

De collectie

Len Sev.png

Een verhaal van oud-barman Lennert Oosterling, via Muziekblog Zeeland van ZB Bibliotheek van Zeeland

Ik liep laatst de kroeg in. The National stond op. Prachtband, dat. Het was een lied van een album wat ´Boxer´ heet. Zoals dat soms kan gaan met muziek dwaalde ik vrijwel meteen af naar een nikszeggende woensdagmiddag ergens medio 2007. In diezelfde pijpenla bestierde ik namelijk ooit de bar. Het was een kroeg uit een tijdperk zonder spotify en andere streamingsdiensten en de nadruk op muziek was een aanzienlijk deel van het bestaansrecht van de zaak. Die kroeg bestond al een stief kwartiertje en er was sprake van een omvangrijke, zeg maar gerust krankzinnige, muziekcollectie.

Circulair

Het was dan ook min of meer vaste prik om iedere vrijdag met de boodschappenportemonnee de lokale platenboer te bezoeken en tot groot verdriet van de bedrijfsleider steevast 3 of 4 fonkelnieuwe cd’s rechts van de mengtafel te dumpen. Rechts van de mengtafel was dé plek voor nieuwe muziek totdat de stapel te groot werd en je je klok erop gelijk kon zetten dat iemand die hele toren in het voorbijgaan omver zou tikken. Al die mooie nieuwe schijfjes op de grond tussen 20 centimeter bierdoppen en ander vuilnis en consequent binnen een anderhalve dag net zo smerig als die oude Dire Straits meuk die al sinds 1989 vastgeplakt in de kast stond. Klassiekertje. Het duurde ook nooit lang voordat de stapel ‘nieuw´ te groot werd en de ‘oudere nieuwe platen’ de kast in moesten. Wat betekende dat er ruimte gemaakt diende te worden. Zo gebeurde het dat de minst gedraaide albums en andere one hit wonders (‘Kutplaten’ heet dat in vakjargon, maar dat terzijde) in kratjes belandden op het platje naast de wasmachine. Dit stond daar dan stof te verzamelen tot een of andere goochem het weer eens tijd vond die kratjes om te spitten en de boel terug naar beneden te slepen. Een kutplaat is tenslotte nooit lang écht een kutplaat. Een prachtig tijdlijntje was het. Circulair avant la lettre.

Er hing een prettige, bijna mystieke zweem om al die fysiek aanwezige muziek. Er was altijd wel een oud medewerker die je er op wees dat ‘boven nog wel 10 van die kratjes staan’ of een oude stamgast die me op het hart drukte dat als ik écht iets moois wilde zien, ik maar eens aan de baas moest vragen of ik naar de verzameling van vroeger mocht kijken. Het vinyl! De collectie, aldus de gast, was mythisch.

Vakantie

De eigenaar van dat café droeg graag bij aan die legendarische status van al die geheime platen en cd’s. Iedere keer als ik hem er in het voorbijgaan eens naar durfde te vragen, stoof hij met zijn kenmerkende tred en idem muntthee grinnikend naar boven met de woorden ‘ja tuurlijk mag dat joh’.. om er vervolgens nóóit op terug te komen. De schurk. Anno 2023 wilt de legende over die vinylcollectie overigens dat die een keurige 35 jaar lang veilig in een garagebox lag opgeslagen. Maar dat die, zo vertellen de wandelgangen, onlangs is leeggeroofd. Verbazen zou het me niet als dit achteraf gewoon stiekem verzonnen is door de reeds genoemde eigenaar van de kroeg in kwestie. Om op machiavellistische wijze de aandacht af te leiden van deze eigenlijke goudmijn. God weet wat daar allemaal wel niet tussen heeft moeten staan. Ooit op internet opgezocht wat een, noem eens wat, eerste persing 45 toeren van ´God save the queen´ van The Sex Pistols zoal doet tegenwoordig? Geen wonder dat die mensen zo vaak op vakantie zijn.

Toch is er ooit een vaste klant geweest die bij binnenkomst zijn gebruikelijke glas witbier bestelde en zijn zojuist aangeschafte nieuwe cd´tje potsierlijk maar droogjes over de bar mijn kant op schoof. "Len" zei hij. "Je kan eigenlijk net zo goed ál je cd's wegdonderen. Dit is alles wat je voorlopig nog zal draaien". Met recht een boute uitspraak. Ik lachte de man vrolijk uit en ging verder met het opruimen van de zwik muziek die er ongetwijfeld nog lag van een uit de hand gelopen dinsdagavond. Als de fuif goed genoeg was kwam het opruimen altijd pas een dag later.

Welk album hij me voor mijn neus hield op die woensdagmiddag in 2007? ‘Boxer’ van the National natuurlijk. En in die kroeg waar ik uitgerekend door déze plaat 15 jaar terug de tijd in werd geslingerd zijn onlangs al de cd´s weggedonderd. Dat zeg ik. Avant la lettre.

Kroegpraat: De discotheken van toen waren cafés (Edwin 16 december 2015)

Bar-Discotheek Seventy 2015.jpg

Dat de overdekte winterterrassen in Middelburg ook dit jaar een succes zijn, heeft veel te maken met de inrichting van de tent op de Markt. Veel mensen zijn dol op het blokhutgevoel dat is gecreëerd en de sfeer past gewoon goed bij de feestmaand december. In de tent wemelt het van de curiosa, waarover veel gesproken wordt. Het zijn meubels en accessoires met een verhaal. Zo staat er tafel met een blad dat in de jaren ‘60 van de vorige eeuw al in gebruik was in ‘café-billard’ Het Wapen van Zeeland, in de Gravenstraat. Daarboven hangt een lichtbak met het opschrift ‘Seventy Seven Bar-Discotheek’. Die lichtbak roept bij jongeren soms vragen op. Zij denken bij discotheken aan de grote danshallen die vanaf eind jaren ‘70 overal opdoken (en inmiddels weer op hun retour zijn) en bij dj’s aan de sterren van nu, die furore maken met trance, techno en andere subgenres van de dance-muziek.

Begin jaren ‘70 bestond dat allemaal nog niet. Het woord discotheek werd toen gebruikt om cafés aan te duiden die niet alleen beschikten over een aanzienlijke collectie vinyl, maar ook over mensen die de avonden vulden met plaatjes draaien en het aan elkaar praten van die plaatjes, net als op de radio. In Middelburg had je rond 1971 behalve Seventy-Seven onder meer de Palladiumbar aan het Kerspel, dat zichzelf presenteerde als de eerste echte dancing van de stad, het Gulden Schot in de Sint Janstraat (een voorloper van de latere discobar Jowi’s Place) en ook rockcafé Bar American adverteerde toen nog als ‘Bar-Dancing-Discotheek American’, voor feestelijke avondjes met de dj van toen, wijlen ‘Jos van Suus’.

Zelf werkte ik in de jaren ‘90 in Bar American en Seventy. Onvergelijkbaar, maar het draaien van muziek, toen inmiddels vanaf cd’s, speelde nog steeds een centrale rol. Het was eigenlijk ook wat ik het liefste deed. Terrasbediening was niet mijn sterkste punt, maar de combinatie plaatjes draaien en bier tappen ging me best goed af. Het uitgangspunt was dat je gewoon die muziek kon draaien waar je zelf ook enthousiast van werd, maar dat je altijd wel in de gaten moest houden welke klanten je in de zaak had. In American wist je dat je niet te veel hoefde te experimenteren met muziek zonder gitaren. Deed je dat wel, dan kon je er donder op zeggen dat er meteen werd geroepen om ‘een taxi voor de dj’ of dat er bierviltjes naar je kop werden gesmeten.

In Seventy was het publiek iets breder, en kon je ook best soul, hip-hop of Nederlandstalige muziek opzetten. Uiteindelijk ging het erom hoe het publiek reageerde op de muziek als er ‘eenmaal een beetje drank in zat’. Er was weinig mooiers dan zien hoe het ene moment slechts een enkeling een voorzichtig danspasje waagde, en een uur later heel de tent stond te springen en swingen. Op de tafels! In de lampen! Dat gaf je, als dj, een bevredigend gevoel. Is het anno 2015 weer anders? Dat valt mee. Muziek wordt nu meestal gedraaid vanaf een computer, en met bronnen als Spotify en YouTube zijn de collecties oneindig groot geworden, maar het basisconcept is nog steeds hetzelfde. Het café als bar-discotheek bestaat nog steeds. Zo gedateerd is de lichtbak dus ook weer niet.

Kenienekotje - A Christmas Carol in Prose

Het gebeurde in die dagen dat er in deze herberg - we schrijven de jaren '70 - nog wel plaats was, hoewel je ook toen in de kerstnacht al gauw voor een gesloten deur stond. De jaren '70 waren de beginjaren van de stamhut toen sommigen hun plaats nog moesten vinden, terwijl anderen aan de bar zaten of stonden alsof ze nooit waren weggeweest. Het waren de jaren van Bart Koster en Louis Lebon waar ik samen De Gouden Poorte mee onveilig maakte, maar ook de jaren van Alex Jonkheer en Kees de Wolf die ook klant waren bij Clubhuis Swift omdat ze korfbalden. Soms kwamen ze in trainingspak - het zweet nog vers op de leden - naar Sev om vervolgens af- en door te zakken; bij voorkeur in 't Pakhuis, maar 't Sincken Tooghje was een goede tweede optie. Alex en Kees hadden soms wel iets weg van Marley en Scrooge, zeker wanneer ze - verwoede schakers als ze waren - de stukken lieten zingen in De Klos. En dan had je natuurlijk Kleine Adje - Ik bin een hoeie Lies - nog en Koos de Knipper, maar dat is weer een ander verhaal. Naast Kleine Adje was er in die nog iemand die niet direct gezegend was met een rijzige gestalte, hij heette Lein en zocht schoorvoetend zijn plaats tussen de habitué's van nooit weggeweest. In het begin opereerde hij solitair en dronk zijn biertje in splendid isolation, doch wanneer hij in het gesprek werd betrokken, deed hij gretig zijn zegje. Het klassikale bestellen - wat de oude rupsen aan de kop van de bar nog steeds met verve praktiseren - was ook toen al onder intimi in zwang en op een gegeven moment, zo rond de kerstdagen, voelde de al wat meer ingeburgerde Lein dat het nu eens zijn beurt was. Kiek noe, zei Lies achter haar hand, Kenienekotje geeft ook een rondje. Lein werd echter nooit deel van de notoire intimi in de stamhut en verdween in de jaren '80 langzaam uit het beeld. Vanmorgen was ik bij de in kerstsfeer verpakte Albert Heijn en vlak voor me rekende Lein een paar blikjes bier af. Kiek noe, dacht ik, daar is Knienekotje en hij is de dorst nog niet verleerd.


Hayo Duinkerken, Hardcorezanger

Hayo Duinkerken (nu eigenaar van Kaffee 't Hof aan de Vlasmarkt) werkte jarenlang in Seventy, als barman en bedrijfsleider. De laatste jaren richt zijn muziekliefhebberij op stromingen als Dubstep en, meer recent, vuige rock 'n roll, maar begin jaren '90 was het vooral Blues dat de klok sloeg. Snelle blues, ruige blues, zelfzame blues: zeg maar gerust alle soorten blues. Als barman en DJ kende Hayo echter wel zijn pappenheimers en voor goede (hard-) rock en metal draaide hij zijn hand ook niet om. Toch verraste hij iedereen toen hij in 1991 opeens aankondigde dat hij als zanger zou gaan optreden in Tilburg, in het voorprogramma van Mucky Pup. Dat was in de punk- en metalscene toch een naam die er toe deed, toen. We snapten er niks van. Hayo hield niet of nauwelijks van punk en was helemaal geen zanger! Desondanks werd hij door de Vlissingse band Brainless gevraagd om in te vallen voor hun frontman, die net in de VS zat toen het aanbod van het Noorderligt binnenkwam. Dat wilde de band niet laten schieten, en Hayo wilde geen spelbreker zijn. Hij ging in op het verzoek.

Op de dag van het concert reisden we met een Middelburger of twintig af naar Tilburg. De band in een oude rotbus, wij met een paar auto's er achteraan. Die reis was al een belevenis op zich, met hilarische inhaalsessies en meer van dat fraais. Eenmaal in de zaal zochten we Hayo nog even op in de kleedkamer. We hadden hem nog nooit zo zenuwachtig gezien. Het vertrouwen in een goede afloop zakte naar een dieptepunt. Toen de band even later begon te spelen was Hayo nergens te bekennen. Onze vrees leek uit te komen. Maar toen kwam die gekke tapfloeperd opeens het podium opstormen, met ontbloot bovenlichaam. En hij ging he-le-maal los, dames en heren! Op hits over boterhammen met pindakaas en nasiballen bijvoorbeeld. Zoals we hem later nooit meer zo zenuwachtig zagen, zo zagen we hem ook nooit meer het podiumbeest uithangen. Sommige dingen doe je blijkbaar maar één keer in je leven.

Na ook een puik concert van de mafketels van Mucky Pup keerden we huiswaarts. Omdat de auto van good 'ol Steve King het ter hoogte van Etten-Leur het begaf zagen we ons genoodzaakt de auto achter te laten en te gaan liften. En verdomd als het niet waar was: het eerste voertuig dat opdoemde was....de bus van Brainless! We kregen uiteraard een lift en werden alle vier vakkundig tussen de instrumenten achterin gevouwen. Ondergetekende werd gedrapeerd over het drumstel en droomt daar soms nog van. Maar al drinkend, boerend en winden latend bereikten we uiteindelijk veilig de thuishaven Middelburg. Het was een mooie dag geweest. Middelburg Dronk. Ook in Tilburg.

Zie ook de video-impressie van 'Gerrit de Kneus' op YouTube.


Externe links

Bronnen