Middelburg Dronk

Biljart

De geschiedenis van het biljart begint in de 15de eeuw (zie Geschiedenis). In eerste aanleg was het biljart het domein van heren in het algemeen en die van een hogere stand in het bijzonder. De link naar de horeca is dan al gauw gelegd, want de dorst der heren is van alle tijden. In de 18de eeuw zijn het vooral de sociëteiten en schuttershoven die over een biljart of billiard beschikken - later volgen de herbergen, logementen en koffiehuizen. Het hebben van een biljart kostte geld en dat betrof niet alleen de aanschaf - de stadsrekening van 1730 meldt at er door de erven Daniel Robeck 8 pond Vlaams, 6 schellingen en 8 penningen aan recognitie werd betaald voor het zetten van een billiard. Volgens de stadsrekening van 1732 waren er twee koffiehuishouders, Ignatius Monnett en Willem Erffstee, die ieder een biljart hadden. De St. Jorisdoelen betaalden sinds 1 maart 1768 16 pond Vlaams, 13 schellingen en 4 penningen voor het koffieschenken en houden van een biljart - zo meldt de stadsrekening van 1771. Vanaf de 19de eeuw werd het biljart min of meer gemeengoed in de Middelburgse horeca. Veel café's beschikten over een biljart (zie ook de foto's en krantenknipsels hieronder) en er werden ook biljartverenigingen opgericht die vervolgens een café-biljart als clubhuis kozen. Begin 20ste eeuw nam het aantal biljarts in café's dramatisch af en werd er meer gepoold en gesnookerd (in poolcafé The Roadhouse bijvoorbeeld) - wanneer je nu wilt biljarten moet je echt zoeken naar een café.


Bronnen