Algemeen | |
Soort | Herberg |
Eigenaar | Cornelisz Aertsz |
Adres | Rouaansekaai G 115 |
Links | |
Tijdlijn | |
Periode | 1620-1630 |
Opvolger(s) | De Drie Indianen |
Gebied | |
Zie ook | Rouaansekaai |
Herberg aan de Rouaansekaai G 115 in Middelburg - voorloper van De Drie Indianen, Het Sassche Veerhuis, Het Schippershuis (2), Het Rotterdammer Veerhuis, Het Rotterdamsch en Goesch Veerhuis, Bal, Het Zeeuws Koffiehuis en café De Jager.
Inhoud
Geschiedenis
1620
|
Cornelisz Aertsz De tekst: Betaelt aen Cornelis Aertsz. weert in de Florentijnsche lelie tot Middelburch over verscheyden gelagen tsynen huysse met diversche heeren ende andere persoonen noodige affaien vande stadt vertoont > ruim 6 pond uit de stadsrekening van Arnemuiden van 1620 geeft aan dat Cornelisz Aerts waard in de Florentijsche Lelie was. In het Cohier van den duysentsen penninck over de Stadt Middelburg staat: Cornelis Aertsen in de Florentijnse Lelie - hij overlijdt in 1688 in de Korte Delft (zeeuwengezocht [1] |
1668
|
Johannes Verhelst In de stadsrekeningen van Middelburg staat Johannes Verhelst op 22 juni 1868 vermeld als waard (hij wordt dat jaar ook poorter) in De Florentijnsche Lelie met de volgende aantekening: "Deze wordt bedoeld in de niet zeer stichtelijke rijmelarijen achter de bekende Burlesque Notulen" - het is nog niet bekend wat deze referentie inhoudt. |
1676
|
Biateris Linthout De site zeeuwengezocht geeft aan dat Biateris Linthout overlijdt op 3 juli 1676 - zijn adres is Van Florentinse Lelij. (zeeuwengezocht [2]). |
Foto's
Meer afbeeldingen zijn te vinden op De_Florentijnsche_Lelie/fotos.
Vermelding van de herberg in De vergaderingen der Staten van Zeeland, van Nagtglas
Naamgeving
De geschiedenis van de Nederlandse gulden gaat terug tot 1252. De eerste gulden (betekent "gouden") werd florijn genoemd, naar de Florentijnse lelie uit het wapen van de stad Florence, waar in 1252 de eerste belangrijke gouden munt sinds de Karolingische tijd werd geslagen. Daarmee is ook de herkomst verklaard van het altijd gebruikte ƒ-teken voor de gulden, en de aanduiding fl. (Bron: Wikipedia
Bijzonderheden
- De herberg wordt in verschillende documenten genoemd, waaronder de stadsrekeningen van Arnemuiden van 1620. In een advertentie in de Middelburgsche Courant van 1768 valt te lezen: "een herberg genaamd De Florentijnsche Lely en Zeeuwsch Koffyhuis."
- Wellicht bestond er een familierelatie tussen Biateris Linthout en Justinus Linthout van Het Prinsenlogement.
- Op het afwezig blijven alsmede op het telaat komen, naren boeten gesteld, welke naar den geest der tijden uiteenliepen. Wie in 1580 ter dagvaart kwam nadat de „ klok van den dam" het bepaalde uur had aangewezen , verbeurde 2 ach.; een bedrag dat reeds in 1602 wel eens tot 10 sch. klimmen kon. De steden wier gemachtigden zich lang lieten wachten kwamen er echter zoo goedkoop niet af en Zierikzee verbeurde en betaalde bij eene dergelijke gelegenheid 25 £ VI. Soms schijnen de boeten een tijdlang in onbruik te zijn geraakt, doch moesten door de onachtzaamheid der leden telkens neder worden ingevoerd. Het bedrag dier gelden werd of aan de armen gegeven (1587), of gebruikt voor een vroolijken maaltijd, o. a in 1631 in de herberg de Florentijnsche lelie te Middelburg gehouden.
- LOGEMENTEN MIDDELBURG: De Gouden Leeuw. De Florentijnsche Lely. De Doelen. Het Huis van Domburg. De Hooge Deur. Den Helm. Het Wijnhuis. Graaf Lodewijk. 't Hof van Bourgondieën. Het Fortuintjen. Het Hof van Holland. De Soutkeet.
- In de Bellinkstraat was in de zelfde periode herberg de Florentijnse Lely.
- De Burlesque Notulen van de Staten van Zeeland van 13 juni 1676 - 1 januari 1684 was een op rijm geschreven satire door Michiel Michielsen en werd gepubliceerd in 1700 (zie ook bij externe links).
Mooie verhalen
Uit 'Krenten uit de pap', van Harthoorn en Smallegange, komt onderstaande tekst. Zou het hier dezelfde herberg betreffen, of zat er rond 1605 een gelijknamige herberg in de Bellinkstraat in Middelburg?
"Elk snippertje historie uit Middelburg is welkom, zelfs als het alleen maar gaat om een onderonsje tussen kooplieden. Jan Claisz Cousmaker, poorter van Goes en 34 jaar oud, legde een verklaring af voor zijn medepoorter Adriaan Andriesz Wiskercke. Jan was op 7 januari 1605 aanwezig geweest in Middelburg in de herberg “De Florentine Lelie”waar hij Adriaen ontmoet had in gezelschap van mr Franchois Man, een “coopman van d’Ingelsche natie” en nog anderen. Franchois had met Abraham carle, een koopman uit Zierikzee gehandeld over olie en had daarvoor een obligatie van Abraham ontvangen. Hij wilde die nu “mangelen”, zeg maar ruilen. Zijn metgezellen waren er niet zeker van dat dit een goede ruil was maar Franchois zei dat ze niet benauwd hoefden te zijn dat Abraham niet zou betalen. Hij kende hem als een betrouwbaar koopman. Ze kwamen tot overeenstemming en de prijs van de olie werd gesteld op dertig gulden en tien stuiver de “aeme”. Het ging dus om een grote hoeveelheid, want een “aeme”was vier anker of ongeveer 150 liter. De herberg stond in de Bellinghstraat nr. 188, maar is volgens de lijst van Middelburgse huisnamen van M. Fokker afgebroken."
Adres en contactgevens
Rouaansekaai 115 Middelburg
Externe links
Bronnen
- De Stadsrekeningen van Middelburg 1675-1700 van H.M. Kesteloo
- Krantenknipsels: Krantenbank Zeeland Zeeuwse Bibliotheek en Historische Kranten Koninklijke Bibliotheek Den Haag
- Google Books